Les 1: Eetstoornissen

advertisement
Lessenserie voor Bovenbouw VMBO
Caroline van der Linden
Mei/juni 2003
Studentnummer 180116
Module vakverdieping
Docent: Annemiek van Lith
Les 1: Eetstoornissen ( 45 minuten)
Inleiding
Wat zijn eetstoornissen? Eetstoornissen zijn abnormale veranderingen in het eetpatroon die
langdurig voortduren. Maaltijden overslaan. Helemaal niet eten of juist heel veel en dan braken
om het weer uit je lichaam te laten.
Waardoor ontstaan eetstoornissen? Eetstoornissen ontstaan vaak bij jongeren door
doorgeslagen lijngedrag.
Voor mensen met eetstoornissen geldt:
 Het lijnen gaat over in een obsessie over alles wat met eten, gewicht en lichaamsomvang
te maken heeft.
 Jongeren met eetstoornissen zijn extreem bang om aan te komen en daardoor verandert
hun eetgedrag.
 Ze hebben een hekel aan hun lichaam en vinden zichzelf veel dikker dan ze in
werkelijkheid zijn. Omdat ze zich ook dik en opgezwollen voelen, luisteren ze niet naar
signalen van hun lichaam als dat behoefte heeft aan voedsel. Op den duur voelen ze het
hongergevoel niet meer.
 Ze hebben weinig zelfvertrouwen en een sterke behoefte om gewaardeerd te worden
door anderen. Ze zijn bang om te falen en stellen hoge eisen aan zichzelf om zo
waardering te krijgen. Omdat ze denken dat ze tekort schieten hebben ze vaak een
machteloos gevoel.
Doelstellingen:
Leerlingen :
 Kunnen vertellen wat eetstoornissen zijn.
 Kunnen vertellen wat kenmerken zijn van eetstoornissen
 Hebben inzicht in hun eigen eetgedrag
Lesopzet:
-
Inleiding
Klas verdelen in 4 groepjes van ca. 5 leerlingen.
Opdrachten maken
Opruimen
Evaluatie les en aankondigen onderwerp Anorexia volgende les
( 10minuten)
( 5 minuten)
( 20 minuten)
( 3 minuten)
( 7 minuten)
Benodigd materiaal:
 Flip over papier
 Stiften
 Vragenformulier
Uitwerking:
-
-
Opdracht 1: In de groepjes bespreken wat een gezond eetpatroon is, volgens de
voedingswijzer. Waar moet je dagelijkse voeding aan voldoen? Ieder groepje
krijgt een flip over blad en schrijft de uitkomst daarop. Ieder groepje
presenteert kort de uitkomst aan de klas.
Opdracht 2: Leerlingen krijgen per persoon een vragenlijst over hun eetgedrag
(zie bijlage bij les 1 )
Opdracht 3: Leerlingen bekijken hun eigen uitkomst en kijken naar de
uitkomsten op hun flip over blad. Eten ze gezond? Of bestaat de kans dat ze een
eetstoornis hebben/krijgen.
Caroline van der Linden
Mei 2003
2
Evaluatie
De leerlingen reageren op wat ze hebben gedaan. Herkennen ze dingen? Wat klopt er volgens hen
niet?
Wat zijn hun idealen ten aanzien van bijvoorbeeld hun eigen uiterlijk, gewicht?
De docent evalueert de uitkomsten van de flip over bladen en de eigen vragenlijst ( hoe meer
antwoorden ja hoe groter het risico dat er sprake is van een eetstoornis) en koppelt dit
terug naar eetstoornissen.
Afsluiting:
De docent herhaalt in het kort hetgeen besproken is tijdens de les Hij/zij stimuleert de
leerlingen om met elkaar na te praten over dit onderwerp. De docent kondigt aan dat de volgende
les zal gaan over Anorexia Nervosa en bedankt de leerlingen voor hun deelname aan de les.
Caroline van der Linden
Mei 2003
3
Les 2: Anorexia Nervosa ( 45 minuten)
Inleiding:
Uitleg m.b.v. presentatie op sheets ( zie bijlage les 2)
 Anorexia Nervosa
 De oorzaken
 De gevolgen.
Doelstellingen:
Leerlingen:
- Kunnen vertellen wat Anorexia Nervosa is.
- Weten wat de oorzaken en de gevolgen van Anorexia zijn.
- Weten dat goede voeding heel erg belangrijk is.
- Kunnen kenmerken opnoemen van iemand met Anorexia.
Lesopzet:
 Inleiding d.m.v. presentatie
 Video “ Verborgen triestheid”
 Evaluatie: film bespreken en brochure uitdelen
(zie bijlage les 2)
 Afsluiting
( totaal 8 minuten)
( totaal 27 minuten)
( 9 minuten)
( 1 minuut)
Benodigd materiaal:
- presentatie op sheets
- video “ Verborgen triestheid” van de Stichting Anorexia en Boulimia Nervosa.
- tv en videorecorder
- brochures over Anorexia
Uitwerking:
De leerlingen bekijken de videofilm “ Verborgen triestheid”.
Evalueren:
Waar ging de film over? Wat heb je gezien? Wat vinden leerlingen ervan. Korte terugkoppeling
naar de inleiding over Anorexia. Herkennen ze dingen hiervan in de film? Brochure Anorexia
Nervosa uitdelen en vragen of leerlingen dit thuis nog eens goed willen doorlezen en bespreken.
Afsluiting:
De docent herhaalt heel kort de dingen die er gedaan zijn tijdens de les en dankt de leerlingen
hartelijk voor hun bijdrage. Verder kondigt hij/zij aan dat de volgende les over Boulimia Nervosa
zal gaan.
Caroline van der Linden
Mei 2003
4
Les 3: Boulimia Nervosa ( 45 minuten)
Inleiding:
Presentatie Boulimia Nervosa d.m.v. sheets ( zie bijlage)
 Wat is Boulimia Nervosa?
 Wat zijn de oorzaken
 Wat zijn de gevolgen?
 Overeenkomsten met Anorexia
Doelstellingen:
Leerlingen:
- Kunnen vertellen wat Boulimia Nervosa is
- Weten wat de oorzaken en gevolgen van Boulimia Nervosa zijn
- Weten wat gezond eten is en waarom dat belangrijk is.
- Kunnen kenmerken opnoemen van iemand die aan Boulimia lijdt.
Lesopzet:
 Inleiding d.m.v. presentatie
( 12 minuten)
 Het verhaal van Karin. De docent leest dit voor.(zie bijlage)
( 5 minuten)
 Leerlingen krijgen een opdracht: wat is er verkeerd aan het volgende
Dieet? en maken deze opdracht individueel door minimaal 4 punten te noemen.
( zie bijlage)
( 8 minuten)
 De docent behandelt hierna klassikaal de opdracht en de juiste antwoorden ( 10 minuten)
 Evaluatie en uitdelen brochure Boulimia
( 10 minuten)
Benodigd materiaal:
Presentatie Boulimia Nervosa op sheets ( bijlage bij les 3)
Het verhaal van Karin (bijlage bij les 3)
Opdracht: wat is er verkeerd aan het volgende dieet? (bijlage bij les 3)
Brochure Boulimia (bijlage bij les 3)
Uitwerking:
De leerlingen luisteren eerst naar het verhaal. Daarna krijgen elk een opdracht die ze individueel
gaan maken. De docent behandelt hierna klassikaal deze opdracht en de juiste antwoorden.
Evaluatie:
De docent bespreekt de les en herhaalt nog even kort de ernstige gevolgen van Boulimia Nervosa.
De docent deelt ter afsluiting de brochure over Boulima uit met het verzoek dit thuis na te lezen
en te bespreken.
Afsluiting:
De docent deelt mede dat in de volgende les gaat over Hoe zie je jezelf?. De docent bedankt de
leerlingen voor hun aandacht.
Caroline van der Linden
Mei 2003
5
Les 4: Eetstoornissen afsluiting : Hoe zie je je zelf? En komt dit overeen met hoe anderen
je zien? ( 45 minuten)
Inleiding:
De docent komt even terug op de vorige lessen over de verschillende eetstoornissen. Hij vraagt
aan willekeurige leerlingen wat hen nou het meeste is bijgebleven van de afgelopen lessen. Ook
vraagt de docent hoe er thuis op deze lessen is gereageerd en of ze de brochures thuis hebben
besproken. De docent legt vervolgens uit dat de leerlingen een opdracht gaan uitvoeren: Het
maken van een tekening van hoe je jezelf ziet. Vervolgens gaan ze in groepjes van 2 elkaar
tekenen. Daarna worden de tekeningen vergeleken.
Doelstellingen:
Leerlingen:
- Kunnen vertellen wat eetstoornissen zijn
- Weten wat de risico’s zijn van eetstoornissen
- Laten zien hoe ze zich zelf zien en zien hoe anderen hen zien.
Lesopzet:
 Inleiding
 Tekening maken van jezelf
 Tekening maken van een andere leerling
 Tekeningen vergelijken
 Test “ hoe ervaar je jouw lijf op dit moment” en “
hoe zou jij je lijf willen hebben?” ( bijlage bij les 4)
 Evaluatie
 Afsluiting
( 13 minuten)
( 5 minuten)
( 5 minuten)
( 5 minuten)
( 8 minuten)
( 8 minuten)
( 1 minuut)
Benodigd materiaal:
Tekenpapier
Potloden
Gummen
Grote spiegel
Plakband
Test “ hoe ervaar je jouw lijf op dit moment” en “hoe zou jij je lijf willen hebben?”.
Uitwerking:
De leerlingen gaan voor de grote spiegel staan en bekijken zichzelf heel goed. Vervolgens gaan ze
tekenen wat ze zien. Daarna tekenen ze een andere leerling. Beide tekeningen worden met elkaar
vergeleken en besproken. De tekeningen worden opgehangen in de klas.
De leerlingen maken vervolgens de testjes ieder voor zich.
Evaluatie:
De docent bekijkt en bespreekt de tekeningen en vraagt aan de leerlingen of ze zelf nog iets
over hun tekeningen kwijt willen. De docent geeft vervolgens de scores en bijbehorende
opmerkingen voor de antwoorden voor de testjes zodat de leerlingen die voor zichzelf kunnen
bekijken. De docent blikt hierna nog even terug op de afgelopen lessen rondom het thema
Eetstoornissen. Hoe hebben de leerlingen deze lessenreeks gevonden?
Afsluiting:
De docent merkt nog op dat als je wilt afvallen je goed moet denken over een verantwoorde
manier van lijnen om zo de vele risico’s die met Eetstoornissen te maken hebben te voorkomen.
De docent bedankt de leerlingen voor hun aandeel in de les.
Caroline van der Linden
Mei 2003
6
VRAGENLIJST EETGEDRAG
( Bijlage bij les 1: EETSTOORNISSEN)
Vragen
ja
nee
Sla jij dikwijls maaltijden over?
Ben je voor de zoveelste keer met
een dieet begonnen?
Haat je jezelf als je bent
aangekomen?
Ben je bang voor de weegschaal?
Sta je toch vaak op diezelfde
weegschaal?
Als je in de spiegel kijkt, let je er
dan op of je er dik uitziet?
Is de omvang van je buik en je
heupen erg belangrijk voor je?
Probeer je met kleding te verhullen
hoe je eruit ziet?
Geniet je niet meer van eten, maar
tel je alleen de calorieën?
Eet je niet omdat je honger hebt,
maar omdat je niet anders kan dan
je volproppen?
Leg jij een voorraad van bepaald
voedsel aan?
Vind je jezelf erg zwak of juist
erg sterk vanwege je eetgedrag?
Beheerst denken over eten je
leven?
Schaam je je over je
eetgewoonten?
Verzin je van alles hoe je het eten
in je maag kunt kwijtraken?
Doel je veel aan sport met als doel
gewichtverlies?
Ga je wel eens braken na het
eten?
Gebruik je laxeermiddelen?
Gebruik je eetlustremmers of
afslankpillen?
Denk je negatief over jezelf?
Ben je jaloers op anderen omdat
ze slanker zijn?
Bron: Jeugd en Eetstoornissen.
Caroline van der Linden
Mei 2003
7
Het verhaal van Karin
(bijlage bij les 3: Boulimia Nervosa)
Karin heeft Boulimia, Ze weet zelf niet dat ze het heeft. Ze weet niet dat er een
naam voor is. Wat ze wel weet is dat ze zich doodongelukkig voelt. Ze is mollig,
aan de dikke kant kun je zeggen als je negatief wilt doen. Zelf vindt ze dat ze
eruit ziet als een tank. Als ze ergens binnenkomt heeft ze het gevoel dat de
kamer ineens vol is door haar aanwezigheid. Als ze in een groep is, denkt ze
altijd dat zij de dikste is. En dat mensen haar daarop aankijken. Karin is
geobsedeerd door eten. Ze probeert steeds zo min mogelijk te eten, maar
restjes van de avondmaaltijd zal ze nooit weggooien. Liever eet ze ze maar even
op. Soms loopt dat zo uit de hand dat ze een kilo aardappelen op zit te eten.
Terwijl ze niet eens van aardappelen houdt. Naderhand ligt ze dan op de grond,
krimpend van de buikpijn, of ze steekt haar vinger in haar keel en braakt de hele
boel weer uit. Ze voelt zich voortdurend afschuwelijk en zwak. Een beest voelt
ze zich. Een vreetbeest. Ze is ontzettend eenzaam en durft met niemand over
haar probleem te praten. Ze kan zich niet voorstellen dat anderen zo
gemakkelijk met eten kunnen omgaan, terwijl zij er z’n angst voor heeft. Overal
loert het gevaar van eten: op feestjes, in etalages, in winkels. Zelfs op school. Ze
durft nergens meer naar toe, uit angst dat ze weer zal toeslaan. Maar thuis is ze
ook niet veilig. Ze brengt het soms op om de hele dag niet te eten, maar dan
staat ze midden in de nacht op en eet de hele koelkast leeg. Of ze gaat naar de
avondwinkel en koopt een tas vol chocoladerepen die ze achter elkaar verslindt.
En dan voelt ze zich weer zo ziek, zo vreselijk ziek. Ze geeft over en neemt zich
voor nooit meer wat dan ook te eten. Om zichzelf te straffen bedenkt ze het
zwaarste dieet voor zichzelf dat ze kan verzinnen. Ze houdt het 3 dagen vol. Dan
vervalt ze weer in vreetbuien. Karn is radeloos. Ze weet niet wat ze moet
beginnen… Ze verlangt naar warmte en liefde, maar ze vindt zichzelf niet de
moeite waard om die te krijgen.
( bron: Stichting Anorexia en Boulimia Nervosa)
Caroline van der Linden
Mei 2003
8
Wat is er verkeerd aan het volgende
dieet?
( bijlage bij les 3: Boulimia Nervosa)
Ontbijt:
Een flinke portie fruit ( bijv. grapefruit)
Lunch:
Een grote portie rauwkost zonder slasaus, 110 gram kip,
kalkoen of vis
Of:
Een bord groentesoep en een gekookte aardappel zonder
boter of jus.
Diner:
Een grote portie rauwkost zonder dressing en 250 gram
kip, vis of kalkoen.
Tussendoor:
Onbeperkt rauwe groente, zoals wortel, komkommer etc.
Drinken:
8-12 glazen water per dag.
Bron: Jeugd een Eetstoornissen
Caroline van der Linden
Mei 2003
9
Wat vinden jullie van dit dieet? Informatie voor de
docent
 Het dieet bevat te weinig energie en leidt tot snel gewichtsverlies. Het is
slecht om erg snel gewicht te verliezen.
 Er zit weinig vet in.
 De calorieën zijn ongelijk verdeeld; een licht ontbijt, een lichte lunch en
een zwaar diner.
 Er zijn te weinig koolhydraten en te weinig vitamines van de B groep.
De verloren kilo’s zullen snel weer terug komen bij beëindigen van dit
dieet. ( JOJO effect).
 Het dieet mist graanproducten en die zijn samen met aardappelen de basis
van ons voedsel.
 Er zijn te veel eiwitten ( proteïnen).
 Het diner is in verhouding te groot.
 Het bevat geen melkproducten, dus te weinig calcium. Calcium is speciaal
belangrijk voor botopbouw van meisjes en vrouwen.
 Het voedsel is slecht verdeeld.
 Er is te weinig ijzer en vitamine D.
 Men gaat uit van streng lijnen maar over beweging wordt niet gesproken.
Hoe kan dit dieet verbeterd worden? Vragen aan de klas!
Verdeel de eiwit opname: bijv. plakje kaas of een ei bij het ontbijt.
Voeg in ieder geval 3 sneetjes volkorenbrood toe.
Gebruik een beetje boter of margarine.
Drink 2 tot 3 glazen halfvolle melk of andere melkproducten om de
toevoer van calcium te verzekeren.
 Eet aardappelen bij het diner.
 Zorg 2/3 keer per week voor beweging/training ( iets leuks!)
 Neem levertraan voor de in vet oplosbare vitamines.




Bron: Jeugd een Eetstoornissen
Caroline van der Linden
Mei 2003
10
Hoe ervaar jij jouw lijf op dit moment?
( bijlage bij les 4: Eetstoornissen afsluiting)
ABSOLUUT
MATIG
TOTAAL NIET
1. GEZOND
2. FRIS
3. ONTSPANNEN
4. LANG
5. KORT
6. AANTREKKELIJK
7. ELEGANT
8. IN VORM
9. FOUTLOOS
10. IN CONDITIE
11. STERK
12. VOL ENERGIE
Bron: Jeugd een Eetstoornissen
Caroline van der Linden
Mei 2003
11
Hoe zou jij je lijf willen hebben?
ERG
MATIG
NIET
BELANGRIJK
1. GEZOND
2. FRIS
3. ONTSPANNEN
4. LANG
5. KORT
6.
AANTREKKELIJK
7. ELEGANT
8. IN VORM
9. FOUTLOOS
10. VOLHARDEND
11. STERK
12. VOL ENERGIE
Bron: Jeugd een Eetstoornissen
Caroline van der Linden
Mei 2003
12
Informatie voor de docent bij de opgaven:
Hoe ervaar jij je lijf op dit moment en hoe zou jij je lijf willen hebben.



Laat leerlingen zichzelf punten geven:
absoluut en erg = 5
matig = 3
totaal niet en niet belangrijk = 1
Laat de leerlingen hun eigen scores optellen. Een lage score: hoe ervaar jij
jouw lijf betekent dat de leerling erg ontevreden is met het eigen lijf.
Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen is wel eens op dieet. Hoeveel
van jullie hebben geprobeerd af te vallen? En Hoe?
WAARSCHIJNLIJK HEEFT MINSTENS DE HELFT VAN ALLE MEISJES OP
DE EEN OF ANDERE MANIER GEPROBEERD SLANKER TE WORDEN.
-
-
dit komt niet voor in gebieden met weinig voedsel. Daar eten de mensen
alles wat ze te pakken kunnen krijgen.
De zeer bewuste interesse in ons uiterlijk vormt een probleem. Je kunt
immers eigenlijk nooit aan het ideaalbeeld tippen. En wat is nou het
ideaalbeeld??
Is het niet interessant dat de meesten van ons een goede gezondheid
hebben en toch niet tevreden zijn met hun lijf en lijn?
Als je ooit besloten hebt om af te vallen wat was dan je drijfveer?
MIJN HEUPEN/MIDDEL/BUIK/DIJEN/ACHTERWERK/MEERDERE
GEBIEDEN TE ZWAAR. IEMAND ZEI DAT MIJN………. TE GROOT/DIK
WAS.
Bron: Jeugd een Eetstoornissen
Caroline van der Linden
Mei 2003
13
Bronvermelding:
Stichting Anorexia en Boulimia Nervosa
Jeugd en Eetstoornissen, Gresko/Karlsen, Zorn-uitgeverij
Eetstornissen bij leerlingen. Wat kun je doen? Moerkens, Spanjers/Wagter
In gevecht met je lichaam, Terlouw
www.eetstoornisnet.nl
www.eetstoornis.be.nl
www.jongenrenonline.nl
www.sabn.nl
met dank voor reproductie
diensten & handelsmaatschappij
Caroline van der Linden
Mei 2003
14
Download