OEFENOPGAVEN Organische Chemie OPGAVE 1 Methanal kan in basisch milieu reageren met andere aldehyden. Hieronder staat een voorbeeld van een dergelijke reactie: CH3 H CH3 - OH C O + H3C H C CH O X + H3C CH3 CH2 OH C CH3 Verbinding A Verbinding X Alle coëfficiënten in deze vergelijking zijn gelijk aan 1. Verbinding X is een alkanoaat. 01 Geef de naam van verbinding A. 02 Geef de naam èn de structuurformule van verbinding X. OPGAVE 2 Hexaandizuur is een van de grondstoffen voor de bereiding van sommige soorten nylon. De structuurformule van hexaandizuur is: O O HO C CH2 CH2 CH2 CH2 C OH Een methode die in ontwikkeling is om hexaandizuur te maken, is de reactie van cyclohexeen, C6H10, in zuur milieu met waterstofperoxide. 03 Geef de structuurformule van cyclohexeen. Bij de reactie tussen cyclohexeen en waterstofperoxide ontstaat, behalve hexaandizuur, uitsluitend water. 04 Geef de vergelijking, in molecuulformules, van de reactie tussen cyclohexeen en OH waterstofperoxide. Tijdens de omzetting van cyclohexeen tot hexaandizuur ontstaan verschillende tussenproducten, onder andere O 05 Geef de naam van dit tussenproduct. Gesubstitueerde cyclohexenen reageren in zuur milieu op dezelfde wijze met waterstofperoxide als cyclohexeen. Zo kan bijvoorbeeld ook 1,2,3,4–butaantetracarbonzuur worden bereid. HO C C CH2 06 Geef de structuurformule van een gesubstitueerd cyclohexeen dat als beginstof voor de bereiding van 1,2,3,4–butaantetracarbonzuur kan worden gebruikt. OH O O CH CH O CH2 C HO O OPGAVE 3 Er zijn verschillende stoffen met de molecuulformule C4H7Cl; één daarvan is crotylchloride, CH3—CH=CH—CH2Cl. 07 Geef de systematische naam van crotylchloride. C OH Crotylchloride kan worden gemaakt door 2-buteen te laten reageren met chloor. 08 Leg uit of de vorming van crotylchloride uit 2-buteen en chloor een additiereactie of een substitutiereactie is. Bij deze reactie van 2-buteen met chloor ontstaat ook een andere stof met de formule C4H7Cl. 09 Geef de structuurformule van deze andere stof. Bij de reactie tussen crotylchloride en kaliloog ontstaat een alkenol (een onverzadigd alcohol) met de structuurformule CH3—CH=CH—CH2OH. 10 Geef de vergelijking van deze reactie. Schrijf hierin de koolstofverbindingen in structuurformules. Bij deze reactie ontstaat ook een andere alkenol. Men verklaart het ontstaan van twee alkenolen aan de hand van het volgende reactieverloop: - eerst splitst een molecuul crotylchloride een chloride-ion af: CH3—CH=CH—CH2Cl - CH3—CH=CH—CH2 + + Cl - het positief ion dat hierbij ontstaat kan in een evenwichtsreactie worden omgezet in een soortgelijk positief ion: CH3—CH—CH=CH2 (met een positieve lading op het 2e C-atoom). + - - op de plaats van de positieve lading hecht zich een OH ion. 11 Geef de structuurformule van de andere alkenol die ontstaat bij de reactie tussen crotylchloride en kaliloog. De verbinding H2C C CH2Cl reageert op overeenkomstige wijze met kaliloog. CH3 Hierbij ontstaat echter maar één alkenol. 12 Geef voor dit geval het reactieverloop in vergelijkingen weer en leg aan de hand hiervan uit dat hierbij slechts één alkenol ontstaat. OPGAVE4 In een laboratorium onderzoekt men de productie van een biologisch afbreekbaar plastic. Het gaat hier om een polymeer met het volgende aminozuur als monomere eenheid: 13 Geef de systematische naam van dit aminozuur. 14 Geef de structuurformule van een stukje van het polymeer dat is ontstaan uit H3C NH2 CH O C CH2 OH drie moleculen van het hierboven weergegeven monomeer. De afbraak van plastics door middel van verbranding verloopt pas snel bij hoge temperatuur. De biologische afbraak van plastics verloopt al redelijk snel bij lage temperatuur. 15 Leg uit hoe dit mogelijk is. Ga er van uit dat in beide gevallen voornamelijk CO2 en H2O als afbraakproducten ontstaan. EINDE OEFENOPGAVEN Organische Chemie Uitwerkingen OPGAVE 1 01 Dimethylpropanal (of 2,2-dimethylpropanal). 02 Methanoaat, H-C-O║ O OPGAVE 2 03 04 C6H10 + 4 H2O2 C6H10O4 + 4 H2O. 05 2-hydroxycyclohexanon. 06 Waar de carboxylgroepen aan het eind van de keten zitten, heeft O OH in de beginstof de dubbele binding gezeten. De beginstof is dus cyclohexeen-3,4-dicarbonzuur: OH O OPGAVE 3 07 1-chloor-2-buteen. 08 2-buteen = C4H8 en crotylchloride = C4H7Cl. Er is dus een H-atoom van 2-buteen 09 10 11 12 vervangen door een Cl-atoom → substitutie. Er kan ook een H-atoom van het tweede C-atoom vervangen worden door een Clatoom. Je krijgt dan 2-chloor-2-buteen: CH3-CCl=CH-CH3. CH3—CH=CH—CH2Cl + OH- CH3—CH=CH—CH2OH + Cl-. CH3-CH-CH=CH2. │ OH CH2=C-CH2Cl CH2=C-CH2+ +CH2-C=CH2. │ │ │ CH3 CH3 CH3 Beide positieve ionen zijn hetzelfde, dus één product. OPGAVE 4 13 3-aminobutaanzuur. 14 H O H O H O │ ║ │ ║ │ ║ -N-CH-CH2-C-N-CH-CH2-C-N-CH-CH2-C│ │ │ CH3 CH3 CH3 15 Bij de biologische afbraak wordt gebruik gemaakt van enzymen. Hierdoor verloopt de reactie voldoende snel bij lagere temperatuur.