Besluit tot instelling van de cliëntenraad Wonen door de

advertisement
Besluit tot instelling
van de cliëntenraad Wonen
door de Stichting Bartiméus
14 mei 2014
Besluit tot instelling Cliëntenraad sector Wonen – 14 mei 2014
1
Inleiding
In dit instellingsbesluit is vastgelegd op welke wijze Bartiméus een cliëntenraad voor de
sector Wonen instelt. Dit besluit is mede tot stand gekomen door gebruik te maken van het
voorbeeld van het LSR, wat gebaseerd is op het ‘modelinstellingsbesluit voor de
cliëntenraad’ van het LSR. De wettelijke voorschriften uit de Wet Medezeggenschap Cliënten
in Zorginstellingen zijn gevolgd.
Bartiméus is een organisatie voor mensen die blind of slechtziend zijn. De sector Wonen van
Bartiméus biedt ondersteuning aan mensen met een visuele of een visuele-en-verstandelijke
beperking, van jong tot oud. Vaak is er sprake van nog andere bijkomende beperkingen of
stoornissen (een auditieve beperking, gedragsproblemen, ernstige lichamelijke beperkingen
of een ontwikkelingsachterstand). Als gevolg van deze andere beperkingen zijn cliënten vaak
niet in staat zelf hun belangen (ten volle) te behartigen. De cliëntenraad Wonen bestaat
daarom uit zowel cliënten als uit cliëntvertegenwoordigers.
Hoofdstuk 1 ‘Begripsbepalingen’
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
1. Organisatie:
Stichting Bartiméus, de rechtspersoon die de instelling in stand houdt.
2. Raad van Bestuur
Het orgaan dat belast is met de leiding van de organisatie en met de coördinatie van de
beleidsvoering. De Raad van Bestuur vertegenwoordigt de organisatie in het overleg met de
cliëntenraad. De Raad van Bestuur kan deze taak delegeren naar de directeur van de sector
Wonen.
3. Bartiméus:
Stichting Bartiméus te Doorn, zijnde de organisatie die diensten verleent aan cliënten en
daartoe is toegelaten op grond van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi).
4. Cliënt:
De natuurlijke persoon ten behoeve van wie de organisatie werkzaam is vanuit de sector
Wonen.
5. Cliëntvertegenwoordiger
De ouder, broer of zus die namens de cliënt spreekt en, zonder officiële status, diens
belangen behartigt, daar waar iemand niet in staat is dit zelf te doen.
6. Wettelijk vertegenwoordiger
De persoon die – benoemd door de kantonrechter – namens de cliënt spreekt en diens
belangen behartigt, daar waar iemand niet in staat is dit zelf te doen
7. Cliëntenraad Wonen:
De op basis van dit instellingsbesluit door de organisatie ingestelde orgaan dat de
gemeenschappelijke belangen van de cliënten van de sector Wonen behartigt.
Besluit tot instelling Cliëntenraad sector Wonen – 14 mei 2014
2
8. Kiesgroep:
Groep cliënten die als zodanig is aangemerkt in het besluit tot instelling van de cliëntenraad
Wonen.
9. Ambtelijk secretaris:
Diegene die de cliëntenraad Wonen ondersteunt bij zijn functioneren.
10. Cliëntcoach:
Diegene die individuele leden van de cliëntenraad Wonen ondersteunt bij het functioneren
als lid van een cliëntraad Wonen.
11. Directeur Wonen
Directeur van de sector Wonen, gedelegeerd vertegenwoordiger in het overleg met de
cliëntenraad Wonen.
12. Cluster
Naam voor de organisatorische eenheden van de sector Wonen, die als basis dient voor de
vertegenwoordiging van de cliënten in de Cliëntenraad.
13. Commissie van Vertrouwenslieden:
De commissie, zoals bedoeld in artikel 10 van de Wet medezeggenschap cliënten
zorginstellingen (Wmcz), die belast is met bemiddeling bij en de behandeling van
meningsverschillen tussen de organisatie en de cliëntenraad.
14. Samenwerkingsovereenkomst:
Het document, waarin de Raad van Bestuur en de cliëntenraad Wonen hun afspraken
vastleggen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de medezeggenschap.
Hoofdstuk 2 ‘Algemene bepalingen’
Artikel 2
1. De cliëntenraad Wonen heeft tot taak om, binnen het kader van de doelstellingen van de
instelling, in het bijzonder de gemeenschappelijke belangen van cliënten te behartigen
overeenkomstig de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen.
2. De organisatie en de cliëntenraad Wonen leggen hun afspraken over de wijze waarop de
medezeggenschap wordt vormgegeven vast in een samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 3
1. De cliëntenraad Wonen bestaat uit vijftien leden.
2. De cliënten zijn ten behoeve van de verkiezingen ingedeeld in vijf kiesgroepen:
 Cluster Ontwikkelingsgericht Wonen (OGW) locatie Doorn, kiesgroep A
 Cluster Ontwikkelingsgericht Wonen (OGW) locatie Zeist, kiesgroep B
 Cluster Intensief Begeleid Wonen (IBW), kiesgroep C
 Cluster Bijzonder Begeleid Wonen (BBW), kiesgroep D
 Cluster Geïntegreerd Wonen en Ouderen (GWO), kiesgroep E
3. De kiesgroepen kiezen de volgende aantallen en soorten kandidaten:
 Kiesgroep A kiest drie leden van de raad, waarvan twee cliënten en één
Besluit tot instelling Cliëntenraad sector Wonen – 14 mei 2014
3
cliëntvertegenwoordiger/wettelijk vertegenwoordiger.
 Kiesgroep B kiest drie leden van de raad, waarvan twee cliënten en één
cliëntvertegenwoordiger/wettelijk vertegenwoordiger.
 Kiesgroep C kiest drie leden van de raad, waarvan één cliënt en twee
cliëntvertegenwoordigers/wettelijk vertegenwoordigers.
 Kiesgroep D kiest drie leden van de raad, d.w.z. drie
cliëntvertegenwoordigers/wettelijk vertegenwoordigers.
 Kiesgroep E kiest drie leden van de raad, waarvan twee cliënten en één
cliëntvertegenwoordiger/wettelijk vertegenwoordiger.
4. Kiesgerechtigd zijn de cliënten. Een wettelijk
vertegenwoordiger/cliëntvertegenwoordiger kan namens een cliënt stemmen.
Cliënten kiezen de cliëntleden in de kiesgroep, wettelijk vertegenwoordigers kiezen
de cliëntvertegenwoordigers in de kiesgroep.
5. Cliënten, wettelijk vertegenwoordigers van cliënten en cliëntvertegenwoordigers
kunnen zich kandidaat stellen voor de cliëntenraad mits zij voldoen aan de volgende
voorwaarden:
 een kandidaat is op de verkiezingsdatum tenminste 18 jaar oud;
 een kandidaat is geen medewerker van Bartiméus;
 is in staat zijn medezeggenschapstaken uit te voeren;
 een kandidaat ontvangt op het moment van kandidaatstelling tenminste een half
jaar zorg van Bartiméus of is vertegenwoordiger van een cliënt die op het moment
van kandidaatstelling tenminste een half jaar zorg ontvangt van Bartiméus.
6. Leden van de cliëntenraad Wonen hebben zitting zonder last of ruggespraak.
Artikel 4
1. De leden van de cliëntenraad Wonen worden gekozen voor vier jaar; zij zijn terstond
herkiesbaar. De leden kunnen maximaal twee keer herkozen worden. Twee jaar na
afloop van de laatste herverkiezing kan iemand opnieuw tot lid worden gekozen.
Hoofdstuk 3 ‘Verkiezingen’
Artikel 5
1. De directeur Wonen bepaalt, in overleg met de cliëntenraad Wonen, de datum van de
verkiezingen en maakt deze bekend aan de cliënten. De datum van de verkiezingen ligt
niet eerder dan acht weken en niet later dan vier weken voor de afloop van de
zittingsperiode van de aftredende leden.
2. De directeur Wonen draagt zorg voor de organisatie van de verkiezing van de leden van
de cliëntenraad. Zij stelt hiertoe, telkenmale, in overleg met de cliëntenraad, een
verkiezingscommissie in.
Besluit tot instelling Cliëntenraad sector Wonen – 14 mei 2014
4
Artikel 6. Taken van de verkiezingscommissie
1. De taken van de verkiezingscommissie zijn:
a. begeleiden van het proces rond kandidaatstelling: nagaan of kandidaten voldoen aan
de voorwaarden die gesteld worden; informeren over geschiktheid aan de kandidaat
en informatieverstrekking aan alle betrokkenen;
b. beoordelen of er verkiezingen nodig zijn op basis van het aantal kandidaten;
c. verkiezingsdatum vaststellen en bekendmaken kandidatenlijst;
d. de uitslag vaststellen en bekendmaken;
e. evaluatierapport uitbrengen aan de cliëntenraad over het proces.
Artikel 7
1. De verkiezingscommissie zendt degenen die gerechtigd zijn om zich kandidaat te stellen
voor het lidmaatschap van de cliëntenraad Wonen tenminste zes weken voor de
verkiezingen een formulier toe met behulp waarvan zij hun kandidatuur kenbaar kunnen
maken.
2. Op dit formulier moet zijn aangegeven wanneer en waar het kan worden ingeleverd.
Bovendien moet het formulier de bepaling bevatten dat degene die zich kandidaat stelt,
kennis heeft genomen van het reglement van de cliëntenraad Wonen.
3. Ieder die het recht heeft zich kandidaat te stellen kan ook iemand anders kandidaat
stellen, mits deze persoon daarmee instemt en in dezelfde kiesgroep verkiesbaar is.
4. De verkiezingscommissie stelt aan de hand van de binnengekomen geldige
kandidaatstellingsformulieren per kiesgroep een kandidatenlijst op. De namen van de
kandidaten uit de betreffende kiesgroep worden hierop in alfabetische volgorde geplaatst.
Daarbij wordt aangegeven of de kandidaat reeds zitting heeft in de cliëntenraad en of de
kandidaat zelf cliënt is of cliëntvertegenwoordiger.
5. De verkiezingscommissie stuurt de kiesgerechtigden uiterlijk twee weken voor de
verkiezingen de kandidatenlijst toe van de kiesgroep waarvan zij deel uit maken, samen
met de oproep om te stemmen. De directeur Wonen en de kandidaten worden
geïnformeerd over de kandidatenlijst.
6. Indien er in een kiesgroep niet meer kandidaten zijn gesteld dan er voor die kiesgroep
plaatsen zijn te vervullen, vinden er in die kiesgroep geen verkiezingen plaats en wordt
de gestelde kandidaat geacht te zijn gekozen.
Artikel 8
1. Bij de stemming wordt door de verkiezingscommissie, tegen overlegging van een oproep
om te stemmen, een stembiljet uitgereikt.
2. Verkiezingen vinden plaats door:
a. een stem uit te brengen op het stembiljet in een bepaalde locatie;
b. door het stemformulier op te sturen.
3. Stemming geschiedt door op het stembiljet maximaal zoveel kandidaten aan te kruisen
als gekozen kunnen worden door de kiesgroep, waarvan de betreffende cliënt deel
uitmaakt.
4. Alle stembiljetten moeten uiterlijk op de dag van stemming in het bezit zijn van de
verkiezingscommissie.
5. Een stemgerechtigde kan iemand machtigen om namens hem te stemmen.
Besluit tot instelling Cliëntenraad sector Wonen – 14 mei 2014
5
Artikel 9
1. De verkiezingscommissie telt, na afloop van de stemming, de geldig uitgebrachte
stemmen.
2. Een stem is ongeldig als:
a. Het stembiljet niet door of namens degenen die belast zijn met de verkiezingen is
uitgereikt;
b. Niet duidelijk is welke keuze is gemaakt;
c. Het aantal namen dat is aangekruist groter is dan het aantal kandidaten dat door de
kiesgroep kan worden gekozen.
d. Het stembiljet niet tijdig is ingediend.
3. Gekozen zijn die kandidaten die achtereenvolgens in hun kiesgroep het hoogste aantal
stemmen hebben verkregen.
4. Indien voor de laatst te bezetten zetel meerdere kandidaten een gelijk aantal stemmen
heeft verkregen, beslist tussen hen het lot.
5. De verkiezingscommissie maakt binnen vijf werkdagen de uitslag bekend aan de
kandidaten, de cliënten en aan de organisatie.
6. De stembiljetten worden minimaal drie maanden bewaard door de voorzitter van de
verkiezingscommissie in een gesloten envelop. De uitslagenlijst wordt minimaal bewaard
tot de volgende verkiezing.
Artikel 10. Bezwaren
1. Eventuele bezwaren kunnen door de kandidaten uiterlijk binnen een week na de
bekendmaking worden ingediend bij de verkiezingscommissie. Deze beslist uiterlijk
binnen een maand na bekendmaking definitief over de ingediende bezwaren.
2. De verkiezingscommissie kan in geval van ingediende bezwaren de volgende beslissing
nemen:
a. Het bezwaar ongegrond verklaren. Daarmee wordt de verkiezingsuitslag
onherroepelijk vastgesteld.
b. Besluiten tot hertelling van de stemmen, op basis waarvan de uitslag alsnog
onherroepelijk wordt vastgesteld.
c. Uitschrijving van nieuwe verkiezingen.
Artikel 11
1. Indien zich naar aanleiding van de uitnodiging tot kandidaatstelling geen kandidaten
melden, wordt een tweede verzoek tot melding van kandidaten naar cliënten gezonden.
2. Wanneer na de tweede aankondiging zich nogmaals geen kandidaten melden, kan de
verkiezingscommissie een voorstel doen aan de directeur Wonen voor een alternatieve
procedure voor werving.
3. De alternatieve procedure wordt door de directeur Wonen ter advisering voorgelegd aan
de cliëntenraad Wonen, alvorens een definitief besluit te nemen.
Besluit tot instelling Cliëntenraad sector Wonen – 14 mei 2014
6
Hoofdstuk 4 ‘Einde lidmaatschap’
Artikel 12
1. Het lidmaatschap van de cliëntenraad Wonen eindigt:
a. Door verloop van de zittingsduur.
b. Door overlijden.
c. Door een besluit het lidmaatschap op te zeggen. Hierbij geldt een opzegtermijn van
twee maanden.
d. Als het lid niet meer voldoet aan de vereisten uit artikel 3.
e. Wanneer de cliëntenraad Wonen, overeenkomstig de regeling die hij daarvoor
reglementair getroffen heeft, besluit dat voortzetting van het lidmaatschap
redelijkerwijs niet van de cliëntenraad Wonen gevergd kan worden.
f. Door collectief ontslag door de organisatie indien de cliëntenraad Wonen zodanig
functioneert dat de organisatie daardoor niet langer voldoet aan zijn plicht om een
cliëntenraad in stand te houden die representatief is voor de cliënten van de instelling
en redelijkerwijs in staat kan worden geacht om hun gemeenschappelijke belangen te
behartigen.
2. Personen die als lid van de cliëntenraad Wonen zijn ontslagen door de cliëntenraad
Wonen of de organisatie kunnen zich bij de eerstvolgende verkiezingen na hun ontslag
niet verkiesbaar stellen als lid van de cliëntenraad Wonen.
Artikel 13
1. Bij een tussentijdse vacature treedt degene die na de laatst gekozen kandidaat in de
kiesgroep de meeste stemmen heeft verkregen, bij de laatst gehouden verkiezingen,
binnen een maand in de plaats van degene wiens lidmaatschap tussentijds is geëindigd.
Het bepaalde in artikel 8 lid 3 en 4 is van overeenkomstige toepassing.
2. Als geen plaatsvervangers als bedoeld in het eerste lid beschikbaar zijn, wordt in de
vacature voorzien door tussentijdse verkiezingen te houden in de kiesgroep. De artikelen
5 tot en met 8 van dit besluit zijn hierop van overeenkomstige toepassing.
3. Als binnen zes maanden na het ontstaan van een vacature reguliere verkiezingen
worden gehouden, blijven tussentijdse verkiezingen achterwege.
4. Degene die optreedt ter invulling van een tussentijdse vacature treedt af op het tijdstip
waarop degene in wiens plaats hij trad, zou zijn afgetreden.
Hoofdstuk 5 ‘Voorwaarden voor medezeggenschap’
Artikel 14
1. De organisatie draagt er zorg voor dat degenen die staan of hebben gestaan op een
kandidatenlijst als bedoeld in artikel 6, alsmede de leden en de gewezen leden van een
cliëntenraad Wonen en de eventuele cliënt voor wie een lid of gewezen lid als
cliëntenvertegenwoordiger optreedt, niet uit hoofde van hun kandidaatstelling voor of hun
lidmaatschap van de cliëntenraad Wonen of vanuit de functie van ambtelijk secretaris of
cliëntcoach van de Cliëntenraad Wonen, worden benadeeld in hun positie in de
organisatie.
Besluit tot instelling Cliëntenraad sector Wonen – 14 mei 2014
7
Artikel 15
1. De kosten die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de
cliëntenraad Wonen, komen ten laste van de organisatie.
2. De kosten van het voeren van rechtsgedingen in het kader van de Wet
Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen, komen slechts ten laste van de organisatie
indien deze van te voren van de te maken kosten schriftelijk op de hoogte is gesteld.
3. Onverminderd het bepaalde in lid 1 en lid 2 kan de organisatie, in overeenstemming met
de cliëntenraad Wonen, de kosten die de cliëntenraad Wonen in enig jaar zal maken,
vaststellen op een bepaald bedrag dat de cliëntenraad Wonen naar eigen inzicht kan
besteden. Kosten waardoor het hier bedoelde bedrag zou worden overschreden, komen
slechts ten laste van de organisatie voor zover hij in het dragen daarvan toestemt.
Artikel 16
1. De organisatie staat de cliëntenraad Wonen het gebruik toe van de voorzieningen
waarover hij kan beschikken en die de cliëntenraad Wonen voor de vervulling van zijn
taak redelijkerwijs nodig heeft.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan de organisatie jaarlijks, in overeenstemming met
de cliëntenraad Wonen, een nadere regeling vaststellen waarin wordt beschreven welke
voorzieningen de cliëntenraad Wonen ten dienste staan; de mate waarin daarvan gebruik
wordt gemaakt en al het overige wat in dit kader relevant wordt geacht.
Artikel 17
1. Bij verschil van mening tussen de organisatie en de cliëntenraad Wonen over de
uitvoering van de artikelen 12 en 13 kan de cliëntenraad Wonen de Landelijke
Commissie van Vertrouwenslieden vragen om te bemiddelen. Wanneer de bemiddeling
van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden niet tot overeenstemming leidt, kan
de cliëntenraad Wonen zich tot de kantonrechter wenden.
Hoofdstuk 6 ‘Overgangs- en slotbepalingen’
Artikel 18
1. Wanneer binnen de organisatie geen cliëntenraad Wonen functioneert, wordt voor artikel
5 lid 1, gelezen: ‘De organisatie bepaalt de datum van de verkiezingen en maakt deze
bekend aan de cliënten’. En voor artikel 5 lid 2: ‘De organisatie draagt zorg voor de
organisatie van de verkiezing van de leden van de cliëntenraad Wonen. Hij stelt hiertoe
een kiescommissie in’.
2. Wanneer geen reglement van de cliëntenraad Wonen van kracht is, is het bepaalde in de
tweede volzin van artikel 6 lid 2, niet van toepassing
Besluit tot instelling Cliëntenraad sector Wonen – 14 mei 2014
8
Artikel 19
1. In gevallen waarin dit besluit niet voorziet beslist de organisatie.
2. Dit besluit kan worden gewijzigd door de organisatie. De organisatie wijzigt dit besluit niet
voordat de cliëntenraad Wonen hierover positief advies heeft uitgebracht dan wel,
wanneer dit advies negatief is, de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden heeft
vastgesteld dat de organisatie bij afweging van betrokken belangen in redelijkheid tot
wijziging van het beoogde besluit kan komen.
3. Dit besluit treedt in werking op 24 april 2014
Vastgesteld door de organisatie tijdens zijn vergadering van 24 april 2014 te Doorn.
Namens Bartiméus,
Mw. drs. J.E.A.M. Nooren
Voorzitter Raad van Bestuur
Besluit tot instelling Cliëntenraad sector Wonen – 14 mei 2014
9
Download