B en W-nummer 15.0375; Onderwerp besluit d.d. 28-4-2015 Actualisatie Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie Besluiten: 1. Bijgaande brief aan de raad met betrekking tot de actualisatie van de Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie vast te stellen. Perssamenvatting: Het college van burgemeester en wethouders informeert de raad op verzoek over de verbinding van de Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie met andere actuele beleidsnota’s en over de eerste bereikte resultaten ten aanzien van de ambities. Deze resultaten worden periodiek inzichtelijk gemaakt aan de hand van een beleidsmonitor. Conclusies op hoofdlijnen zijn onder andere dat er in Leiden sprake is van een lichte stijging van vrijwilligerswerk, een stijgend aantal meedenkers (met name onder ouderen) en stijging van verstrekte tegemoetkomingen op grond van de minimaregeling. Een eerste evaluatie van de visie zelf is voorzien voor 2019. Retouradres: Postbus 9100, 2300 PC Leiden Gemeente Leiden Bezoekadres Stadhuis Aan de leden van de Gemeenteraad Stadhuisplein 1 Postadres Postbus 9100 2300 PC Leiden Telefoon 14071 E-Mail Website www.leiden.nl/gemeente 15 mei 2015 Ons kenmerk Z/15/173198 Onderwerp Actualisatie Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie Datum José Finders Doorkiesnummer 7415 Contactpersoon Geachte leden van de gemeenteraad, Bij de bespreking van de collegereactie op het Rekenkamerrapport decentralisaties AWBZ en Jeugdzorg van de Commissie Onderwijs & Samenleving op 15 januari 2015 is het verzoek gedaan de Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie (SMS-visie) te actualiseren. Met deze informatieve collegebrief plus bijlagen wordt invulling gegeven aan de toezegging van de portefeuillehouder terug te komen op dit verzoek. De opbouw van de brief is als volgt. Na de weergave van het verzoek gaan we in op de nog steeds richtinggevende hoofdlijnen uit de SMS-visie, en geven we u een overzicht van de gerelateerde beleidskaders ná de vaststelling van de SMS-visie in 2012. . Verzoek en toezegging In het verslag van de Commissie Onderwijs & Samenleving van 15-1-2015 is het verzoek tot actualisatie als volgt weergegeven: “De heer Gaulard vindt dat de raad de kaderstellende rol ook moet invullen. De heer Gaulard stelt voor de SMS-visie te actualiseren. De visie dateert van voor de transities. De heer Gaulard heeft behoefte aan duidelijkheid over het monitoren van de klanttevredenheid. De heer Gaulard zegt dat over kwaliteit moet worden nagedacht.” De portefeuillehouder heeft hierop aangegeven dat het monitoren op verschillende manieren en op verschillende niveaus georganiseerd zal worden. Toegezegd is om na afstemming met het college terug te komen op het verzoek tot actualiseren van de SMS-visie. Actualisatie via monitoring en evaluatie De Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie is een overkoepelend strategisch document. In de SMS-visie is geen specifieke evaluatie opgenomen. Wel is tijdens de commissievergadering van 29 maart 2012 respectievelijk de raad van 26 april 2012 door het college de toezegging gedaan om na ongeveer zeven jaar de visie te bespreken en evalueren en te bezien welke nieuwe trends zich ontwikkelen, en tevens dat resterende wensen deels behandeld worden in de evaluatie en voor een ander deel wordt uitgewerkt in nota’s. Een (tussen)evaluatie van de SMS-visie wordt dan ook niet eerder dan in 2019 voorzien. Evaluatie is al wel aan de orde voor de beleidsnota’s die onder de SMS-visie hangen. Informatie over het wanneer deze evaluaties plaatsvinden treft u aan in het overzicht in de bijlage bij deze brief. 2 Met betrekking tot de SMS-visie vindt er al wel periodieke monitoring plaats ten aanzien van het realiseren van de beoogde beleidsdoelen. Onderstaand gaan we nader in op de betreffende Beleidsmonitor SMS-visie. Specifiek voor de 3 decentralisaties geven we op korte termijn bovendien vorm aan actualisatie door middel van de een Transformatieagenda en Monitoringsagenda sociaal domein. Ook hierover informeren wij u onderstaand. De totstandkoming van deze agenda’s is voor het college prioritair als het gaat om de inzet van beleidscapaciteit. 1. Beleidsmonitor SMS-visie Beleidsonderzoek en Analyse (BOA), onderdeel van de afdeling Strategie en Onderzoek, maakt periodiek aan de hand van beleidsmonitoren inzichtelijk in welke mate de beoogde beleidsdoelen gerealiseerd worden. Hierin wordt aangesloten bij de indicatoren die in de betreffende beleidsnota zijn opgenomen. Teneinde het beleid meetbaar te kunnen maken ten aanzien van de ambities is ook bij het vaststellen van de SMS-visie een aantal indicatoren opgenomen bij het leidend thema en de hoofdopgaven. In mei 2012 heeft BOA een Beleidsmonitor SMS-visie uitgebracht als nulmeting. In april 2015 heeft er een update plaatsgevonden van deze beleidsmonitor (zie bijlage). Hieruit zijn op hoofdlijnen een aantal conclusies te trekken, waaronder geen gebieden meer in Leiden die rood scoren op de Leefbarometer, een lichte stijging van het vrijwilligerswerk, een stijgend aantal meedenkers met name onder ouderen, en een stijging van het aantal verstrekte tegemoetkomingen op grond van de declaratieregeling in het kader van de doelstelling ‘Minima doen mee in de samenleving’. 2. Transformatieagenda sociaal domein De transitie van het sociale domein is met de ingang van de drie decentralisaties per 1 januari 2015 gerealiseerd. Momenteel worden de eerste ervaringen opgedaan met de nieuwe opdrachten en werkwijzen bij de Wmo, Jeugdzorg en Participatiewet . Vanwege de fundamentele stelselwijziging in het sociale domein en de bijbehorende omslag in denken en doen duurt de transformatie een aantal jaren. Hiertoe zijn vanuit VWS/VNG een vijftal lokale opgaven binnen het transformatieproces benoemd: - het gesprek over de stip op de horizon (wat willen we bereiken), - vormgeving van een nieuw lokaal samenspel, - samenstellen van een nieuw aanbod, - implementatie van een nieuwe werkwijze tussen professional en burger, - een veranderende rol van de (ambtelijke) professional: aansluiten bij wat leeft in de stad. In de gemeente Leiden willen we vanuit de visie op het herontwerp van het sociaal domein als volgt met deze lokale opgaven aan de slag: - een omslag in denken en doen (van behoefte naar noodzaak, met ruimte voor eigen regie en samenkracht van inwoners), - de toegang helder en dichtbij borgen, - de ondersteuning vraag- en oplossingsgericht maken, - de ondersteuning veranderen om versnippering en overlap in aanbod weg te halen en meer aan te sluiten bij de inwoner, - innovatieve oplossingen om de forse rijks-bezuinigingen op te vangen, en - een andere meer resultaatgerichte manier van sturen door de gemeente. De uitwerking van deze opgaven wordt momenteel in samenwerking met de stad nader uitgewerkt in een transformatieagenda. De raad wordt over de ontwikkeling geïnformeerd alsmede wordt de transformatieagenda ter vaststelling aan u voorgelegd. 3. Monitoringsagenda sociaal domein Aanvullend op de transformatieagenda wordt voor het sturen, monitoren en verantwoorden binnen het sociale domein gezamenlijk in de Leidse regiogemeenten gewerkt aan het opstellen van een monitoringsagenda. Hiermee wordt een basis gelegd voor onder meer het 3 monitoren van de klanttevredenheid en de geleverde kwaliteit na de invoering van de drie decentralisaties. In Leiden is deze monitoringsagenda onderdeel van de nota ‘De uitdagingen voor Sturen, monitoren en verantwoorden binnen het sociale domein’. Deze nota kan de commissie Onderwijs & Samenleving in mei 2015 tegemoet zien. De SMS-visie De Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie 2025 ‘Leven in Leiden. De kracht van mensen’ is vastgesteld op 26 april 2012. Hierin zijn de lange termijn ambities op sociaal maatschappelijk gebeid vastgelegd. De SMS-visie valt onder de overkoepelende Ontwikkelvisie 2030 ‘Stadsvisie: Leiden, Stad van ontdekkingen’, en staat naast de Ruimtelijke Structuurvisie 2025: ‘Structuurvisie Leiden 2025’. De beide structuurvisies zijn in samenspraak met de stad tot stand gekomen en onderling met elkaar verbonden, en vormen de basis voor nieuw beleid. In de hierop volgende sectorale beleidsnota’s zoals de Cultuurnota, Nota Wonen, Sportnota, en het Beleidsplan Maatschappelijke Ontwikkeling zijn de uitgangspunten van de structuurvisies verwerkt. Het centrale uitgangspunt van de SMS-visie luidt: ‘uitgaan van de kracht van mensen’. De drie hoofdopgaven betreffen: ‘investeren in een aantrekkelijke stad, Leiden stad van ontdekkingen’; ‘versterken van de arbeidsmarkt’; ‘iedereen doet mee’. Onderstaand schema uit de SMS-visie geeft aan hoe deze zich verhoudt tot andere kaderstellende beleidsnota’s: Overzicht totstandkoming beleid sinds de SMS-visie 4 Beleidsnota’s ná de SMS-visie In de bijlage bij deze brief treft u een overzicht aan van de ná de SMS-visie vastgestelde gerelateerde beleidsnota’s. Bij elke nota is weergegeven wat de looptijd is, of en wanneer er voorzien is in een evaluatie en in hoeverre deze beleidsnota’s in lijn zijn met de SMS-visie. Op basis van dit overzicht kan geconcludeerd worden dat de uitgangspunten uit de SMS-visie richtinggevend geweest zijn geweest voor de afzonderlijke beleidsnota’s die daarna verschenen zijn, dat voor het merendeel van de beleidsnota’s geldt dat de looptijd nog niet verstreken is en dat er voorzien is in een evaluatie. Beleidsvorming specifiek t.a.v. de 3 Decentralisaties Bij de voorbereiding van de beleidsbesluitvorming met betrekking tot de drie decentralisaties gold - naast de landelijke wet- en regelgeving - de SMS-visie in de gemeente Leiden als belangrijkste kader. Het uitgangspunt en de drie hoofdopgaven uit de SMS-visie zijn richtinggevend geweest bij de totstandkoming, en zijn dat als kader nog steeds in het verdere transformatieproces nadat de transitie van de 3 decentralisaties per 1-1-2015 is gerealiseerd. De verbinding met de SMS-visie is zowel toegepast bij de totstandkoming van de overkoepelende nota’s (‘Notitie Toekomst van het sociaal domein’, respectievelijk ‘Notitie Herontwerp van het sociaal domein: de uitwerking op hoofdlijnen’ waarvan de uitgangspunten zijn vastgesteld), als bij de realisatie van de Beleidsnota’s per afzonderlijke decentralisatie. Specifiek voor de Wmo geldt dat in lijn met de SMS-visie voor de periode 2013-2017 het Beleidsplan Maatschappelijke Ontwikkeling deel 1’Iedereen telt mee. Van voor mensen naar met mensen’ is vastgesteld, en vervolgens in juli 2014 de beslispunten uit de Notitie ‘Invoering Wmo 2015. Van transitie naar transformatie’ met daarin een nadere uitwerking van de nieuwe taken in het kader van de decentralisatie van de AWBZ. Ook t.a.v. de jeugdzorg geldt dat bij de regionaal tot stand gekomen Visie jeugdhulp ‘Iedereen doet mee’ en daarop volgende beleidsstukken als ‘Hart voor de Jeugd’ kaders van de SMSvisie herkenbare elementen zijn. Datzelfde geldt voor de beleidskaders t.a.v. Participatiewet, waaronder het Beleidsplan ‘Aan de slag bij gewone werkgevers’. Nieuwe sociaal maatschappelijke beleidsnota’s op korte termijn te verwachten Beleidskader OGGZ Op het beleidsterrein van de OGGZ is geconstateerd dat een actualisatie van beleid nodig en derhalve aan de orde is. Ook hiervoor geldt dat de uitgangspunten van de SMS-visie worden meegenomen. Eerdere kaders die betrekking hebben op de nieuwe Wmo hebben ook betrekking op de OGGZ doelgroep, echter de veranderingen als gevolg van de nieuwe Wmo, rijksbeleid op het gebied van beschermd wonen en de ter discussie staande functie van centrumgemeenten vraagt om een meer specifiek beleidskader voor de OGGZ doelgroep. In het voor- en najaar van 2014 is het oude Regionaal Kompas geëvalueerd. Deze evaluatie heeft u samen met een cliëntonderzoek onder de OGGZ doelgroep afgelopen februari toegezonden gekregen en is besproken in de commissie Onderwijs en Samenleving van 12 maart jl. In deze commissie Onderwijs en Samenleving is toegezegd dat er voor het eind van het jaar een beleidskader OGGZ aan de raad wordt voorgelegd. De portefeuillehouder heeft toen eind 2015 voorgesteld omdat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) dit voorjaar een ondersteuningsprogramma wil starten wat aansluit bij het eerdere Stedelijk Kompas en dat betrekking heeft op de taken opvang en beschermd wonen. Het doel is om te komen met regionale beleidsplannen voor de doelgroepen van opvang en beschermd wonen voor het brede terrein wonen-welzijn-zorg-participatie en zo integraal als mogelijk in de regio. Op 17 april jl. werd het ondersteuningsprogramma aan het landelijk Wethoudersoverleg maatschappelijke Opvang voorgelegd. In dit (nieuwe) voorstel zit een uitloop naar begin 2016. 5 In een brief die u in mei ontvangt zal er meer duidelijkheid gegeven worden over het landelijke ondersteuningsprogramma en wat dat betekent voor de planning van het beleidskader OGGZ en het nieuwe Regionale Kompas. Beleidsvorming specifiek t.a.v. de wijkaanpak In het beleidsakkoord 2014 – 2018 ‘Samenwerken en innoveren’ heeft het college van B&W de ambitie neergezet om de inzet van Leidenaren voor de leefbaarheid in hun wijk te stimuleren en faciliteren. Het college ontwikkelt hier een nieuwe wijkaanpak voor. Wijkgericht werken is niet nieuw. Ook de aandacht voor leefbaarheid is al jaren een belangrijk thema. Het gaat er dan ook niet om dát we als gemeente wijkgericht werken maar hóe we dit doen. Nieuw aan de wijkaanpak is dat we in lijn met het leidend thema van de Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie 2025 uitgaan van de kracht van mensen. Dat betekent dat we ruimte bieden aan initiatieven, inwoners en partners stimuleren om initiatief te nemen en coproducties met inwoners en partners aangaan. Dit vraagt om een andere houding en gedrag van gemeenteambtenaren maar ook van inwoners en partners. Daarnaast zijn bijpassende werkwijzen, instrumenten en organisatiestructuur nodig. Als raad ontvangt u in de loop van dit voorjaar een nota met uitgangspunten voor de nieuwe wijkaanpak, waarin het voorstel wordt gedaan de stimuleringsregeling voor wijkinitiatieven vast te stellen. Lange termijnvisie Duurzaamheid Er is bij gemeente en partners behoefte aan een langetermijnvisie op duurzaamheid. Er wordt daarom nu een Ambitiedocument voorbereid, dat op hoofdlijnen voor de verschillende duurzaamheidsthema’s aangeeft wat het ambitieniveau is voor de periode tot en met 2030. In de op het Ambitiedocument gebaseerde Duurzaamheidsagenda 2016-2020 zullen de acties voor de komende vijf jaren concreet worden benoemd, gegroepeerd naar thema en voorzien van prioriteitstelling, indicatoren en tijdplanning. In het duurzaamheidsbeleid willen we een verbinding maken met de wijkaanpak, mede gezien de positieve effecten van een groene leefomgeving op de gezondheid en het gedrag van mensen. Het Ambitiedocument gaat vóór de zomer de inspraak in. Planning is dat de raad circa december 2015 het Ambitiedocument vaststelt, gelijktijdig met de Duurzaamheidsagenda 2016-2020. Tot slot Zoals uit het voorgaande gebleken is er voor het College geen aanleiding tot verdere actualisatie van de SMS-visie. We constateren dat de SMS-visie tot nu toe werkt zoals deze is bedoeld als leidend principe bij ontwikkeling van andere visies en beleid op het sociaal maatschappelijke terrein. Conform de toezegging door voormalig wethouder de Haan houden we in beginsel vast aan een eerste evaluatie in 2019. Met het geboden overzicht hebben wij u inzicht willen verschaffen in de verbinding met de andere actuele beleidsnota’s alsmede in de eerste bereikte resultaten ten aanzien van de ambities. Op uw connotatie ten aanzien van het monitoren van klanttevredenheid en kwaliteit komen wij zoals vermeld separaat terug aan de hand van de monitoringsagenda sociaal domein. De aanlevering van het tevredenheidsonderzoek 2015 onder klanten maakt daar onderdeel van uit. Wij hopen u door middel van deze informatieve brief met bijlagen voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend, 6 Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester, Bijlagen: 1. Overzicht beleidsnota’s ná de SMS-visie. 2. Beleidsmonitor SMS-visie: Actualisatie April 2015. 7 Bijlage bij Collegebrief Actualisatie Sociaal maatschappelijke Structuurvisie: Overzicht beleidsnota's ná de SMS-visie Naam nota Visie op subsidieverlening RV 13.0139 Looptijd 2014-2018 Evaluatie? In 2018, eind van de raadsperiode. Van bedrijventerreinen naar werklandschappen Leidse regio RV 13.0147 Economische agenda Leidse regio 2020 RV 13.0111 2013-geen einddatum Nee 2013-2020 Begin 2016 komt een evaluatie van de uitvoering. Ambitiedocument LAB071 RV 13.0081 Nota wonen 2020 RV 12.0111 2013- Nee 2013-2020 Begin 2016 Onderwijskansenbeleid RV 13.0077 2014-2017 Eind 2017 Sportnota verleiden tot bewegen RV 12.0118 2012-2018 Niet expliciet aangegeven In hoeverre in lijn met de SMS-visie? ‘De visie op onderdelen van beleidsterreinen waarbij het subsidie-instrument kan worden ingezet is vastgelegd in de sociaal-maatschappelijke structuurvisie 2025, de Kracht van mensen (SMS-visie). […] Met name het in de SMS-visie gepresenteerd toetsingskader kan gezien worden als handreiking voor het proces van beleid naar uitvoering.’ Mogelijkheden voor groei in de werkgelegenheid. Zorgen dat bedrijventerreinen ook in de toekomst aantrekkelijk blijven, zodat ze kunnen bijdragen aan werkgelegenheid en het voorzieningenniveau in de regio. Voor wat betreft het thema vestigingsklimaat is aansluiting gezocht bij LAB071. Doelen van de Economische agenda zijn o.a. om meer banen te creëren (denk aan het stimuleren van starters en werken aan onderwijsaanbod dat kwantitatief en kwalitatief aansluit op de vraag van de arbeidsmarkt) in de Leidse regio en om het vestigingsklimaat aantrekkelijker te maken voor ondernemers. De Leidse agglomeratie wil een regio zijn van internationale kennis, historische cultuur, met een prettige en hoogwaardige woonomgeving voor bewoners, die goed bereikbaar is. ‘De ruimtelijke structuurvisie en de Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie staan op hetzelfde niveau en zijn onderling met elkaar verbonden. De ‘hardware’ (stenen) en de ‘software’ (de mensen) kunnen immers niet zonder elkaar. Dit is bij uitstek aan de orde op het terrein van wonen: een aantrekkelijk woonmilieu heeft invloed op het gedrag van mensen en het soort woningen dat je bouwt heeft invloed op de mensen die je aan je stad bindt.’ ‘Onderwijskansenbeleid is bedoeld om gelijke kansen te creëren voor kinderen met een achterstand in de taal- en/of sociaal-emotionele ontwikkeling. […] Het is voor henzelf en voor de samenleving van groot belang dat kinderen hun capaciteiten ten volle kunnen benutten.’ Het grootste deel van de Leidse inwoners, ondernemers en organisaties is sterk betrokken bij de stad en wil ook een bijdrage leveren. De eigen kracht is van oudsher al erg groot in de sportsector. De verantwoordelijkheid zal in de toekomst steeds meer bij de sportsector en de stad zelf komen te liggen. De gemeente kan en wil niet primair verantwoordelijk zijn. Dat geldt niet alleen in de sport, maar ook voor veel andere beleidsterreinen in Leiden (zie bijvoorbeeld ook de Cultuurnota en de Sociaal-Maatschappelijke Structuurvisie). 8 Erfgoednota 2014 2020 RV 13.0113 2014-2020 Geen specifieke termijn benoemd Beleidsplan maatschappelijke ontwikkeling ‘Iedereen telt mee’ RV 13.0037 2013-2017 Eind 2014 vindt een tussenevaluatie plaats, in 2016 de eindevaluatie Nota Lokaal Gezondheidsbeleid ‘Ruimte maken voor gezondheid’ RV 14.0035 2014-2018 Beleidsplan Participatiewet RV 14.0108 2015-uiterlijk 2019 Voornemen om naast monitoren van effectindicatoren te rapporteren over de voortgang van de verschillende acties o.a. via de bestuursrapportage, een tussenrapportage na twee jaar en via een evaluatie eind 2018 Tussenevaluatie eind 2015 en een tweede evaluatie eind 2016 De maatschappelijke waarde van erfgoed komt aan de orde, er worden drie doelen benoemd die aansluiten op de SMS-visie: Doel 9: Leiden maakt erfgoed beleefbaar voor en door bewoners en bezoekers. Doel 10: Alle Leidenaren tot 18 jaar maken kennis met het brede erfgoedaanbod van de stad. Doel 11: Leiden benut de historische stad als podium en decor en geeft nieuwe betekenis aan bestaand erfgoed. Deze doelen hebben betrekking op het aantrekkelijker maken van de stad. ‘Iedereen telt mee!’ is het nieuwe beleidsplan Maatschappelijke Ontwikkeling van én voor Leiden. In aansluiting op de Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie van Leiden, neemt ‘de kracht van de stad’ in dit beleidsplan een centrale plaats in. In het plan besteden we bijvoorbeeld aandacht aan de wijze waarop we inwoners stimuleren en ruimte willen bieden zich voor elkaar en de maatschappelijke opgaven in onze stad in te zetten. De inwoner en zijn talenten en mogelijkheden staan ook centraal als we samen met hem gaan kijken naar passende ondersteuning. Activiteiten die we organiseren, vinden zoveel mogelijk in de nabije omgeving van mensen plaats. Het belang van het versterken van zelfregie wordt genoemd en daarbij wordt ook de link met de SMS vermeld. Tevens wordt het belang van natuurlijke speelplekken voor kinderen genoemd en de bijdrage die die speelplekken leveren om Leiden tot een aantrekkelijkere stad te maken. ‘Het centrale doel van de Participatiewet is dat veel meer mensen met arbeidsbeperkingen, die nog wel arbeidsvermogen hebben aan het werk gaan bij voorkeur bij reguliere werkgevers. Gemeenten hebben de opdracht om werkzoekenden te ondersteunen bij het zoeken naar werk.’ ‘De Participatiewet is een onderdeel van de drie decentralisaties in het Sociaal Domein, de overdracht van taken op het gebied van jeugd, zorg en werk van het Rijk naar de gemeenten. Gemeenschappelijke uitgangspunten zijn de eigen kracht van mensen en het beginsel dat ‘iedereen meedoet’. De overdracht gaat gepaard met forse bezuinigingen op het budget. Dit beleidsplan geeft nadere invulling aan de uitgangspunten van het 9 Herontwerp Sociaal Domein.’ 10 Cultuurnota 20122018, De kracht van cultuur is de toekomst van de stad RV 11.0134 Toekomst van het sociaal domein RV 13.0091 2012-2018 Midterm review eind 2015 De concept-SMS wordt als beleidskader genoemd in de nota. Aangegeven wordt dat één van de 3 hoofdopgaven van de concept-SMS voor de Cultuurnota het belangrijkste is, namelijk Investeren in Leiden, Stad van Ontdekkingen, aantrekkelijke stad. Bijna alle 11 doelstellingen van de Cultuurnota dragen hier aan bij. 2014- Niet expliciet benoemd Notitie Herontwerp van het sociaal domein: de uitwerking op hoofdlijnen (waarvan de uitgangspunten zijn vastgesteld) RV 13.0150 Hart voor de jeugd Leiden RV 14.0018 2014- Niet expliciet benoemd Geadviseerd wordt om de drie decentralisaties aan te pakken door middel van scenario 3: een transformatie van het sociaal domein. In dit scenario staat bij de vormgeving van het stelsel het vergroten van de participatie van mensen en het veilig en gezond opgroeien van kinderen centraal. Het sluit aan bij de brief van het kabinet, waarin staat dat de decentralisatie AWBZ geen overheveling is van Rijkstaken: ‘Het is een overheveling van budget om in grote beleidsvrijheid ondersteuning op maat aan burgers te kunnen organiseren’. Dit is een oproep om bestaande (verkokerde) producten los te laten en vanuit de eigen mogelijkheden van mensen maatwerk te leveren. Dit sluit nauw aan bij de sociaalmaatschappelijke structuurvisie ‘Leven in Leiden’ en het beleidsplan maatschappelijke ontwikkeling ‘Iedereen telt mee’. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop zij ‘participeren’. In Leiden is dat het basisuitgangspunt, die is vastgelegd in de sociaalmaatschappelijke structuurvisie ‘Leven in Leiden’ en deze staat ook centraal in de 3D visie “op eigen kracht” van Holland Rijnland. De opgave van alle decentralisaties is het uitgaan van de eigen regie en de eigen kracht van individuele inwoners en groepen van inwoners. Daar hoort een omslag van denken bij bij cliënten, professionals, instellingen en gemeenten naar vraaggericht werken, talentontwikkeling en de cliënt als onderdeel van zijn eigen oplossing of die van anderen. En ook een omslag in doen, namelijk een meer integrale blik bij de toegang, het werken volgens de methodiek van 1 cliënt, 1 plan. De beweging maken van “zorgen voor” naar “zorgen dat” en de ondersteuning dichterbij mensen realiseren. 2014-2016 Zit nu in de uitvoeringsfase; de jeugd- en gezinsteams worden 2 keer per jaar geëvalueerd. Gemeenten vervullen een stimulerende rol bij het versterken van de pedagogische gemeenschap. Denk bijvoorbeeld aan een kindvriendelijke inrichting van wijken en de participatie van burgers daarbij of het stimuleren en steunen van burgerinitiatieven die de gemeenschap versterken. In de sms-visie benadrukken we het belang van de (pedagogische) civil society, waarin organisaties en verbanden zich inzetten voor de samenleving, en waarin jeugdigen leren verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf en hun omgeving. Deze lijn wordt verder uitgewerkt met ‘Iedereen telt mee’: het versterken van de sociale binding en het stimuleren van participatie. Zo wordt de methodiek van veilig opgroeien (Communities that Care - CtC), 11 Invoering Wmo 2015. Van transitie naar transformatie (waarvan de beslispunten zijn vastgesteld) RV 14.0057 2014- Eind 2016, wordt meegenomen in eindevaluatie Beleidsplan MO deel 1 Sociaal maatschappelijke voorzieningen BW 13.0642 2013- 2015 waarbij beschermende- en risicofactoren in beeld worden gebracht, in toenemende mate ingezet bij het opstellen van wijkagenda’s. Belangrijke voorloper uit het ‘voortraject’ is de in de 4 Leidse regiogemeenten gezamenlijk opgestelde Notitie ‘Herontwerp Sociaal Domein’. De vastgestelde uitgangspunten uit het Herontwerp (RV 13.0150) zijn vertrekpunt geweest bij het gezamenlijk invulling geven aan de nieuwe Wmo-taken in de notitie Invoering uitbreiding Wmo. In lijn met deze uitgangspunten draagt de implementatie van de Wmo bij aan de transformatie van het sociale domein: ondersteuning moet aansluiten bij de vraag en zoveel mogelijk in de omgeving georganiseerd worden. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van de eigen kracht en het eigen netwerk. De eventuele ondersteuning vanuit de gemeente is aanvullend daarop. In de SMS-visie zijn de sociaal maatschappelijke voorzieningen in Leiden in kaart gebracht. Met de sociaal maatschappelijke voorzieningen wordt de ruimtelijke vertaling van één of meerdere maatschappelijke instellingen die zich in een pand gevestigd hebben, bedoeld. In de notitie Sociaal Maatschappelijke Voorzieningen werden 2 keuzes voorgelegd, waarbij men koos voor het starten met scenario 1, om na 1 jaar te evalueren of dit scenario toereikend is om effectievere , efficiënte en meer in samenhang zijnde benutting van voorzieningen te realiseren. Scenario 1 “Natuurlijk sturen” is als volgt: ga het gesprek aan met elkaar om hierdoor bewustzijn over eigen huisvestingssituatie c.a. te vergroten. Dit was in lijn met de vastgestelde SMS-visie 2025 Leven in Leiden over hoe wij met onze partners omgaan: richting geven, ruimte bieden, vertrouwen geven en verwerven, lef tonen. 12 Leven in Leiden 2025 Beleidsmonitor Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie - Actualisatie April 2015- Gemeente Leiden Concernstaf / Strategie, Middelen en Control Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) April 2015 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. De Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie samengevat 5 3. De relatie van de SMS-visie tot de Programmabegroting 7 4. De indicatoren van de Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie 8 2 1. Inleiding Enige tijd geleden heeft de toenmalige concerndirectie besloten dat nieuw gemeentelijk beleid meer meetbaar moet worden gemaakt. Het is de bedoeling duidelijk de te bereiken resultaten (de doelen) te formuleren en hier vervolgens indicatoren aan te koppelen. Vervolgens worden deze doelen gemonitord gedurende de looptijd van het beleid. Op het moment dat een (tussen)evaluatie gewenst is, is deze informatie hiermee voorhanden. Het team Strategie, Middelen en Control (onderdeel Beleidsonderzoek en Analyse, BOA) heeft hiervoor de Beleidsmonitor ontwikkeld. Doorgaans zal een Beleidsmonitor betrekking hebben op een beleidsnota. Maar ook voor een programma (bijvoorbeeld Programma Binnenstad), ter verantwoording (bijvoorbeeld de WMO) of, zoals in dit geval, voor een visiestuk als de Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie kan de Beleidsmonitor uitkomst bieden. In onderling overleg tussen de beleidsonderzoeker van BOA en de beleidsmedewerkers van in dit geval Sociaal en Economisch Beleid (SEB) is de ‘Beleidsmonitor Leven in Leiden 2025’ tot stand gekomen. In het vervolgtraject wordt deze jaarlijks aangevuld met de meest actuele realisatiewaarden van de indicatoren. Eerst volgt een samenvatting van de Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie. Vervolgens leggen we de relatie met de Programmabegroting en tot slot presenteren we een overzicht van de doelen van de visie met een set (effect-) indicatoren. 3 2. De Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie samengevat Deze Beleidsmonitor betreft de Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie, Leven in Leiden in 2025. Dit is de sociale equivalent van de fysieke, ruimtelijke structuurvisie 2025 die in 2009 is vastgesteld. Deze Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie biedt een kompas bij het maken van keuzes. Daarnaast biedt het een overkoepelend en toetsend kader voor diverse beleidsvelden zoals wonen, zorg, cultuur, welzijn, arbeidsmarkt, onderwijs en jeugd, sport en veiligheid. Deze visie ‘Leven in Leiden 2025’ geeft aan wat de uitgangspunten en verwachtingen zijn. Daarnaast zijn er principiële keuzes gemaakt in het beleid, voor subsidies, maatschappelijk vastgoed en de gemeentelijke organisatie. Op basis van onderzoek, analyses, trends en prognoses is de Sociale Staat van Leiden opgesteld. Hierbij is het volgende uitgangspunt leidend in Leiden anno 2025 én op weg daar naar toe: Uitgaan van de kracht van mensen “We gaan uit van de kracht van onze inwoners, ondernemers en instellingen. We stimuleren het nemen van eigen initiatieven van inwoners, bedrijven etc. die bedoeld zijn om de stad beter, mooier en interessanter te maken. Leidenaren hebben veel talenten. De samenleving vraagt een ander handelen, open te staan voor en faciliteren van initiatieven, ruimte te geven aan experiment en talent. We zien dat het overgrote deel van onze inwoners zelfredzaam zijn. Zij zorgen voor zich zelf en hun directe leefomgeving en zijn vaak ook bereid zich in te zetten als mantelzorger of vrijwilliger. Dit is onze basis bij het ontwikkelen van beleid en activiteiten. De mensen die onvoldoende zelfredzaam zijn, kunnen rekenen op ondersteuning. Deze hulp is gericht op het bevorderen van kracht en gezondheid. Om de kracht van inwoners, ondernemers en instellingen ook bij de voorbereiding voor besluitvorming te benutten, hechten we aan publieksparticipatie”. Samengevat is dit de missie van de visie: “Leidse inwoners, ondernemers en instellingen zijn sterk betrokken bij de stad en willen hier ook een bijdrage aan leveren. Als gemeente willen en moeten we gebruik maken van deze kracht. We staan open voor initiatieven, faciliteren en geven ruimte aan experiment en talent. Onder het leidende uitgangspunt ‘uitgaan van de kracht van mensen’ is het doel een aantrekkelijke stad te zijn waarin iedereen werkt, leert of participeert”. Om dit te bereiken zijn er de volgende drie hoofdopgaven: 1. Leiden, aantrekkelijke stad o Aantrekkelijk voor vestigers en inwoners o Aantrekkelijk voor bedrijven/instellingen o Aantrekkelijk voor (toekomstige) werknemers van bedrijven/instellingen o Aantrekkelijk voor bezoekers 2. Versterken van de arbeidsmarkt o Verminderen van de kloof tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt o Iedereen een startkwalificatie o Huisvesting voor arbeidspotentieel 4 o Ook mensen met een beperking werken o Grote arbeidsparticipatie van vrouwen vasthouden 3. Iedereen doet mee o Iedereen is aan het werk, naar school of anders actief. De drie hoofdopgaven liggen in elkaars verlengde. In een aantrekkelijke stad vestigen mensen zich graag. Door een goed en breed onderwijsaanbod blijven en komen bedrijven omdat er goed geschoold personeel is. Er is dan meer werkgelegenheid voor stad en regio. Een aantrekkelijke stad biedt dan ook de meeste kans voor ieders ontwikkeling en mogelijkheden om mee te doen. 5 Leven in Leiden 2025 is een visiestuk. Het is, samen met de Ruimtelijke Structuurvisie, een laag tussen de Ontwikkelingsvisie 2030 ‘Leiden stad van ontdekkingen’ en de diverse beleidsnota’s in. Deze visie kent geen uitvoeringsagenda, zoals de meeste andere beleidsnota’s wel kennen en in een visiestuk als dit horen ook geen concrete prestaties (en prestatie-indicatoren). Alle ‘subdoelen’ en prestaties zijn, worden of zouden moeten worden ondergebracht in onderliggende beleidsnota’s of programma’s. Ontwikkelingsvisie 2030 “Leiden, Stad van Ontdekkingen Ruimtelijke structuurvisie Kadernota bereikbaarheid Verder Kadernota Beleidsmet de openbare kader binnenstad ruimte vastgoed Sociaal-maatschappelijke structuurvisie EconoSport- Cultuur- Nota Beleidsplan mische nota nota Wonen WMO visie Etc. In dit geval volstaat voor de monitor een overzicht van de ambities. Vervolgens worden de indicatoren benoemd waarmee kan worden gevolgd of deze maatschappelijke effecten worden behaald. Op dit niveau zijn zoveel andere krachten dan de inspanningen van de gemeente van invloed, dat een rechtstreekse relatie niet kan worden gelegd. Een doelstelling kwantitatief maken heeft in dit geval dan ook niet zo veel zin. Liever spreken we in termen van meer of minder. 3. De relatie van de SMS-visie tot de Programmabegroting In principe is een (kader)nota leidend bij het opstellen van een Programmabegroting. Maar enige overeenkomst met de levenscyclus van de kip is wel aanwezig: op een bepaald moment wordt er nieuw beleid gemaakt en dan is het wel van belang om aan te sluiten op de Programmabegroting. De Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie is zo breed dat bij vele programma’s raakvlakken zijn. De duidelijkste voorbeelden zijn Jeugd en Onderwijs, Cultuur, Sport en recreatie, Welzijn en Zorg en Werk en Inkomen. 6 4. De indicatoren van de Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie Visie: Iedereen doet mee, door te werken te leren of anderszins. Leidend thema: Uitgaan van de kracht van mensen Indicator Bron Frequentie 1. % inwoners 18 t/m 64 jaar met hoge opleiding CBS / EBB Jaarlijks (meerjaargemiddelde ) 2. % volwassen inwoners dat vrijwilligerswerk doet Stadsenquête 2-jaarlijks 3. % volwassen inwoners dat wel eens heeft meegedacht met de gemeente Stadsenquête 2-jaarlijks 4. Positie woon-aantrekkelijkheidsindex binnen 50 grootste gemeenten Atlas voor gemeenten Jaarlijks 5. Overzichtskaartje Leiden per postcodegebied: Leefbaarometer Leefbaarometer 2-jaarlijks 6. Positie Leiden in ‘MKBvriendelijkste gemeente van Nederland’ MKB Nederland Jaarlijks 7. Aantal afgelegde bezoeken aan Leiden door inwoners van Nederland (zie ook Programma Binnenstad) Continu Vakantie Onderzoek Jaarlijks PB 2015* 9.A1c Hoofdopgaven: Aantrekkelijke stad voor: (potentiële) inwoners, bedrijven & instellingen bezoekers * Als de indicator is opgenomen in de Programmabegroting 2012, dan wordt in deze kolom het nummer aangegeven waaronder de indicator in de begroting staat vermeld. De eerste letter geeft aan of het een effect- (e) of prestatie- (p) indicator is. Het eerste cijfer geeft aan bij welk programma de indicator hoort, het tweede cijfer het doel en de tweede letter dient als volgnummer. 7 3.C1.j Versterken van de arbeidsmarkt: verminderen van de kloof tussen vraag en aanbod iedereen een startkwalificatie huisvesting voor arbeidspotentieel ook mensen met een beperking werken een hoge arbeidsparticipatie Iedereen doet mee. Randvoorwaarden: gezondheid sporten sociale cohesie in de buurt Indicator Bron Frequentie 8. Aantal (openstaande) vacatures UWV/CBS (inmiddels alleen nog voor de regio) Jaarlijks 9. Aandeel uitkeringsgerechtigden (als % van de potentiële beroepsbevolking) CBS Jaarlijks 10. Aandeel niet-werkende werkzoekenden (NWW-ers) UWV Jaarlijks 11. Aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters woonachtig in Leiden RMC/CFI Jaarlijks 12. WSW’ers werken zo regulier mogelijk (% begeleid werken) DZB Jaarlijks 13. Minima doen mee in de samenleving en raken niet sociaal geïsoleerd: aantal verstrekte tegemoetkomingen op grond van de declaratieregeling. SZW-net Jaarlijks 14. Netto arbeidsparticipatie vrouwen en mannen CBS/EBB Jaarlijks 15. Sportdeelname volwassenen: % Leidenaren dat voldoet aan de combinatienorm Gezond Bewegen Stadsenquête 2-jaarlijks 16. % inwoners > 18 jaar dat eigen gezondheid als matig of slecht beschouwt GGD Hollands Midden Eens per 4 jaar (2012) 17. Sociale cohesie Veiligheidsmoni tor Jaarlijks 18. % volwassen Leidenaren dat afgelopen jaar actief is geweest om de buurt te Veiligheidsmonitor: wordt niet meer gemeten sinds 2012 8 PB 2015* 10B1.a 9A1.a verbeteren Indicator 1: % inwoners 18 t/m 64 jaar met hoge opleiding Leiden 47% Beide grafieken laten zien welk % een hoge opleiding (HBO of Universiteit), een lage opleiding (basisschool, VMBO, Mavo, MBO1 of onderbouw havo/vwo) of iets er tussen in heeft. 34% 19% 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… hoog Nederland 42% 29% In Leiden heeft 47% van de mensen een hoog inkomen, in heel Nederland is dit 29%. Er zijn echter niet alleen relatief veel hoog-opgeleiden in Leiden, er zijn ook relatief weinig laag-opgeleiden. In heel Nederland is 29% laag opgeleid, in Leiden is dat maar 19%. Leiden scoort dus goed op het opleidingsniveau. 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… midden Bron: CBS, EBB Indicator 2: % volwassen inwoners dat vrijwilligerswerk doet 29% 8% 31% 8% 10% 13% 11% 11% 32% 29% 5% 10% 7% > 5 uur 10% 2-5 uur < 2 uur 14% 15% 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Bron: Stadsenquête 9 In Leiden doet 32% aan vrijwilligerswerk. Dit percentage is vrij constant door de jaren heen. Ongeveer de helft hiervan (15%) doet minder dan 2 uur per week, 7% meer dan 5 uur. Sportverenigingen, kerk en school zijn vaak genoemd als sector waar het werk wordt verricht. Zie ook HS 27 Stadsenquête 2013. Indicator 3: % volwassen inwoners dat wel eens heeft meegedacht met de gemeente 36% 33% 2011 2012 2013 2014 2015 In totaal heeft ruim een derde van de Leidenaren wel eens meegedacht met de gemeente. Vaak via inspraak op gemeentelijke plannen of via een wijk- of buurtvereniging. 50-plussers doen dit vaker dan jongeren; van de 55-65 jarigen heeft 59% wel eens meegedacht. De tevredenheid over het resultaat varieert sterk. Zie ook HS 4 Stadsenquête 2013. Bron: Stadsenquête Indicator 4: Positie woonaantrekkelijkheidsindex binnen 50 grootste gemeenten 7 8 9 9 9 9 11 9 200720082009201020112012201320142015 Leiden scoort een prima 9e positie op de woonaantrekkelijkheid, jaarlijks gemeten door de Atlas voor gemeenten. Deze is opgebouwd uit 8 onderdelen: bereikbaarheid van banen (11), cultureel aanbod (18), veiligheid (28), aanwezigheid van universiteit (3), culinair aanbod (15), % koopwoningen (40), % vooroorlogse woningen (5) en natuurgebieden (44). Tussen haakjes de positie van Leiden op de onderdelen. Bron: Atlas voor gemeenten Indicator 5: Overzichtskaartje Leiden per postcodegebied: Leefbaarometer 10 Hier zie je de kaart van 2012. Dit geeft de leefbaarheid weer op basis van 50 indicatoren. In Leden scoren alle gebieden groen (goede score) of oranje (matig) (op de kaart is dit geel). Rode gebieden scoren laag, in 2010 waren Noorderkwartier en de Kooi nog rood, in 2012 zijn er geen rode gebieden meer in Leiden. Bron: Leefbaarometer Indicator 6. Positie Leiden in ‘MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland’ Rangorde 232e 262e 434e 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Rapportcijfer 5.3 6.2 6.0 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 MKB-Nederland (Midden- en kleinbedrijf) voert sinds 2004 regelmatig een onderzoek uit naar de ‘MKB-vriendelijkste gemeente’. Het gaat om de positie die Leiden inneemt op het rapportcijfer dat door eigen ondernemers is gegeven. Deze is samengesteld uit verschillende deelindicatoren: tevredenheid over de gemeente, imago buiten de eigen gemeente, communicatie en beleid m.b.t. het MKB en de beleving van de gemeentelijke lasten. We vermelden zowel het rapportcijfer (6,0) als de rangorde: 262e van de 408 gemeenten. Bron: MKB Nederland Indicator 7: Aantal afgelegde bezoeken aan Leiden door inwoners van Nederland (zie ook Programma Binnenstad) aantallen x dzd 2,438 2,371 2,383 2,258 2,222 2,188 2,174 2,100 1,869 1,867 1,827 1,735 1,544 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Bron: CVO 11 Het ContinuVakantieOnderzoek (CVO) onderzoekt het vakantiegedrag van Nederlanders. Een van de onderdelen is “Toeristisch bezoek aan steden”. Nederlanders (niet-Leidenaren) wordt gevraagd of zij in Leiden een recreatief dagbezoek hebben afgelegd, en zo ja wat ze ervan vonden. De grafiek geeft het aantal dagbezoeken (dus niet het aantal bezoekers) aan Leiden. Dit was in 2010 bijna 2,4 miljoen en in 2013 is dit gedaald naar ca. 1,5 miljoen bezoeken. Overigens is de dalende trend ook landelijk aanwezig. J… J… J… J… J… J… J… J… J… J… J… J… J… J… J… Indicator 8: Aantal (openstaande) vacatures in Leiden bij het UWV Bron: UWV Het aantal bij het UWV openstaande vacatures is in januari 2012 gedaald tot een historisch (sinds 2007) laagtepunt van 162. Zomer 2013 waren het er 348. Dit zijn voornamelijk vacatures tot en met MBOniveau. Geschat wordt dat het aantal bij het UWV WERKbedrijf geregistreerde vacatures slechts 25% van het totaal aantal vacatures bedraagt. Inmiddels zijn deze gegevens niet meer alleen voor Leiden bekend, maar alleen voor de regio Holland Rijnland. Indicator 9: Aandeel uitkeringsgerechtigden (als % van de potentiële beroepsbevolking) 14.9% 200… 200… 200… 200… 200… 200… 201… 201… 201… 201… 201… 201… 201… 201… 201… 201… 12.2% N… Het gaat hier om WW, bijstand en Le… Arbeidsongeschiktheiduitkeringen ten opzichte van de 15 tot en met 64-jarigen. Dit percentage lag in Leiden jarenlang constant ca. 1,8% lager dan het gemiddelde van Nederland; inmiddels is dit verschil zelfs 2,7% ten gunste van Leiden.. Bron: CBS 7.4% 6.4% 6.9% 4.4% 5.1% 4.5% 4.3% 4.2% 4.4% 4.8% 4.6% 4.1% 3.8% 4.1% 4.1% 4.8% 5.1% Indicator 10: Aandeel niet-werkende werkzoekenden (NWW-ers) 2006200720082009201020112012201320142015 Leiden Bron: UWV en CBS 12 Het aandeel niet-werkende werkzoekenden is de laatste jaren in Leiden iets lager dan gemiddeld in Nederland: 7,4% van de 15 t/m 64 jarigen valt hierin (voor Nederland nog geen cijfer over 2014 bekend). Dit cijfer is de laatste jaren op papier erg gestegen doordat er meer op wordt gelet dat bijstandsgerechtigden met sollicitatieplicht ook ingeschreven staan. Dit geldt zowel voor Leiden als landelijk. Het is niet vast te stellen welk deel van de stijging hier toe te schrijven is. Indicator 11: Aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters woonachtig in Leiden 393 368 327 323 263 252 179 203 Het gaat hier om het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters woonachtig in Leiden, van het VO en MBO. De dalende trend is gunstig. In 2014 is het aantal weer iets gestegen. 2006200720082009201020112012201320142015 Bron: DUO-VSV-verkenner Indicator 12: WSW’ers werken zo regulier mogelijk (% begeleid werken) 29% 32% 32% 36% 37% 36% 37% 37% Een van de doelen uit de Programmabegroting 2012 was dat WSW-ers zich zodanig ontwikkelen dat ze zo regulier mogelijk kunnen werken. We zien in de figuur dat er een stijgende lijn was tot 2011. Inmiddels ligt het percentage dat zo regulier mogelijk werkt al een paar jaar rond de 37%. 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Bron: DZB Indicator 13: Aantal verstrekte tegemoetkomingen op grond van de declaratieregeling 4,966 3,514 2010 3,990 3,878 3,190 2011 2012 2013 2014 Bron: SZW-net 13 2015 De doelstelling is: minima doen mee in de samenleving en raken niet sociaal geïsoleerd. De doelstelling is moeilijk meetbaar. Er is gekozen voor de indicator: het aantal verstrekte tegemoetkomingen op grond van de declaratieregeling, conform de Programmabegroting. Let wel: het gaat om verstrekkingen en niet om het aantal personen. Indicator 14: Netto arbeidsparticipatie vrouwen en mannen 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… 2… Nederland (man) Leiden (man) De netto arbeidsparticipatie is de werkende beroepsbevolking gedeeld door potentiële beroepsbevolking (dit is iedereen van 15 t/m 64 jaar). Uit de grafiek blijkt dat de verschillen tussen Leiden en Nederland inmiddels minimaal zijn. De voorsprong van de Leidse vrouwen hierop is al een aantal jaren klein. CBS, Enquête Beroepsbevolking Indicator 15: Sportdeelname volwassenen: % Leidenaren dat voldoet aan de combinatienorm Gezond Bewegen 66% 67% 65% 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 In de Stadsenquête is een vragenblok “Sportdeelname” opgenomen waarin inwoners onder andere gevraagd wordt of zij aan sport doen en hoeveel zij bewegen. Men voldoet aan de Combinorm indien men voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NGB) (minimaal 5 dagen per week 30 minuten intensief bewegen) en/of aan de Fitnorm (minimaal 3 dagen per week minstens 20 minuten zwaar intensief actief zijn). Bron: Stadsenquête Indicator 16: % inwoners > 18 jaar dat eigen gezondheid als matig of slecht beschouwt 38% 29% 9% 2005 De GGD houdt eens in de 4 tot 5 jaar een gezondheidspeiling onder inwoners van de 19-… regio Holland Midden. De resultaten 65+… worden uitgesplitst naar cluster, waarvan Leiden cluster A is. De resultaten zijn bovendien uitgesplitst naar leeftijdscategorie: 19-64 jaar en 65 jaar en ouder. De ouderen ervaren hun gezondheid duidelijk slechter dan de 65minners. 28% 12% 2009 16% 2013 Bron: GGD Hollands Midden 14 Indicator 17: Sociale cohesie 5.9 5.8 5.9 5.8 5.7 5.7 5.8 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 In de Veiligheidsmonitor wordt, door middel van stellingen, een aantal vragen gesteld over de manier waarop inwoners met elkaar omgaan. Van alle antwoorden wordt, op de gebruikelijke manier gewogen, een gemiddelde berekend. Deze indicator is vrij stabiel door de tijd heen. Bron: Veiligheidsmonitor Indicator 18: % volwassen Leidenaren dat afgelopen jaar actief is geweest om de buurt te verbeteren 16% 16% 16% 2009 2010 2011 In de Veiligheidsmonitor was een vraag opgenomen waarin inwoners wordt gevraagd of zij actief zijn in de buurt. In Leiden was dat in 2011 16%. Deze vraag wordt nu niet meer gesteld in dit onderzoek en is vanaf 2015 opgenomen in de Leidse Stadsenquête. 13% 2008 2012 2013 Bron: Veiligheidsmonitor COLOFON BOA 15 BeleidsOnderzoek en Analyse Concernstaf/team SMC Gemeente Leiden [email protected] of 071 - 516 5068 Direct zelf informatie opzoeken?