Wetenschap | Tekst Peter Giesen Foto Thijs Rooimans Executieve functies Hype of handvat? Er zijn kinderen die hun ouders tot wanhoop drijven, omdat ze altijd te laat op school komen, hun huiswerk niet kunnen plannen of slecht met teleurstelling en boosheid kunnen omgaan. Vaak snappen zulke kinderen heel goed dat ze iets fout doen. Ze zijn alleen niet in staat om hun gedrag te veranderen. Recent onderzoek laat zien dat ze tekortschieten op de zogeheten ‘executieve functies’, de hersenfuncties die verantwoordelijk zijn voor zaken als plannen en het reguleren van emoties. De executieve functies staan de laatste tijd sterk in de belangstelling. Onlangs verscheen het boek Slim Maar.. van de Amerikaanse pedagogen Peg Dawson en Richard Guare. Dit boek bevat vragenlijsten waarmee ouders hun kinderen kunnen testen op executieve functies. Ook bieden Dawson en Guare oefeningen om deze functies te verbeteren. Maar zijn de executieve functies echt een handvat om improductief gedrag aan te pakken? Of is het een hype? Over deze vraag werd onlangs een congres gehouden in de Utrechtse Jaarbeurs. Dagvoorzitter was dr. Mariëtte Huizinga, docent ontwikkelings- psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Met één van de sprekers, dr. Diana Smidts ontwikkelde zij de BRIEF, Executieve Functies gedragsvragenlijst, een Nederlandse versie van de diagnostische vragenlijst voor executieve functies. Ook schreef zij het voorwoord voor het boek van Dawson en Guare. Nuttig hulpmiddel Hype of handvat? “Ik vind het zeker een handvat, als het tenminste goed wordt gebruikt”, zegt Huizinga. “Met onze vragenlijst kan heel precies worden bekeken hoe kinderen scoren op gebie- den als inhibitie, emotieregulering en planning. De uitslag van zo’n test is een nuttig hulpmiddel voor de behandelaar.” Het gevaar van een hype dreigt wel, vindt zij. “Het kan een nieuw label worden. Mijn kind heeft last van EF, een stoornis van de executieve functies”, zegt Huizinga. Daar zitten twee gevaren aan, vindt ook haar collega Diana Smidts. “Een slechte score op executieve functies is geen zelfstandige stoornis, maar een symptoom van een specifieke aandoening zoals ADHD of autisme”, zegt Smidts. Te veel nadruk op executieve functies zou daarom kunnen leiden tot symptoombestrijding, waarbij de echte stoornis onbehandeld blijft. Daarnaast zijn veel kinderen niet goed in plannen, initiatief nemen en andere zaken die met de executieve functies te maken hebben. Van een stoornis hoeft echter niet direct sprake te zijn. Executieve functies verbeteren als kinderen ouder worden. “Je moet oppassen dat je niet te snel een etiket op kinderen plakt”, zegt Huizinga. Met de vragenlijst kan aan de hand van De executieve functies volgens Dawson en Guare: Respons-inhibitie Werkgeheugen Emotieregulatie Volgehouden aandacht Taakinitiatie Planning/prioritisering Organisatie Timemanagement Doelgericht gedrag Flexibiliteit Metacognitie Slim Maar...., help kinderen hun talenten benutten door hun executieve functies te versterken, Peg Dawson en Richard Guare. Uitgeverij Hogefre, € 29,50. • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • Elite-stoornis Ik wil mijn bezorgdheid uitspreken over de nieuwe regeling voor dyslectische kinderen in groep 4 waarvan de dyslexieverklaring en behandeling vergoed wordt door de zorgverzekeraar. Als leerkracht, dyslecticus en ouder dacht ik eerst: 26 Gelukkig er is iets financieel geregeld voor deze doelgroep. Maar niets is minder waar. De regeling is zo samengesteld dat alleen de kinderen in aanmerking komen die tot en met groep 4 E-tjes hebben gescoord op de leestoetsen. Als je een balans magazine augustus/september 2009 “Het kan een nieuw label worden. Mijn kind heeft last van EF, een stoornis van de executieve functies”, zegt Mariëtte Huizinga. normen nauwkeurig worden bepaald of het kind daadwerkelijk afwijkt ten opzichte van zijn of haar leeftijdgenoten. De term ‘executieve functies’ komt uit de neurowetenschap. Door hersenonderzoek is vastgesteld dat deze functies worden uitgevoerd in het voorste deel van de hersenen, de prefontale cortex. Ze spelen een rol bij het uitvoeren van alle taken, zelfs de simpelste. Dawson en Guare geven het voorbeeld van een kind dat een glas melk uit de keuken moet halen. Daartoe moet het opstaan, naar de keuken lopen, een glas uit de kast pakken, de melk uit de koelkast pakken, inschenken en in de woonkamer weer opdrinken. Dat klinkt simpel, maar onderweg kan er van alles gebeuren. Sommige kinderen kunnen de aandrang niet weerstaan om toch limonade te pakken, of ze worden afgeleid door een zak chips die ze op het aanrecht zien liggen. Profiel Dawson en Guare onderscheiden maar liefst elf executieve functies, met een zeer uiteenlopend karakter, van respons-inhibitie (het vermogen om ongewenst gedrag te onderdrukken) tot planning, flexibiliteit en metacognitie (het vermogen om een stapje terug te doen en je eigen gedrag van een afstandje te bekijken). De BRIEF van Smidts en Huizinga is een instrument om hier ordening in aan te brengen. “Het zegt niet zo veel als je zegt: mijn kind heeft een probleem met de executieve functies. Het is een heel breed begrip. Daarom moet je de afzonderlijke functies goed definiëren. Vervolgens kun je het begrip in stukjes delen en bepalen waar een kind precies op uitvalt”, zegt Diana Smidts. Dat gebeurt met de BRIEF. Van de scores op de vragenlijst kan een profiel gemaakt worden. Sommige kinderen scoren bijvoorbeeld heel zwak op respons-inhibitie, maar veel beter op planning. Huizinga en Smidts willen in vervolgonderzoek bekijken of bepaalde profielen bij specifieke stoornissen passen. Hebben kinderen met ADHD een heel ander profiel dan kinderen met autisme? “Het ligt wel voor de hand. Bij ADHD’ers is het werkgeheugen en inhibitie vaak onvoldoende, bij autisme ontbreekt de cognitieve flexibiliteit. Maar we willen dat systematisch onderzoeken”, zegt Huizinga. Huizinga en Smidts benadrukken dat het onderzoek nog in de kinderschoenen staat. De BRIEF is vooral een hulpmiddel bij de diagnose. “De BRIEF brengt de executieve vermogens in kaart. Zo kun je gedrag kwantificeren en de vermoedens van de behandelaar bevestigen”, zegt Smits. “Je moet het vooral zien als een instrument voor de clinicus.” De vraag hoe de werking van de executieve functies verbeterd kan worden, is nog niet beantwoord. Het boek van Dawson en Guare bevat een groot aantal oefeningen. Om de aandacht van een kind te versterken kan bijvoorbeeld de toegang tot de computer beperkt worden, een huiswerkplanning gemaakt worden en de ouders kunnen het kind regelmatig aan zijn huiswerk herinneren. De emotieregulatie van een kind dat woedend wordt als hij een fout maakt of een wedstrijd verliest, kan verbeterd worden door duidelijke regels over gedrag te stellen. Het zijn oefeningen die tamelijk voor de hand liggen en ook passen in een normale opvoedpraktijk, zoals duidelijke regels stellen, afspraken maken, met een checklist werken en gewenst bedrag belonen. Huizinga: “Ik vind de oefeningen van Dawson en Guare wel een mooie poging om kinderen te helpen. Maar het is niet theoretisch onderlegd. Er is maar heel weinig wetenschappelijk onderzoek naar het verbeteren van executieve functies gedaan. Dat geldt overigens voor veel interventies”, zegt Huizinga. “Maar het zijn onschuldige oefeningen, waarmee je geen kwaad kunt doen. Als het niet werkt, kun je een kinderpsycholoog raadplegen.” n • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • DE ZEEPKIST • hogere score hebt kom je niet voor hulp in aanmerking. Deze regeling biedt dus helemaal geen nieuwe mogelijkheden aan ouders en leerkrachten om de grote groep kinderen met dyslexie te helpen. En dat terwijl heel veel scholen die hulp willen bieden. Ouders moeten dus in de meeste gevallen nog steeds de hulp zelf balans magazine augustus/september 2009 betalen. Dyslexie blijft een elite-stoornis, waardoor er uit heel veel kinderen niet het niveau gehaald wordt dat er in zit. Terwijl als ze gebruik kunnen maken van hulpmiddelen het nu en later gelukkige mensen kunnen worden die met hun creativiteit en doorzettingsvermogen veel voor de maatschappij kunnen betekenen. Ik ben een teleurgestelde leerkracht, ouder, vrijwilliger van Balans en dyslecticus. Maar we geven het niet op te vechten voor een betere regeling waardoor leerkrachten werkelijk iets te bieden hebben aan al die vragende ouders. Een moeder (naam bij de redactie bekend) 27