Enkel arthrose (slijtage) - Orthopedie Midden Limburg

advertisement
Enkel arthrose (slijtage)
Algemeen
Slijtage (arthrose) van het
enkelgewricht kan op vele manieren
ontstaan: Vroegere breuk of
ontwrichting, forse standsafwijking van het gewricht met langdurige
abnormale belasting, systeem ziekte (bijvoorbeeld Rheuma), herhaalde
kleinere letsels (bij sport oa), gedeeltelijk afsterven van het bot
(osteonecrose van de talus), infecties, De slijtage gaat vaak gepaard met
pijn, zwelling, bewegingsbeperking, eventueel standsafwijking.
Behandeling
Er zijn meerdere behandelingsmethodes.
Conservatief (niet operatief):
Afhankelijk van de ernst kan aanpassing van de levensstijl (belasting) de
klachten verminderen. Verder kan gebruik van medicatie en een stok ook
toegepast worden. Bij ernstigere slijtage met meer klachten kan een
schoenaanpassing, dan wel een orthopaedische schoen de klachten
verminderen.
Eventueel kan ook een spuit in de enkel zelf nog (tijdelijk) verlichting
brengen.
Operatief:
Als de conservatieve middelen falen of een orthopedische schoen niet
gewenst is, kan een operatie uitgevoerd worden: 3 mogelijkheden komen
daarvoor in aanmerking:
• Arthroscopische nettoyage: Hierbij wordt
de enkel via een kijkoperatie
schoongemaakt en geïnspecteerd.
Eventueel kan dit gecombineerd
worden met een gedeeltelijke
kraakbeenvervanging
(osteochondraal plug), indien het
letsel niet te groot is. Vaak geeft dit
verlichting van de klachten. Soms is
de verlichting van de pijn maar tijdelijk. Dit is alleen maar
mogelijk bij milde slijtage.
• Vastzetten (arthrodese) van de enkel:
Hierbij worden de resten van het
kraakbeen uit de enkel verwijderd en het
scheenbeen (tibia) en het bovenste
sprongbeen (talus) aan elkaar
vastgezet. Dit wordt met name gedaan
bij jongere patiënten.
• Enkelprothese (kunstgewricht): Hierbij wordt ook het resterende
kraakbeen verwijderd uit het enkelgewricht. Echter daarna wordt er
een kunstgewricht teruggeplaatst, zodat de enkel bewegelijkheid
behouden blijft. NB: Deze operatie wordt meestal pas na de leeftijd
van 55 jaar gedaan.
Na de operatie:
De opname duurt 1 á 2 dagen: na arthroscopie van de enkel. Na
arthrodese of prothese duurt de opname 2 á 3 dagen. Krukken zijn altijd
nodig. Belasten mag na arthroscopie vrijwel direct (soms gedeeltelijk),
na arthrodese pas na 8-10 weken en na prothese na 3 weken.
Gips krijgt u gedurende 6 weken bij een prothese, waarna u na 3weken
mag belasten. Na een arthrodese krijgt u 10-12 weken gips, waarna u na
8-10 mag belasten. (afhankelijk van de kwaliteit van het bot) Na een
arthroscopie krijgt u in principe geen gips.
Hoogstand is in het begin erg belangrijk om zwelling , pijn en
wondproblemen te voorkomen.
Na arthrodese is de pijn vaak weg, wel is natuurlijk het gewricht
vastgezet, zodat er daarin geen beweeglijkheid meer mogelijk is : de rest
van de voet blijft beweeglijk, daarom kunnen de meeste patiënten met
een kleine zoolaanpassing of zonder aanpassing gewoon lopen. De
uitzondering heeft een grotere voorziening nodig (Dit is mede ook
afhankelijk van andere klachten in de voet en enkel).
Na een enkelprothese blijft de enkel natuurlijk mobiel, wel blijft hij
lange tijd wat gezwollen en het herstel kan daarom meerdere maanden
duren. Belangrijke voorwaarden voor een prothese is wel , dat de stand
van de enkel vrijwel normaal is , er geen instabiliteit (chronische
bandletsels) is en liefst de patiënt ouder is dan 55 jaar. Een ander
voordeel naast het feit, dat de enkel beweeglijkheid bewaard blijft , is dat
de naburige gewrichten zo ook niet overbelasten worden.
Complicatie:
Deze zijn over het algemeen zeldzaam, behalve zwelling. Zwelling treedt
vrijwel altijd op.
Mogelijke complicaties zijn:
• Wondproblemen en infectie: daarom is hoogstand erg belangrijk om dit
te voorkomen, zeker na een arthrodese of prothese. Verder krijgt u
ook antibiotica rond de operatie om dit te vermijden.
• Thrombose been (bloedvatverstopping): om dit te voorkomen krijgt u
meestal injecties, die het bloed dunner houden.
• Niet vastgroeien van de arthrodese: daarom mag u lange tijd niet
belasten en krijgt u een gips.
• Loslaten (loosening) van de prothese: daarom wordt deze prothese
meestal pas na 55 jaar geplaatst. Momenteel zijn er steeds betere
prothesen met een langere levensduur op de markt.
Download