UITLEG NA HET LEZEN VAN ROMEINEN 6:1-11

advertisement
Het kruis: Hij voor jou, jij met Hem
Preek over Marcus 15:16-39 en Romeinen 6:1-11
Lelystad, Goede Vrijdag 14 april 2006
R.J.Vreugdenhil
UITLEG NA HET LEZEN VAN ROMEINEN 6:1-11
Het kruis van Jezus Christus is allereerst het kruis waaraan Hij de straf kreeg voor
onze zonden.
Hij hing daar voor ons.
Dankzij Hem krijgen wij vergeving van onze fouten.
Daar hoeven wij zelf niets voor te doen. Hij kreeg aan het kruis onze straf.
Hij hing daar voor ons.
Maar de Heilige Geest zegt, hier in Romeinen 6:
Wij hingen met Hem aan het kruis.
Wij zijn met Christus gestorven.
Dat heeft niets te maken met straf voor de zonden - die straf droeg Hij alleen.
Het betekent wel dat het kruis je leven verandert.
Geloven in Jezus die stierf voor jou, is ook: geloven dat jouw oude ik met Hem mee
gestorven is. Aan het kruis is iets van jou dood gegaan.
Jij zoals je uit jezelf bent. Je verkeerde gedachten enzovoort.
Die zijn dan dus niet meer de baas in jou.
Op Goede Vrijdag kijken we dus op eerbiedige afstand naar Hem: Hij hangt daar.
Tegelijk zijn we er direct bij betrokken: wij hangen daar!
Ons oude bestaan is met Hem gekruisigd.
Wij zijn met Christus gestorven.
Dood voor de zonde.
Het gaat vanavond over zijn dood voor ons.
En over onze dood met Hem.
Het kruis van Golgotha:
Hij bleef daar hangen voor jou.
Blijf geloven dat jij daar hangt met Hem.
1
Daar hangt Hij.
Samen met andere mensen sta je te kijken op Golgotha.
Je bent toeschouwer, op eerbiedige afstand.
Je kijkt naar die drie kruisen. Vooral naar die ene.
Daar hangt hij.
‘t Is toch wel een vreselijke doodstraf, zoals die Romeinen dat doen.
Ze hebben hem eerst al helemaal kapot geslagen.
Die geseling: z’n hele rug ligt open.
En dan gewoon tegen die ruwe paal.
En die spijkers dwars door die handen en die voeten.
Je kunt je niet voorstellen wat een pijn dat doet.
Maar je kunt het wel zien.
De hele tijd een strijd tussen bijna stikken als ze in elkaar zakken of vreselijke pijn als
ze zich weer omhoog hijsen.
Wat een gruwelijke doodstraf is het toch...
Zo langzaam doodgaan met zoveel pijn.
Dan kun je beter gestenigd worden. Dan is het tenminste snel afgelopen.
Maar dit kan uren duren.
En ze blijven nog heel lang goed bij kennis.
Ze zien alles om zich heen.
Ze horen alles.
Hij hoort dus ook wel hoe ze hem uitlachen.
Het is wat!
De mensen staan gewoon te lachen.
Ze schreeuwen naar hem.
Ze maken hem bespottelijk.
Hé, kijk nou eens, daar hangt hij nou.
Mooie koning hoor.
Lang leve koning Jezus!
Hé, jij zou toch de tempel afbreken en in drie dagen weer opbouwen?
Nou, kom op dan. Laat zien wat je kunt.
Dan kun je toch ook wel van dat kruis afkomen.
Wat stelt dat nou voor, die paar spijkers.
Kom op, joh. Jij kan toch alles. Spring er dan af.
Red jezelf.
Kijk eens wie daar aan komen lopen.
Dat is de hogepriester en een paar andere hoge heren.
Mensen gaan aan de kant.
Zie je ze kijken.
2
Zie je die glimlach.
Ze knikken naar elkaar.
Daar hangt hij nou, hij met zijn grote verhalen.
Hij moest zo nodig de grote Redder spelen - daar is niet veel van over.
Hij dacht iedereen te kunnen redden - maar zichzelf redden, dat kan hij blijkbaar niet.
En hij beweert de Messias te zijn.
Hij zegt dat God - verheven is zijn naam - hem gestuurd heeft.
Het zou waar wezen. Zou de Hoogverhevene dit dan toelaten?
Zou God zijn Messias in de steek laten?
Kom nou.
Een Messias aan een kruis - waar haal je het vandaan?
Als hij echt de gezegende Messias zou zijn, dan zou hij er nu vanaf komen.
Ja, en dan zou ik direct in Hem geloven.
Dan zou ik hier met m’n mooie kleren direct op de grond vallen en hem aanbidden.
Wat een idee....
Daar hangt hij.
En hij hoort het allemaal.
Hij heeft stekende pijnen in zijn armen, in zijn longen.
Maar wat zij zeggen steekt hem in zijn hart.
Als ze roepen: je kunt jezelf zeker niet redden... dat kan hij wél, maar hij wil het niet.
Als ze hem uitdagen om van het kruis af te komen.... hij kán het, maar het mag niet.
Dat ze hem zullen geloven als hij nu eraf komt... waarom geloven ze niet dat hij juist
voor hen blijft hangen.
Ze dagen hem uit om vooral aan zichzelf te denken. Red jezelf.
Wat is het verleidelijk om dat inderdaad te doen. Als je zo kapot geslagen bent. Heb je
dan nog kracht om door te gaan? Is het dan niet logisch om aan jezelf te denken?
Maar Jezus wil helemaal niet aan zichzelf denken.
Hij denkt aan de mensen die hij redden wil.
Terwijl de mensen hem uitlachen en het hem vreselijk zwaar maken, houdt hij het vol
om te blijven hangen, juist voor hen.
Zie je hem hangen.
Zie je hem pijn lijden. Lichamelijk, maar ook in zijn hart.
Hij hangt daar. Hij blijft daar hangen.
Voor jou.
Eén van die schriftgeleerden zei: als hij van het kruis afkomt, zal ik hem geloven.
M’n broeder, m’n zuster, begrijp toch dat het andersom is.
Omdat hij niet van het kruis afkwam, moet u in hem geloven.
Omdat hij bleef hangen, ondanks de pijn, ondanks de spot.
Geloof in hem.
Geloof dat hij door te blijven hangen, Gods straf gedragen heeft.
Geloof dat hij daar bleef hangen voor jou, om jou te redden.
3
Zijn pijn betekent verlossing voor u, voor jou.
Vergeving van uw zonden. Dicht bij God mogen zijn.
Kijk naar hem. Wees stil en dankbaar.
***
En bedenk dan ook: daar hang jij.
Je bent geen toeschouwer.
Je kunt niet op een afstand blijven staan.
Als je gelooft dat Hij daar hangt voor jou, dan hang jij daar met hem.
Met hem mee aan dat kruis getimmerd.
Een grondige manier om dood te gaan.
Niet als straf - de straf draagt hij.
Maar wel met hem mee sterven.
Jij, zoals je uit jezelf bent.
Jouw verlangens. Jouw neiging om verkeerd te kiezen.
Jouw grote mond. Je brutaliteit. Je onverschilligheid.
Je houding van ‘ik zoek het zelf wel uit’.
Je trots, je geldingsdrang. Je ‘altijd-meer-willen-hebben’.
Jij met je dingen die niet bij God passen.
Je gaat daar dood, aan dat kruis van Jezus.
Zijn dood betekent jouw dood - de dood van die dingen in jou die niet bij God passen.
Daar hang jij, met hem.
Ze lachen jou natuurlijk ook uit.
Ze vinden het belachelijk dat je niet met hen meedoet.
Ze snappen niet waarom je soms zo serieus bent.
Ga je dat weekend niet eens met ons mee - kom op joh, je wilt toch ook leven.
Vind jij dat dat niet kan - wat kan er dan nog wel?
Je computerscherm roept je: kom hier joh, laat dat kruis effe zitten - dit is veel gaver.
De TV trekt aan je: ga toch niet naar die activiteit in de kerk; je hebt hard gewerkt, je
mag best vanavond lekker lui op de bank zitten.
Daar hang je.
En elke keer hoor je ze roepen: kom toch van je kruis af.
Doe niet zo overdreven christelijk, je bent ook maar een mens.
Het ergste is: zo’n stem roept ook vaak bij je van binnen.
Je wilt iets doen. Je weet dat het niet goed is. Maar er kriebelt van binnen iets van: joh,
toe maar, niemand ziet het nu.
Of: je hebt het zo zwaar gehad deze week, dat mag nou best even.
Of je staat op het punt om de minste te willen zijn en een stapje terug te doen terwille
van een ander, maar dan roept er iets in je hoofd: ben jij gek, laat je niet kennen. Je
blijft op je strepen staan.
4
Je hangt aan het kruis.
Door je geloof met Jezus Christus.
Je oude ik sterft mee met Hem.
Maar om je heen staan mensen, de wereld om je heen, daar sta je zelf, te roepen: kom
op, gooi dat kruis toch even weg. Doe niet zo overdreven christelijk.
Wat is het verleidelijk om dat inderdaad maar af en toe te doen.
Kijk dan naar Jezus zelf.
Vraag Hem om kracht.
Hij is blijven hangen.
Dwars door al het geschreeuw heen.
Hij bleef hangen, voor jou.
Geloof in Hem.
Krijg van Hem de kracht om te blijven geloven dat jij daar hangt.
Blijf geloven dat je oude ik is gestorven met Hem.
Het lijkt misschien alsof je oude ik heel sterk is. Je kunt het gevoel hebben dat het
sterker is dan jijzelf. Soms zeggen mensen dat ook: ik weet dat het niet goed is, maar
het is met te sterk...
Kijk dan naar het kruis.
Geloof dat jij daar hangt aan het kruis.
Ontvang de kracht van Christus om je oude mens daar te laten hangen.
Dan kun je leven als nieuwe mens.
Verlost, bevrijd en veranderd.
AMEN
Gezongen o.a.
NG 71
Lied 189
Lied 87: 2, 3
Lied 221:2
Gez.28: 2, 3, 4
5
Download