ACHTERGROND Strijd om de ware islam Soennieten en sjiieten, islamisten, jihadisten en salafisten: wanneer er gesproken wordt over moslims, worden veel verschillende begrippen gebruikt. Het conflict binnen de islam heeft bloedige confrontaties tot gevolg – zoals bijvoorbeeld in Syrië en Irak. “Allahu Akbar – God is groot!” Voor moslims begint met deze woorden de oproep tot gebed. Rond de 1,6 miljard mensen volgen de oproep wereldwijd en bidden tot Allah als hun enige God. Aan de oorsprong van de islam, de jongste van de drie grote monotheïstische godsdiensten, staan de openbaringen van God aan de profeet Mohammed in het begin van de 7e eeuw. De ‘hidjra’ (emigratie) van Mohammed uit Mekka, waar zijn revolutionaire preken geen gewillig gehoor vonden, naar Medina in 622 markeert het begin van de islamitische tijdrekening. Het conflict over de opvolging van Mohammed die in 632 stierf, vormde de oorsprong van de splitsing van de moslims in sjiieten en soennieten. Mohammeds schoonzoon Ali Ibn Abi Talib nam als vierde wereldlijk en geestelijk leider (kalief) de leiding over de islamitische gemeenschap. Hij werd in de strijd om de leiding over de islamitische gelovigen in 661 vermoord. Zijn grafstede in de Iraakse stad Nadjaf behoort tot vandaag de dag tot de belangrijkste heiligdommen van de sjiieten. Alleen een familielid van de profeet mag volgens de sjiieten – het woord is afgeleid van ‘shiat Ali’, de volgelingen van Ali – hem opvolgen. Ze erkennen de soennitische kaliefen niet en ontwikkelden in plaats daarvan de geestelijke leiding van imams. Het woord soennieten stamt van het woord soenna (traditie). Al-soenna bevat de overleveringen en gedragsnormen die op de profeet teruggaan. Het soennitische geloof onderscheidt vier rechtsscholen die de soenna deels verschillend uitleggen, maar toch allemaal als recht in de leer gelden. Beledigen hoort bij de liturgie “Sinds de 7e eeuw bestaat dit conflict tussen soennieten en sjiieten en het gaat altijd weer vergezeld van geweldsuitbraken van verschillende aard”, verduidelijkt dr. Matthias 26 • kerk wereldwijd 4-2015 Vogt, islamwetenschapper en referent voor het Nabije Oosten bij Missio Aken. De strijd om de ware islam tussen deze beide hoofdrichtingen trekt als het ware een grens door de samenlevingen in de steden en landen van het Nabije Oosten. Nergens wonen sjiieten en soennieten werkelijk samen, ook niet in Irak, waar ongeveer twee derde van de bevolking sjiiet is en een derde soenniet. “In Iraakse steden zijn er sjiitische en soennitische wijken. Een samenleven wordt zorgvuldig vermeden”, zegt Vogt. De reden: de sjiieten beledigen in hun liturgie in het bijzonder de eerste drie kaliefen alsook andere metgezellen van de profeet, terwijl de soennieten deze als heiligen vereren. “Vanuit de moskeeën worden de heiligen van het andere geloof verschrikkelijk beledigd. Daaruit ontstaan zeer heftige, deels gewelddadige reacties”, verklaart Vogt. Het conflict tussen soennieten en sjiieten komt met de islamitische revolutie in Iran in 1979 in de volle openbaarheid. Het pro-Amerikaanse regime van sjah Reza Pahlavi werd afgezet; ayatollah Khomeini stichtte het nieuwe sjiitische regime als stadhouderschap van de rechtsgeleerden. Ondertussen komt in Irak met de dictator Saddam Hussein een soenniet aan de macht, die de sjiitische bevolking discrimineert. Na zijn val in 2003 verliezen de soennitische stammen macht en invloed in het land. De ‘sjiitische halve maan’ Sinds eind 2011 ontbrandt de machtsstrijd tussen soennieten en sjiieten in het Nabije Oosten weer opnieuw. Het regime van de Syrische dictator Bashar al-Assad wordt financieel en materieel gesteund door Iran, omdat Assad tot de sjiitische alawieten behoort. Het soennitische Saoedi-Arabië daarentegen ziet zijn aanspraak op de leiding in de Arabische wereld in gevaar komen. Het vreest de macht en invloed van de zogeheten ‘sjiitische halve maan’, waarmee naast Syrië, Irak en Iran ook Libanon bedoeld wordt, evenals Bahrein, waar het sjiitische aandeel in de bevolking hoog is. Daarom wakkert de regering in Riad, die door de soennitische traditionalisten van de wahabieten bepaald wordt het anti-sjiisme aan. In Syrië is de situatie na een meer dan vier jaar durende oorlog zeer onoverzichtelijk geworden. Het Assad-regime bestrijdt het Vrije Syrische Leger, dat eerder seculier georiënteerd is, evenals islamitische gevechtsgroepen, die niet per se een godsdienstige staat willen. Het strijdt echter ook tegen de extremisten van de zogeheten ‘Islamitische Staat’ (IS). Deze soennitische splintergroep gaat in het noorden van Syrië alsook in het noordwesten van Irak met buitensporige wreedheid tekeer tegen de sjiieten, die zij ziet als afvalligen van de ware leer van de islam. Deze godsdienstoorlog tussen sjiieten en soennieten om politieke invloed dreigt ook Libanon te overstromen. Tussen de fronten van soennieten en sjiieten komen in deze oorlog vaak de christenen terecht. “Voor de christelijke minderheid is het een probleem, wanneer het geweldsmonopolie van de staat in elkaar stort”, zegt Vogt. Veel fanatieke groeperingen maken de getalsmatig mindere christenen het leven zwaar. Daarbij zijn aanhangers van de godsdiensten van het boek, dus christenen en joden, eigenlijk tegen het betalen van een hoofdelijke omslag voor beschermelingen van de moslims. Op dezelfde manier wordt dit grotendeels ook door de IS-strijders gehandhaafd en verlangen zij van de christenen in de veroverde gebieden een aparte belasting. “Dan zijn de christenen in principe beschermd. Dat betekent echter niet dat ze hun godsdienst vrij kunnen uitoefenen, maar slechts binnen door de islam bepaalde ACHTERGROND grenzen”, verduidelijkt Vogt. Het doel van IS is om alle gebieden die ooit onder islamitische heerschappij waren, te heroveren om dan een kalifaat op te richten. De aanhangers van IS bepalen daarbij dat de in de koran geëiste ‘jihad’ ingevoerd wordt. Letterlijk betekent het begrip ‘inspanning’ in de zin van je inzetten voor het geloof. Als jihad in de koran voorkomt in combinatie met “op de weg van God” (fi sabil Allah), wordt meestal de strijd tegen de ‘ongelovige’ bedoeld. Of deze ‘strijd’ een defensieve dan wel een offensieve handeling is en of geweldsuitoefening daar per definitie bij hoort – daarover strijden zelfs islamitische theologen. Terug naar het ‘gouden tijdperk’ Ook de soennitische groep van de salafisten streeft net als IS naar een terugkeer naar de oervorm van de islam, in het ‘gouden tijdperk’ van de 7e en 8e eeuw na Christus. De salafisten oriënteren zich aan de ‘rechtschapen voorvaderen’, de ‘as-salaf as-salih’, en beroepen zich daarmee op de metgezellen “Het behoort tot het geloof van soennieten en sjiieten, de ander flink te beledigen!” Dr. Matthias Vogt, islamwetenschapper en referent voor het Nabije Oosten bij MISSIO AKEN van de profeet Mohammed. Zij volgen hen ook in hun uiterlijke voorkomen na: ze scheren hun kinbaard niet en dragen enkellange gewaden. “De salafistische beweging bestaat al sinds meer dan honderd jaar. Lange tijd was ze niet bereid geweld te plegen”, aldus Vogt. In de afgelopen jaren kregen de salafisten ook in Duitsland te maken met een toeloop, inmiddels zo’n 7.000; hoeveel van hen bereid zijn tot het gebruiken van geweld is onduidelijk. Vogt rekent het salafisme tot de “principiële vormen van islamisme”. Anders dan een jihadist is een islamist niet principieel een aanhanger van geweld. “Een islamist streeft naar een islamitische staatsvorm”, verduidelijkt Vogt. Centraal in het islamisme is de gepropageerde aanspraak op de geldigheid van het islamitische recht, de zogeheten ‘sharia’ voor alle levensgebieden. De islamistische ideologie beschouwt de sharia als een door God gegeven bindende en onveranderlijke ordening van het menselijk leven op alle terreinen van staat, recht en samenleving. De sharia wordt bijvoorbeeld uitgeoefend in Saoedi-Arabië, waar openbare onthoofdingen, zweepslagen en amputatie van ledematen als straf tot het dagelijks leven behoren. Voor democratische meerderheidsbeslissingen heeft de sharia geen plaats, net zomin als voor autonoom handelen. Zo verwondert het niet dat een dergelijke ordening onverenigbaar is met West-Europese grondwetprincipes zoals volkssoevereiniteit, scheiding der machten en de mensenrechten. Nadine Ortmanns De islam en zijn geloofsrichtingen ISLAM PROFEET MOHAMMED MOSLIMS DE VIJF ZUILEN KORAN •Arabisch woord, betekent “onderwerping (aan God)” •ontstond als jongste openbaringsreligie in de 7e eeuw na Chr. •leefde 570 – 632 na Chr. •optreden van 610 – 632 •ontving Gods openbaringen (koran) •aanhangers van de islam, volgen de vijf zuilen •wereldwijd zijn er ca. 1,6 miljard moslims •geloofsbelijdenis •ritueel gebed •vasten (ramadan) •bedevaart naar Mekka •het geven van aalmoezen •heilig openbaringsgeschrift van de islam •bestaat uit 114 soera’s (hoofdstukken) en 6.236 verzen Soennieten Sjiieten ca. 1,4 miljard gelovigen ca. 200 miljoen gelovigen • volgen de hoofdrichting van de islam • principes: koran, traditie (soenna) en overlevering (hadieth) • verschillende hervormingsbewegingen en fundamentalistische groepen zoals wahabisme en salafisme Afsplitsingen Vanaf 661 ontstaan door de afsplitsing van de volgelingen van Ali (shiat), schoonzoon van Mohammed en vierde kalief. De groepen onderscheiden zich onder andere door het aantal erkende imams. ALAWIETEN Turkije, Syrië IMAMIETEN Iran, Irak, Libanon, Azerbeidzjan, Afghanistan, Bahrein, Pakistan ZAÏDIETEN Jemen ISMAËLIETEN India, Centraal-Azië, Jemen, Oost-Afrika Steeds weer hebben zich groepen van het sjiisme afgesplitst, zoals bijvoorbeeld: • Ibadieten (Oman) • Druzen (Libanon en Syrië) • Bahái (Libanon en Syrië) • Bábisme (Iran) 4-2015 kerk wereldwijd • 27