No Slide Title - VU-dare - Vrije Universiteit Amsterdam

advertisement
Benelux Merken Congres 2011
Amsterdam, 25 maart 2011
Keyword advertising –
aansprakelijkheid ISPs
Prof. dr. Martin Senftleben
Vrije Universiteit Amsterdam
Bird & Bird, Den Haag
Inleiding
Zoekresultaten en reclame
Consumentengedrag
‘Uit onderzoek blijkt dat 90% van de informatiezoekers
niet verder kijkt dan de eerste drie bladzijden met
resultaten, 62% de resultaten van de eerste pagina
aanklikken en dat 36% ervan uitgaat dat de eerstgenoemde ondernemingen in de zoekresultaten de
belangrijkste en meest toonaangevende bedrijven zijn
op hun gebied.’
(Van der Beek, Computerrecht 2008, p. 32)
Overzicht zoekresultaten
natuurlijke
resultaten
commerciële
resultaten
door een zoekrobot
gegenereerd op
basis van
algemene
indexeringscriteria
weergegeven op
basis van financiële
criteria: wie het
meest betaalt, staat
bovenaan vermeld
beïnvloeding:
metatags
beïnvloeding:
AdWords etc.
Gebruik als metatag
Gebruik als AdWord
Gebruik door een derde
Belanghebbenden
• merkhouder: de facto verplicht om te betalen?
• concurrent: oneerlijk meeliften?
• zoekmachine: winst op kosten van het merk?
merkhouder
concurrent
zoekmachine
Het geldende
Europese recht
HvJEG, 23 maart 2010, zaak C-236/08,
Google/Louis Vuitton
• Louis Vuitton:
– houder van de merken ‘Louis Vuitton’ en ‘LV’
• Google
– maakt gebruik van die merken als zoekwoorden
mogelijk voor sites waarop namaakversies van
Louis Vuitton producten worden aangeboden
– combinatie van de merken mogelijk met andere
zoekwoorden die op namaak duiden, zoals
‘nabootsing’, ‘reproductie’ en ‘kopie’
HvJEG, 23 maart 2010, zaak C-237/08,
Google/Viaticum en Luteciel
• Viaticum en Luteciel:
– houder van de merken ‘Viaticum’ en ‘Luteciel’
• Google
– maakt gebruik van die merken mogelijk als
zoekwoorden voor sites waarop dezelfde of
soortgelijke producten worden aangeboden
– de producten op de sites waarvoor reclame
wordt gemaakt zijn niet-inbreukmakende
producten van concurrenten
Art. 2.20 lid 1 sub a, b en c BVIE
algemene
voorwaarden
‘in het
economisch
verkeer’
‘gebruik voor
waren of diensten’
(HvJEU)
handelsactiviteit
merkgebruik
Flexibel gebruik van het begrip
‘in het economisch verkeer’
• HvJEU 23 maart 2010, zaken C-236-238/08,
Google/Louis Vuitton:
‘Het aan het merk gelijke teken wordt gebruikt in het
economische verkeer, zodra het wordt gebruikt in het
kader van een handelsactiviteit waarmee een
economisch voordeel wordt nagestreefd, en niet in de
particuliere sfeer.’ (punt 50)
= lage drempel, wordt snel aangenomen
Flexibel gebruik van het begrip
‘gebruik voor waren en diensten’
• HvJEU 23 maart 2010, zaken C-236-238/08,
Google/Louis Vuitton:
‘Zoals het Hof reeds heeft geoordeeld, is dat immers
hoe dan ook het geval wanneer de derde het aan het
merk gelijke teken op zodanige wijze gebruikt, dat een
verband ontstaat tussen dit teken en de waren die hij in
de handel brengt of de diensten die hij verricht.’
(punt 72)
• lage drempel, wordt snel aangenomen
HvJEG 12 juni 2008, zaak C-533/06,
O2/Hutchison
• ‘Het gebruik dat een adverteerder in vergelijkende
reclame maakt van een teken dat gelijk is aan of
overeenstemt met het merk van een concurrent, om de
door laatstgenoemde aangeboden waren of diensten aan
te duiden, komt derhalve neer op een gebruik voor de
waren of diensten van de adverteerder zelf.’ (punt 36)
• vergelijkende reclame leidt ook tot ‘merkgebruik’
• niet vereist is gebruik ter onderscheiding van de
eigen waren of diensten van de adverteerder
Relevant gebruik?
zoekmachine (-)
adverteerder (+)
‘...zorgt voor de
‘...gebruikt in het kader
technische voorzieningen
van een
[...], en daarvoor wordt
handelsactiviteit
vergoed, betekent immers
waarmee een
niet dat degene [...] zelf
economisch voordeel
het teken gebruikt.’
wordt nagestreefd...’
(punt 57)
(punten 50-51)
Aansprakelijkheid?
zoekmachine (-)
adverteerder (+)
geen sprake van
merkgebruik
merkgebruik kan
inbreuk opleveren
aansprakelijk voor
inbreukmakende
handelingen van
adverteerders?
direct aansprakelijk
voor inbreukmakende
reclame
Adverteerder
Identity
identieke tekens
gelijke waren of diensten
afbreuk aan één van de functies van het merk:
verwarringsgevaar niet vereist!
…absolute bescherming in het geval van
identieke tekens/identieke waren en diensten…
Overzicht merkfuncties
HvJEG 18 juni 2009, zaak C-487/07,
L’Oréal/Bellure
‘...Tot die functies behoren niet alleen de wezenlijke
functie van het merk, de consument de herkomst
van de waar of de dienst te waarborgen, maar ook
de overige functies ervan, zoals met name die welke
erin bestaat de kwaliteit van deze waar of deze
dienst te garanderen, of de communicatie-, de
investerings- en de reclamefunctie.’ (punt 58)
HvJEU 23 maart 2010, zaak C-236/08,
Google/Louis Vuitton
• aantasting herkomstfunctie mogelijk
‘…wanneer de advertentie het voor de normaal
geïnformeerde en redelijk oplettende internetgebruiker onmogelijk of moeilijk maakt om te weten
of de waren of diensten waarop de advertentie
betrekking heeft, afkomstig zijn van de merkhouder
of een economisch met hem verbonden
onderneming, dan wel, integendeel, van een derde.’
(punt 84)
• positieve transparantieverplichting?
HvJEU 23 maart 2010, zaak C-236/08,
Google/Louis Vuitton
• geen aantasting reclamefunctie
• merkhouder zal bovenaan de lijst met
natuurlijke zoekresultaten verschijnen
‘Wanneer de internetgebruiker de naam van een
merk als zoekwoord invoert, verschijnt normaal dus
de home- en advertentiepage van de merkhouder
als een van de eerste natuurlijke resultaten. Door
deze, overigens gratis, weergave is verzekerd dat
de waren of diensten van de merkhouder zichtbaar
zijn voor de internetgebruiker,…’ (punt 97)
Aantasting andere functies?
• communicatiefunctie
– storen exclusief ‘communicatiekanaal’
• investeringsfunctie
– meeliften op investeringen merkhouder
Waarschijnlijk hoge drempel
wél relevant:
AFBREUK
aan merkfuncties
(hier met name
herkomstfunctie)
niet relevant
VOORDEEL
voor de derde
(meeliften op
investeringen)
Similarity
overeenstemming
met een merk
soortgelijke
waren of diensten
verwarringsgevaar vereist
...indien daardoor bij het publiek
verwarring kan ontstaan, inhoudende het
gevaar van associatie met het merk...
HvJEG, 25 maart 2010, C-278/08,
BergSpechte/Trekking.at
• BergSpechte:
• Trekking.at:
– gebruikt ‘Edi Koblmüller’ en ‘Bergspechte’
als AdWords voor haar eigen aanbod van
outdoor-reizen
HvJEG, 25 maart 2010, C-278/08,
BergSpechte/Trekking.at
• sprake van verwarringsgevaar?
• ‘wanneer aan internetgebruikers, op basis van een
met een merk overeenstemmend trefwoord, een
advertentie van een derde wordt getoond die het […]
onmogelijk of moeilijk maakt om te weten of de waren
of diensten waarop de advertentie betrekking heeft
afkomstig zijn van de merkhouder of een economisch
met hem verbonden onderneming, dan wel,
integendeel, van een derde.’ (punt 39)
• regels betreffende herkomstfunctie (sub a)
naar analogie van toepassing
Similarity+
overeenstemming met
een bekend merk
soortgelijke en
niet soortgelijke
waren of diensten
verwateringsgevaar: voldoende dat door
het teken het merk wordt opgeroepen
(associatie in eigenlijke zin)
...ongerechtvaardigd voordeel uit of afbreuk aan
onderscheidend vermogen of reputatie...
HvJEG 18 juni 2009, zaak C-487/07,
L’Oréal/Bellure
HvJEG 18 juni 2009, zaak C-487/07,
L’Oréal/Bellure
‘...dat wanneer een derde [...] in het kielzog van dit
merk probeert te varen om van de aantrekkingskracht,
de reputatie en het prestige ervan te profiteren
alsmede om zonder enige financiële vergoeding en
zonder daarvoor passende inspanningen te moeten
leveren, voordeel te halen uit de commerciële
inspanning die de houder van het merk heeft gedaan
om het imago van dat merk te creëren en te
onderhouden, het uit dat gebruik voortvloeiende
voordeel moet worden geacht ongerechtvaardigd te
zijn getrokken...’ (punt 49)
HvJEU 23 maart 2010, zaak C-236/08,
Google/Louis Vuitton
• bevestiging kielzogformule (L’Oréal/Bellure)
• ‘Die rechtspraak is relevant in gevallen waarin
internetadverteerders, door middel van het gebruik
van tekens die gelijk zijn aan bekende merken zoals
„Louis Vuitton”, „LV” of „Vuitton”, waren te koop
aanbieden die imitaties van de waren van de houder
van die merken zijn.’ (punt 103)
• geldt alleen voor adverteerder zelf
• zoekmachine maakt geen gebruik in het
economisch verkeer
Breder perspectief
niet alleen relevant:
AFBREUK
aan reputatie/
onderscheidend
vermogen
maar ook relevant:
VOORDEEL
uit reputatie/
onderscheidend
vermogen
HvJEU, C-323/09, Interflora/Marks&
Spencer, Conclusie AG 24 maart 2011
• Interflora:
– houder van het bekende
merk voor bloemenbezorgdiensten
• Marks&Spencer
– verkoopt en bezorgt ook bloemen
– koopt ‘interflora’ alsmede meerdere varianten
daarvan als trefwoord bij Google AdWords
– de getoonde advertentie bevat geen verwijzingen
naar het merk Interflora
Kielzog formule
• problematisch dat schade niet is vereist
– niet Pareto-efficiënt
– merkhouder wordt niet beter, niettermin wordt
situatie van de concurrent verslechterd
– consument word benadeeld (punt 94)
• Marks&Spencer presenteert zich als
alternatief en profiteert daarbij van de
bekendheid van het Interflora-merk
• maar: beslissend is de vraag naar de
eerlijkheid van dit gebruik (punt 96)
Kielzog formule
‘In het geval van dezelfde of soortgelijke waren of
diensten lijkt het oogmerk, een commercieel
alternatief te bieden voor waren of diensten die
worden beschermd door een bekend merk, een
geldige reden in de context van de moderne
marketingmethoden…’ (punt 99)
• noodzaak van bevordering van onvervalste
mededinging
• noodzaak om de consument te informeren
over alternatieven
Kielzog formule
• Marks&Spencer vergelijkt haar waren en
diensten niet, presenteert deze zelfs niet
uitdrukkelijk als alternatief (punt 104)
• niettemin geen oneerlijk aanhaken
‘De trefwoorden die Marks&Spencer heeft gekozen
voor haar reclame via zoekmachines impliceert zeker
een boodschap aan de consument, dat zij een
alternatief voor Interflora biedt. Ik ben echter van
mening dat dit niet neerkomt op aanhaken in de zin
van artikel 5, lid 2, van richtlijn 89/104.’ (punt 105)
Afbreuk aan onderscheidend vermogen
(+)
inburgering
verwatering
…voor pianos, kleding,
parfum, boeken, software
HvJEG 27 november 2008, zaak C-252/07,
Intel/CPM
‘Er is met name sprake van afbreuk aan het
onderscheidend vermogen van het oudere merk [...]
zodra dit merk minder geschikt wordt om de waren of
diensten waarvoor het is ingeschreven en wordt
gebruikt, te identificeren als afkomstig van de houder
van dit merk, doordat door het gebruik van het jongere
merk de identiteit van het oudere merk afbrokkelt en
aan impact op het publiek inboet.’
HvJEG 27 november 2008, zaak C-252/07,
Intel/CPM
• ‘Dat is met name het geval wanneer het oudere merk,
dat onmiddelijk een associatie opriep met de waren of
diensten waarvoor het is ingeschreven, deze
associatie niet meer kan oproepen.’
= tenietdoen onmiddelijke associatie door
verwijzing naar diverse (niet soortgelijke)
waren of diensten
• ook van toepassing in het geval van identiteit?
HvJEU, C-323/09, Interflora/Marks&
Spencer, Conclusie AG 24 maart 2011
• introductie nieuw categorie van afbreuk doen
aan onderscheidend vermogen
= ‘degeneren’
• ‘…hier dus niet dat haar INTERFLORA-merk [door
verwijzing naar andere waren of diensten] afgesleten
raakt en daardoor aan onderscheidend vermogen
verliest, maar dat het dreigt te degeneren, dat wil
zeggen tot soortaanduiding verwordt of tot een
alledaags woord.’ (punt 82)
Degeneren
‘Als artikel 5, lid 2, van richtlijn 89/104 ook van
toepassing is in gevallen van dubbele identiteit
tussen de tekens en de waren of diensten, lijkt mij dat
op grond van deze bepaling tevens bescherming
tegen degeneratie zou moeten worden verleend,
omdat het fundamentele probleem, te weten het
geleidelijk verloren gaan van het onderscheidend
vermogen, hetzelfde is.’ (punt 83)
• maar: gebruik als trefwoord niet voldoende
• anders zou altijd sprake zijn van afbreuk aan
onderscheidend vermogen
Degeneren
‘…wanneer wordt voldaan aan de volgende
voorwaarden: het teken wordt genoemd of getoond in
de advertentie in de gesponsorde link, en de
reclameboodschap of mededeling in de advertentie
gebruikt het teken in een generieke betekenis als
verwijzing naar een categorie of klasse van waren of
diensten, en niet ter onderscheiding tussen waren en
diensten van verschillende herkomst.’ (punt 91)
• Marks&Spencer gebruikt merk helemaal niet
in de advertentie
• geen sprake van degeneratie
Beperkingen
Overzicht
• beperking?
– art. 2.23 leden 1 en 2
• ..., tenzij
• uitputting?
– art. 2.23 lid 3 BVIE
• ..., tenzij
– geen eerlijk gebruik
– gegronde reden
in nijverheid en
voor de houder zich
handel
te verzetten
= loyaliteitsverplichting
HvJEU 8 juli 2010, C-558/08,
Portakabin/Primakabin
• Portakabin:
– produceert mobiele bouwsystemen
– heeft het merk ‘Portakabin’ gedeponeerd
• Primakabin
– verhandelt accommodatie-eenheden waaronder
tweedehands units van Portakabin
– gebruikt bij het adverteren op internet de Google
AdWords ‘portakabin’, ‘portacabin’, ‘portokabin’,
‘portocabin’
HvJEU 8 juli 2010, C-558/08,
Portakabin/Primakabin
HvJEU 8 juli 2010, C-558/08,
Portakabin/Primakabin
• gegronde reden om zich te verzetten?
• ‘wanneer de wederverkoper, door zijn advertentie
op basis van een teken dat gelijk is aan of
overeenstemt met een merk, de indruk wekt dat er
een economische band bestaat tussen hem en de
merkhouder, meer in het bijzonder dat de
onderneming van de wederverkoper tot het
distributienet van de merkhouder behoort of dat er
een bijzondere band tussen de twee
ondernemingen bestaat…’
HvJEU 8 juli 2010, C-558/08,
Portakabin/Primakabin
• ‘Een advertentie die een dergelijke indruk kan wekken
is immers niet noodzakelijk om de verdere
verhandeling van waren die door of met toestemming
van de merkhouder onder het merk op de markt zijn
gebracht, en dus de bereiking van het doel van de
uitputtingsregel van artikel 7 van richtlijn 89/104, te
verzekeren.’ (punt 80)
• criteria vergelijkbaar met inbreukcriteria
• lopen beperkingen van het merkenrecht leeg?
• met name door transparantieverplichting?
HvJEG 12 juni 2008, zaak C-533/06,
O2/Hutchison
• O2:
– heeft bubbels
als beeldmerk
gedeponeerd
• Hutchison:
– vertoont in haar reclame voor telecomdiensten
zwartwitbeelden van bewegende bubbels
– vergelijkt de prijs van haar diensten met die van
O2
Art. 3 bis lid 1 Richtlijn 84/450
(art. 194a lid 2 BW)
‘Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking
betreft, geoorloofd op voorwaarde dat deze:
a) niet misleidend is […]; […]
d) er niet toe leidt dat op de markt de adverteerder met
een concurrent […] worden verward;
e) niet de goede naam schaadt van of zich niet
kleinerend uitlaat over […] een concurrent; […]
g) geen oneerlijk voordeel oplevert ten gevolge van de
bekendheid van een merk, handelsnaam […];
h) niet goederen of diensten voorstelt als een imitatie of
namaak […].’
HvJEG 12 juni 2008, zaak C-533/06,
O2/Hutchison
‘Teneinde de bescherming van de ingeschreven
merken te verzoenen met het gebruik van
vergelijkende reclame, dienen artikel 5, leden 1 en
2, van richtlijn 89/104 en artikel 3 bis, lid 1, van
richtlijn 84/450 bijgevolg aldus te worden uitgelegd,
dat de houder van een ingeschreven merk niet
gerechtigd is een derde het gebruik van een teken
dat gelijk is aan of overeenstemt met zijn merk, te
verbieden in vergelijkende reclame die voldoet aan
alle in artikel 3 bis, lid 1, genoemde voorwaarden
voor geoorloofdheid.’ (punt 45)
Het juiste evenwicht
merkenrechtelijke bescherming
vrijheid van mededinging
vrijheid van meningsuiting
Aansprakelijkheid ISPs
Art. 6:196c lid 4 BW
‘Degene die diensten van de informatiemaatschappij verricht als bedoeld in artikel
15d lid 3 van Boek3, bestaande uit het op
verzoek opslaan van van een ander
afkomstige informatie, is niet aansprakelijk
voor de opgeslagen informatie, indien hij…’
= safe harbour
HvJEU 23 maart 2010, zaak C-236/08,
Google/Louis Vuitton
• Google = host in de zin van deze bepaling?
‘…moet derhalve worden onderzocht of de rol van
deze dienstverlener in die zin neutraal is dat zijn
handelingen louter technisch, automatisch en
passief zijn, wat impliceert dat hij geen kennis heeft
van of controle heeft over de gegevens die hij
opslaat.’ (punt 114)
• financieel belang dat Google heeft bij de
reclamedienst niet doorslaggevend
(punt 116)
HvJEU 23 maart 2010, zaak C-236/08,
Google/Louis Vuitton
• betrokkenheid bij het opstellen van de
reclameboodschap centraal
‘Wel relevant voor het in punt 114 van het
onderhavige arrest bedoelde onderzoek
daarentegen is de rol van Google bij het schrijven
van de reclameboodschap die de advertentielink
begeleidt, of bij de vaststelling of de selectie van
trefwoorden.’ (punt 118)
• gemiste kans om de toepasselijke regels
Europees te harmoniseren?
HvJEU, C-324/09, L’Oréal/eBay,
Conclusie AG 9 december 2010
• L’Oréal:
– producent van luxe parfums
– houder van bekende merken
• eBay
– koopt keywords bestaande uit L’Oréal merken
om via verschillende zoekmachines te verwijzen
naar het aanbod op eBay
– voorbeeld: ‘Great deals on Shu uemura
Shop on eBay and Save!’
– verwijzing betreft onder meer namaakproducten
Belanghebbenden
‘It should not be forgotten that the listings uploaded
by users to eBay’s marketplace are communications
protected by the fundamental rights of freedom of
expression and information…’ (conclusie, punt 49)
gebruikers
online markt
online markt
zoekmachines
Secundaire aansprakelijkheid
• partiële
harmonisatie I
• artt. 12, 13 en 14
• partiële
harmonisatie II
• art. 11
Richtlijn
Handhavings-
elektronische
richtlijn
handel
Relevant gebruik?
zoekmachine (-)
online markt (+)
‘...zorgt voor de
‘…using the trademark
technische voorzieningen in relation to the goods
[...], en daarvoor wordt
traded on the marketvergoed, betekent immers
place if he uses [an
niet dat degene [...] zelf
identical sign] in his
het teken gebruikt.’
own advertising’ (AG in
(Google/LV, punt 57)
L’Oréal/eBay, punt 103)
Sub a: afbreuk aan herkomstfunctie?
‘An adverse effect to the origin function occurs in those
cases where the goods traded in the marketplace are
counterfeit products. That adverse effect is, however,
not a result of the marketplace operator’s use of the sign
as a keyword in the internet referencing service as
such… The cause of the adverse effect to the origin
function is the listing displayed on the electronic
marketplace operator’s webpage… the use of signs
identical with trade marks in those listings is not use by
the electronic marketplace operator in relation to the
goods in question but use by the users of the
marketplace.’ (conclusie AG in L’Oréal/eBay, punt 111)
Sub a: afbreuk aan overige functies?
‘As to the quality and investment functions I find it
obvious that individual listings of eBay users
containing third party trade marks and displayed on
eBay’s website may adversely affect these functions.’
(conclusie AG L’Oréal/eBay, punt 113)
• namaak beschadigt luxe imago van L’Oréal
• brengt tevens kwaliteitsgarantie in gevaar
• maar: online markt kan beperkingen inroepen
– aanduiding kenmerken van de dienst
– aanduiding bestemming van de dienst (punt 116)
Sub a: afbreuk aan overige functies?
‘As a matter of principle I do not think that possible
problems relating to the conduct of individual market
participants could be imputed to the marketplace
operator unless there are grounds for secondary
liability pursuant to national law… A marketplace
operator is entitled to presume that market
participants using its services act legally […] until it
is concretely informed of the contrary.’ (punt 117)
• geen afbreuk aan overige functies
• reclame moet wel duidelijk maken dat het
om een online markt gaat
Secundaire aansprakelijkheid
vrijwaring host (+)
vrijwaring host (-)
‘…the hosting of the
information provided
by a client may well
benefit from an
exemption...’
‘…does not exempt
eBay from any potential
liability it may incur in
the context of its use of
a paid internet
referencing service’
(punt 151)
(punt 151)
Verplichtingen toekomstige inbreuk
• ‘legally ‘knowledge’ may refer only to past
and/or present but not to the future’ (punt 162)
• ‘requirement of actual knowledge seems to
exclude construed knowledge’ (punt 163)
• anders: herhaalde inbreuk
‘In other words, exemption from liability does not
apply in cases where the electronic marketplace
operator has been notified of infringing use of a trade
mark, and the same user continues or repeats the
same infringement.’ (punt 168)
Injunctions against intermediaries
• bij herhaalde inbreuk mogelijk
‘…injunctions against the intermediary requiring not
only the prevention of the continuation of a specific
act of infringement but also the prevention of
repetition of the same or a similar infringement in the
future… What is crucial, of course, is that the
intermediary can know with certainty what is required
from him, and that the injunction does not impose […]
a general obligation of monitoring.’ (punt 181)
• voorstel: gewoon user account sluiten
(punt 182)
Einde. Veel dank!
[email protected]
Download