Convenant m.b.t. tijdelijke maatregelen om dringende noden van

Convenant m.b.t. tijdelijke maatregelen om dringende noden van
personen met een handicap te lenigen ( overbruggingszorg)
Tussen
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, vertegenwoordigd door de Leidend
ambtenaar, gevestigd te 1210 Brussel, Sterrenkundelaan 30;
Hierna genoemd “het Agentschap”
En
met zetel te
Vertegenwoordigd door
Hierna te noemen “de voorziening”
Wordt, in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 houdende tijdelijke
maatregelen om tegemoet te komen aan de noodzaak tot leniging van dringende noden van personen
met een handicap, het volgende overeengekomen:
Artikel 1.
De voorziening zal met ingang van
, voor
plaatsen tijdelijke overbruggingszorg aanbieden in
afwachting van de definitieve opname in
( zorgvorm). Dit convenant bevat een lijst met de
begeleide personen (bijlage 1) en de bijstandsovereenkomst(en) . Elke wijziging zal onmiddellijk
meegedeeld worden aan het Agentschap.
Artikel 2.
De opvang, behandeling en/of begeleiding zal gebeuren conform de modaliteiten overeengekomen in
de individuele bijstandscontract(en), die bijgevoegd moeten worden in bijlage. Deze
bijstandscontracten dienen reeds door beide partijen ondertekend te zijn, en omvatten aldus het
akkoord van de persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger aangaande de aard en
de modaliteiten van de geleverde bijstand. In deze bijstandscontracten dienen de rechten en
plichten van de gerechtigde persoon met een handicap en van de voorziening duidelijk bepaald te
worden, alsook de regeling van de persoonlijke financiële bijdrage.
Deze persoonlijke bijdragen dienen zo dicht mogelijk aan te sluiten bij hetgeen wettelijk voorzien is
in de zorgvorm die het dichtst aansluit bij de geboden ondersteuning. De gevraagde bijdragen mogen
deze wettelijke bijdragen niet overstijgen.
Artikel 3
. De maximaal toegekende subsidie per persoon wordt bepaald op:
Toegekende zorgvormen
Maximum enveloppe
1
Deze maximum bedragen omvatten zowel de werkingskosten als de personeelskosten en worden
aangepast aan de evolutie van de index.
Bij de aanwending van de middelen wordt zoveel als haalbaar aangesloten bij de bestaande
subsidiëringsmodaliteiten, zowel van ambulante als van (semi-) residentiële voorzieningen, zij het dat
de diverse stelsels soepel en tijdelijk los van de erkenning kunnen gehanteerd worden. De
subsidiering zal hierop afgestemd worden. Indien de geboden zorg geheel of gedeeltelijk aanleunt bij
de gangbare zorgvormen zal de subsidie maximaal de volgende zijn voor voltijds gebruik.De
gehanteerde bedragen op jaarbasis worden jaarlijks gecommuniceerd.
Artikel 4.
De voorziening geeft de bewijsvoering inzake de verleende subsidie voor de organisatie van de
bijstand. De nodige bewijsstukken inzake personeels- en werkingskosten dienen aan het
afrekeningsdossier te worden toegevoegd. De kosten en opbrengsten met betrekking tot deze
bijzondere maatregelen dienen geboekt te worden als betrof het een aparte afdeling. De
aangerekende kosten mogen niet meer ten laste gelegd worden van het Agentschap of andere
overheden. Er dient een kwartaalverslag en een eindverslag gemaakt te worden volgens model
beschikbaar gesteld door het Agentschap.
Artikel 5.
Zodra de persoon in kwestie kan opgevangen worden in een reguliere plaatsing, wordt het persoonlijk
bijstandscontract beëindigd. De persoonlijke bijstandscontracten moeten beperkt worden tot de duur
van 3 jaar; een verlenging is slechts mogelijk na een aanvraag bij het Vlaams Agentschap waarbij de
voorziening aantoont dat ze actief bezig is met de uitwerking van definitieve maatregelen.
De voorziening voegt bij dit convenant een planning (bijlage 2) omtrent de wijze en de periode
waarop de tijdelijke maatregelen zullen omgezet worden in reguliere plaatsen.
Artikel 6.
Elke ondertekenende partij kan dit convenant opzeggen aan de andere partij met inachtneming van
een opzeggingstermijn van zes maanden.
Artikel 7.
Na afsluiten van het convenant zal door het Agentschap driemaandelijks een voorschot worden
gestort na ontvangst van het kwartaalverslag. De afrekening gebeurt jaarlijks na ontvangst van de
bewijsvoering voor de verleende subsidie.
Opgemaakt in 2 exemplaren te Brussel, op… … … … … … … … ..
Voor het Agentschap
Voor de Voorziening
De Administrateur-generaal
De algemeen directeur
Laurent Bursens
2
Bijlage 1 : lijst met begeleide personen
Naam
Voornaam
Datum :
Rijksregisternummer
Startdatum
bijstandsovereenkomst
3
Bijlage 2 : Planning omtrent de wijze en de periode waarop de tijdelijke maatregelen zullen omgezet
worden in reguliere plaatsen.
4