Het Kruisanker, Den Helder 16 oktober 2016 17.00 uur Leerdienst over Exodus Welkom/mededelingen Zingen: Wees mijn verlangen Opwekking 520 Stilte Bemoediging en groet Zingen: Looft, looft verheugd, de HEER der heren Psalm 105: 1 en 2 (berijming 1773) Gebed Ter inleiding Projecteren zie hieronder t/m 3 Zingen: Diep in mijn hart berg ik uw heilig woord Psalm 119: 5 en 6 Bijbellezing uit verschillende gedeelten1 van Exodus (zie hieronder bij projecteren) Uitleg / verkondiging Projecteren zie hieronder t/m 15 Zingen: O grote God die liefde zijt Gezang 481: 1, 2 en 3 Gebed Collecte Zingen: Ik geloof in God de Vader Geloofsbelijdenis Zegen Projecteren tijdens inleiding en verkondiging: 1 TORA = eerste vijf boeken van het Oude Testament 2 TORA = eerste vijf boeken van het Oude Testament TeNaCH = Tora (Wet) Nebiim (Profeten) Chetubim (Geschriften) 3 TORA = eerste vijf boeken van het Oude Testament TeNaCH = Tora (Wet / Onderwijs) Nebiim (Profeten) Chetubim (Geschriften) Matteüs 22: 40. “Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.” (Zingen: Psalm 119: 5 en 6) 4 Exodus 1: 1 ‘Dit zijn de namen van de zonen van Israël die samen met hem, Jakob, naar Egypte waren gekomen, ieder met zijn gezin.’ 5 Exodus 1: 1 ‘Dit zijn de namen van de zonen van Israël die samen met hem, Jakob, naar Egypte waren gekomen, ieder met zijn gezin.’ ‘En dit is die name van die seuns van Israël…’ 6 De machtige God, Schepper van alles (Genesis) = de Bevrijder uit de slavernij, de God van het verbond die er wil zijn voor zijn volk (Exodus). 7 Hart van de ‘Tora’: “Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd” (Exodus [=Uittocht] 20: 2) 8 God laat Zich in Exodus kennen als: - de God die de geschiedenis stuurt Exodus 1:20 God zegende het werk van de vroedvrouwen, zodat het volk zich sterk uitbreidde. Exodus 4:21 Toen zei de H E E R tegen Mozes: ‘Nu je teruggaat naar Egypte, moeten jullie daar de farao alle wonderen laten zien waartoe ik je de macht heb gegeven. Ik zal ervoor zorgen dat hij hardnekkig weigert het volk te laten gaan. 9 God laat Zich in Exodus kennen als: - de God die de geschiedenis stuurt - de God met een naam Exodus 3: 14 Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “I K Z A L E R Z I J N heeft mij naar u toe gestuurd.”’ Exodus 4: 12 ‘Ga nu, ik zal bij je zijn als je moet spreken en je de woorden in de mond leggen.’ Exodus 34: 6-7 De H E E R ging voor hem langs en riep uit: ‘De H E E R ! De H E E R ! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, die duizenden geslachten zijn liefde bewijst, die schuld, misdaad en zonde vergeeft, maar niet alles ongestraft laat en voor de schuld van de ouders de kinderen en kleinkinderen laat boeten, en ook het derde geslacht en het vierde.’ 10 God laat Zich in Exodus kennen als: - de God die de geschiedenis stuurt - de God met een naam - de heilige God Exodus 3 : 5-6 ‘Kom niet dichterbij,’ waarschuwde de H E E R , ‘en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig. Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken. Exodus 19 : 6 Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk.” Breng deze woorden aan de Israëlieten over.’ 11 God laat Zich in Exodus kennen als: - de God die de geschiedenis stuurt - de God met een naam - de heilige God - de betrouwbare God Exodus 2 : 24-25 God hoorde hun jammerkreten en dacht aan het verbond dat hij met Abraham, Isaak en Jakob had gesloten. Hij zag hoe de Israëlieten leden en trok zich hun lot aan. Exodus 12: 40-42.51 Vierhonderddertig jaar hadden de Israëlieten in Egypte gewoond; na precies vierhonderddertig jaar – geen dag eerder of later – trok het volk van de H E E R , in groepen geordend, uit Egypte weg. Die nacht waakte de H E E R om hen uit Egypte weg te leiden. Daarom waken de Israëlieten nog altijd in deze nacht ter ere van de H E E R , elke generatie opnieuw. (…) Op diezelfde dag leidde de H E E R de Israëlieten, in groepen geordend, uit Egypte. 12 God laat Zich in Exodus kennen als: - de God die de geschiedenis stuurt - de God met een naam - de heilige God - de betrouwbare God - de reddende God Exodus 3 : 7-8 De H E E R zei: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is, ik heb hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord, ik weet hoe ze lijden. Daarom ben ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing, Exodus 6: 6 Daarom moet je dit tegen hen zeggen: “Ik ben de H E E R . Ik zal de last die de Egyptenaren jullie opleggen van je afnemen, ik zal jullie uit je slavenbestaan bevrijden. Exodus 22: 21-24 Vreemdelingen mag je niet uitbuiten of onderdrukken, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Weduwen en wezen mag je evenmin uitbuiten. Doe je dat toch en smeken zij mij om hulp, dan zal ik zeker naar hen luisteren: ik zal in woede ontsteken en ieder van jullie doden, en dan zullen jullie eigen vrouwen weduwe worden en jullie kinderen wees. Exodus 14: 30 Zo redde de H E E R de Israëlieten die dag uit de handen van de Egyptenaren. 13 God laat Zich in Exodus kennen als: - de God die de geschiedenis stuurt - de God met een naam - de heilige God - de betrouwbare God - de reddende God - de oordelende God Exodus 4 : 13-14 Maar Mozes hield vol: ‘Neemt u mij niet kwalijk, Heer, stuur toch iemand anders, wie u maar wilt.’ Nu werd de H E E R kwaad op Mozes. Exodus 32: 9-10 De H E E R zei verder tegen Mozes: ‘Ik weet hoe onhandelbaar dit volk is. Houd mij niet tegen: mijn brandende toorn zal hen verteren. Maar uit jou zal ik een groot volk laten voortkomen.’ Exodus 14: 28-30 Het terugstromende water overspoelde het hele leger van de farao, al zijn wagens en ruiters, die achter de Israëlieten aan de zee in gereden waren; niet een van hen bleef in leven. Maar de Israëlieten waren dwars door de zee gegaan, over droog land, terwijl rechts en links van hen het water als een muur omhoogrees. Zo redde de H E E R de Israëlieten die dag uit de handen van de Egyptenaren. Exodus 20: 18 Heel het volk was getuige van de donderslagen en lichtflitsen, het schallen van de ramshoorn en de rook die uit de berg kwam. Bij die aanblik deinsden ze achteruit, en ze bleven op grote afstand staan. 14 God laat Zich in Exodus kennen als: - de God die de geschiedenis stuurt - de God met een naam - de heilige God - de betrouwbare God - de reddende God - de oordelende God - de God die zijn oordeel wil bijstellen Exodus 32 : 14 Toen zag de H E E R ervan af zijn volk te treffen met het onheil waarmee hij gedreigd had. Exodus 32 : 30-32 De volgende morgen zei Mozes tegen het volk: ‘U hebt zwaar gezondigd. Toch zal ik de berg op gaan; misschien kan ik de H E E R ertoe bewegen u uw zonden niet aan te rekenen.’ Hierop keerde hij terug naar de H E E R . ‘Ach H E E R ,’ zei hij, ‘dit volk heeft zwaar gezondigd: ze hebben een god van goud gemaakt. Schenk hun vergeving voor die zonde. Wilt u dat niet, schrap mij dan maar uit het boek dat u geschreven hebt.’ 15 God laat Zich in Exodus kennen als: - de God die de geschiedenis stuurt - de God met een naam - de heilige God - de betrouwbare God - de reddende God - de oordelende God - de God die zijn oordeel wil bijstellen - de God die temidden van zijn volk wil wonen Exodus 29 : 45-46 Ik zal te midden van de Israëlieten wonen, en ik zal hun God zijn. En zij zullen inzien dat ik, de H E E R , hun God ben, die hen uit Egypte bevrijd heeft om in hun midden te wonen. Ik ben de H E E R , hun God. 1 Bijbellezingen: Exodus 1: 1; 20: 2; 1: 20; 4: 21; 3: 14; 4: 12; 34: 6-7; 3: 5-6; 19: 6; 2: 24-25; 12: 40-42.51; 3: 7-8; 6: 6; 22: 21-23; 14: 30; 4: 13-14; 32: 9-10; 14: 28-30; 20: 18-20; 32: 14; 32: 30-32; 29: 45-46