Achtervoet arthrose ( slijtage )

advertisement
Achtervoet arthrose ( slijtage ) :
Algemeen
De achtervoet bestaat uit 3 gewrichten, die samenwerken.
Het onderste spronggewricht ( gelegen tussen bovenste en onderste sprongbeen ( hielbeen /
calcaneum ) Dit is het gewricht onder het enkelgewricht.
Voor dit gewricht ligt het Chopart gewricht.
Het Chopart gewicht bestaat uit 2 gewichten : het calcaneo-cuboidaal ( buitenzijde ) en het
talo-naviculare ( binnenzijde ) gewricht.
Deze gewrichten zijn met name belangrijk bij lopen over oneffen terrein, zodat de voet zich
aan kan passen aan de ondergrond en u recht kan blijven staan en lopen.
Natuurlijk zijn deze gewrichten ook belangrijk bij normaal lopen en afwikkelen van de voet
en enkel.
Slijtage ( arthrose ) van de achtervoet kan op vele manieren ontstaan :
Vroegere breuk of ontwrichting, forse standsafwijking van het gewricht met langdurige
abnormale belasting , systeem ziekte ( bijvoorbeeld Rheuma ) , herhaalde kleinere letsels ( bij
sport oa ) , gedeeltelijk afsterven van het bot ( osteonecrose van het naviculare ), infecties, ….
De slijtage gaat vaak gepaard met pijn , zwelling , bewegingsbeperking , eventueel
standsafwijking.
Behandeling
Er zijn meerdere behandelingsmethodes.
Conservatief ( niet operatief ) :
Afhankelijk van de ernst kan aanpassing van de levensstijl ( belasting ) de klachten
verminderen. Verder kan gebruik van medicatie en een stok ook toegepast worden.
Bij ernstigere slijtage met meer klachten kan een schoenaanpassing , steunzool , dan wel een
orthopaedische schoen de klachten verminderen.
Eventueel kan ook een spuit in één van de gewrichten van de achtervoet zelf nog ( tijdelijk )
verlichting brengen.
Operatief :
Als de conservatieve middelen falen of een orthopaedische schoen niet gewenst is, kan een
operatie uitgevoerd worden :
Het doel van de operatie is natuurlijk de pijn eruit te halen en het lopen en de loopafstand te
verbeteren.
•
Arthrodese ( vastzetten ) van de gewrichten :
Afhankelijk van de klachten en locatie van de slijtage en stand kunnen één of
meerdere gewrichten vastgezet worden.
Hierbij worden de resten van het kraakbeen verwijderd en de verschillende
gewrichtsdelen aan elkaar vastgezet.
Indien alle 3 de gewrichten vastgezet worden noemen we dat een Triple arthrodese.
Na de operatie :
De opname duurt 2 ä 3 dagen .
Krukken zijn altijd nodig.
Belasten mag na arthrodese pas na 8-10 weken.
Na een arthrodese krijgt u 10-12 weken gips , waarna u na 8-10 mag belasten.
( afhankelijk van de kwaliteit van het bot )
Hoogstand is in het begin erg belangrijk om zwelling , pijn en wondproblemen te voorkomen.
Na arthrodese is de pijn vaak weg , wel is natuurlijk het gewricht vastgezet, zodat er daarin
geen beweeglijkheid meer mogelijk is : de rest van de voet blijft beweeglijk, daarom kunnen
de meeste patiënten met een kleine zoolaanpassing of zonder aanpassing gewoon lopen. De
uitzondering heeft een grotere voorziening nodig ( Dit is mede ook afhankelijk van andere
klachten in de voet en enkel ).
Wel zult u bij oneffen terrein een wat lastigere gang kunnen hebben.
Complicatie :
Deze zijn over het algemeen zeldzaam , behalve zwelling.
Zwelling treedt vrijwel altijd op.
Mogelijke complicaties zijn:
•
•
•
Wondproblemen en infectie : daarom is hoogstand erg belangrijk om dit te
voorkomen, zeker na een arthrodese of prothese.
Verder krijgt u ook antibiotica rond de operatie om dit te vermijden.
Thrombose been ( bloedvatverstopping ) : om dit te voorkomen krijgt u meestal
injecties, die het bloed dunner houden.
Niet vastgroeien van de arthrodese : daarom mag u lange tijd niet belasten en krijgt u
een gips.
Download