Interview met René Rorije van zorginstelling Zozijn over het behaalde HKZ-certificaat Bron: website Zorg voor Beter Mankracht, geld en veel tijd. Dat kost het behalen van een HKZ-certificaat. Zozijn, een organisatie voor gehandicaptenzorg in Gelderland en Overijssel, deed er zo’n twee jaar over, maar het felbegeerde papiertje is binnen. Een praktijkverhaal over de stappen die leiden tot het certificaat. Kwaliteit aantoonbaar maken “Je kunt wel zeggen dat je kwaliteit levert, maar het is veel beter om dat ook aantoonbaar te maken”. René Rorije is kwaliteitsfunctionaris bij de Stichting Zozijn en verantwoordelijk voor de certificering van de Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling Zorginstellingen (HKZ). “Zozijn wilde op een meer serieuze manier met kwaliteit bezig zijn. Wanneer je risicovolle processen op papier zet, kun je met dat inzicht de risico’s beter ondervangen.” De oprichting van de taskforce Zozijn richtte half 2004 eerst een Stuurgroep Kwaliteit op, die de projectgroep, met twee kwaliteitsfunctionarissen en een externe projectleider van Patagonia aanstuurde. Eens in de twee maanden kwam de zogenoemde taskforce bij elkaar om de ontwikkelde documentatie vast te stellen. Zowel de bestuurder, de directievertegenwoordiger, de externe projectleider, als de medezeggenschapsorganen van Zozijn maakten deel uit van deze taskforce. De inventarisatie De eerste stap voor de projectgroep was kijken in hoeverre de eisen uit het certificatieschema en de praktijk van Zozijn al op elkaar aansloten. Hoe zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden verdeeld, wat is de structuur van de organisatie en hoe is de besluitvorming geregeld? “Uit de eerste inventarisatie bleek wel dat we nog een hoop werk moesten verrichten”, aldus Rorije. “Onze besluitvorming bleek vrij traag en niet alle onderdelen binnen de organisatie waren gedocumenteerd." Het kwaliteitshandboek De tweede stap was dan ook om de hiaten in het kwaliteitsmanagementsysteem op te vullen. Alle documenten over het functioneren van de organisatie, zoals het afhandelen van klachten en het omgaan met seksualiteit, werden vastgelegd in een digitaal kwaliteitshandboek. Eind 2005 was het handboek klaar. Toen volgde de verbetering van de verschillende kwaliteitsregistraties. Voorbeelden zijn de Melding Incidenten Cliëntenzorg (MIC), de corrigerende en preventieve maatregelen en de klachtenregistratie. Intern auditsysteem Nadat de papierwinkel was geregeld zette de projectgroep een intern auditsysteem op. “Het kwaliteitsbureau maakt elk kwartaal een rapportage waarin de kwaliteitregistraties van de organisatie worden behandeld. Er wordt onder andere gekeken of Zozijn aan de normen en protocollen uit het kwaliteitshandboek voldoet.” Na de bovenstaande stappen was het tijd voor Zozijn om op zoek te gaan naar een certificerende instelling. In de gehandicaptenzorg zijn dat er drie, namelijk het Keurmerkinstituut, KEMA en DNV. Op basis van de offerte koos Zozijn voor DNV. De documentatiebeoordeling In mei van dit jaar kwam DNV langs voor de eerste toetsing van het kwaliteitssysteem. Dat bestaat uit het handboek, de verschillende registraties en de systeembeoordeling. “Je moet kunnen aantonen dat je een jaarlijkse systeembeoordeling doet, bijvoorbeeld door de notulen van het directieoverleg te laten zien”, legt Rorije uit. De initiële audit In juli kwam een (extern) auditteam van DNV voor de tweede keer langs bij Zozijn, nu voor drie dagen. “Het team keek heel praktisch hoe het kwaliteitsmanagementsysteem van Zozijn werkte. Ook hielden ze gesprekken met managers en medewerkers.” Uit de toetsing kwamen drie afwijkingen naar voren van de eerste categorie. Dat wil zeggen dat ze binnen drie maanden moeten worden opgelost. “We konden bijvoorbeeld niet bewijzen dat de cliënt had ingestemd met het ondersteuningsplan. Dat was wel zo, maar dat was soms niet aantoonbaar.” De hertoetsing In september kwam de lead-auditor van DNV voor de derde keer. “Toen waren de drie afwijkingen gelukkig opgelost.” De certificerende instelling was tevreden en het HKZcertificaat was een feit. De toekomst Rorije geeft aan dat dit niet het einde is van de kwaliteitstoetsing. “Integendeel, nu begint het pas. Het behalen van het certificaat was een los project, nu moet iedereen bij de organisatie er echt mee aan de slag.” Rorije blijft fulltime werken aan het kwaliteitssysteem. “We hebben nog wat verbeterpunten in de tweede categorie. Zo hebben wij alleen opleidingsplannen op decentraal niveau en dat moet centraal geregeld worden. We blijven continu bezig om de kwaliteit te verbeteren.” Ieder kwartaal maakt het kwaliteitsbureau een kwaliteitsrapportage en elk jaar volgt een systeembeoordeling. DNV zal elk jaar middels een periodieke audit de voortgang blijven toetsen. Geld en inspanningen Volgens Rorije was het behalen van het certificaat een behoorlijke inspanning, vooral ook omdat begin 2003 een fusie plaatsvond. “Het was lastig om de documentatie van die instellingen te harmoniseren. De ene instelling is intramuraal en gewend aan handboeken en protocollen. De andere is extramuraal en werkte in mindere mate met dergelijke voorschriften.” Binnen Zozijn kregen alle 2500 medewerkers te maken met de certificering. “Twee medewerkers zijn tweeëneenhalf jaar lang bijna fulltime bezig geweest met de HKZ-certificering. En behalve de personeelskosten heeft het certificaat ons een kleine tienduizend euro gekost.” De moeite waard Rorije vindt wel dat de inspanningen uiteindelijk de moeite waard zijn. “Naast de behoefte om continu te blijven werken aan verbetering wordt ook het zakelijk aspect steeds belangrijker; de zorgkantoren doen nou eenmaal liever zaken met een gecertificeerde instelling.” Zij kennen tenslotte vanaf 2007 alleen nog budgetten toe aan instellingen die een (deel) HKZ-certificaat hebben. “Het nut van het kwaliteitssysteem moet zich nog bewijzen. Het aantal meldingen van incidenten neemt toe en dat is een goed teken. We moeten er nu mee door gaan en ons kwaliteitsbewustzijn behouden.”