7 opdrachtkaarten leescircuit

Strips lezen (twee bakjes; 1 onaardige woorden, 2 aardige woorden)
Je kies een stripboek van de stapel. Het boek dat je gekozen hebt lees
je uit. Tijdens het lezen ga je op zoek naar aardig woorden en naar
onaardige woorden. Deze schrijf je op de kaartjes en doe je in het
goed potje.
Benodigdheden:
- Stripboeken
- Kaartjes (om de woorden op de schrijven)
- Twee potjes (1 met het woord onaardig erop en 1 met het
woord aardig erop)
Informatieboeken (wist-je-datje, moeilijke woorden)
Je kies uit de bak een informatieboekje. Dit boekje ga je lezen. Je
kunt op het gekopieerde blad de dingen opschrijven in ‘wist-je-dat’
vorm.
Als je dat gedaan hebt dan staat er op de achterkant van het blad nog
ruimte om de moeilijke woorden uit dit boekje op te schrijven. Als je
alle moeilijke woorden opgeschreven hebt, ga je de betekenis
opzoeken. Dit kun je op internet doen of in een woordenboek.
Benodigdheden:
- Informatieboekjes
- Kopieerblad ‘wist-je-dat’
- Kopieerblad ‘moeilijke woorden’
- Woordenboek
- Computer
DMT-woordjes (Luc Koning)
Jullie gaan in tweetallen oefenen met het oplezen van rijen woorden.
Je mag drie keer oefenen. Erna zet je de zandloper (1 minuut) en kijk
je hoeveel woorden je in deze tijd kan lezen.
Nu mag je nog twee keer oefenen. Lees je nu meer woorden in een
minuut?
Benodigdheden:
- Leesbladen met rijen woorden
- Zandloper
- Kopieerblad ‘hoeveel woorden lees jij in een minuut’
Gedichtenbundels
Je kunt in de verschillende gedichtenbundels gaan lezen (mag in
tweetallen). Je kiest het mooiste gedicht uit en je oefent met het
mooi voorlezen ervan. Dat mag je straks namelijk doen. Als je daar
mee klaar bent mag je er een mooie tekening bij maken.
Benodigdheden:
- Gedichtenbundels
- Tekenpapier
Verhalen bestuderend lezen
Je kiest uit de verhalen er één om te lezen. Lees deze tekst goed door
en zorg dat je helemaal begrijpt wat er staat en leef je in in de
hoofdpersonen. Vind je de tekst moeilijk, lees hem dan nog een keer
(of nog meerdere keren).
Nu denk je goed na over een tekening die goed bij het verhaal zou
passen. Teken en kleur netjes!
Benodigdheden:
- Verhalen
- Tekenpapier
Stillezen  logboek maken
Je mag het leesboek uit je la pakken of een nieuw leesboek uit de
kast. Lees het boek goed en vul het logboek in. Sommige vragen kun
je al maken voor je het hele boek uit hebt.
Benodigdheden:
- Leesboeken
- Logboek
Maatjes-lezen
Bij maatjes-lezen lezen jullie in tweetallen gelezen. Één van jullie
leest de tekst hardop, terwijl de andere bijwijst met een
boekenlegger. Als je denkt dat de ander een woordje fout leest,
houdt dan de boekenlegger bij het woord dat fout
gelezen is.
Op deze manier lezen jullie om de beurt een bladzijde.
Benodigdheden:
- Leesboeken