PROTOCOL VROEDKUNDE Plaatsen perifere IV katheter en toedienen van infuus M7 Plaatsen perifere IV katheter en toedienen van infuus Gebruik ook het protocol “algemeen werkschema: zorg aan de volwassene”. Na het doorwerken van dit protocol kan je: Leerdoelen Op een vlotte manier het materiaal verzamelen voor het plaatsen van een infuus. Correcte GVO geven aan de patiënt. Op een steriele manier een IV-katheter plaatsen. De observaties uitvoeren na het plaatsen van een infuus. Op een juiste manier rapporteren. Voorbereiding Zorgvrager Zorgverlener - Info geven over de uit te voeren handeling. - Gemakkelijke houding geven. - Aangepaste kledij voorzien. - Ev.punctieplaats scheren - Zie protocol ‘Algemeen werkschema: zorg aan de volwassene’. - Handalcohol - Klaargemaakt infuus - Serumstaander - Fixatiemateriaal - Bedbeschutting - Knelband - Niet-steriele handschoenen - Antiseptica - Steriele kompressen - Naaldcontainer - Nierbekken(s) - IV katheter + reserve - Ontsmettingsmiddel voor werkblad - Ev.materiaal voor bloedafname - Ev.infuuspomp - Ev.tondeuse met vervangbare kop+ - Identificatie-materiaal Materiaal Nazorg - - Zorg steeds voor een comfortabele houding Zie protocol ‘Algemeen werkschema: zorg aan de volwassene’. - Zie protocol ‘Algemeen werkschema: zorg aan de volwassene’. - Zie protocol ‘Algemeen werkschema: zorg aan de volwassene’. Celstofdoekje Omgeving - Zorg steeds voor aangename omgevingstemperatuur en voldoende licht. 1 PROTOCOL VROEDKUNDE Plaatsen perifere IV katheter en toedienen van infuus Stap 1 2 Actie - Infuusvloeistof klaarmaken (cfr.protocol) - Laat de patiënt een comfortabele halfzittende of liggende houding aannemen. Verwijder zo nodig de kledij ter hoogte van de punctieplaats. - Kies in welke arm je de IV katheter zal inbrengen. 3 - Handhygiëne 4 - Leg de knelband aan (pols blijft voelbaar): ongeveer 5 à 10 cm boven de prikplaats. 5 - Kies een gepaste vene. 6 - Maak de knelband los 7 - Al het materiaal voorbereiden en in nabijheid plaatsen. 8 - Handhygiëne 9 - Leg de knelband aan en laat de patiënt een vuist maken. 10 - Doe niet-steriele handschoenen aan. 11 - Palpeer de vene. 12 - Ontsmet de huid circulair beginnend met de punctieplaats. 13 - Katheter uit de verpakking halen thv de voorziene steunpunten (zodanig dat de controlekamer zichtbaar blijft). - Bescherming verwijderen (katheter en naaldgedeelte verschuiven niet) - Punt van de katheter wordt in de richting van de veneuze bloedstroom gebracht, naaldopening naar boven gericht zodat de naaldpunt het eerst de huid raakt. M7 Opmerkingen Houd rekening met: li-of rechtshandig mobiliteit en toestand van de arm aanprikbaarheid van de venen medische voorgeschiedenis - Scheren van de huid wordt afgeraden. Indien scheren: verwijder het haar met clipper of tondeuse met wegwerpbare kop. - Punctieplaats niet meer aanraken na ontsmetten.Bij moeilijk aan te prikken venen ontsmet je best de vingertoppen voor palpatie van de aan te prikken vene. 2 PROTOCOL VROEDKUNDE Plaatsen perifere IV katheter en toedienen van infuus 14 - Met de linkerhand de huid zijwaarts of neerwaarts te strekken zodat de vene wordt gefixeerd. - Patiënt verwittigen - Huid snel doorboren. De vene wordt aangeprikt(rechtstreeks/onrechtstreeks) M7 onder een hoek van ongeveer 30° (afh.aan te prikken vene). 15 - Bloedreflux in de controlekamer geeft aan dat de vene werd aangeprikt door de naaldpunt. Katheter- en naaldgedeelte worden samen nog enkele mm verder ingebracht zodat de kathetertip volledig in de vene zit. De katheter wordt nu voorzichtig verder opgeschoven in de vene. 16 - Indien er ook een bloedafname dient te gebeuren wordt deze nu uitgevoerd. 17 - Maak de knelband los en laat de patiënt de vuist openen. - Afsluitdop van de trousse verwijderen. - Naaldgedeelte van de katheter verwijderen. - Op hetzelfde ogenblik wordt de vene dichtgedrukt aan de kathetertip om het bloedverlies te beperken. - De trousse aanschakelen en de rolklem openen. Indien er geen goed debiet bereikt wordt, de oorzaak hiervan opzoeken. - Controle op zwelling en pijn. - De prikplaats zuiver maken. - De katheter en de leiding fixeren. - Handschoenen verwijderen. - Eventuele medicatie aan het infuus toevoegen volgens protocol. - Druppelsnelheid regelen volgens voorschrift. 18 - Nooit op dit ogenblik het naaldgedeelte verwijderen want dit gedeelte fungeert als geleider om de soepele katheter in de vene te brengen. - Fixeer de infuusleiding nog eens extra met een lus op de arm van de patiënt om tractie op de katheter te vermijden. 3