Hoe goed informeren wij onze patiënten? Onderzoek naar de kwaliteit van online informatie over heupvervangende operaties op websites van ziekenhuizen. Drs. Jaap J.J. Brunnekreef, Fysiotherapeut – Bewegingswetenschapper Dr. B. Willem Schreurs, Orthopedisch Chirurg Beide auteurs zijn verbonden aan: De Afdeling Orthopedie Universitair Medisch Centrum st Radboud Nijmegen, Nederland Belangenverstrengeling: geen Aantal woorden: 1457 Correspondentieadres: J.J. Brunnekreef Afdeling Orthopedie (357) UMC st Radboud Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Tel: 024 – 36 13918 Fax: 024 – 35 40230 Email: [email protected] 1 SAMENVATTING Beschrijvend onderzoek over informatie die patiënten kunnen vinden op websites van ziekenhuizen en maatschappen orthopedie over een totale heupvervangende operatie. INLEIDING Het plaatsen van een totale heupprothese bij patiënten met artrose geeft goede resultaten. De heupvervangende operatie blijkt zelfs één van de succesvolste behandelingen binnen de geneeskunde.1 In Nederland worden jaarlijks ruim 25.000 heupprothesen geplaatst. Echter, bij jonge patiënten is het nog een probleem.2 Het aantal prothesen dat faalt is bij deze groep duidelijk hoger. Jonge patiënten zijn in het algemeen actiever en stellen hogere eisen aan hun prothese. Bij het plaatsen van een heupprothese kan gebruik worden gemaakt van verschillende type prothesen, zoals een gecementeerde, ongecementeerde, hybride of resurfacing heupprothese. Daarnaast is bij jonge patiënten een onderliggende heupafwijking een veel voorkomende indicatie voor een totale heupprothese. Deze onderliggende aandoening gaat vaak gepaard met (fors)botverlies, vooral aan de kom zijde. Dit maakt de keuze voor een prothese en operatietechniek in deze specifieke groep lastig. Om toch tot een weloverwogen keuze te komen voor een prothese, is het voor patiënten belangrijk dat ziekenhuizen het keuzegedrag van patiënten faciliteren door hun van goede informatie te voorzien.3 Voor heupprothesen is het bijvoorbeeld belangrijk dat de prothese langdurig blijft zitten. Daarom is in het huidige onderzoek gekeken welke informatie patiënten kunnen vinden over een totale heupvervangende operatie op websites van ziekenhuizen. 2 METHODE De websites van alle ziekenhuizen in Nederland werden door middel van een screeningslijst bekeken. Deze screeningslijst werd gemaakt in samenwerking met de Reumapatiëntenbond en de Poly Artrose Lotgenotenvereniging. Hiervoor gaven 89-patiënten, met verschillende reumatoïde aandoeningen, door middel van een vijfpuntenschaal aan in hoeverre zij een item belangrijk vonden in hun keuze voor een ziekenhuis of operatie. Alle items waarop gescreend werd, werd door 75% van de geënquêteerden als “belangrijk” tot “zeer belangrijk” gevonden. In totaal werden de websites van 85 algemene ziekenhuizen, 8 universitaire medische centra en 35 categorale ziekenhuizen bekeken. Ziekenhuizen met meerdere locaties in verschillende plaatsen werden als één ziekenhuis meegeteld indien de website betrekking had op beide locaties. Indien per locatie een aparte website bestond, werd de betreffende website apart gescreend en meegeteld. Dit gold ook voor websites van maatschappen orthopedie die op meerdere ziekenhuislocaties betrekking hadden. 3 RESULTATEN Algemene informatie over heupvervangende operaties Alle ziekenhuizen in Nederland beschikken over een website. In totaal werden 97 verschillende websites van ziekenhuizen of ziekenhuisgroepen gevonden. Van deze 97 websites bleek 82,5% een link te hebben naar een orthopedische website, als subpagina van de ziekenhuis website, of een link te hebben naar de website van een maatschap orthopedie. Van deze 80-orthopedische websites bleek 76% informatie te geven over de orthopedisch chirurg die mogelijk de operatie uitvoert. Deze informatie bestond minimaal uit één foto met daarbij de naam van de orthopedisch chirurg en eventueel zijn specialisatie(s). Voor wat betreft het revalidatietraject na het plaatsen van een heupprothese, gaf 66% van de websites specifieke informatie over het verloop van het postoperatieve revalidatietraject. Deze informatie was te achterhalen uit de informatiefolder of werd apart beschreven op de website. Op 61% van de websites was een link te vinden naar andere orthopedische websites. Dit betrof minimaal twee of meer verwijzingen naar ander websites waarop orthopedische informatie te vinden was. Voor wat betreft de beschikbaarheid van een informatiefolder, was op 46% van de ziekenhuis of orthopedische websites een algemene informatiefolder te vinden over het plaatsen van een heupprothese. Tenslotte gaf 15% van de orthopedische websites de mogelijkheid online een vraag te stellen en 21% de mogelijkheid om via internet een poliklinische afspraak te maken (zie tabel 1). Specifieke informatie over heupimplantaten Voor wat betreft de meer specifieke informatie over heupimplantaten gaf 21% van de orthopedische websites informatie over het plaatsen van een gecementeerde heupprothese, 21% informatie over een resurfacing heupprothese, 19% informatie over een ongecementeerde heupprothese en 3% informatie over een hybride heupprothese. Deze informatie bestond minimaal uit één afbeelding van de prothese met daarbij een korte beschrijving van de operatie. Op 9% van de websites werd vermeld welk type implantaat; een gecementeerde, ongecementeerde, resurfacing of hybride prothese door het ziekenhuis of maatschap orthopedie bij voorkeur werd geplaatst. Slechts één website gaf exact aan welk type kom en type steel door hun centrum werd geïmplanteerd. Vier websites (5%) gaven informatie over de verwachte overlevingsduur van de door hun toegepaste heupimplantaten. Daarbij werd verwezen naar eigen resultaten of doorverwezen naar elders gepubliceerde resultaten. Slechts één orthopedische website (1%) gaf, naast de 4 overlevingsduur van het bijvoorkeur door hun toegepaste implantaat, ook informatie over de verwachte overlevingsduur van andere heupimplantaten (zie tabel 2). 5 DISCUSSIE Uit de resultaten van onze inventarisatie blijkt dat patiënten die in aanmerking komen voor een heupvervangende operatie weinig specifieke informatie kunnen vinden op websites van ziekenhuizen over welk type implantaat wordt geplaatst en weinig informatie kunnen vinden die betrekking heeft op de overlevingsduur van de heupprothese. Websites van ziekenhuizen geven meer online informatie over het postoperatieve revalidatietraject, de orthopedisch chirurgen die werkzaam zijn binnen het ziekenhuis en verwijzen meer door naar andere orthopedische informatiebronnen, meer dan 65% aanwezig. Online informeren Onderzoek uitgevoerd in Amerika (2003) laat zien dat zo’n 60% van de patiënten bij hun zoektocht naar medische informatie het internet raadplegen.4 Nederland heeft, met een 80% aansluitingsdichtheid, één van ’s werelds hoogst aantal huishoudens met een internetaansluitingen. Hierdoor zal het percentage dat het internet raadpleegt voor medische informatie mogelijk zelfs hoger liggen. Up to date en betrouwbare online informatie is voor patiënten daarom belangrijk. In Nederland beschikken alle ziekenhuizen over een website, 21% biedt de mogelijkheid online een afspraak te maken en 15% de mogelijkheid online een vraag te stellen. Ziekenhuizen lijken hiermee in te spelen op de wens van hun cliënt om online geïnformeerd te worden. Het goed informeren over producten en diensten is daarnaast van essentieel belang om een tegenwicht te bieden aan direct-tot-de-consument-gerichte-informatie. Tegenwoordig worden patiënten via advertenties in kranten, op televisie of via het internet door de farmaceutische industrie direct benaderd.5-7 Fabrikanten van gewrichtsvervangende prothesen, orthopedisch chirurgen en ook ziekenhuizen zijn recentelijk ook actief geworden in het direct aanbieden van hun producten en diensten.8, 9 Onderzoek onder orthopedische patiënten laat echter zien dat deze directe benadering veelal een negatieve invloed heeft op de arts-patiënt relatie.8 Patiënten kunnen verkeerd geïnformeerd worden, verward raken of onrealistische verwachtingen krijgen van hun operatie.9 Beter informeren Door patiënten beter te informeren zullen patiënten naar verwachting beter in staat zijn een meer overwogen keuze te maken voor een bepaald ziekenhuis of type operatie. Uit ons onderzoek blijkt dat heuppatiënten nog beter geïnformeerd kunnen worden voor wat betreft de overlevingsduur van een heupprothese. Wij denken dat, indien patiënten de overlevingsduur van een prothese beter kunnen laten meewegen in hun keuze, orthopedisch chirurgen kritischer worden welk type prothese en operatietechniek zij zullen toepassen. Dit 6 zal op haar beurt mogelijk lijden tot een bredere discussie binnen de orthopedie welk type heupimplantaat bij welke patiënt de beste oplossing biedt. In ons onderzoek is gekeken naar online informatie over heupvervangende operaties, uiteraard geldt deze boodschap ook voor andere disciplines waar patiënten een keuze hebben voor een bepaalde behandeling. Door meer openheid te bieden over de behandelopties zal naar verwachting de kwaliteit van zorg verder verbeteren en zullen patiënten hiervan uiteindelijk de vruchten plukken. Prothese survival Het is opmerkelijk dat de survival van de eigen prothese geen prestatie-indicator is voor orthopedische afdelingen van ziekenhuizen. Informatie over bijvoorbeeld infectieparameters, decubitis en heropnames worden door beleidsmakers mogelijk belangrijker gevonden? Dit terwijl de survival van de eigen prothese juist een belangrijke prestatie-indicator zou kunnen zijn. Een heupprothese met een goede survival op lange termijn is immers waar het voor patiënten uiteindelijk om draait. Patiënten vinden informatie over de verwachte overlevingsduur van het heupimplantaat ook belangrijk. Meer dan 70% van de door ons geënquêteerde reumapatiënten gaf aan dit item als “zeer belangrijk” te beoordelen in hun keuze voor een bepaald ziekenhuis of operatie. Beperkingen van dit onderzoek Wat in het huidige onderzoek niet is onderzocht; is in hoeverre aanvullende informatie over de te plaatsen heupprothese wordt verstrekt aan patiënten via een polibezoek aan het ziekenhuis. Mogelijkerwijs krijgen patiënten tijdens een orthopedisch consult meer specifieke mondelinge informatie over het type heupprothese, operatietechniek en overlevingsduur. In het huidige onderzoek is hier echter niet naar gekeken. Onderzoek naar het keuzegedrag van consumenten laat zien dat het aanbieden van relevante gezondheidsgerelateerde informatie alléén niet voldoende is om het keuzegedrag van consumenten heel sterk te beïnvloeden.10, 11 Andere zaken, zoals een jarenlange vertrouwensband met een arts of mondelinge informatie van bekenden die eerder de operatie ondergingen, zijn zaken die het keuzegedrag uiteraard ook beïnvloeden. 7 CONCLUSIE Goede en online informatie is voor patiënten van essentieel belang. Orthopeden kunnen de mogelijkheid om via internet informatie te verspreiden over het plaatsen van een heupprothese nog verbeteren. De geschatte overlevingsduur van de heupprothese is informatie waar patiënten hun keuze op zouden kunnen baseren, deze informatie blijkt nu veelal afwezig op website van ziekenhuizen. 8 Literatuur 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. Learmonth ID, Young C, Rorabeck C. The operation of the century: total hip replacement. Lancet 2007;370(9597):1508-19. McAuley JP, Szuszczewicz ES, Young A, Engh CA, Sr. Total hip arthroplasty in patients 50 years and younger. Clin Orthop Relat Res 2004(418):119-25. Groenewoud S. It's your choice! A study of search and selection processes, and the use of performance indicators in different patient groups [Thesis]. Erasmus University, 2008. Hesse BW, Nelson DE, Kreps GL, Croyle RT, Arora NK, Rimer BK, et al. Trust and sources of health information: the impact of the Internet and its implications for health care providers: findings from the first Health Information National Trends Survey. Arch Intern Med 2005;165(22):2618-24. Rosenthal MB, Berndt ER, Donohue JM, Frank RG, Epstein AM. Promotion of prescription drugs to consumers. N Engl J Med 2002;346(7):498-505. Woloshin S, Schwartz LM, Tremmel J, Welch HG. Direct-to-consumer advertisements for prescription drugs: what are Americans being sold? Lancet 2001;358(9288):1141-6. Findlay SD. Direct-to-consumer promotion of prescription drugs. Economic implications for patients, payers and providers. Pharmacoeconomics 2001;19(2):109-19. Adeoye S, Bozic KJ. Direct to consumer advertising in healthcare: history, benefits, and concerns. Clin Orthop Relat Res 2007;457:96-104. Bozic KJ, Smith AR, Hariri S, Adeoye S, Gourville J, Maloney WJ, et al. The 2007 ABJS Marshall Urist Award: The impact of direct-to-consumer advertising in orthopaedics. Clin Orthop Relat Res 2007;458:202-19. Faber M, Bosch M, Wollersheim H, Leatherman S, Grol R. Public reporting in health care: how do consumers use quality-of-care information? A systematic review. Med Care 2009;47(1):18. Hibbard JH, Peters E. Supporting informed consumer health care decisions: data presentation approaches that facilitate the use of information in choice. Annu Rev Public Health 2003;24:413-33. 9