Hoofdstuk 26 1519 - 1480 voor Christus - schema 40 Schema 40 In dit hoofdstuk behandelen we een sleuteljaar dat tevens in wezen het begin van mijn chronologische revisie inhoudt. Het jaartal van de exodus namelijk van het Israëlische volk uit Egypte werd verkregen door de verankering van Salomo’s vierde jaar met het jubeljaar van 1003 v.Chr. Vierhonderd tachtig jaar daarvoor vond volgens het bijbelboek 1 Koningen de uittocht plaats. 1483 voor Christus is dus een sleuteljaar. We hebben ook gezien dat deze jaartallen volledig passen met de sabbats- en jubeljaar cyclus. Ik durf dus beweren dat ik op gebied van bijbelse chronologie absolute jaartallen doorgeef. Vraagtekens bij jaartallen betreffende exodus en 385 intocht in Kanaan hoeven niet! Voor Velikovsky272 was het vaststellen van het jaartal van de exodus en het synchroniseren van deze gebeurtenis met de Egyptische geschiedenis het ankerpunt bij uitstek. De exodus uit Egypte betekende voor Israël het begin van hun geschiedenis als natie. Het Pascha-feest gaat terug tot deze gebeurtenis en wordt tot op heden jaarlijks herdacht. De uittocht uit Egypte met de tien plagen en de vernietiging van het Egyptische leger in de Rode Zee betekende het einde van Egypte als grootmacht. DE HYKSOS Dit was voor de Egyptische kroniekschrijvers het ergste wat hun beschaving overkomen was; vreemde heersers. Ook Josephus verhaalt op dezelfde manier de gegevens van Manetho. Wat van chronologisch belang voor deze studie is, is de duur van de Hyksos overheersing. Aan de Bijbelse gegevens verankerd is het mogelijk om de duur van de bezetting weer te geven. De invasie gebeurde in 1483 v. Chr. tegelijkertijd met de Exodus van de Israëlieten uit 272 Theses for the reconstruction of Ancient History 1945 386 Egypte. Het verdrijven van de Hyksos uit Egypte in 1058 v. Chr. staat chronologisch vast met de Bijbelse chronologische gegevens van koning Saul. Het resultaat is 425 jaar van verdrukking voor Egypte. De fragmentarische gegevens die ons uit Egyptische bron bereiken komen ongeveer overeen met dit vanuit Bijbelse gegevens verkregen jaartal. Manetho geeft de Hyksos twee dynastieën; de veertiende en de vijftiende. De jaartallen voor deze dynastieën via de verschillende kroniekschrijvers zijn de volgende: XV Africanus: Eusebius : Josephus: Saites 19 //// // Salatis13 Bnon 44 //// // Beon 44 Pachnan 61 //// // Apachnas 37 Staan 50 //// // Apophis 61 Archles 49 //// // Jonias 50+1m Aphobis 61 //// // Assis 49+2m 387 Africanus : 6 farao’s in 284 jaar Eusebius : (x) farao’s in 250 jaar Josephus : 6 farao’s in 254 jaar XV+XVI: Africanus : 32 farao’s in 518 jaar Eusebius : 5 farao’s in 190 jaar Josephus : totaal 511 jaar U merkt dat wat we hebben fragmentarisch is. Monumenten komen als gevolg van de Beeldenstorm, na de verdrijving van de Hyksos, haast niet voor. Slechts vier namen273 zijn bewaard gebleven en één jaartal van 33 voor Aweserre APOPI. Volgens Manetho’s lijst bestrijken de Hyksos dus de vijftiende en zestiende dynastie. Deze Grieks-Egyptische historicus beschrijft de grootste ramp die Egypte ooit overkwam, namelijk buitenlandse heersers in Egypte. Toen vier eeuwen later aan de Hyksos heerschappij een eind kwam, moeten vele Hyksos-monumenten vernield zijn en ontstond in Egypte weer een ‘damnatio memoriae’ ten opzichte van deze periode. Dr. Immanuel Velikovsky – 1895/1979 AD Ik meen dat ik net zoals in KRONOS een woord van erkenning aan Immanuel Velikovsky moet besteden. Velikovsky werd in 1895 in het tsaristische Rusland geboren. Aan de universiteit van Moskou studeerde hij rechten, geschiedenis en medicijnen; in 1921 studeerde hij daar af. Hij begon een psychoanalytische praktijk in Israël, toen nog een Brits mandaatgebied, en verhuisde tegen het eind 273 Alan Gardiner, Egypt of the pharaohs 388 van de jaren twintig naar Zürich en vervolgens naar Wenen om er de laatste ontwikkelingen in de psychoanalyse te bestuderen. In Berlijn studeerde hij biologie, gevolgd door een studie in de natuurkunde in Edinburgh. In 1939 verhuisde Velikovsky naar New York en dertien jaar later naar Princeton. Daar woonde hij tot zijn dood in 1979. Door zijn brede wetenschappelijke belangstelling en grote belezenheid kwam Velikovsky tot de ontwikkeling van revolutionaire theorieën over de oorsprong van de aarde en ons zonnestelsel. Zijn eerste boek ‘Werelden in botsing’ – WORLDS IN COLLISION botste op tegenstand van de academische wereld en werd verworpen274. Tot op heden wekt de naam Velikovsky in het wetenschappelijke establishment afgrijzen op. Wat mij persoonlijk betreft, en hoewel kosmologie aan mij niet besteed is, passen de bevindingen van Velikovsky wel in de chronologische reconstructie van de oudheid met de Bijbel als leidraad. Hierna een korte samenvatting van Velikovsky kosmologische bevindingen. Rond 1500 voor Christus was de planeet Venus nog een komeet, die ontstaan was uit Jupiter, en rond deze tijd de baan van de aarde verstoorde. Beide hemellichamen geraakten in elkaars invloedssfeer en de aarde werd gestoord in zijn omloop om de zon, met als een gevolg te lange en te korte dagen en nachten wat door oudheidastronomen ook waargenomen werd. Een ander resultaat waren aardbevingen, 274 Drs.j.a.van delden, schepping en wetenschap, 1977, hoofdstuk 13 389 vulkaanuitbarstingen en het vormen van nieuwe gebergten als gevolg van een bewegende aardkorst. Uit de staart van de komeet viel een rode stof, soms vermengd met vloeistof, meteorieten en koolwaterstoffen op aarde neer. Met de interactie tussen Venus en planeet Aarde nam men elektrische ontladingen waar tussen de kop en de staart van de komeet. Op aarde gaf deze waarneming aanleiding tot het ontstaan van mythologische verhalen. De plaats van de polen op aarde veranderde. De door de grote hitte verdampte hoeveelheid water viel als sneeuw neer op plaatsen, waar vroeger geen koud klimaat heerste met resultaat ingevroren mammoets in Siberië. Dit ganse kosmologische scenario gebeurde tegelijk met de Exodus van de Israëlieten uit Egypte in 1483 v. Chr. en verklaart de Bijbelse plagen en het uiteengaan van de Rode Zee. Daarna vond nog een cyclus van bijna-botsingen plaats alvorens de planeten van ons zonnestelsel tot rust kwamen en hun huidige baan om de zon innamen. Het bestuderen van bijvoorbeeld de historicus Herodotos uit de oudheid wordt nu eenvoudiger. Herodotos schrijft dat aan het Egyptische jaar van 360 dagen vijf dagen werden toegevoegd en dat de zon ooit in het westen opkwam. In het licht van Velikovsky’s bevindingen is Herodotos bericht niet meer op te vatten als een gevolg van onvoldoende kennis van de 390 oudheidastronomen maar als een wetenschappelijk waarnemen in de oudheid van veranderingen aan de hemel. KOSMISCHE CATASTROFES De kosmische catastrofe van de 15de eeuw voor Christus was niet uniek maar een herhaling van een cyclus van rampen die de post-zondvloed wereld getroffen heeft. De best herkenbare ramp vanuit de Bijbel is de vernietiging van Sodom en Gomorra. Zwavel en vuur regenden vanuit de hemel neer en verwoesten de steden en het gebied volledig. Chronologisch kan de Sodomramp met nauwkeurigheid op de tijdsbalk geplaatst worden. In hoofdstuk 17 van Genesis wordt ons het verhaal gebracht van Gods verbond met Abram en diens komende erfgenaam Isaak. Vers één leert dat Abram toen 99 jaar oud was. Eén jaar later zou Isaak geboren worden. De verwoesting van Sodom gebeurde voor de geboorte van Izaak en valt dus in 1889 voor Christus. Dit jaar kan als een sleuteljaar gebruikt worden om andere vermoede catastrofes in een cyclus te plaatsen. Tussen het jaar van de Exodus in 1483 v. Chr. en en het jaar 1889 v. Chr. zit er 406 jaar. Ik postuleer een cyclus van mega catastrofes met intervallen van 46 jaar275. Deze cyclus past 275 KRONOS Hoofdstuk 17, De Kosmische 391 eveneens op enkele maanden na tussen 1483 en 1889 v. Chr. Het resultaat is het volgende: 1483 EXODUS RAMP 1585 MOGELIJKE RAMP 1687 MOGELIJKE RAMP 1789 MOGELIJKE RAMP 1989 SODOM EN GOMORRA RAMP 1993 MOGELIJKE RAMP 2095 MOGELIJKE RAMP 2197 DE DAGEN VAN PELEG. DE AARDE VERDEELD Merkwaardig vind ik het feit dat ca. 1585 v. Chr. als mogelijk catastrofejaar, op één jaar na, met het zevende jaar van Senwosret (gereviseerd) gelijk valt! Vermoedelijk zag het zevende jaar van Senwosret, verondersteld het jaar van een heliakaal opkomen van de Sothis-ster, een kosmisch fenomeen. DE ROUTE VAN DE EXODUS Waar ligt de berg Gods alwaar Mozes de Thora kreeg? Het zal velen verbazen dat het de christelijke traditie is die de berg Gods met het zuiden van de Sinaïwoestijn verbindt. Het was tijdens de regering van Keizer Constantijn in de vierde eeuw na Christus, dat daar een klooster gebouwd werd. Het was aanvankelijk met enig scepticisme dat ik het werk van Howard Blum276 bestudeerde. Deze onderzoeker stelt dat de berg Sinaï met de berg Jabal al Lawz in Megacatastrofe van 860 v. Chr. The Gold of Exodus – the discovery of the most sacred place on earth - 1998 - ISBN 0340640456 276 392 Saoedi Arabië geïdentificeerd moet worden. Hij doet dit op basis van archeologische bevindingen ter plaatse. De Israëlieten o.l.v. Mozes, zijn dan ook niet bij de golf van Suez door de Rode Zee getrokken maar aan de Golf van Akaba! Wanneer ik nu schrijf dat ik dit boek met enig scepticisme doornam, dan toont dit aan hoe men als onderzoeker in bepaalde denkpatronen kan vastzitten. Tijdens heel mijn studietijd heb ik steeds historische werken en atlassen gehanteerd die de Sinaï aanduiden als de plaats van de berg Gods. Nooit kwam het in mijn gedachten op om dit te betwijfelen of nader onderzoek in de Bijbel te doen. Het verbazende is dat wanneer men het werk van Howard Blum aan de Bijbel toetst, er wel degelijk grond is om aan de huidige identificatie van Sinaï te twijfelen. Concordante Bijbelstudie maakt dit duidelijk. Vooreerst is er in het Nieuwe Testament277 een duidelijke aanwijzing van Paulus die de berg Sinaï in Arabië plaatst. Daarnaast zijn er twee Bijbelgedeelten278 in het Oude Testament die de Schelfzee- waar de Israëlieten door de Rode Zee trokken- aan de oostelijke arm van de Rode Zee plaatsen. Al deze Bijbelgedeelten wijzen dus het huidige Saoedi Arabië aan als plaats van de berg Gods. Het wonder van het uiteengaan van de Rode Zee gebeurde in de Golf van Akaba. Jozua ondervond op dezelfde as hetzelfde fenomeen, toen hij 40 jaar later meer naar het noorden toe, met de Israëlieten de Jordaan overtrok! 277 278 Galaten 4:25 I Koningen 9:26 & Jeremia 49:21 393 Kaart 16. ©The Macmillan Bible Atlas, 1977 – bewerkt door de auteur. Het aantal Israëlieten dat aan de Exodus deelnam? In 1973 AD, tijdens de Jom Kippoeroorlog, waarbij Egypte en Syrië samen Israël aanvielen, raakte het derde Egyptische leger in de Sinai bij Suez omsingeld. Een stoutmoedige Israëlische tegenaanval o.l.v. generaal Sharon bracht de Israëli’s aan de Afrikaanse kant van het Suezkanaal wat maakte dat enkele honderdduizenden Egyptische soldaten aan 394 de andere zijde van het kanaal in de woestijn in de val zaten. Vredesonderhandelingen onder druk van de VN en het optreden van de toenmalige Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Henry Kissinger, maakte dat deze omsingelde troepen tijdig met water en voedsel bevoorraad konden worden. Door het feit dat de Israëli’s hun frontlijn openden werd een ramp afgewend. Het is namelijk zo dat geen enkele grote groep mensen zich in de Sinaï woestijn kan ophouden en overleven. Alleen kleine groepen Nomaden kunnen in deze hel overleven. Daarom ook het ongeloof bij vele onderzoekers wanneer het, wat betreft de Exodus uit Egypte, op aantallen aankomt. 395 Kaart 17. De Exodus route en de ligging van de berg Horeb zoals de orthodoxie het ziet De Bijbel is hierover nochtans zeer duidelijk. Het Bijbelboek Numeri279 vermeldt 603.500 strijdbare mannen van 20 jaar en ouder in het tweede jaar na de exodus. Tellen we hierbij de vrouwen en kinderen dan moet het totale aantal Israëlieten rond 2 miljoen gelegen hebben. Ook het Bijbelboek 280 Deuteronomium verhaalt over een grote massa volk wanneer het de ontkomenen Israëlieten, met de sterren des hemels vergelijkt. Het kan dus niet 279 280 Numeri 1:1-46 Deuteronomium 10:23 396 anders dan dat deze ontkomenen op wonderlijke wijze veertig jaar lang onderhouden werden met hemels manna, kwakkels281 en water uit de rots. Het reduceren van het aantal Israëlieten dat aan de exodus deelnam tot een nomaden groepje, is dikwijls een gevolg van ongeloof: het niet willen ‘zien’ of kennen van de God van Israël die vanaf de Exodus Zijn weg met het Joodse volk gaat. 281 Exodus 16 397