omgaan met emoties en gevoelens niet belasten met informatie waar de ander niets mee kan, is soms moeilijk. Te veel informatie kan voor onrust zorgen, te weinig ook. Het gaat om het doseren, alles waar ‘te’ voor staat is niet goed. Vanuit de behoeften is het wel belangrijk informatie te geven. Het gevoel serieus genomen te worden en erbij te horen. Het doseren van informatie is een belangrijke tip om onrust te voorkomen. Bijvoorbeeld wanneer een belangrijk persoon (familie of vriend) ernstig ziek is of overleden. Vaak wordt de vraag gesteld of u iemand wel mee moet nemen op ziekenbezoek, naar een condoleance of begrafenis. De vuistregel is: Ja! Iemand met dementie voelt rouw en verdriet net zoals iedereen (en zoals u nu inmiddels weet, sterker) en heeft behoefte aan afscheidnemen, wanneer dit een belangrijk persoon is (geweest) in iemands leven. Wanneer geeft u informatie Bij uitstapjes of afspraken is het belangrijk om niet te lang van te voren informatie te geven. Iemand met dementie kan dan niet goed inschatten hoe ver weg dit ligt in de tijd. Dus niet aankondigen dat er volgende week een busreisje naar de dierentuin in het verschiet ligt of de verjaardag van een dochter. Beter is het om op de dag zelf aan te kondigen wat er gaat gebeuren. Dit scheelt veel onrust en discussies over het wanneer. De bibliothecaresse van de geheugenbibliotheek heeft namelijk het boek met uitstapjes klaargelegd en dit schiet dus telkens in gedachten. Hoe later u aankondigt, hoe makkelijker u het maakt voor de ander. Soms is iets aankondigen onvermijdelijk. Zorg dan voor een geheugensteuntje, waardoor iemand als het ware letterlijk de tijd ziet wegtikken (zie het hoofdstuk over hulpmiddelen). Wanneer u als familielid bijvoorbeeld op vakantie bent, kan het helpen dat er een briefje wordt opgehangen waarop betrokkene zelf of een hulpverlener dagelijks ‘de dagen afstreept’ tot wanneer u terug bent. Heeft betrokkene niet door dat 72 u op vakantie bent, doe dit dan vooral niet, want dan gaat u het gemis juist aanwakkeren. Ook weer een voorbeeld van het benodigde maatwerk. Delen van gevoelens Het delen van emotioneel belangrijke momenten is van belang voor beide partijen. Zoals eerder beschreven werkt het emotionele brein veel langer goed dan het feitelijke geheugen. Emotionele gebeurtenissen worden daarom vaak wel goed opgeslagen en onthouden. Ook het delen van verdrietige dingen bevestigt de band die mensen met elkaar hebben. Iemand blijven benaderen als persoon is goed voor het zelfvertrouwen, het werkt versterkend. Met buitensluiten, beschermen en vaak ook betuttelen en overbeschermen (hoe goed bedoeld ook), geeft u het signaal af dat u iemand niet meer als volwaardig ziet en dat werkt dus ondermijnend. Dit is niet de opzet, maar wel het effect van overbeschermen op mensen met dementie. Ook al vergeet iemand misschien hoe verdrietig iets was en waarom, u hebt het op dat moment wel kunnen delen. Voel u niet bezwaard om ook nare gevoelens te delen. Ook dat is het bevestigen van een band. Deze gevoelens zijn er toch. Verstoppertje spelen voor elkaar helpt niet, delen wel. Het delen van vrolijke dingen en gebeurtenissen bevestigt ook de onderlinge band maar op een positieve manier en het prikkelt het geheugen door deze emoties te gebruiken. Het samen genieten op een bankje in de zon, het eten van een ijsje, kijken naar spelende kinderen en samen lachen. Allemaal zaken om te koesteren en op te zoeken wanneer u ze even niet ziet. Ook al vergeet iemand vervolgens wáárom iets plezierig was, hóé plezierig iets was wordt wel onthouden. Het is vanzelfsprekend veel prettiger dat het fijne gevoel blijft hangen dan het waarom. Gebruik deze prettige momenten om te bevestigen dat iemand er nog toe doet, dat u deze momenten waardeert en koestert. Door dit te doen, nemen het zelfvertrouwen 73 omgaan met emoties en gevoelens en de eigenwaarde toe en blijft dit fijne gevoel extra lang hangen. De les die wij als mensen zonder dementie nog wel eens kunnen leren, is: leven in het moment. Hele boeken en cursussen worden op dit moment aangeboden over mindfullness, terwijl we dit zo kunnen leren van mensen met dementie, gratis en voor niks. Risico’s horen bij het leven Ieder mens neemt de hele dag risico’s. We nemen deel aan het verkeer, hoewel er regelmatig ongelukken gebeuren; we gebruiken de trap bij het glazenwassen hoewel er regelmatig mensen van trappen vallen; we beginnen soms een praatje met een wildvreemde hoewel mensen daar soms heel boos over kunnen worden. Voorbeelden te over. Waarom nemen wij de hele dag door risico’s? Ten eerste omdat zonder risico’s het leven heel saai en eentonig zou zijn. Ten tweede omdat nieuwsgierigheid en vrijheid heel belangrijke basisbehoeften zijn van ieder mens. Zijn risico’s überhaupt wel te vermijden? Nee! U denkt wellicht dat als iemand de hele dag stil zit in een stoel er geen risico’s genomen worden, maar niets is minder waar. Veel stil zitten brengt ook risico’s met zich mee, zoals lichamelijke gebreken. Spieren die slechter gaan functioneren, doorbloeding van lichaamsdelen die slechter wordt, hersenen die minder goed werken, verhoogde kans op trombose en nog veel meer. Ook psychische problemen doen zich voor bij te veel alleen maar in een stoel zitten. Het gevolg: verveling, initiatiefloosheid, niet voldoen aan belangrijke basisbehoeftes als sociaal contact, vrijheid en nuttig voelen. Niets meer mogen doen om risico’s te beperken en de hele dag gewaarschuwd worden voor alle gevaren zorgen daarom zelfs voor probleemgedrag zoals apathie, angst of boosheid. Het hele leven bestaat uit risico’s, dus ook leven met dementie brengt risico’s met zich mee. Het is een kwestie van afwegen van wat erger is. Erg weinig tot niks mogen doen of een klein, bewust 74 genomen, risico aanvaarden. Het gaat hier om het afwegen van de mogelijke risico’s van een activiteit tegenover het plezier dat een activiteit oplevert. Een zaak van gezond verstand ook vaak. Om het nog scherper te stellen: juist als iemand een enkele keer een klein wondje krijgt, kan die extra genieten van situaties waarin dat niet gebeurt. Hoe vaak is het als kind net niet goed gegaan, om vervolgens de overwinning te vieren wanneer het wel lukte? We hebben tenslotte allemaal dingen geleerd met vallen en opstaan. In het leven van alledag is het vaak lastig om af te wegen wat iemand nog zelfstandig kan en wanneer je moet gaan beschermen tegen gevaarlijke situaties. Vaak zijn er goede compromissen mogelijk. Voorbeeld 1 Iemand met dementie buiten laten lopen, brengt het risico op verdwalen en ongelukken met zich mee. De risico’s kunnen verminderd worden door: • iemand een korte vaste route aan te leren; • zoveel mogelijk samen met anderen te lopen; • betrokkene hulpmiddelen mee te geven om zelf de weg weer terug te vinden, zoals een kaart of een wandel-tomtom; • betrokkene apparatuur mee te geven, waardoor familie of zorgverleners betrokkene weer terug kunnen vinden (zie het hoofdstuk over hulpmiddelen); • betrokkene samen met een hond te laten lopen; • betrokkene heupbeschermers aan te doen en/of valtraining geven; • betrokkene omgang met een loophulpmiddel aan te leren. Voorbeeld 2 Je kunt aardappels schillen met een scherp mesje of met een dunschiller. Aanpassen aan de risico’s is dus wel verstandig, maar niet overdrijven is ook heel gezond. Angst voor mogelijk onveilige situaties is voor sommige mantelzorgers de 75