De methodiek van coördinatie van zorg door de JGZ in Almere Coördinatie van zorg door jeugdverpleegkundigen en -artsen bestaat in de kern uit 6 stappen, waarvan de eerste 3 tot de reguliere JGZ-taken behoren. Door de reguliere taken uit te voeren wordt in stap 4 duidelijk of zorgcoördinatie nodig is waarna stap 5 en 6 volgen: Stap 1. Signaleren Stap 2. Informatie verzamelen Stap 3. De zorgbehoefte vaststellen Reguliere taken JGZ Stap 4. Besluiten tot starten met zorgcoördinatie Stap 5. De zorg coördineren Stap 6. Evalueren en afschalen Zorgcoördinatietaak JGZ Stap 1 Signaleren De reguliere JGZ-taak is alle kinderen longitudinaal te volgen. Uit dit longitudinaal volgen dan wel uit andere vormen van (actief) signaleren door de JGZ en ketenpartners, kunnen een of meer signalen volgen. Van elk signaal wordt informatie verzameld om de zorgbehoefte vast te kunnen stellen. In geval van concrete signalen voor kindermishandeling of van een crisis wordt geen informatie verzameld, maar direct verwezen naar resp. het AMK en de crisisdienst van Bureau Jeugdzorg of de GGZ. Stap 2. Informatie verzamelen Als er meer signalen zijn over een kind of gezin en er is geen sprake van een crisis of kindermishandeling, begint de jeugdarts of –verpleegkundige met het verzamelen van informatie. Dit betekent bestaande informatie in het JGZ-dossier bekijken, een gesprek met ouders/kind aangaan en eventueel aanvullende informatie opvragen bij degenen die signalen hebben doorgegeven, soms door middel van signaleringslijsten. Als moeilijk contact te krijgen is met een gezin, wordt een bemoeizorg-werkwijze dan wel het protocol Niet Verschenen Zonder Bericht (NVZB) toegepast om een ingang in het gezin te krijgen. Lukt dit niet dan wordt een melding gedaan bij het AMK. Stap 3. De zorgbehoefte vaststellen Op basis van de verzamelde informatie worden eerst de problemen vastgesteld en daarna de hulp die daarvoor nodig is. Als niet duidelijk is welke problemen er zijn of welke hulp nodig is kunnen collegaprofessionals of netwerken worden geraadpleegd of kan het Zorgadviesteam worden ingeschakeld door de JGZ. Na stap 3 is altijd duidelijk welke hulp nodig is. Stap 4. Besluiten tot starten met zorgcoördinatie Als er één professional of specialistische hulp of onderzoek nodig is, wordt hiernaar verwezen. De specialistische instellingen zijn zelf verantwoordelijk voor coördinatie. De JGZ draagt bij doorverwijzing naar specialisten de coördinatie over, maar blijft vanuit de reguliere taken de zorg volgen op basis van terugrapportages. De specialistische zorg kan in overleg met de JGZ, vragen of deze de zorgcoördinatie op zich wil nemen. Als twee of drie professionals uit voorliggende voorzieningen nodig zijn, is de start van zorgcoördinatie gewenst. Bij twee professionals gaat de JGZ-arts of verpleegkundige die vanaf dat moment zorgcoördinator is, de samenwerking tussen de twee professionals volgen op basis van terugrapportage. Indien drie professionals uit voorliggende voorzieningen betrokken worden gaat de zorgcoördinator de afstemming en samenwerking tussen professionals actief coördineren. Als meer dan drie professionals uit voorliggende voorzieningen in een gezin nodig zijn, kan de taak van actief coördineren neergelegd worden bij een procescoördinator. Altijd blijft de jeugdverpleegkundige of -arts de zorg volgen vanuit de reguliere JGZ-taak. Zij verwerkt de informatie voortdurend in het JGZ-dossier. Stap 5. De zorg coördineren - In stap 5 ontvangt de zorgcoördinator informatie over de voortgang van de zorg (reguliere JGZ-taak) en over de voortgang van de samenwerking, als is doorverwezen naar twee professionals. Bij drie (en soms meer, of minder) ingeschakelde professionals, zet de zorgcoördinator deze onder haar leiding om de tafel in een rondetafelgesprek met de ouders en jeugdigen boven de 12 jaar erbij. Hierin worden plannen voor hulp afgestemd op de hulpvraag en verwachtingen van ouders/kind. Tussen professionals worden afspraken gemaakt ten behoeve van gecoördineerde zorg. De zorgcoördinator houdt actief toezicht op de afstemming bijvoorbeeld d.m.v. regelmatig telefonisch contact. Loopt de hulp of de samenwerking vast dan wendt de zorgcoördinator zich tot de brandpuntfunctionaris. Stap 6. Evalueren en afschalen - Als alle plannen en hulp die onder de coördinatie van de zorgcoördinator zijn bedacht, zijn uitgevoerd, voert de zorgcoördinator een eindevaluatie uit. Wordt de situatie op basis van de eindevaluatie stabiel geacht, dan wordt afgeschaald naar het niveau van longitudinale zorg & signaleren door de JGZ. Dit gebeurt ook als de procescoördinator of specialistische instelling aangeven dat de hulp ten einde is en de situatie stabiel. Is de situatie nog kwetsbaar volgens degene die de coördinatie heeft gedaan, dan wordt afgeschaald naar het niveau van actief volgen door de JGZ. Zolang na procescoördinatie of coördinatie door een specialistische instelling nog twee of drie meer professionals uit voorliggende voorzieningen betrokken zijn, wordt in principe afgeschaald naar zorgcoördinatie. Blijkt uit de eindevaluatie dat nog problemen zijn blijven liggen of als nieuwe problemen zijn ontstaan, dan wordt opnieuw de zorgbehoefte vastgesteld. Deze methodiek is volledig uitgewerkt met inbegrip van de taken en activiteiten van de procescoördinator en de brandpuntfunctionaris in de ‘Handleiding coördinatie van zorg voor de jeugdgezondheidszorg in Almere’ uitgegeven bij het Nederlands Jeugdinstituut in samenwerking met de gemeente Almere, de GGD Flevoland en de Zorggroep Almere. Stap 1 Signaleren 1 of meer onduidelijke signalen 1 of meer duidelijke signalen uitzoeken Stap 2 Informatie verzamelen opvragen JGZ-dossier gesprek ouders/kind aanvullende info verzamelen evt. verdiepende informatie verzamelen Stap 3 Zorgbehoefte vaststellen problemen vaststellen duidelijk onduidelijk Zorgadviesteam benodigde hulp vaststellen onduidelijk welke hulp nodig is Stap 4 Besluiten tot starten met zorgcoördinatie 2 professionals voorliggende voorzieningen nodig 3 professionals voorliggende voorzieningen nodig 1 professional voorliggende voorziening nodig verwijzen v.a. 4 professionals voorliggende voorzieningen nodig verwijzen; coördinatie overdragen aan procescoördinator (ook) specialistische hulp nodig verwijzen; coördinatie overdragen aan spec. instelling de zorg volgen & dossier voeren Stap 5 De zorg coördineren verwijzen & samenwerking en afstemming actief coördineren verwijzen & samenwerking volgen rondetafelgesprek & actief toezicht houden op afstemming de zorg volgen & dossier voeren Stap 6 Evalueren en afschalen eindevaluatie zorgcoördinator positief eindoordeel zorgcoördinator: situatie stabiel procescoördinator of spec. instelling(en) beeindigen hulp en volgens hen is situatie stabiel afschalen naar longitudinale zorg eindevaluatie zorgcoördinator volgens zorg- of procescoördinator of spec. instelling is na beëindiging hulp situatie nog kwetsbaar afschalen naar actief volgen na traject van (spec.) hulp blijven nog 2 of 3 professionals voorliggende voorzieningen nodig zorgcoördinator neemt actieve coördinatie over er blijken overige of nieuwe hulpvragen/ problemen Concrete signalen kindermishandeling: AMK / meer dan alleen of geen signalen kindermishandeling, maar wel crisis: crisisdienst BJ of GG Z G een/moeilijke ingang in gezin, ouders of kind haken af, zorgelijke zorgmijders: protocol NVZB/Bemoeizorg-w erkw ijze. Werkt dit niet: AMK Stagnatie in de hulp of structureel ontbrekende of inadequate terugrapportage: inschakelen brandpuntfunctionaris 1 of meer signalen