“Âshûrâ the day the skies wept blood voor imam Husayn” Olcay Olcayto – 0312959 Faculteit Letteren Docent: dhr. C. Hanssen 10-01-2008 Zwolle In kerbela liet Imam Husayn zien dat zijn lichaam vermoord kon worden, maar dat zijn geest zou overwinnen..... Âshûrâ is de tiende dag van de maand Muharram, de dag dat Adam en Eva werden verdreven uit het Paradijs en de dag dat Noach's tocht met de ark eindigde en van de laatste resten eten die nog aan boord waren een gerecht genaamd Âshûrâ werd gemaakt. In de shî‘a heeft de Âshûrâ echter nog een extra lading. Het heeft een bijzondere betekenis gekregen als afsluiting van een tien dagen durende rouwperiode waarin de martelaarsdood van imam Husayn herdacht wordt. Beginnend met een kleine introductie over het Sjî’isme in het algemeen, ter wille van de duidelijkheid, komt vervolgens het centrale onderwerp aan bod, de Sjiitische Âshûrâ met aan het einde van dit verslag de Âshûrâ bij de alevieten. De Oorsprong van Sjî’isme Het sjî’isme is ontstaan uit een controverse over de vorm en inhoud van het leiderschap van de gemeenschap van islamitische gelovigen (oemma) na de dood van Mohammed in 632. De Sjiieten geloven, in tegenstelling tot de soennieten, dat de neef en schoonzoon van Mohammed, ‘Alî ibn Abi Tâlib, was voorbestemd de Profeet als leider van de gemeenschap op te volgen. De sjiieten baseren het volgen van Alî op de overleveringen (Ahadith) over Mohammed en zijn uitleg van bepaalde verzen van de Koran. De titel "sjiiet" is kort voor "shî‘a'te Ali" wat letterlijk "de volgers van Alî" (als imam en directe kalief na Mohammed) betekent. De soennieten volgden de kaliefen, waarvan de eerste Aboe Bakr was.1 ‘Alî ibn Abi Tâlib regeerde uiteindelijk, na zijn drie voorgangers Kalief Abû Bakr, ‘Umar en ‘Uthmân, van 656 t/m 661. Binnen het sjî’isme zijn er drie belangrijke stromingen: Het grootste deel van de sjiieten behoord tot de ithna ashri die ook wel de "twaalvers" worden genoemd omdat zij na Alî nog elf andere imams hebben gekend. In deze stroming geloven zij dat de twaalfde imam, Mohammed al-Mahdi, door God wordt beschermd (in ghayba is gegaan) en op het einde der tijden terug zal keren om vrede en rechtvaardigheid te stichten. Een ander stroming binnen het Sjî’isme is het isma'ilisme. Deze stroming is in aantallen kleiner dan de Ithna 1 Shi’ism, Heinz Halm, Edingburgh University Press, 2004, p. 4 ashri, maar in de loop van de geschiedenis hebben zij veel invloed gehad. Ze hadden bijvoorbeeld een groot rijk gesticht dat in zijn hoogtijdagen strekte van de Atlantische Oceaan in Afrika, tot aan de heilige steden Jeruzalem, Mekka en Medina. Dit rijk, het Fatimidenrijk, bestond van het jaar 909 tot 1171. Deze stroming wordt ook wel "zeveners" genoemd omdat zij maar zeven imams erkennen. Een derde en kleinere stroming is de zaidiyya. Zij staan ook wel bekend als de "vijvers" omdat zij vijf imams erkennen. Dit is een vrij gematigde stroming die vooral in Jemen een belangrijk deel van de bevolking uitmaakt. Van 898 tot 1963 heeft Noord-Jemen een regerende imam gekend die tot de zaidiyya behoorde.2 2 http://nl.wikipedia.org/wiki/Sjiisme Het Goddelijke licht van ‘Alî manifesteerde zich na zijn dood in zijn zoon Hasan, en na diens dood in zijn tweede zoon Husayn. Het twaalver sjiitische concept van de Ahl al-Bayt (de Mensen van het Huis: ‘Alî, zijn vrouw Fâtima (dochter van Mohammed) en hun twee zoons Hasan en Husayn) omvat eveneens de imams die na Husayn kwamen, tot en met de twaalfde imam die in verborgenheid leeft. Samen met Mohammed en Fatima vormen zij de Onfeilbare Veertien. Dit concept van de onfeilbaarheid van ‘Alî en de imams werd door de Soennitische oelema altijd fel bekritiseerd. Kerbela & Âshûrâ Naast ‘Alî is in de twaalver sjiitische traditie één imam die door populaire devotie enorme aandacht krijgt, ‘Alî’s zoon en Mohammed’s schoonzoon Husayn. Hij is de geschiedenis ingegaan als de grootste martelaar van de shî‘a. Volgens de sjiitische reconstructie gaat, na de moord op ‘Alî in 661, de imamaat over op zijn oudste zoon Hasan. Echter vanwege omstandigheden is Hasan gedwongen zijn militaire en politieke macht af te staan aan Mu‘âwiya, de belangrijkste tegenspeler van zijn vader ‘Alî. Hierbij werd de afspraak gemaakt dat na de dood van de Mu‘âwiya de macht weer zal worden overgedragen aan de Ahl al-Bayt. In 669 wordt Hasan door toedoen van de Kalief Mu’awiya vergiftigd door zijn eigen vrouw Cude. Na zijn dood wordt nochtans de macht in 680 overgedragen aan de zoon van Mu‘âwiya, Yazîd. Hierop eist Husayn vervolgens, die ondertussen de derde imam is, het kalifaat op. Husayn wordt hierbij gesteund door een kleine groep getrouwen en zo bindt hij de strijd aan met de talrijke troepen van Yazîd. Bij zijn vertrek uit Mekka naar Kufa, wordt hij in Kerbela tegengehouden en voor de keuze gesteld om Yazîd te erkennen of te sterven. Hij weigert het kalifaat van Yazîd. Husayn en zijn metgezellen werden vastgehouden en hen werd de toegang tot water van de Eufraat ontzegd. Al zijn 72 medestrijders werden één voor één vermoord en wordt de moedige Husayn als laatste op de tiende dag gedood en onthoofd. Dit heldhaftige verhaal staat symbool voor de geschiedopvatting van de twaalver sjiieten.3 De imams tijdens en na Husayn hadden groot gevaar te duchten doordat ongelovigen weigerden de goddelijke boodschap te aanvaarden en hun eigen doelen bleven nastreven. Bijgevolg zijn martelaarschap en lijden daarmee belangrijke thema’s in de geloofsbeleving van de twaalver sjiieten. De Âshûrâ, de eerste tien dagen van de islamitische maand Muharram, vormen een hoogtepunt in de twaalver kalender. Tijdens deze dagen wordt de martelaarsdood van Husayn in 680 herdacht en beleefd in de vorm van processies, passiespelen en samenkomsten waarbij verhalen en poëzie ten gehore worden gebracht. Hierbij gaat men soms zo ver dat volwassen mannen tijdens deze rituelen aan zelfkastijding doen (Arabisch: tatbir) als teken van vereenzelviging met Imam Husayn. Ze lopen dan vaak door het dorp of wijk, terwijl ze zichzelf met kettingen, touwen of stokken slaan (zie plaatje). Dit gaat vaak tot bloedens toe. Deze processen komen met name voor in gebieden waar veel sjiieten wonen, zoals Iran, Irak en Libanon. Echter komen deze processies ook voor in Afghanistan en Pakistan waar de sjiieten een minderheid zijn. Geestelijke leiders4 hebben meerdere malen opgeroepen tot zelfbeheersing bij deze processies, maar dit heeft vaak toch niet kunnen baten. Tijdens de passiespelen, verhalen en gedichten is het belangrijkste thema bedroefdheid, Âshûrâ is een treur’feest’. Naast de thema’s bedroefdheid en martelaarschap speelt de bespotting van de legendarische tegenstanders ook een rol in de passiespelen en verhalen van de twaalver shî‘a. Dit zorgt weer voor enig vrolijk vermaak. Hierbij beperkt men zich niet alleen tot de directe tegenspelers van Husayn, maar worden ook andere als lafaard en schurk gespeeld zoals de tweede kalief ‘Umar. Tegenover spot staat compassie als derde motief. Husayn zorgt bijvoorbeeld op miraculeuze wijze voor drinkwater voor de troepen van Yazîd wanneer zij door dorst dreigen om te komen. Husayn bemiddelt ook ten gunste van zijn moordenaar Shimr, de commandant van de tiran Yazîd, bij God.5 Hierbij moet benadrukt worden, dat Âshûrâ absoluut geen feestdag is, zoals vaak wordt beweerd in de media. Voor de sjiieten is het absoluut geen feest, zij herdenken/rouwen ieder jaar tien dagen lang de in hun ogen gruwelijke dood van Imam Husayn. 3 http://64.233.183.104/search?q=cache:u2zeX1udnwkJ:users.telenet.be/hetalevitisme/imam%2520huseyin%2520en%2520 kerbela.htm+kerbela&hl=nl&ct=clnk&cd=10&gl=nl&lr=lang_nl 4 Een van de belangrijkste sjiietische geestelijken, ayatollah Ali Khamenei, de Geestelijk Leider van Iran, heeft bijvoorbeeld zelfkastijding zelfs verboden door middel van een fatwa. 5 In het huis van de Islam, Henk Driessen, Uitgeverij Sun Nijmegen, 2004, p. 169 Âshûrâ bij Alevieten Het voorgaande laat dus zien dat de dood van Husayn een belangrijke plaats inneemt in de shjiietische geschiedenis en dit door de meeste sjiieten ieder jaar wordt herdacht. Het uitbundigst wordt dit gedaan door de twaalver sjiieten. Bij andere sjiieten en groepen zijn er grote variaties in dit proces, doch blijven de rouwprocessies en vervloekingen vaak deel uitmaken van de rituelen. De alevieten praktiseren dit rouwproces op een heel ander manier. Het alevitisme is een heterodox syncretistische vorm van Islam. Het is een islamitische sekte uit Anatolië. Ze leven niet conform de leer van de rechtlijnige soennieten en sjiieten. alevieten hebben een geloofstraditie die gedeeltelijk voortkomt uit de versmelting van verschillende wereldbeschouwingen en godsdiensten. Dit zijn islamitische invloeden maar ook invloeden van pre-islamitische cultuur uit Centraal-Azie, Iran en Anatolie. Het alevitisme wordt vaak gezien als een stroming binnen het sjî’isme en verwant aan die van de alawieten6. De naam is afgeleid van ‘Ali ibn Abi Talib, die wordt gezien als een incarnatie van een goddelijk wezen. Onder Osmanen hadden alevieten geregeld te lijden onder hevige vervolging, maar in de bektasjijja-orde7 wisten zij niettemin uiting te geven aan hun geloof. De maand Muharrem is de eerste maand in de islamitische jaartelling. Deze maand geldt voor de alevieten als de maand waarin wordt gevast. De eerste 10 of 12 dagen wordt er in deze maand gevast ter ere van Imam Husayn, die in de slag bij Kerbela op de 10de dag van de maand Muharrem om het leven kwam. Deze dag geldt als een dag van rouw, vandaar dat de vastentijd ook wel ‘matem’-vasten wordt genoemd: droevige gebeurtenissen. De 12 dagen verwijst naar de 12 imams die met inbegrip van Imam Ali de belangrijkste personen uitmaken binnen het alevitisme. Alle imam, behalve de laatste, zijn aan een gewelddadige dood gestorven. Sommigen vasten 15 dagen, zij beginnen 3 dagen eerder, dit wordt Masum6 Alawieten is een Islamitische sekte wat ook bekend is onder de naam noesairijja, die in de jaren ’20 van de vorige eeuw werd vervangen door alawijja. Deze geloofsleer en rituelen vertonen grote overeenkomsten met die van de isma’ilijja en druzen. De alawieten zijn niet alleen in naam sterk verwant met de alevieten van Anatolië. Beide sekten zien ‘Ali ibn Abi Talib als een incarnatie van een goddelijk wezen. Isma’ilijja is een sjiitische stroming. Ze komen voort uit een groep aanhangers van de ahl al-bait, die meenden dat de zesde (sji’itische) imam, Dja’far as-Sadiq, zijn zoon Isma’iel had aangewezen als opvolger, terwijl de meesten een andere zoon, Moesa al-Qazim, volgden. Omdat deze splitsing zich voordeed rondom de persoon van de zevende imam, worden aanhangers van de isma’ilijja ook wel zeveners genoemd. Druzen is een islamitische sekte. De druzen vormen een afsplitsing van de isma’ilijja. De beweging ontstond in het begin van de 11de eeuw in Cairo rond Fatimieden-kalief al-Hakim. Diens aanhangers geloofden dat hij niet was gestorven, zijn lichaam is niet gevonden, maar in verborgenheid was gegaan vervolgens terug te keren als Mahdi, verlosser. Bron: Islam, personen en begrippen van A tot Z, Het Spectrum Opzoekboek, 2000 7 Een Tarieqa of mystieke orde wat terug gaat op de 13de-eeuwse mysticus Hadji Bektasj. Zij wordt vaak gezien als een sekte en buiten de soennitische islam geplaatst vanwege de sterke band met de alevieten. u Paklar (de onschuldige schonen) genoemd. Deze drie dagen zijn ter nagedachtenis van Muslim Akil (neef van Husayn) en zijn zonen Ibrahim en Muhammed. De maand Muharrem verschuift jaarlijks in vergelijking met de christelijke jaartelling (islamitische maanden zijn namelijk maanmaanden). 20 dagen na het offerfeest begint de rouwperiode. Het vasten in de maand Muharrem is voor de alevieten niet verplicht, maar een persoonlijke keuze die op geen enkele manier door anderen mag worden beïnvloed. Wanneer men besluit te vasten, moet men rekening houden met een aantal regels. Het is namelijk een bezinningsproces waarin de gedachten vooral uitgaan naar de martelaren van Kerbela. Per streek kunnen er (daarnaast) nog andere regels worden gehanteerd. Zoals dat er tijdens het vasten géén water gedronken mag worden. Hierbij geldt er vanaf de eerste dag van het vasten tot en met de tiende dag ’s ochtends helemaal geen water gedronken mag worden.8 Hoewel de tiende dag (middag) het vasten verloopt, gaat het rouwen nog tot de 12de dag ’s ochtends door. Hierbij wordt er sowieso tien dagen lang dag en nacht geen water gedronken, echter mag er wel waterhoudend eten en drank genuttigd worden. Verder mag er ook geen vlees genuttigd worden, omdat het slachten symbolisch lijkt op de doodsoorzaak van Imam Husayn. Hiernaast worden er ook bepaalde groenten niet gegeten wanneer men bij de bereiding een ‘onthoofde’ beweging nodig is (zoals de ui, wortel, tomaat etc. waarbij eerst de kop afgesneden wordt) en mag er geen ei gegeten worden (omdat het ei iets levends kan geven). Gedurende de vastperiode moet men zich ook onthouden aan seks, bruiloften, verjaardagen of andere feesten, bomen hakken, alcohol, scheren e.d. Wat verder verboden is maar in het heden weinig of niet meer wordt nageleefd zijn het niet baden, geen was wassen, niet in de spiegel kijken en op de grond slapen. Er wordt echter door de alevieten niet gedaan aan openbare processies vanwege de eeuwenlange onderdrukking waaronder zij hebben geleden (en vandaag de dag nog steeds lijden) door de Soennieten. Wat ooit een deel was van de traditie is langzamerhand als taboe gezien.9 Âshûrâ komt van het Arabische woord ashr wat tien of tiende betekent. Het verwijst naar de tiende dag van de maand Muharrem, de dag dat Imam Husayn werd vermoord. Als de vastenperiode van twaalf dagen voorbij is, maken de alevieten een zoete soep, Âshûrâ (zie plaatje). Deze maaltijd wordt vaak gezamenlijk genuttigd en Bektasilik Alevilik nedir?, Doç. Dr. Bedri Noyan, uitgeverij Ilâvi, Ankara 1987, p. 132 Navraag bij goede vrienden en kennissenbronnen die jarenlang van kinds af aan vasten en de “procedureregels” weten. 8 9 soms in de buurt rondgedeeld. Het is een een soepachtige maaltijd dat bestaat uit (doorgaans) 12 soorten graan, noten en fruit. In tegenstelling tot soennieten en het suikerfeest geldt deze dag van Âshûrâ niet als een feestdag, ondanks dat de zoetigheid staat voor de blijdschap dat de zoon van Husayn, Imam Zeynel Abidin, de slag bij Kerbela overleefde. In de Cem-huizen, tegenwoordig de verenigingen, waar de alevieten vaak op de laatste dag bijeen komen, wordt vaak gezamenlijk gezamenlijk Âshûrâ-soep gegeten en worden er gedichten (mersiye) en liederen voorgedragen. Daarbij wordt de vastenperiode vaak afgesloten met een slachtritueel waarna de geslachtte kûrban verdeeld wordt onder armen, buren en vrienden. Bij de soennieten wordt de dood van Husayn beschouwd als één van de meest betreurenswaardige gebeurtenissen in de islamitische geschiedenis. Het vrijwillig vasten en het uitdelen van aalmoezen van de soennieten tijdens de Âshûrâ staat echter los van de dood van Husayn. Dit geldt ook voor de opvattingen omtrent martelaarschap, dat ook bij de soennitische traditie hoog in aanzien staat. De soennieten herdenken op die dag dat Noach zijn ark verliet na de zondvloed en, zoals eerder vermeld, van de overgebleven voedselresten een soep genaamd Âshûrâ maakte. Daarom eten soennieten op deze dag ook Âshûrâ-soep. Ook herdenken soennieten dat Moesa (Mozes) zijn volk op de dag van Âshûrâ van Egypte naar Palestina heeft geleid, waardoor ze werden bevrijd van onderdrukking. Hierbij vasten zij ook op deze dag, een gebruik dat is overgenomen van de Joden, maar het is niet verplicht. Mohammed vastte tijdens de Âshûrâ en dit werd door hem onder zijn volgelingen aangemoedigd. De Hadith vermeld dat moslims door het vrijwillig vasten op Âshûrâ vergeven worden voor de zondes van het voorafgaande jaar. Bronnenlijst Boeken: Islam, personen en begrippen van A tot Z, Het Spectrum Opzoekboek, 2000 Bektasilik Alevilik nedir?, Doç. Dr. Bedri Noyan, uitgeverij Ilâvi, Ankara 1987 In het huis van de Islam, Henk Driessen, Uitgeverij Sun Nijmegen, 2004 Shi’ism, Heinz Halm, Edingburgh University Press, 2004 Islam, norm, ideaal en werkelijkheid, Jacques Waardenburg, Uitgeverij Fibula, vijfde druk Internet: http://nl.wikipedia.org/wiki/Sjiisme http://nl.wikipedia.org/wiki/Alevieten http://64.233.183.104/search?q=cache:- SU6k52Q0JwJ:www.beleven.org/feest/ashura+ashura&hl=nl&ct=clnk&cd=1&gl=nl http://64.233.183.104/search?q=cache:u2zeX1udnwkJ:users.telenet.be/hetalevitisme/ imam%2520huseyin%2520en%2520kerbela.htm+kerbela&hl=nl&ct=clnk&cd=10&gl =nl&lr=lang_nl