N1-09 Denkbeelden vragenlijst informatie 1

advertisement
N1-9 Natuurkunde opdracht voor de schoolpraktijk nummer 9 voor jaar 1
Titel: Denkbeelden
Vragenlijst Elektrische schakelingen
Hier volgen een aantal vragen (1 t/m 6) die testen of je onjuiste denkbeelden hebt over elektrische
schakelingen. Bespreek je antwoorden met een medestudent.
:
Vraag 1
a)
Spanning en stroomsterkte komen altijd samen voor.
Waar / niet waar
b)
Spanning kan voorkomen zonder stroomsterkte.
Waar / niet waar
c)
Stroomsterkte kan voorkomen zonder spanning
Waar / niet waar
Vraag 2
Je ziet hier een lampje door twee draden verbonden met een batterij. Het lampje brandt. In de witte
draad stromen de elektrische ladingen in de richting van het lampje (zie pijl)
Kies het goede antwoord:
In de zwarte draad stromen de elektrische ladingen
a)
naar het lampje toe
b)
van het lampje af
c)
niet
In vergelijking met de witte draad stromen in de zwarte draad
a)
meer elektrische ladingen
b)
minder elektrische ladingen
c)
evenveel elektrische ladingen
Vraag 3
Welk lampje licht het eerst op in onderstaande schakeling? Kies het goede antwoord.
a)
lampje A
b)
lampje B
c)
lampje C
d)
A, B en C
tegelijk
e)
A en C
eerst, dan B
Vraag 4
Welke van de lampjes lichten op in de onderstaande schakeling?
Het antwoord is: ……………..
Vraag 5
Je ziet vier schakelingen. Bekijk ze en beantwoord dan de volgende vragen zonder berekeningen te
maken.
a)
b)
In welke schakeling is de totale stroom het grootst?
In welke schakeling is de totale stroom het kleinst?
Alle spanningsbronnen zijn gelijk en leveren 6 V.
Neem aan dat alle lampjes hetzelfde zijn en de weerstand constant 6 Ω
c)
Bereken in elke schakeling de totale stroom, en vergelijk je antwoorden met a) en b).
Vraag 6
Bekijk dezelfde vier schakelingen als in vraag 5.
a)
b)
In welke schakeling geven de lampjes het meeste licht? Geef een verklaring
In welke schakeling geven de lampjes het minste licht?
Dezelfde gegevens als in vraag 5 gelden nu ook.
c)
Bedenk welke grootheid de hoeveelheid licht van een lampje bepaalt. Bereken de
grootte hiervan in de vier situaties als je uitgaat van iden-tieke spanningsbronnen van
6 V en vergelijk je antwoord met a) en b).
Als je je eigen antwoorden vergelijkt met de goede antwoorden, kun je je eigen misconcepten te
weten komen.
Download