Voorzitter, Eindelijk is het zover: we mogen als Raad wat zeggen over de structuurvisie voor Goeree Overflakkee, het voertuig voor een avontuurlijke reis. Voorzitter, ik permitteer me namens de fractie van de ChristenUnie allereerst in te gaan op het proces. Al sinds de aankondiging van de nieuwe wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) die per 1 juli 2008 ingegaan is was bekend dat in de verhouding tussen de provinciale en de lokale overheid het een en ander zou gaan veranderen. De provincie moet in haar Structuurvisie aangeven waar volgens haar het Provinciaal belang in het geding is en waar dat niet het geval is blijft ze op afstand en zijn de bestemmingsplannen van de gemeente leidend. De provincie heeft, als het aan haar ligt in ons gebied nogal wat belangen die conflicteren met onze eigen conceptvisie. De timing van reageren op een andere visie (een zienswijze heet dat) en het nadenken over onze eigen visie is hoogst ongelukkig te noemen. We kunnen hooguit constateren dat de 2 parallel lopende processen elkaar schijnbaar niet beïnvloeden, en zeker niet versterken tot 1 coherente gedeelde visie van meerdere overheden over een zelfde gebied. Deze nieuwe wet bood een uitgelezen kans om zelf de Regie in handen te nemen over het gebied wat wij van nabij kennen, dat ons lief is, en hoe wij daarmee om willen gaan naar de toekomst toe. Daarom is het op zijn minst opmerkelijk dat het AB van het ISGO, de gezamenlijke colleges van de 4 betrokken gemeenten, op 17 december 2009 besluiten dat uit het stuk meer ambitie moet blijken. Wat is er de afgelopen 3 jaar gebeurd? Hebben we de afgelopen 3 jaar niet benut om wat van de ambitie in het stuk te krijgen? Heeft de bestuurlijk trekker van dit proces kansen laten lopen? Ik kom daar straks op terug. Wat zou als onderlegger moeten dienen voor onze structuurvisie? Als eerste een gezamenlijk gedeelde woonvisie. Bij mijn weten heeft de Gemeenteraad niet een door haar bekrachtigde woonvisie geaccordeerd. Er is wel een woonvisie, maar de status van dat stuk is onduidelijk. Een tweede bouwsteen zou kunnen zijn een breed gedragen economische visie. Het bij de stukken gevoegde ZKA rapport kan toch moeilijk als dusdanig betiteld worden. Ook hier betreft het een belangrijk rapport wat discussie in de Raad behoeft om vervolgens vertaald te worden in ruimtelijke keuzes. Nu blijft opnieuw de status van dit rapport zwevend. Staan er dan geen goede dingen in het concept? Zeker wel; De nadruk op vitale kernen, sociaal economische vitaliteit, visie op het landschap, naar een duurzaam, klimaatbestendig beleid, opknappen gedateerde bedrijfsterreinen, zijn stuk voor stuk aansprekende thema’s. Er staat ook een aantal dingen in waar we minder gelukkig mee zijn: voor zover dit op het terrein van andere gemeenten ligt zullen we ons op dit moment uit piëteit onthouden van commentaar. We kunnen in de aanbevelingen van het AB van het ISGO meegaan. Wat ons betreft moet het stuk desnoods onvoldragen de inspraak in , want er is absoluut geen tijd meer te verliezen. Maar we mogen vandaag als Raad ook op en aanmerkingen maken voor het lokale deel. Logischerwijs kijk je dan allereerst of de wensen van de Raad verwerkt zijn in het concept. Nu heeft de Raad de wethouder niet heel veel huiswerk meegegeven, maar van 1 onderdeel was het overduidelijk. In een motie ingediend door mijn voorganger en mijn fractiegenoot werd uitgesproken : dat het betreffende gebied, gedoeld werd op de Prutweg, door het college in de ontwerp structuurvisie moet worden voorgedragen, zodat voor een eventueel definitief positief oordeel van de raad n.a.v. de te verwachten notitie alle ruimte bestaat. Er werd een notitie in het najaar van 2009 toegezegd waarin de voor-, nadelen en eventuele financiële gevolgen inzichtelijk worden gemaakt. En wat blijkt? Het aanvankelijke vraagteken op de locatie is verdwenen en naar vorige week tijdens de IOR bleek was dit te danken aan het feit dat de Raad het Streefbeeld Middelharnis Noord had vastgesteld. Alleen was dit de Raad tijdens het vaststellen hiervan niet duidelijk. (in ieder geval niet voor mijn fractie en naar ik begreep ook niet voor de fractie van de VVD). Belangrijkste achtergrond hiervan vormde de mogelijkheid om 250 woningen te programmeren buiten de contour. Natuurlijk is het voor ons duidelijk dat in het streefbeeld MNoord, ook woningen gepland worden, maar over aantallen en dat daarmee het quotum helemaal opgesoupeerd zou worden is ons niets gebleken in het voorstel en of we daar als Raad dan voor zouden kiezen is ook nog de vraag. Daarmee kom ik op de politieke beoordeling van wat nu voor ligt: Heeft onze wethouder er alles aan gedaan om de nadrukkelijke wens van de Raad te honoreren? Heeft hij de toezegging om de financiële gevolgen in beeld te brengen van het wel meenemen van de locatie Prutweg gestand gedaan? Heeft onze wethouder bevorderd dat in het proces om te komen tot deze structuurvisie de Raad meegenomen is? Heeft hij ervoor gezorgd dat alles voor de 4 gemeenten tijdig tot stand gekomen is? Is er voldoende bestuurlijke stroomlijning geweest met de Provinciale Structuurvisie? Liggen er nu uiteindelijk niet vele conflicten op de loer tussen enerzijds het Provinciaal belang en anderzijds het regionaal belang? Conclusies: 1. het is de wethouder aan te rekenen dat er niet tijdig een regionale structuurvisie gereed was (dhr. v/d Berg was immers de trekker van dit gehele verhaal); 2. het is de wethouder aan te rekenen dat de raad van Middelharnis niet tijdig in de gelegenheid is gesteld om input te leveren in de regionale structuurvisie; 3. het is de wethouder aan te rekenen dat de enige input die de raad de wethouder op voorhand heeft meegegeven (motie Prutweg) niet heeft uitgevoerd; 4. het is de wethouder aan te rekenen dat hij de raad niet heeft geïnformeerd over het concept van de regionale structuurvisie en het feit dat de raad van Middelharnis als enige raad op het gehele eiland hier geen kennis van heeft kunnen nemen; 5. het is de wethouder aan te rekenen dat er een zienswijze naar de provincie is verzonden waar de locatie Prutweg (en zelfs het vraagteken) uit is gehaald, zonder de raad hierin te kennen; Slot: Al hetgeen hierboven is omschreven wijst op totale minachting van de raad. Dit leidt tot de volgende motie: Motie: zie hieronder. Indien de wethouder zich niet bereid verklaart om beide bovenvermelde instructies uit te voeren zullen wij een motie van wantrouwen indienen. MOTIE Art. 39 R.v.O. # (In te vullen door de raadsgriffie) Aan de voorzitter van de raad van Middelharnis - Naar aanleiding van agendapuntnummer 10 Onderwerp: Regionale Structuurvisie Goeree-Overflakkee De raad van de gemeente Middelharnis in vergadering bijeen op 4 februari 2010 Overwegende; Dat het college de locatie Prutweg niet in de concept structuurvisie opgenomen heeft Dat een toegezegde notitie (najaar 2009) met de doorberekende financiële gevolgen van het meenemen van de locatie Prutweg niet verschenen is Dat het de wethouder aan te rekenen is dat er niet tijdig een regionale structuurvisie gereed was Dat het de wethouder is aan te rekenen dat de raad van Middelharnis niet tijdig in de gelegenheid is gesteld om input te leveren in de regionale structuurvisie Dat het de wethouder is aan te rekenen dat hij de raad niet heeft geïnformeerd over het concept van de regionale structuurvisie en het feit dat de raad van Middelharnis als enige raad op het gehele eiland hier geen kennis van heeft kunnen nemen Dat het de wethouder is aan te rekenen dat er een zienswijze naar de provincie is verzonden waar de locatie Prutweg uit is gehaald, zonder de raad hierin te kennen; gehoord de beraadslaging; Spreekt uit dat zij de wethouder opdraagt: 1. om binnen een week een aanvulling op de zienswijze te versturen naar de provincie, waarin vermeld staat dat de locatie Prutweg dient te worden opgenomen. 2. om in de bestuurlijke ronde die de Provincie in maart organiseert, in te zetten op inpassing van het plan Prutweg. en gaat over tot de orde van de dag. Ondertekening en naam: Fractie ChristenUnie G. de Jong R.A. de Rover