geen prothese zonder revalidatie: vooral in het begin is

advertisement
dossier artrose
Heupprothese
Schouderprothese
Bij verregaande artrose kan een
kunstheup of -knie de oplossing
Kunst
zijn. Al blijft het een laatste
optie, beklemtoont prof. dr.
Johan Somville, diensthoofd
orthopedie. ‘We opereren
alleen als de patiënt er zelf
om vraagt én als hij bereid is
om te revalideren.’
C
hirurgie kan een uitkomst bieden voor patiënten bij wie de
artrose zo lelijk heeft huisgehouden
dat hun levenskwaliteit er sterk door
wordt aangetast. Heup-, knie-, enkelen schouderoperaties zijn bij de dienst
orthopedie vrij courant. ‘Het zijn succesvolle operaties, maar we gaan er
nooit licht over’, zegt Somville. ‘Een
gewricht opgeven en vervangen door
een prothese doe je niet zomaar. Bovendien houdt elke ingreep risico’s in en
moet de patiënt vrij lang revalideren.’
Voor wie? Patiënten vragen meestal om een
Prof. dr. Johan Somville
024
info
Dienst orthopedie, T 03 821 32 48
operatie omdat ze veel pijn hebben of
nog nauwelijks kunnen stappen. Ieder
bepaalt voor zich wat de grens is. Somville: ‘Meestal gaat het om patiënten
van zestig of ouder. We opereren vandaag vaker dan vroeger omdat mensen
ouder worden en hogere verwachtingen koesteren. Vroeger vond iedereen
het normaal dat grootmoeder met
haar kapotte knie niet meer vooruit
kon. Vandaag wil die grootmoeder nog
overal naartoe. Leeftijd speelt op zich
geen rol. Wat we ons vooral afvragen is
of de patiënt beter af zal zijn met een
prothese. En kan hij of zij de operatie
en de revalidatie nog aan? Ik heb ooit
een knieprothese gestoken bij een
dame van 92 jaar. Die beklaagde het
zich nadien dat ze het niet veel eerder
had laten doen.’
prothese kunnen we bijvoorbeeld
alleen het kraakbeen verwijderen en
vervangen door een soort van metalen muts. De meeste mensen hebben echter een totale heupprothese
nodig, waarbij we echt stukken bot
wegnemen. In dat geval komt het ene
stuk van de prothese in het dijbeen
terecht, het andere stuk in de heupkom zelf. Maar ook die prothesen
zijn sterk geëvolueerd: zo worden ze
Wat voor prothese? De heup- en knieprothesen zijn de
laatste vijftien jaar sterk verbeterd.
‘We proberen het natuurlijke gewricht
zo goed mogelijk na te bootsen en
zo weinig mogelijk bot te verwijderen’, legt Somville uit. ‘Bij een heup-
niet meer vastgehecht met een soort
plastic, maar groeit het bot met de
tijd in de prothese. Dat zal naar alle
waarschijnlijkheid de levensduur verlengen. Wel brengen we tussen het
metaal en het bot altijd nog een laag
kunststof aan.’
Geen prothese
zonder revalidatie:
vooral in het begin
is dat doorbijten
Enkelprothese
Knieprothese
gewricht
als laatste optie
Wat zijn de risico’s? Zoals bij elke ingreep kan er altijd iets
foutlopen. Heel uitzonderlijk komt de
prothese snel weer los te zitten, bijvoorbeeld als gevolg van een infectie.
‘Gemiddeld moeten we bij 1 tot 2% van
de patiënten de prothese vroegtijdig
vervangen doordat er zich een probleem voordoet’, aldus Somville. ‘Daarnaast zijn er de risico’s van de operatie
zelf. Vooral als patiënten bijkomende
problemen hebben, zoals suikerziekte
of een hart- en vaatziekte, zijn complicaties nooit helemaal uitgesloten.’
Hoe lang revalideren? Patiënten die voor een heupprothese
kiezen, moeten de revalidatie erbij
nemen. Al de dag na de operatie komt
de kinesitherapeut op de kamer. Na de
opname, die normaal vijf dagen duurt,
moet de patiënt dagelijks blijven oefenen. Somville: ‘Ik zeg altijd tegen de
patiënt: wij doen de helft van het werk,
de andere helft moet u zelf doen. Geen
prothese zonder revalidatie. Vooral
in het begin is dat even doorbijten en
hoort wat pijn erbij.’ Gemiddeld duurt
het drie maanden voor een patiënt
met een knieprothese weer goed te
been is. Bij een heupprothese duurt de
revalidatie meestal maar zes weken. De
meeste patiënten gaan na de ingreep
naar huis, anderen gaan naar een revalidatiecentrum. De revalidatie wordt al
gepland op het moment dat er beslist
wordt te opereren.
Wat kan nog en wat niet? Patiënten met een heup- of knieprothese kunnen in principe alles doen wat
leeftijdsgenoten ook kunnen, al zijn er
beperkingen. Somville: ‘Zowat alle sporten, van fitness tot tennis, zijn nog mogelijk, al zien we bijvoorbeeld niet zo graag
dat onze patiënten gaan skiën. Maar
sommige jonge mensen doen het toch.’
Verder zijn er kleine beperkingen
waarmee de patiënt moet leren rekening houden. Zo mogen mensen met
een heupprothese hun heup niet buigen in een hoek groter dan 90 graden.
Vandaar dat ze bijvoorbeeld een verhoogd toilet nodig hebben en beter een
douche nemen in plaats van een bad.
Ook diep bukken of onderuitzakken in
een zetel kan slecht aflopen. ‘Vooral in
het begin, als de spieren nog niet sterk
genoeg zijn en de prothese zich nog
moet vastzetten, kan een heupgewricht
bij een verkeerde beweging ontwrichten. Gelukkig gebeurt dat maar zelden’,
vertelt Somville.
Definitieve oplossing? Een heup- of knieprothese gaat doorgaans vijftien tot twintig jaar mee.
‘Daarom willen we ook niet te vroeg
opereren’, zegt Somville. ‘Want na die
periode moet je de prothese opnieuw
onder handen nemen. Dat kan één
of twee keer, maar geen derde keer.
Je kunt niet blijven bot wegnemen.
Die beperkte houdbaarheid kan een
reden zijn om oudere mensen net wel
vroeg te opereren. Een vitale 80-jarige
is na de operatie opnieuw mobiel en
de kans dat het nog tot een tweede
ingreep komt, is relatief klein. Bij
jonge patiënten, bijvoorbeeld mensen
die vervroegd artrose hebben na een
breuk, is het een heel ander verhaal.
Dan stel je een operatie liefst zo lang
mogelijk uit.’
maguza 025
Download