De kern in een cel bevat zo’n twee meter DNA (vergelijkbaar met 14 km visdraad in een tennisbal). Het DNA moet dus op de juiste manier gevouwen zijn. In de kern zijn lichte open structuren te zien (euchromatine) en meer donkere compacte structuren (heterochromatine). De nucleolus is het kernlichaampje dit is het gebied waar rRNA wordt gemaakt. Chromatine is het complex van DNA en eiwitten welke samen de chromosomen vormen. Eiwitten in het chromatine hebben diverse functies: Verpakken DNA Regulatie genexpressie Versterken van DNA (o.a. belangrijk bij mitose en meiose als er spanning op komt te staan) Nucleosoom is een complex van DNA en histonen dat de genexpressie regelt. (de nucleosomen zijn de kralen van eiwit met eromheen DNA) Een nucleosoom bevat 8 histoneiwitten (H2A, H2B, H3 en H4 elk twee maal). Histon H1 ligt tussen de nucleosomen.