Collegevoorstel C20111003o_3.09 Uitvoering motie Wat betekent

advertisement
Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Wat betekent dat voor u?
Openbare
18 december 2007
Programmabesluitenlijst
/ Programmanummer
Zorg & Welzijn / 1051; Werk
Collegevergadering
no &
47Inkomen / 1061
BW-nummer
Portefeuillehouder
B. Frings; T. Tankir
Aanwezig:
Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
Th.
Graaf
Voorzitter
De gemeenteraad heeft op
28de
april
2010 de motie ‘Wat betekent dat
L110, Renée Veldkamp, 06H. van
Hooft
sr., brief
L. Scholten,
Kunst,
Wethouders
voor u?’ aangenomen. OpP.22Depla,
juni 2010
hebben
wij een
aan de H. 46134078
P.
Lucassen,
J.
van
der
Meer
raad gestuurd ter uitvoering van de motie. De raad heeft echter
Datum ambtelijk voorstel
P. Eringa
Gemeentesecretaris
verschillende keren aangegeven
behoefte te hebben aan meer of
22 september 2011
andere informatie.
A. Kuil
Communicatie
Registratienummer
M. Sofovic
Verslag
11.0020141
Bij de behandeling van de nota Kaders & Keuzes Zorg & Welzijn in de
raadskamer op 22 juni jl. heeft de portefeuillehouder Zorg & Welzijn
dan ook afspraken gemaakt met de gemeenteraad over de
beantwoording van de motie. Hiervoor heeft op 11 juli een bijeenkomst
plaatsgevonden om de informatiebehoefte van de raad goed te
inventariseren en een reëel beeld te geven van welke informatie
leverbaar is.
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Paraaf
In de notitie bij dit voorstel geven wij inzicht in de consequenties van de
bezuinigingsvoorstellen op het gebied van de Wmo en de gevolgen van
de 110%-maatregel voor het minimabeleid. Wij bieden deze notitie aan
de raad aan, samen met het Wmo-beleidsplan en de
bezuinigingsvoorstellen voor de individuele voorzieningen Wmo.
De voorzitter,
Ter besluitvorming door het college
Datum
akkoord
I.Hol
De secretaris,
1. De notitie: Uitwerking ‘Wat betekent dat voor u?’ vast te stellen
en toe te zenden aan de gemeenteraad.
2. De brief aan de raad vast te stellen en te verzenden.
Programmamanager
I. van der Vlist
Programmadirecteur
R. Leushuis (wnd)
 Alleen ter besluitvorming door het College
 Actief informeren van de Raad (uiterlijk 19 oktober 2011)
Besluit B&W d.d. 3 oktober 2011
 Conform advies
nummer: 3.9
 Aanhouden
 Anders, nl.
Paraaf
Datum
akkoord
Bestuursagenda
Gemeentesecretaris
1
Portefeuillehouder
CV wat betekent dat voor u.doc
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Op 28 april 2010 heeft de gemeenteraad de motie ‘Wat betekent dat voor u?’ aangenomen. In
deze motie vroeg de raad inzicht in de gevolgen van bezuinigingsvoorstellen voor burgers. In
juni 2010 hebben wij in een uitgebreide brief de toen bekende consequenties van de
bezuinigingsvoorstellen en –voornemens aan de raad toegelicht. De raad heeft daarna echter
verschillende keren aangegeven dat zij meer inzicht wil in de gevolgen van bezuinigingen
voor individuele burgers, onder andere bij de behandeling van de notitie Kaders & Keuzes
Zorg & Welzijn, in juni 2011.
De portefeuillehouder Zorg & Welzijn heeft in deze kamerronde met de raad afgesproken om
een bijeenkomst te organiseren met raadsleden om hun vragen te inventariseren, de raad
inzicht te geven in welke informatie leverbaar is en een vervolgproces af te spreken. Deze
bijeenkomst heeft plaatsgevonden op 11 juli. In de notitie Uitwerking ‘Wat betekent dat voor
u?’ bij dit voorstel, wordt zo specifiek mogelijk ingegaan op de vragen van de raadsleden uit
deze bijeenkomst.
Wij bieden de notitie aan de raad aan bij de behandeling van het Wmo-beleidsplan en de
bezuinigingsvoorstellen voor de individuele voorzieningen Wmo, om de raad inzicht te geven
in de consequenties van deze bezuinigingsvoorstellen voor burgers in verschillende
omstandigheden.
2
Juridische aspecten
Dit voorstel heeft geen juridische consequenties.
3
Doelstelling
Doel van dit voorstel is de gemeenteraad te informeren over de consequenties voor burgers
in verschillende omstandigheden, van bezuinigingsvoorstellen op de individuele
voorzieningen Wmo en van de 110%-maatregel van het rijk voor het minimabeleid.
4
Argumenten
In de uitwerking sluiten we zo goed mogelijk aan bij de vragen van de raadsleden uit de
bijeenkomst op 11 juli. Zij willen weten wat de financiële gevolgen zijn van de
bezuinigingsvoorstellen op de Wmo en de beperking van de beleidsvrijheid voor gemeenten
in het minimabeleid, voor 4-6 verschillende typen huishoudens met verschillende inkomens.
Om dit inzicht zo zuiver mogelijk te geven, beperken we de beschrijving van de
huishoudtypen tot de kenmerken die onderscheidend zijn voor het in beeld brengen van de
gevolgen. Dit zijn de samenstelling van het huishouden, de hoogte van het inkomen, het al
dan niet hebben van een beperking en in enkele gevallen leeftijd. Ook beperken we ons tot
de bezuinigingsvoorstellen op en gevolgen van rijksbeleid voor de gemeentelijke regelingen.
We geven dus geen compleet koopkrachtplaatje, enerzijds omdat het effect van
gemeentelijke voorstellen dan te veel verstopt zit in het totaalbeeld en omdat het aantal
variabelen te groot is om dan een representatief beeld te geven.
We bieden de uitwerkingsnotitie samen met het Wmo-beleidsplan en de
bezuinigingsvoorstellen voor de individuele voorzieningen Wmo aan, om de gemeenteraad
transparante informatie te geven op het moment dat zij besluiten neemt over de
bezuinigingsvoorstellen.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
5
Financiën
Dit voorstel heeft geen financiële consequenties. Het brengt de financiële gevolgen voor
burgers in beeld van een aantal maatregelen en voorstellen.
6
Communicatie
Op 11 juli heeft een bijeenkomst plaatsgevonden met raadsleden om te inventariseren welke
vragen zij beantwoord willen hebben in de uitvoering van de motie ‘Wat betekent dat voor u?’
Zoals afgesproken tijdens de bijeenkomst, is een concept voorstel voor de uitwerking
toegezonden aan de aanwezige raadsleden, om na te gaan of zij nog een bijeenkomst over
de uitwerking wilden. Geen van de raadsleden heeft aangegeven daaraan behoefte te
hebben.
Wij bieden de uitwerking nu aan de raad aan en verzoeken de raad om deze te beschouwen
als uitvoering van de motie ‘Wat betekent dat voor u?’.
7
Uitvoering en evaluatie
Wij sturen de notitie ‘Wat betekent dat voor u?’ met een begeleidende brief aan de
gemeenteraad.
8
Risico
Dit voorstel brengt geen risico’s met zich mee.
Bijlage(n):
Notitie: Uitwerking ‘Wat betekent dat voor u?’
Brief aan de Raad
Directie Inwoners
Korte Nieuwstraat 6
6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007
Collegevergadering
no 47
Telefoon
(024) 329 91 11
Telefax
(024) 323 59 92
Aan: de Gemeenteraad van Nijmegen
E-mail
[email protected]
Aanwezig:
Voorzitter
Wethouders
Postadres
Gemeentesecretaris
Communicatie
Datum
Verslag
3 oktober 2011
Postbus 9105
Th. de Graaf
6500 HG Nijmegen
P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst,
P. Lucassen, J. van der Meer
P. Eringa
A. Kuil
Ons kenmerk
Contactpersoon
M. Sofovic
Onderwerp
L000/11.0020143
Renée Veldkamp
Datum uw brief
Direct telefoonnummer
Uitvoering motie: Wat betekent dat voor u?
06-46134078
Geachte leden van de Raad,
Op 28 april 2010 heeft uw raad
de vastgesteld
motie ‘Wat betekent
dat voor u?’ aangenomen.
Doel van de
Aldus
in de vergadering
van:
motie was inzicht te krijgen in de gevolgen van bezuinigingen voor burgers. In onze brief van 22
juni 2010 hebben wij de toen bekende gevolgen op een rij gezet en toegelicht. U heeft sindsdien
echter verschillende malen aangegeven dat u behoefte heeft aan meer of andere informatie.
Tijdens een bijeenkomst op 11 juli met een aantal van u en de portefeuillehouder Zorg & Welzijn
is uw informatiebehoefte geïnventariseerd,
leverbaar is en zijn
De voorzitter, is aangegeven welke informatie
De secretaris,
afspraken gemaakt over het vervolgproces. In de bijeenkomst bleek dat u wilt weten wat de
financiële gevolgen zijn van de bezuinigingsvoorstellen op de individuele voorzieningen Wmo en
de beperking van de gemeentelijke beleidsvrijheid in het minimabeleid. U vroeg ons dat in beeld
te brengen voor verschillende typen huishoudens met verschillende inkomens, waaronder een
minimum- en een modaal inkomen.
In de notitie: Uitwerking “Wat betekent dat voor u?’ geven wij u deze informatie. Wij bieden u deze
notitie aan bij de behandeling van het Wmo-beleidsplan en de bezuinigingsvoorstellen voor de
individuele voorzieningen Wmo. Wij hopen dat deze notitie u ondersteunt bij het
besluitvormingsproces over de bezuinigingsvoorstellen en dat u de motie ‘Wat betekent dat voor
u’ met deze notitie als uitgevoerd beschouwt.
Hoogachtend,
college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
mr. Th.C. de Graaf
drs. B. van der Ploeg
1
Aantal Bijlagen: 1
www.nijmegen.nl
raadsbrief Wat betekent dat voor u.doc
Gemeente Nijmegen
Directie Inwoners
Vervolgvel
1
www.nijmegen.nl
raadsbrief Wat betekent dat voor u.doc
Uitwerking: ‘Wat betekent dat voor u?’
Uitvoering van de motie, aangenomen in de raadsvergadering van 28 april 2010
Gemeente Nijmegen
september 2011
1. Inleiding
Op 11 juli hebben wethouder Frings en leden van de gemeenteraad afspraken gemaakt over de wijze
van beantwoording van de motie: Wat betekent dat voor u? De raad wil inzicht in:
 de financiële gevolgen van bezuinigingen op de individuele voorzieningen Wmo die het
college voorstelt en de beperking van de gemeentelijke beleidsvrijheid voor het minimabeleid,
 voor 4-6 typen huishoudens uit verschillende inkomensgroepen, waaronder het
minimuminkomen en modaal,
 waar stapeleffecten optreden als gevolg van deze maatregelen en voorstellen.
In deze notitie zijn die gevolgen uitgewerkt. In paragraaf 2 presenteren we de gekozen huishoudtypes
en lichten de werkwijze toe. In paragraaf 3 staan de gevolgen van de bezuinigingsvoorstellen
uitgewerkt. Tenslotte zijn twee bijlagen bijgevoegd. Daarin staat een beknopt overzicht van de huidige
regelingen en bezuinigingsvoorstellen, c.q. gevolgen van de 110%-maatregel.
Wij bieden u deze uitwerking tegelijk met het Wmo-beleidsplan en de bezuinigingsvoorstellen voor de
individuele voorzieningen Wmo aan.
2. De persona’s
Voor de beantwoording van de motie hebben we 4 huishoudtypes gemaakt, ofwel persona’s. Bij het
samenstellen daarvan hebben we ons gefocust op de kenmerken die onderscheidend zijn om de
gevolgen van bezuinigingen zichtbaar te maken. Dat zijn:
 Hoogte van het inkomen
 Samenstelling van het huishouden: alleenstaand, alleenstaande ouder, (echt)paar met/zonder
kinderen
 Leeftijd: 65+ of 65 De zorg en/of de hulpmiddelen die iemand krijgt.
De persona’s zijn:
 Mohamed: Alleenstaande, jonger dan 65 jaar, gebruikt scootmobiel en
vervoerskostenvergoeding.
 Jan en Ans: Echtpaar, beiden 65+, gebruiken 3 uur per week hulp bij het huishouden en
hebben een traplift
 Marieke: Alleenstaande ouder, jonger dan 65 jaar, 1 kind van 5 jaar. Vraagt wandbeugels
voor douche en toilet aan.
 José en Peter: Paar, jonger dan 65 jaar, met twee kinderen van 10 en 13 jaar, José maakt
gebruik van een rolstoel, woning is onlangs aangepast.
Bij elke persona brengen we de gevolgen in beeld voor verschillende inkomens. Voor de hoogte van
het inkomen zijn percentages ten opzichte van het sociaal minimum gebruikt, omdat het door de
variëteit aan bedragen en belastingmaatregelen erg onoverzichtelijk is om met concrete bedragen te
werken. We hebben inkomens gekozen die de gevolgen van bezuinigingsvoorstellen zichtbaar en
vergelijkbaar maken en die aansluiten bij de wensen van de raadsleden. De persona’s maken
zichtbaar wat er in financiële zin verandert in 2012 ten opzichte van 2011 als men zich in een
bepaalde situatie bevindt en de bezuinigingsvoorstellen worden doorgevoerd. Daarin is de volgende
indeling gemaakt:
Groen: geen financieel gevolg, recht blijft na doorvoeren bezuinigingsvoorstellen zoals daarvoor
Grijs: geen recht op de regeling/voorziening in 2011 en 2012
Geel: geen financieel nadeel, wel meer administratie
Licht oranje: financieel nadeel tot max. minimale eigen bijdrage Wmo excl. Wtcg-korting ( = € 230 per
jaar voor een alleenstaande en € 330 voor een (echt)paar) 1
Feloranje: financieel nadeel tussen € 230 / € 330 en € 500 per jaar.
Rood: financieel nadeel > € 500 per jaar.
Niet gearceerd: regeling is niet van toepassing in deze casus.
1
Bij bijzondere bijstand hangt draagkracht af van de hoogte van de kosten. Wat het financiële verschil is, hangt
dus af van het aangevraagde bedrag. In de meeste gevallen zal het bedrag dat men zelf moet betalen in deze
categorie vallen.
2
Deze wijze van presenteren geeft inzicht in de gevolgen van de gemeentelijke
bezuinigingsvoorstellen. De gevolgen zijn in beeld gebracht met de bedragen voor 2011, omdat
bedragen voor 2012 nu nog niet bekend zijn. De berekening van de eigen bijdrage voor Wmovoorzieningen is gemaakt met de rekentool van het CAK. Deze geeft een indicatie van de hoogte van
de eigen bijdrage.
De persona’s zijn tamelijk abstracte personen. Werken met complete beschrijvingen van persoons- en
gezinsituaties leidt er echter toe dat de relevante kenmerken ‘verstopt’ zitten in de beschrijving en niet
duidelijk is waardoor het verschil veroorzaakt wordt. Om een voorbeeld te geven: voor zowel de
inkomensondersteunende maatregelen als de inkomensafhankelijke Wmo-voorzieningen is de hoogte
van het gezinsinkomen van belang. Of dat inkomen loon, inkomen uit zelfstandige arbeid, pensioen of
een uitkering is, is niet van belang.
Wat de impact van een bezuinigingsmaatregel is op de financiële situatie van een persoon of gezin,
hangt sterk af van de bestedingsruimte in het individuele geval. Daarop zijn zo veel variabelen van
invloed; van de hoogte van de huur, of bij een hypotheek het geleende bedrag, rentepercentage en
soort hypotheek (aflossingsvrij of niet), tot eigen risico ziektekostenverzekering, eventuele niet
vergoede medische kosten, gebruik van kinderopvang, belastingmaatregelen en nog veel meer, dat
de persona altijd weer een individuele casus wordt als met al deze variabelen rekening gehouden
wordt. Bovendien worden ook dan de gevolgen van gemeentelijke bezuinigingsvoorstellen niet goed
zichtbaar in de presentatie.
Daarom hebben we ons beperkt tot persona’s met de onderscheidende kenmerken om de gevolgen
van gemeentelijke bezuinigingsvoorstellen in beeld te brengen.
We wijzen er voor de volledigheid op dat we in de persona’s de gevolgen van
bezuinigingsvoorstellen in beeld brengen. We bieden deze notitie aan de raad aan bij de behandeling
van het Wmo beleidsplan en de bezuinigingsvoorstellen voor 2012 op de individuele voorzieningen
Wmo, zodat de raad dan transparante informatie heeft over de gevolgen van de voorstellen.
3
3. Gevolgen van de bezuinigingen per persona
3.1 Mohamed: Alleenstaande, jonger dan 65 jaar, gebruikt scootmobiel en vervoerskostenvergoeding
Verlaging inkomensgrens
vervoerskostenvergoeding
Lager forfaitair bedrag
vervoerskostenvergoeding
Werkelijk uurtarief voor eigen
bijdrage hulp b/h huishouden
Eigen bijdrage hulpmiddelen en
woningaanpassingen
Algemeen gebruikelijk
Primaat van verhuizing
Bijzondere bijstand
Collectieve aanvullende
verzekering
Langdurigheidstoeslag
Kinderfonds
Regeling chronisch zieken,
gehandicapten en ouderen
Kortingsregeling gemeentelijke
Kredietbank
Kwijtschelding gemeentelijke
belastingen
100% sociaal minimum
Geen
115% sociaal minimum
Geen
130% sociaal minimum
Geen
Modaal 2
Geen, geen recht
Declareren vanaf € 240 3
Declareren vanaf € 240
Declareren vanaf € 240
Geen, geen recht
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Eigen bijdrage € 11,93 p.
4 wkn. Vergoed via GBB
n.v.t.
n.v.t.
Geen
Eigen bijdrage € 11,93 p. 4
wkn.
n.v.t.
n.v.t.
Geen verandering,
draagkracht in huidige en
nieuwe situatie.
Geen, geen recht
Eigen bijdrage
€ 88,18 p. 4 wkn
n.v.t.
n.v.t.
Vrijwel nooit recht
Geen
n.v.t.
Geen
Eigen bijdrage € 11,93 p. 4
wkn. Deels vergoed via GBB
n.v.t.
n.v.t.
Geen verandering,
draagkracht in huidige en
nieuwe situatie.
Geen gemeentelijke bijdrage in
premie: € 78 per jaar
Geen, geen recht
n.v.t.
Recht vervalt € 150 minder p/j
Geen, geen recht
n.v.t.
Geen, geen recht
Geen, geen recht
n.v.t.
Geen, geen recht
Geen
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen
Geen, geen recht
2
Een modaal inkomen is in 2011 € 32.500 bruto per jaar inclusief vakantiegeld. Dit is afgerond 165% van het sociaal minimum voor een (echt)paar, 172% van het sociaal
minimum voor een alleenstaande ouder en 215% van het sociaal minimum voor een alleenstaande. Deze berekening is gemaakt op basis van de bruto inkomens.
3
Doordat Mohamed ook een scootmobiel heeft, heeft hij recht op 60% van het forfaitaire bedrag.
4
3.2 Jan en Ans: Echtpaar, beiden 65+, gebruiken 3 uur per week hulp bij het huishouden en hebben een traplift
Verlaging inkomensgrens
vervoerskostenvergoeding
Lager forfaitair bedrag
vervoerskostenvergoeding
Werkelijk uurtarief voor eigen
bijdrage hulp b/h huishouden
Eigen bijdrage hulpmiddelen
en woningaanpassingen
Algemeen gebruikelijk
Primaat van verhuizing
Bijzondere bijstand
Collectieve aanvullende
verzekering
Langdurigheidstoeslag
Kinderfonds
Regeling chronisch zieken,
gehandicapten en ouderen
Kortingsregeling gemeentelijke
Kredietbank
Kwijtschelding gemeentelijke
belastingen
100% sociaal minimum
n.v.t.
115% sociaal minimum
n.v.t.
130% sociaal minimum
n.v.t.
Modaal
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Geen gevolgen, eigen
bijdrage: € 17,02 per 4 wkn,
lager dan kosten hulp.
Vergoed via GBB
Geen gevolgen: anticumulatie
eigen bijdrage
n.v.t.
n.v.t.
Geen
Eigen bijdrage: € 17,02 p. 4
wkn, lager dan kosten hulp.
Deels vergoed via GBB.
Eigen bijdrage € 28,55 p. 4
wkn. Lager dan kosten hulp.
Lagere vergoeding via GBB
Geen gevolgen, eigen bijdrage
€ 97,42 p. 4 wkn. Lager dan
kosten hulp
Geen gevolgen: anticumulatie
eigen bijdrage
n.v.t.
n.v.t.
Draagkracht, deel zelf betalen
Geen gevolgen: anticumulatie
eigen bijdrage
n.v.t.
n.v.t.
Hogere draagkracht, meer zelf
betalen
Geen, geen recht
Geen gevolgen: anticumulatie
eigen bijdrage
n.v.t.
n.v.t.
Vrijwel nooit recht
Geen, geen recht
n.v.t.
Geen, geen recht
Geen, geen recht
n.v.t.
Geen, geen recht
Geen
Geen
n.v.t.
Geen
Geen gemeentelijke bijdrage in
premie: € 156 per jaar
Geen, geen recht
n.v.t.
Recht vervalt € 150 minder p/j
Geen, geen recht
Geen
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
5
3.3 Marieke: Alleenstaande ouder, jonger dan 65 jaar, 1 kind van 5 jaar, vraagt wandbeugels voor douche en toilet aan.
Verlaging inkomensgrens
vervoerskostenvergoeding
Lager forfaitair bedrag
vervoerskostenvergoeding
Werkelijk uurtarief voor eigen
bijdrage hulp b/h huishouden
Eigen bijdrage hulpmiddelen
en woningaanpassingen
Algemeen gebruikelijk
100% sociaal minimum
n.v.t.
115% sociaal minimum
n.v.t.
130% sociaal minimum
n.v.t.
Modaal
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Wandbeugels worden niet
meer verstrekt o.g.v. Wmo.
Wel bijzondere bijstand
mogelijk.
n.v.t.
Geen
Wandbeugels worden niet
meer verstrekt o.g.v. Wmo.
Wandbeugels worden niet
meer verstrekt o.g.v. Wmo.
n.v.t.
Geen verandering,
draagkracht vanaf 110% in
huidige en nieuwe situatie
Geen, geen recht
n.v.t.
Vrijwel nooit recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Collectieve aanvullende
verzekering
Langdurigheidstoeslag
Kinderfonds 4
Geen
Regeling chronisch zieken,
gehandicapten en ouderen
Kortingsregeling gemeentelijke
Kredietbank
Kwijtschelding gemeentelijke
belastingen
Geen
Wandbeugels worden niet
meer verstrekt o.g.v. Wmo.
Gedeeltelijke vergoeding uit
bijzondere bijstand mogelijk.
n.v.t.
Geen verandering,
draagkracht vanaf 110% in
huidige en nieuwe situatie
Geen gemeentelijke bijdrage in
premie: € 78 per jaar
Geen, geen recht
Recht vervalt: maximaal € 450
minder per jaar
Recht vervalt € 150 minder p/j
Geen
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Primaat van verhuizing
Bijzondere bijstand
Geen
Geen
Geen, geen recht
4
De raad heeft bij de Perspectiefnota 2012 de motie: ‘Herstel perspectief kinderen ondanks beperking kabinet’ aangenomen. Wij onderzoeken nog of en zo ja hoe, wij deze
motie kunnen uitvoeren. In de presentatie van de financiële consequenties van de 110%-maatregel is er vanuit gegaan dat deze ook voor het Kinderfonds geldt.
6
3.4 José en Peter: Paar, jonger dan 65 jaar, met twee kinderen van 10 en 13 jaar, José maakt gebruik van een rolstoel en vervoerskostenvergoeding,
woning is onlangs aangepast.
Verlaging inkomensgrens
vervoerskostenvergoeding
Lager forfaitair bedrag
vervoerskostenvergoeding
Werkelijk uurtarief voor eigen
bijdrage hulp b/h huishouden
Eigen bijdrage hulpmiddelen
en woningaanpassingen
100% sociaal minimum
Geen
115% sociaal minimum
Geen
130% sociaal minimum
Geen
Modaal
Geen, geen recht
Vanaf € 400 declareren
Vanaf € 400 declareren
Vanaf € 400 declareren
Geen, geen recht
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Eigen bijdrage € 17,02 p. 4
wkn. Vergoed via GBB
Eigen bijdrage € 17,02 p. 4
wkn. Mogelijk deels vergoed
via GBB
n.v.t.
n.v.t.
Draagkracht, deel zelf betalen
Eigen bijdrage € 24,33 p. 4
wkn.
Eigen bijdrage
€ 52,56 p. 4 wkn
n.v.t.
n.v.t.
Hogere draagkracht, meer zelf
betalen
Geen, geen recht
n.v.t.
n.v.t.
Vrijwel nooit recht
Geen, geen recht
Recht vervalt: maximaal
€ 1050 minder p/j
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Algemeen gebruikelijk
Primaat van verhuizing
Bijzondere bijstand
n.v.t.
n.v.t.
Geen
Collectieve aanvullende
verzekering
Langdurigheidstoeslag
Kinderfonds
Geen
Regeling chronisch zieken,
gehandicapten en ouderen
Kortingsregeling gemeentelijke
Kredietbank
Kwijtschelding gemeentelijke
belastingen
Geen
Geen gemeentelijke bijdrage in
premie: € 156 per jaar
Geen, geen recht
Recht vervalt: maximaal
€ 1050 minder p/j
Recht vervalt € 150 minder p/j
Geen
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen, geen recht
Geen
Geen
Geen, geen recht
Geen, geen recht
7
Bijlage 1: Huidige Wmo-voorzieningen en eigen bijdragen en bezuinigingsvoorstellen
Individuele voorzieningen Wmo
Individuele voorzieningen Wmo 2011
Op grond van de Wmo verstrekt de gemeente aan mensen met een beperking de volgende
individuele voorzieningen:
 Hulp bij het huishouden
 Woonvoorzieningen en woningaanpassingen: Hieronder vallen kleine en grote hulpmiddelen
zoals douchebeugels en trapliften en verbouwingen in de woning, zoals een douche op de
begane grond.
 Vervoersvoorzieningen. Hieronder vallen de vervoerskostenvergoeding, aanpassingen aan de
eigen auto en vervoermiddelen zoals een scootmobiel.
 Rolstoelen
Inkomen
Bij het beoordelen van aanvragen voor woningaanpassingen, rolstoelen en vervoersvoorzieningen
-met uitzondering van de vervoerskostenvergoeding-, speelt het inkomen geen rol. Alleen voor de
vervoerskostenvergoeding geldt een inkomensgrens. Voor hulp bij het huishouden betalen gebruikers
een inkomensafhankelijke eigen bijdrage.
Vervoersvoorzieningen en inkomensgrens
5
Mensen met een inkomen tot 150% van het minimumloon, plus 11,5% komen in aanmerking voor
een vervoerskostenvergoeding. Zij krijgen een forfaitair bedrag van € 500 per kalenderjaar. Hebben
mensen meer vervoerskosten, dan kunnen ze boven de € 500 de kosten declareren, tot een maximum
van € 1110 per jaar. Voor de duurdere rolstoeltaxi kan tot maximaal € 1665 gedeclareerd worden. Als
iemand ook een andere vervoersvoorziening heeft, bv. een scootmobiel, krijgt hij een lagere
vervoerskostenvergoeding omdat hij meer mogelijkheden voor vervoer heeft. Mensen met een hoger
inkomen worden financieel in staat geacht een auto te kunnen rijden en komen niet voor een
vervoerskostenvergoeding in aanmerking.
Alle andere vervoersvoorzieningen zijn inkomensonafhankelijk.
Eigen bijdrage hulp bij het huishouden
Voor hulp bij het huishouden betalen mensen een eigen bijdrage. Deze wordt op dezelfde manier
berekend als de eigen bijdrage voor thuiszorg uit de AWBZ. De systematiek is als volgt:
Tot 120% van het sociaal minimum is de eigen bijdrage een vast bedrag per 4 weken: voor een
alleenstaande € 17,80 en voor een (echt)paar € 25,40. Boven de 120%, wordt daarbovenop 15% van
het inkomen als eigen bijdrage gerekend. De totale eigen bijdrage, ook als dat alleen het vaste
minimumbedrag is, wordt verminderd met 33% Wctg-korting. Het bedrag dat dan overblijft, is de eigen
bijdrage per vier weken. De eigen bijdrage is uiteraard nooit hoger dan de kosten van de geleverde
hulp.
Het CAK int de eigen bijdragen voor de Wmo en de AWBZ, om te voorkomen dat mensen die hulp bij
het huishouden en AWBZ-thuiszorg krijgen, twee keer een eigen bijdrage opgelegd krijgen
(anticumulatie). De geïnde eigen bijdrage komt eerst ten goede aan de gemeente, het restant is voor
het rijk (AWBZ).
Mensen met een laag inkomen kunnen de eigen bijdrage vergoed krijgen via de bijzondere bijstand.
Er wordt uitgezocht wat de gevolgen zijn van wel laten opleggen, maar niet innen van de eigen
bijdrage door het CAK. De opbrengst uit eigen bijdragen zal daardoor zeker dalen.
5
De 11,5% is het drempelbedrag voor de –intussen afgeschafte- belastingaftrek voor bijzondere uitgaven i.v.m.
ziekte of een beperking. Hiervoor is de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten in de plaats
gekomen.
8
Bezuinigingsvoorstellen individuele voorzieningen Wmo voor 2012
A Meer inkomensafhankelijk maken
Wijziging maximuminkomen vervoerskostenvergoeding
De inkomensgrens wordt verlaagd naar 1,5 maal het sociaal minimum. Op dit moment is de
inkomensgrens 1,5 maal het sociaal minimum + 11,5%.
Reële uurtarieven bij bepalen eigen bijdrage hulp bij het huishouden
Nu hanteren we een uurtarief van € 16 bij het bepalen van de eigen bijdrage voor hulp bij het
huishouden. Dat wil zeggen dat gebruikers van hulp bij het huishouden nooit meer dan € 16 per uur
aan eigen bijdrage betalen.
Vanaf 2012 gaan we uit van de werkelijke kosten voor huishoudelijke hulp, die liggen boven de € 20
per uur. De eigen bijdrage is maximaal de kosten voor de hulp of voorziening. Gevolg is dat mensen
met een hoog inkomen een hogere eigen bijdrage gaan betalen, of ervoor zullen kiezen zelf hulp bij
het huishouden te regelen, omdat dat goedkoper is.
Eigen bijdrage voor hulpmiddelen
Tot nu toe vragen we alleen een eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden. De gemeente mag ook
een eigen bijdrage vragen voor vervoers-, woonvoorzieningen en woningaanpassingen, of een
inkomensgrens stellen. Het is bij wet verboden om een eigen bijdrage te vragen of een inkomensgrens
te stellen voor rolstoelen en de aanpassingen en accessoires die bij de rolstoel nodig zijn. Ook voor
Wmo-voorzieningen die bedoeld zijn voor kinderen tot 18 jaar mag de gemeente geen eigen bijdrage
vragen of inkomensgrens stellen.
Het voorstel is om vanaf 2012 ook voor woningaanpassingen, woon- en vervoersvoorzieningen (met
uitzondering van de vervoerskostenvergoeding) een eigen bijdrage in rekening te brengen. Voor
bestaande voorzieningen gaat de eigen bijdrage in per 1 januari 2012, bij nieuwe vanaf datum
toekenning.
Algemeen gebruikelijk
Voorstel is om roerende woonvoorzieningen tot € 200, zoals verhoogde toiletten, wandbeugels,
(kantel)spiegels, doucheglijstangen, een tweede trapleuning en antislipcoating in de douche per 1
januari 2012 als algemeen gebruikelijk te beschouwen en niet meer voor vergoeding vanuit de Wmo in
aanmerking te laten komen. Mensen met een laag inkomen kunnen deze kosten wel vergoed krijgen
via de bijzondere bijstand.
B Forfaitaire vervoerskostenvergoeding
Het forfaitaire bedrag is nu € 500 per jaar. In het bezuinigingsvoorstel wordt dit bedrag verlaagd naar
€ 400 en wordt het gelijk gesteld voor alle vormen van vervoer: eigen auto, taxi of rolstoeltaxi. De
mogelijkheid om daarnaast vervoerskosten te declareren blijft bestaan. Voor alle vormen van vervoer
kunnen gebruikers declareren tot €1110. Dit is hetzelfde bedrag als in 2011 voor alle vormen van
vervoer behalve de rolstoeltaxi. Voor de rolstoeltaxi wordt het maximumbedrag verlaagd van € 1665
naar € 1110. De reden hiervoor is dat in het nieuwe contract voor de regiotaxi, rolstoelgebruikers
hetzelfde zonetarief betalen als gebruikers voor wie geen rolstoelbus ingezet hoeft te worden.
Gemeenten betalen de extra kosten voor de inzet van een rolstoelbus.
De meeste gebruikers van de vervoerskostenvergoeding krijgen dus een lager bedrag automatisch
uitbetaald, maar kunnen in totaal evenveel blijven gebruiken. De inkomensgrens wordt wel verlaagd
(zie hierboven).
C Woning aanpassen of verhuizen?
Als een woningaanpassing nodig is heeft de gemeente de bevoegdheid om het primaat van de
verhuizing te hanteren, d.w.z. een kosten-batenafweging maken tussen verbouwen of verhuizen,
uiteraard rekening houdend met de omstandigheden van de aanvrager, de beschikbaarheid van
geschikte woningen e.d.
9
Voorstel is dat als in een woning voor meer dan € 6000 aan aanpassingen nodig is, het primaat van
verhuizing gaat gelden. Hierbij blijven we wel maatwerk bieden door rekening te houden met sociale
factoren, financiële omstandigheden en de urgentie waarmee een probleem gecompenseerd moet
worden.
10
Bijlage 2: Inkomensondersteunende maatregelen 2011 en gevolgen van de 110%-maatregel
Inkomensondersteunende maatregelen 2011
Gemeente Nijmegen kent verschillende regelingen om mensen met een laag inkomen financieel te
ondersteunen. Twee van deze regelingen, de bijzondere bijstand en de Langdurigheidstoeslag zijn
landelijke regelingen die onderdeel zijn van de Wet werk & bijstand.
Gemeenten hebben daarnaast binnen kaders die het rijk stelt beleidsvrijheid om gemeentelijke
regelingen voor inkomensondersteuning vast te stellen en uit te voeren. In de tabel hieronder staan de
regelingen voor 2011 met een korte omschrijving, doelgroep en inkomensgrens.
regeling
doelgroep
Bijzondere bijstand
Iedereen met bijzonder
noodzakelijke kosten waarvoor
zijn inkomen niet toereikend is en
die weinig vermogen heeft.
Collectieve aanvullende
verzekering
Basis- en aanvullende
ziektekostenverzekering tegen
scherpe premie voor iedereen
met een laag inkomen.
Gemeente draagt bovendien
€ 6,50 per maand per verzekerde
bij in de premie
Huishoudens die > 3 jaar
onafgebroken een
minimuminkomen hebben.
Bedrag:
€ 305 per jaar voor een
alleenstaande
€ 395 voor een alleenstaande
ouder
€ 435 voor een (echt)paar
Langdurigheidstoeslag
Kinderfonds
Regeling chronisch
zieken, gehandicapten en
ouderen
Kortingsregeling
gemeentelijke
Kredietbank
Tegemoetkoming voor kinderen
van 4-18 jaar
Bijdrage sport: € 225 per kind per
jaar.
Bijdrage cultuur: € 225 per kind
per jaar.
Bijdrage schoolkosten: maximaal
€ 50 voor kinderen op
basisonderwijs en € 100 voor
kinderen op voortgezet
onderwijs.
Tegemoetkoming voor chronisch
zieken, mensen met een
beperking en 65-plussers, € 150
per persoon
Rentekorting op lening voor
minima
inkomensgrens t.o.v. sociaal
minimum
Geen, draagkracht bij inkomen >
110% van het sociaal minimum
voor gezinnen met 1 kind
> 120% voor gezinnen met 2 of
meer kinderen tot 18 jaar, 65plussers en mensen die < 3 jaar
geleden uit de bijstand zijn
uitgestroomd naar werk
> 100% voor alleenstaanden
< 65 jaar
120%
105%
120% voor een gezin met 1 kind
130% voor een gezin met 2 of
meer kinderen
120%
120%
11
Kwijtschelding
gemeentelijke
belastingen
Kwijtschelding van gemeentelijke
belastingen, m.u.v.
hondenbelasting vanaf de
tweede hond.
100%
Veranderingen in 2012
College en raad hebben besloten om het minimabeleid in stand te houden. De regelingen blijven dus
bestaan. Wel is het rijk van plan de beleidsvrijheid in te perken: gemeenten mogen geen categoriale
inkomensondersteuning meer geven aan huishoudens met een inkomen boven de 110% van het
sociaal minimum. Deze 110%-maatregel is onderdeel van een voorstel tot wetswijziging. De
staatssecretaris heeft laten weten dat hij de wijziging per 1 januari 2012 wil doorvoeren. In het
minimabeleidsplan is daarop geanticipeerd. Gevolg van deze maatregel is dat mensen met een net
iets hoger inkomen hun recht verliezen op het kinderfonds, de regeling chronisch zieken,
gehandicapten en ouderen, de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering en de rentekorting bij
de GKB.
De raad heeft bij de Perspectiefnota 2012 de motie: ‘Herstel perspectief kinderen ondanks beperking
kabinet’ aangenomen. Wij onderzoeken nog of en zo ja hoe, wij deze motie kunnen uitvoeren. Ons
college zal de raad zo spoedig mogelijk een uitwerking voorleggen. In de presentatie van de financiële
consequenties van de 110%-maatregel is er vanuit gegaan dat deze ook voor het Kinderfonds geldt.
Bij de bijzondere bijstand heeft de 110%-grens een ander gevolg. Voor deze regeling geldt geen
strikte inkomensgrens. Ook mensen met een hoger inkomen kunnen er gebruik van maken, als ze
zulke hoge bijzonder noodzakelijke kosten hebben dat hun inkomen niet toereikend is om die te
kunnen betalen en ze ook weinig vermogen hebben. Mensen met een hoger inkomen die bijzondere
bijstand krijgen, moeten ongeveer 30% van dat hogere inkomen gebruiken om een deel van de
bijzondere kosten zelf te betalen (draagkracht).
Op dit moment berekenen we in een aantal situaties pas draagkracht bij een inkomen boven de 120%
van het sociaal minimum. Na invoering van de 110% maatregel kan dat niet meer.
12
Download