Spaar je met een spaarlamp

advertisement
Spaar je met een spaarlamp?
Een gloeilamp heeft een draad waar stroom doorheen loopt. De draad wordt
heet en gaat dan licht uitzenden.
Een spaarlamp is zoiets als een tl-buis. De stroom loopt door een gas en dat gas
gaat daardoor licht geven.
Een spaarlamp kan evenveel licht geven als een gloeilamp, terwijl hij minder
stroom verbruikt. Jullie gaan ondezoeken hoeveel licht lampen geven.
Opdracht 1
Kijk op de doosjes van de lampen. Kun je zien welke lampen evenveel licht
zouden moeten geven? Leg uit wat die getallen betekenen.
Opdracht 2
Zoek uit of het klopt wat er op de doosjes staat.
De computer is verbonden met een lichtsensor. Op de computer kun je aflezen
hoeveel ‘lux’ licht er is. We zullen laten zien hoe het werkt.
Jullie moeten zelf bedenken hoe je er voor kunt zorgen dat je de lampen echt met
elkaar kunt vergelijken. Noteer wat je gemeten hebt op een blad. Als je klaar bent
schrijf je op wat jullie conclusies zijn.
Als er tijd over is
Het project dat jullie op school gaan doen gaat over ‘Zon en energie’. Het gaat
over zonne-energie, maar ook over andere soorten energie en het gaat over de
zon.
Zijn er dingen die je zou willen leren over die onderwerpen? Bedenk een paar
vragen.
4.11.2010. Jeugdlab Universiteitsmuseum. Kick-off Wetenschapsknooppunt
Waarom hangen niet alle lampen aan het plafond?
Als je een boek wil lezen in een donkere kamer en je hebt alleen een klein, zwak
lampje, dan hang je dat lampje niet aan het plafond. Het maakt blijkbaar uit hoe
ver weg een lamp hangt of staat.
De computer is verbonden met een lichtsensor. Op de computer kun je aflezen
hoeveel ‘lux’ licht er is. We zullen laten zien hoe het werkt.
Opdracht 1
Bedenk een verklaring. Leg uit waarom het verschil maakt hoe ver weg een lamp
staat.
Opdracht 2
Zet de lamp staat op 2 meter van de lichtsensor en meet hoeveel licht de sensor
opvangt.
Opdracht 3
Voorspel nu hoeveel lux je zal meten als je de lamp op 1 meter afstand zet en wat
er zal gebeuren als je de lamp op 4 meter afstand zet.
Op 1 meter afstand ......... lux
Op 2 meter afstand ....... lux
Op 4 meter afstand ....... lux
Opdracht 4
Ga nu meten wat er in werkelijkheid gebeurt. Schrijf je metingen op.
Opdracht 5
Misschien hebben jullie inmiddels een andere verklaring voor waarom de
afstand verschil maakt. Schrijf die dan ook op.
Als er tijd over is
Het project dat jullie op school gaan doen gaat over ‘Zon en energie’. Het gaat
over zonne-energie, maar ook over andere soorten energie en het gaat over de
zon.
Zijn er dingen die je zou willen leren over die onderwerpen? Bedenk een paar
vragen.
4.11.2010. Jeugdlab Universiteitsmuseum. Kick-off Wetenschapsknooppunt
Hoe licht is het buiten?
Buiten is het vaak lichter dan binnen. Hoeveel verschil zou het eigenlijk maken?
Bij deze opdrachten ga je dat uitzoeken.
De computer is verbonden met een lichtsensor. Op de computer kun je aflezen
hoeveel ‘lux’ licht er is. We zullen laten zien hoe het werkt.
Opdracht 1
Meet het licht binnen. Is het een plek die goed verlicht is. Schrijf op hoeveel lux
jullie meten.
Opdracht 2
Voorspel nu hoeveel licht er zal zijn als je het licht buiten gaat meten, door het
raam.
Schrijf op wat je verwacht.
Opdracht 3
Meet nu het licht buiten. Schrijf op hoeveel lux jullie meten.
Opdracht 4
Als je alleen je ogen gebruikt, kun je je makkelijk vergissen in hoe licht het ergens
is. Bedenk een verklaring. Schrijf op waarom je niet goed af kunt gaan op je ogen.
Als er tijd over is
Het project dat jullie op school gaan doen gaat over ‘Zon en energie’. Het gaat
over zonne-energie, maar ook over andere soorten energie en het gaat over de
zon.
Zijn er dingen die je zou willen leren over die onderwerpen? Bedenk een paar
vragen.
4.11.2010. Jeugdlab Universiteitsmuseum. Kick-off Wetenschapsknooppunt
Je wil je mond niet branden
De computer is verbonden met een temperatuur-sensor. Op de computer kun je
aflezen hoeveel graden het metalen staafje is. We zullen laten zien hoe het werkt.
Stel dat je ’s morgens verslapen hebt en je wilt toch nog snel een kopje thee
drinken. Dan kun je wat koud water bij de thee doen, maar je kunt ook een kopje
zoeken waarin de thee snel afkoelt.
Opdracht 1
Je ziet een heleboel verschillende kopjes en bekers. In welke kopjes of bekers zal
de thee het snelste afkoelen? Vertel waarom je dat denkt.
Opdracht 2
Bedenk nu samen hoe je de kopjes en bekers op een eerlijke manier met elkaar
kunt vergelijken. Maakt het bijvoorbeeld uit hoeveel water je in de kopjes gooit?
Hoe lang mag het water (de thee) afkoelen?
Je kunt heet water gebruiken uit de thermoskan.
Opdracht 3
Doe het experiment en schrijf je metingen op.
Opdracht 4
Zijn de resultaten anders dan jullie hadden verwacht? Probeer een verklaring te
geven.
Als er tijd over is
Het project dat jullie op school gaan doen gaat over ‘Zon en energie’. Het gaat
over zonne-energie, maar ook over andere soorten energie en het gaat over de
zon.
Zijn er dingen die je zou willen leren over die onderwerpen? Bedenk een paar
vragen.
4.11.2010. Jeugdlab Universiteitsmuseum. Kick-off Wetenschapsknooppunt
Download