praktijk Pas op voor stilzwijgende voortzetting van contract Marco Veenstra is senior adviseur juridische zaken bij AWVN De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt wanneer de afgesproken tijd is verstreken. Maar hoe zit het als de werknemer na de afgesproken periode toch weer aan het werk gaat en de werkgever dit toelaat? t ekst: Ma r c o Ve e n st r a V olgens het Burgerlijk Wetboek eindigt een arbeidsovereenkomst wanneer de tijd is verstreken die bij overeenkomst, bij de wet of het gebruik is aangegeven. Meestal is dat een datum die in de overeenkomst staat. Datzelfde Burgerlijk Wetboek bepaalt echter ook dat als de arbeidsovereenkomst na het verstrijken van de afgesproken tijd zonder tegenspraak wordt voortgezet, de overeenkomst geacht wordt voor dezelfde tijd, doch ten hoogste voor een jaar, op dezelfde voorwaarden te zijn voortgezet. Discussie In 2007 moest de rechter zich uitspreken over een zaak waarin er tussen werkgever en werkneemster, vóór het eerste contract afliep, discussie was geweest over de duur van de verlenging van het contract. Ze waren er niet uitgekomen. De werkneemster ondertekende de door de werkgever aangeboden nieu- we overeenkomst voor twee maanden dan ook niet. Wel bleef zij na afloop van het eerste contract doorwerken. De werkgever stelde zich op het standpunt dat het (verlengde) contract na twee maanden was geëindigd. De werkneemster meende dat, nu er geen nieuwe overeenkomst was aangegaan, er sprake was van een stilzwijgende verlenging voor gelijke duur als van het eerste contract (één jaar). Zowel kantonrechter als gerechtshof stelden de werkneemster in het ongelijk. Het hof oordeelde dat – nu de werkgever niet had ingestemd met een voortzetting van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en de werkneemster het niet eens was met een verlenging van twee maanden – de arbeidsovereenkomst níet zonder tegenspraak was voorgezet. Het feit dat de werkgever de werkneemster na het einde van het eerste contract tot het werk had toegelaten, deed daar niets aan af. De zaak kwam uiteindelijk bij de Hoge Raad terecht. Deze bepaalde dat het er in een dergelijke zaak om gaat of de werknemer op grond van gedragingen van de werkgever heeft mogen aannemen dat de arbeidsovereenkomst na afloop van de tijd waarvoor deze was aangegaan, stilzwijgend werd voorgezet. Dat was in deze zaak dus duidelijk niet het geval. Uitzendbureau Onlangs moest het gerechtshof ’s-Hertogenbosch zich uitspreken over de vraag of een arbeidsovereenkomst nu wel of niet stilzwijgend was verlengd. Het ging in deze zaak om het volgende. Een werknemer was op 12 september 2011 bij een uitzendbureau in dienst getreden als vestigingsmedewerker. Partijen waren een arbeidsovereenkomst overeengekomen voor de duur van zes maanden. Deze zou dus op 11 maart 2012 eindigen. Tot en met die dag hadden de werkgever en de werknemer niet met elkaar gesproken over verlenging of beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Op 12 maart 2012 ging de werknemer op de gebruikelijke wijze aan het werk. Rond 15 uur die dag werd hem een brief van de directeur van het uitzendbureau overhandigd, gedateerd 9 maart 2012, met de volgende inhoud: ‘Op 12 maart 2012 loopt uw tijdelijke arbeidsovereenkomst af. Deze overeenkomst wordt niet verlengd. Uw laatste werkdag is derhalve maandag 12 maart. Met deze brief bevestigen wij het beëindigen van uw dienstverband.’ De werknemer accepteerde de brief niet en stapte naar de kantonrechter. In eerste aanleg oordeelde deze dat de arbeidsovereenkomst zonder tegenspraak was voortgezet. De werkgever ging daarop in hoger beroep. Het hof oordeelde dat de werknemer op grond van de gedragingen van de werkgever mocht aannemen dat de arbeidsovereenkomst stilzwijgend was voortgezet. De werknemer werd immers op 12 maart 2012 toegelaten tot het werk en kon zijn werkzaamheden tot 15 uur op de gebruikelijke manier Als een werkgever een tijdelijke arbeidsovereenkomst niet wil voortzetten, moet hij dit duidelijk aan de werknemer laten weten voortzetten, al was zijn arbeidsovereenkomst de dag ervoor afgelopen. Daarmee had de werkgever het vertrouwen gewekt dat de arbeidsovereenkomst stilzwijgend werd voortgezet. Dat de werkgever zich vergiste in de einddatum van de arbeidsovereenkomst, is een omstandigheid die voor zijn rekening en risico kwam. Het uitzendbureau voerde nog aan dat een werkgever bij afloop van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet verplicht is om aan de werknemer mee te delen dat de arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd. Ook is hij niet verplicht om een andere handeling te verrichten waaruit dit blijkt. Het hof vond dit een correct uitgangspunt. Maar als het uitzendbureau de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet wenste te verlengen, had het de werknemer na de einddatum van de overeenkomst niet meer tot het werk moeten toelaten. Duidelijk kenbaar maken Conclusie is dat als een werkgever een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet wil voortzetten, hij dit duidelijk (dus schriftelijk!) aan de werknemer kenbaar moet maken. Doet de werkgever dit niet, en kan hij ook niet aantonen dat partijen wel gesproken hebben maar niet tot overeenstemming zijn gekomen, dan kan het contract stilzwijgend verlengd zijn als de werknemer op de dag na afloop van het contract weer aan het werk gaat en de werkgever dit toelaat. Is dit een vierde contract, of wordt door de stilzwijgende verlenging de duur van 36 maanden overschreden, dan is er zelfs sprake van een contract voor onbepaalde tijd. p Meer weten over de juridische dienstverlening van AWVN? Neem contact op met de specialisten van AWVN. Bel of mail de AWVNwerkgeverslijn, (070) 850 86 05, werkgeverslijn@ awvn.nl. Werk geven nummer 1 32|33