Exodus 4 Exodus 4 18 Toen keerde Mozes... = geroepen bij de brandende braamstruik 2 Exodus 4 ... naar zijn schoonvader Jeter terug en zeide tot hem: Ik wilde wel terugkeren naar mijn broeders, die in Egypte zijn, en zien, of zij nog leven. 18 Mozes > eerst verworpen door zijn broeders 40 jaar in de woestijn herder in het buitenland > keert terug en wordt Israëls verlosser 3 Exodus 4 18 En Jetro zeide tot Mozes: Ga in vrede. 4 Exodus 4 Want de HERE had tot Mozes in Midjan gezegd: Keer terug naar Egypte, want alle mannen, die u naar het leven stonden, zijn dood. 19 5 Exodus 4 Daarop nam Mozes zijn vrouw en zijn zonen, zette hen op een ezel en keerde naar het land Egypte terug... 20 6 Exodus 4 ... ook nam Mozes de staf Gods in zijn hand. 20 En deze staf, waarmede gij de tekenen moet doen, moet gij in uw hand nemen. 17 Exodus 4 moet > Hebr. zult 7 Exodus 4 de staf van Mozes • herderstaf (>Ps.23); • deed de tekenen in Egypte; • werd levende slang (Ex.4); • deed de Rode Zee splijten (Ex.14); • bracht water uit de rots (Ex.17); • bracht overwinning in de strijd tegen Amalek (Ex.17). 8 Exodus 4 En de HERE zeide tot Mozes: Nu gij gaat terugkeren naar Egypte, zie toe, dat gij voor het aangezicht van Farao al de wonderen doet, die Ik in uw macht gesteld heb. 21 9 Exodus 4 ... Maar Ik zal zijn hart verharden, zodat hij het volk niet zal laten gaan. 21 HIJ veranderde hun (=Egyptenaren) harten, zodat zij zijn volk haatten en listig handelden tegen zijn knechten. 25 Psalm 105 10 Exodus 4 Dan zult gij tot Farao zeggen: Zo zegt de HERE: Israel is mijn eerstgeboren zoon; 22 Toen Israel een kind was, heb Ik het liefgehad, en uit Egypte heb Ik mijn zoon geroepen. 1 Hosea 11 11 Exodus 4 daarom zeg Ik u: laat mijn zoon gaan, opdat hij Mij diene; zoudt gij echter weigeren hem te laten gaan, dan zal Ik uw eerstgeboren zoon doden. 23 12 Exodus 4 Onderweg nu, in een nachtverblijf, kwam de HERE hem tegen en zocht hem te doden. 24 zie Gen.17:14 13 Exodus 4 Toen nam Sippora een stenen mes, besneed de voorhuid van haar zoon... 25 Zoals als later bij Gilgal; Joz.5:3 14 Exodus 4 ... raakte [daarmee] zijn voeten aan en zeide: Voorzeker, gij zijt mij een bloedbruidegom. 25 Mozes wordt opnieuw haar bruidegom... leven na de dood! 15 Exodus 4 En Hij liet hem met rust. Bloedbruidegom, zeide zij toen, met het oog op de besnijdenissen. 26 De verlosser is de bloedbruidegom! Als de kinderen Israëls 'besneden' zullen zijn (Deut.30:6), zal een nieuw (huwelijks-)verbond van kracht worden! 16