BESLUIT: draag in alle omstandigheden zorg voor uw katheter! Hebt u nog vragen na het lezen van deze informatie? Neem gerust contact op met de Dialyseafdeling (tel. 02 477 62 21) of met de afdeling Nefrologie (tel. 02 477 77 32). INFORMATIE voor de patiënt Deze folder is indicatief en geeft enkel informatie van algemene aard. Niet alle mogelijke technieken, toepassingen, risico’s zijn er in opgenomen. Volledige informatie, aangepast aan de situatie van elke patiënt afzonderlijk, wordt door de arts verstrekt. Volledige of gedeeltelijke overname van de tekst is uitsluitend toegestaan na voorafgaande toestemming van de verantwoordelijke uitgever. DE DIALYSEKATHETER als toegangspoort tot de bloedbaan Universitair Ziekenhuis Brussel Laarbeeklaan 101 1090 Brussel tel: 02 477 41 11 www.uzbrussel.be [email protected] Uitgave: april 2010 Verantwoordelijke uitgever: Prof. Dr. C. Tielemans VE 32 Nefrologie 02 477 77 32 Een tijdelijke katheter bestaat uit een iets stijvere kunststof en wordt, onder lokale verdoving, geplaatst door de nierspecialist. Er zijn 3 mogelijke insteekplaatsen: DE DIALYSEKATHETER ALS TOEGANGSPOORT TOT DE BLOEDBAAN Hemodialyse is een behandeling die de nierfunctie van het lichaam overneemt op het moment dat de eigen nieren onvoldoende of niet meer werken. Een dialysetoestel pompt het bloed uit het lichaam, haalt er de afvalstoffen uit en stuurt het gezuiverde bloed terug naar het lichaam. Om het bloed gelijktijdig uit en terug naar het lichaam te pompen is een goede toegang tot de bloedbaan essentieel; de arts kan hiervoor: - de halsader of vena jugularis is de meest aangewezen plaats. De katheter kan er enkele dagen tot weken ter plaatse blijven. - een arterio-veneuze fistel aanleggen of - een katheter in de vena subclavia (ader onder het sleutelbeen) kan ook een tijd ter plaatse blijven maar kan de plaatsing van een blijvende katheter bemoeilijken. - een dialysekatheter plaatsten. De dialysekatheter wordt in deze folder verder besproken. INDICATIES In tegenstelling tot de arterio-veneuze fistel kan een dialysekatheter: - onmiddellijk na plaatsing gebruikt worden - geplaatst worden als tijdelijke oplossing: • voor patiënten die in spoed gedialyseerd worden • voor patiënten die slechts enkele behandelingen nodig hebben • in afwachting van een definitieve arterio-veneuze fistel - de liesader (vena femoralis) is een derde mogelijke insteekplaats; de katheter moet na de dialyse verwijderd worden omwille van het infectierisico en de kans op bloedingen. DE VERZORGING Tijdens elke dialyse wordt de katheter verzorgd door de verpleegkundige van de afdeling. Tussen de behandelingen in moet u er als patiënt zelf voor zorgen dat het katheterverband droog blijft. Vocht verhoogt immers de kans op infectie. U mag wel een douche nemen maar enkel op de dagen van de dialyse, zo kort mogelijk vóór de behandeling. De verpleegkundige kan het natte verband dan onmiddellijk verwijderen en de katheter verzorgen. Waak er zelf ook over dat uw dialysekatheter alleen voor dialysebehandeling wordt gebruikt. Het nemen van bloedstalen of het toedienen van medicatie langs de katheter is niet toegestaan tenzij uw behandelende nierspecialist daar uitdrukkelijk zijn toestemming voor geeft. • in afwachting dat een aangelegde arterio-veneuze fistel mag gebruikt worden SOORTEN Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen een tijdelijke en een blijvende katheter. Een blijvende katheter (type Hickmann) is een soepel buisje in kunststof dat na plaatsing geruime tijd ter plaatse kan blijven. De vaatchirurg brengt de katheter meestal via de bovenste holle ader (vena cava superior) in de bloedbaan. Het andere uiteinde wordt via een onderhuids tunneltraject naar de borststreek geleid en wordt daar naar buiten gebracht. De ondertunneling zorgt, samen met een vilten ring (cuff) rond de katheter, voor verankering en voor een verlaagd infectierisico. Het uiteinde van de katheter blijft onzichtbaar onder de kledij. De ingreep die in het operatiekwartier doorgaat, gebeurt meestal onder algemene anesthesie en duurt ± 45 minuten. Aarzel niet om in volgende gevallen contact op te nemen met de dialyseafdeling: • het loskomen van het verbandmateriaal • het lekken van bloed langs de katheter • pijn ter hoogte van de insteekplaats • roodheid rond de insteekplaats • koorts Als uw katheter onverwachts zou uitvallen, moet u onmiddellijk: - de insteekplaats gedurende minimum 15’ dichtdrukken (zo mogelijk met een steriel gaasje) - naar de dialyseafdeling komen en de instructies van de verpleegkundigen opvolgen; buiten de openigsuren kunt u via de centrale contact nemen met de dialyseverpleeg kundige van wacht.