Verzamelingen Basiswiskunde Hoorcollege 2 Bewijzen en verzamelingen Gerrit Oomens [email protected] Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Universiteit van Amsterdam Een verzameling is een collectie objecten. Bijvoorbeeld: Z = {koe, varken, neushoorn}. We noemen de objecten in Z de elementen van Z . We schrijven koe ∈ Z voor “koe is een element van Z ”. Veelvoorkomende verzamelingen zijn N = {1, 2, 3, . . .} (“natuurlijke getallen”) Z = {. . . , −2, −1, 0, 1, 2, . . .} 3 september 2015 (“gehele getallen”) Q = {p/q : p, q ∈ Z en q 6= 0} (“rationale getallen”) (“reële getallen”) R Gerrit Oomens Basiswiskunde Hoorcollege 2 Voorbeelden van verzamelingen Andere veelvoorkomende verzamelingen: Het vlak R2 = {(x, y ) : x, y ∈ R}. Intervallen in R: [a, b] = {x ∈ R : a ≤ x ≤ b}, (a, b) = {x ∈ R : a < x < b}, (a, ∞) = {x ∈ R : x > a}. De elementen van verzamelingen kunnen allerlei objecten zijn, waaronder verzamelingen: B = {A, ∅, R}. Let op: verzamelingen zijn ongeordend en bevatten ieder element maximaal één keer: {1, 1, 2} = {1, 2} = {2, 1}. Gerrit Oomens Basiswiskunde Hoorcollege 2 Quantoren Vaak komen we uitspraken tegen als “er bestaat een getal groter dan 3” of “ieder natuurlijk getal is positief”. We kunnen hier de volgende quantoren gebruiken: ∀: “voor alle”, ∃: “er bestaat een”. Bovenstaande uitspraken zijn dan te schrijven als De lege verzameling ∅ = {}. A = {∅, 3, koe}, Gerrit Oomens Basiswiskunde Hoorcollege 2 ∃n, n > 3 ∀n, (n ∈ N → n > 0). Voor dit soort uitspraken is de context (het universum) belangrijk: de eerste uitspraak is waar als we het hebben over R, maar onwaar als we het hebben over [0, 1]. Als dit niet uit de context duidelijk is, moet het expliciet worden vermeld. Gerrit Oomens Basiswiskunde Hoorcollege 2 Volgorde van quantoren, negatie Deelverzamelingen Definitie Zij A, B verzamelingen. We schrijven A ⊆ B (“A is bevat in B” of “A is een deelverzameling van B”) als voor elke x ∈ A geldt x ∈ B. Bekijk de volgende uitspraak over reële getallen: ∀x, ∃y , x + y = 0. Deze uitspraak is waar, in tegenstelling tot ∃y , ∀x, x + y = 0. B Wat is de negatie van een dergelijke uitspraak? De negatie van “er is een x zodat p(x)” is “er is geen x zodat p(x)”, oftewel “voor alle x geldt p(x) niet”. In symbolen: ¬∃x, p(x) is equivalent met ∀x, ¬p(x). Zo ook is ¬∀x, p(x) equivalent met ∃x, ¬p(x). Dit geeft ¬(∃y , ∀x, x + y = 0) ⇔ ∀y , ¬(∀x, x + y = 0) ⇔ ∀y , ∃x, ¬(x + y = 0) ⇔ ∀y , ∃x, x + y 6= 0. Gerrit Oomens Bijv.: S = {n ∈ Z : n is oneven},T = {s 2 : s ∈ S}. Claim: T ( S. Bewijs. We bewijzen eerst T ⊆ S: Het kwadraat van een oneven getal is oneven, dus t ∈ S. Om in te zien dat T 6= S, is het voldoende op te merken dat −1 ∈ S, maar −1 6∈ T . Basiswiskunde Hoorcollege 2 Gerrit Oomens Basiswiskunde Hoorcollege 2 Complement Definitie Zij A, B verzamelingen. De vereniging van A en B is Definitie Zij A, B verzamelingen. De verschilverzameling van A en B is A ∪ B = {x : x ∈ A of x ∈ B}. A \ B = {x ∈ A : x 6∈ B}. De doorsnede is Binnen een universum X is het complement van A gedefinieerd als de verzameling Ac = X \ A. A ∩ B = {x : x ∈ A en x ∈ B}. Voorbeeld: A = {1, 2, 3}, B = {2, 3, 6} en X = {1, 2, 3, . . .}. Dan Voorbeeld: A = {1, 2, 3} en B = {2, 3, 6}. Dan is A Merk op A ⊆ A. We schrijven A ( B als A ⊆ B maar niet A = B. Neem t ∈ T . Dan is t = s 2 voor zekere s ∈ S. Vereniging en doorsnede A ∪ B = {1, 2, 3, 6}, A A \ B = {1}, A ∩ B = {2, 3}. B A∪B A A∩B Gerrit Oomens Basiswiskunde Hoorcollege 2 A B B \ A = {6}, Ac = {4, 5, 6, . . .}. B A Ac A\B Gerrit Oomens Basiswiskunde Hoorcollege 2 B Gelijkheid van verzamelingen Een distributieve wet Stelling Stelling Zij A, B, C verzamelingen. Dan is A ∪ (B ∩ C ) = (A ∪ B) ∩ (A ∪ C ). Zij A, B, C verzamelingen. Dan is A ∪ (B ∩ C ) = (A ∪ B) ∩ (A ∪ C ). Bewijs. A ∪ (B ∩ C ) (A ∪ B) ∩ (A ∪ C ) A We bewijzen eerst A ∪ (B ∩ C ) ⊆ (A ∪ B) ∩ (A ∪ C ): Neem x ∈ A ∪ (B ∩ C ). Dan is x ∈ A of x ∈ B ∩ C . A Als x ∈ A, dan x ∈ A ∪ B en x ∈ A ∪ C , dus in de doorsnede. Als x ∈ B ∩ C , dan x ∈ B en x ∈ C , dus in A ∪ B en A ∪ C . Nu (A ∪ B) ∩ (A ∪ C ) ⊆ A ∪ (B ∩ C ): Neem x ∈ (A ∪ B) ∩ (A ∪ C ). Dan x ∈ A ∪ B en x ∈ A ∪ C . B C B C We onderscheiden twee gevallen: x ∈ A en x 6∈ A. Als x ∈ A, dan x ∈ A ∪ (B ∩ C ). Is dit een bewijs? Als x 6∈ A, dan moet x ∈ B en x ∈ C . Dus x ∈ B ∩ C . Gerrit Oomens Basiswiskunde Hoorcollege 2 Een irrationaal getal Stel dat Stelling 5.3 Zij x, y ∈ R. Dan is |xy | = |x||y |. Bewijs. Als x, y ≥ 0, dan is |x| = x, |y | = y en |xy | = xy . Dus √ 2 rationaal is. √ Dan geldt 2 = m n voor zekere m, n ∈ N. We mogen aannemen dat m en n geen gemeenschappelijke delers hebben: geen getal deelt zowel m als n. √ Er geldt 2 · n = m, dus 2n2 = m2 . m2 is even, dus m ook: m = 2k voor zekere k. Er geldt 2n2 = (2k)2 = 4k 2 , dus n2 = 2k 2 . n2 Basiswiskunde Hoorcollege 2 Absolute waarde Stelling 5.2 √ 2 is geen rationaal getal. Bewijs. Gerrit Oomens is even ⇒ n is even. m en n zijn beide even, dus deelbaar door 2. √ Tegenspraak! Dus 2 is niet rationaal. Gerrit Oomens Basiswiskunde Hoorcollege 2 |xy | = xy = |x||y |. Als x, y < 0, dan is |x| = −x, |y | = −y en |xy | = xy . Dus |xy | = xy = (−x)(−y ) = |x||y |. Als y ≥ 0 en x < 0, dan is |x| = −x, |y | = y en |xy | = −xy : |xy | = −xy = (−x)y = |x||y |. Definitie De absolute(waarde x van een reëel getal x is gedefinieerd als x als x ≥ 0, |x| = −x als x < 0. Gerrit Oomens Basiswiskunde Hoorcollege 2 Samenvatting: bewijzen Bewijs en tegenvoorbeeld Een aantal veelvoorkomende strategieëen om iets te bewijzen: Bewijs uit het ongerijmde: neem aan dat hetgeen dat je probeert te bewijzen onwaar is, en laat zien dat dit tot een tegenspraak leidt. Onderscheiden van gevallen. Opsplitsen in eenvoudigere beweringen. Voorbeeld van het laatste: Claim Zij x een geheel getal. Dan is x even. Als we willen aantonen dat de claim waar is, dan moeten we een willekeurig geheel getal x nemen en laten zien dat dit even is. Stelling Als we echter willen laten zien dat de claim niet waar is, dan is het voldoende om één x ∈ Z aan te wijzen waarvoor de claim niet geldt (een tegenvoorbeeld). In dit geval voldoet x = 3. Zij k een geheel getal. Dan is k even dan en slechts dan als k 2 even is. Voorbeeld Bewijs. We moeten hier twee dingen bewijzen: Als k even is, dan is Als k2 k2 even. De eerste waarden zijn 43, 47, 53, 61, 71, 83, 97. Maar voor n = 41: 412 + 41 + 41 = 41(41 + 1 + 1). even is, dan is k even. Gerrit Oomens Bewijs of ontkracht: voor elke n ∈ Z+ is n2 + n + 41 priem. Basiswiskunde Hoorcollege 2 Gerrit Oomens Basiswiskunde Hoorcollege 2