Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Wat betekent dat voor u? Openbare 18 december 2007 Programmabesluitenlijst / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051; Werk Collegevergadering no & 47Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings; T. Tankir Aanwezig: Samenvatting Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. Th. Graaf Voorzitter De gemeenteraad heeft op 28de april 2010 de motie ‘Wat betekent dat L110, Renée Veldkamp, 06H. van Hooft sr., brief L. Scholten, Kunst, Wethouders voor u?’ aangenomen. OpP.22Depla, juni 2010 hebben wij een aan de H. 46134078 P. Lucassen, J. van der Meer raad gestuurd ter uitvoering van de motie. De raad heeft echter Datum ambtelijk voorstel P. Eringa Gemeentesecretaris verschillende keren aangegeven behoefte te hebben aan meer of 22 september 2011 andere informatie. A. Kuil Communicatie Registratienummer M. Sofovic Verslag 11.0020141 Bij de behandeling van de nota Kaders & Keuzes Zorg & Welzijn in de raadskamer op 22 juni jl. heeft de portefeuillehouder Zorg & Welzijn dan ook afspraken gemaakt met de gemeenteraad over de beantwoording van de motie. Hiervoor heeft op 11 juli een bijeenkomst plaatsgevonden om de informatiebehoefte van de raad goed te inventariseren en een reëel beeld te geven van welke informatie leverbaar is. Aldus vastgesteld in de vergadering van: Paraaf In de notitie bij dit voorstel geven wij inzicht in de consequenties van de bezuinigingsvoorstellen op het gebied van de Wmo en de gevolgen van de 110%-maatregel voor het minimabeleid. Wij bieden deze notitie aan de raad aan, samen met het Wmo-beleidsplan en de bezuinigingsvoorstellen voor de individuele voorzieningen Wmo. De voorzitter, Ter besluitvorming door het college Datum akkoord I.Hol De secretaris, 1. De notitie: Uitwerking ‘Wat betekent dat voor u?’ vast te stellen en toe te zenden aan de gemeenteraad. 2. De brief aan de raad vast te stellen en te verzenden. Programmamanager I. van der Vlist Programmadirecteur R. Leushuis (wnd) Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad (uiterlijk 19 oktober 2011) Besluit B&W d.d. 3 oktober 2011 Conform advies nummer: 3.9 Aanhouden Anders, nl. Paraaf Datum akkoord Bestuursagenda Gemeentesecretaris 1 Portefeuillehouder CV wat betekent dat voor u.doc Collegevoorstel 1 Probleemstelling Op 28 april 2010 heeft de gemeenteraad de motie ‘Wat betekent dat voor u?’ aangenomen. In deze motie vroeg de raad inzicht in de gevolgen van bezuinigingsvoorstellen voor burgers. In juni 2010 hebben wij in een uitgebreide brief de toen bekende consequenties van de bezuinigingsvoorstellen en –voornemens aan de raad toegelicht. De raad heeft daarna echter verschillende keren aangegeven dat zij meer inzicht wil in de gevolgen van bezuinigingen voor individuele burgers, onder andere bij de behandeling van de notitie Kaders & Keuzes Zorg & Welzijn, in juni 2011. De portefeuillehouder Zorg & Welzijn heeft in deze kamerronde met de raad afgesproken om een bijeenkomst te organiseren met raadsleden om hun vragen te inventariseren, de raad inzicht te geven in welke informatie leverbaar is en een vervolgproces af te spreken. Deze bijeenkomst heeft plaatsgevonden op 11 juli. In de notitie Uitwerking ‘Wat betekent dat voor u?’ bij dit voorstel, wordt zo specifiek mogelijk ingegaan op de vragen van de raadsleden uit deze bijeenkomst. Wij bieden de notitie aan de raad aan bij de behandeling van het Wmo-beleidsplan en de bezuinigingsvoorstellen voor de individuele voorzieningen Wmo, om de raad inzicht te geven in de consequenties van deze bezuinigingsvoorstellen voor burgers in verschillende omstandigheden. 2 Juridische aspecten Dit voorstel heeft geen juridische consequenties. 3 Doelstelling Doel van dit voorstel is de gemeenteraad te informeren over de consequenties voor burgers in verschillende omstandigheden, van bezuinigingsvoorstellen op de individuele voorzieningen Wmo en van de 110%-maatregel van het rijk voor het minimabeleid. 4 Argumenten In de uitwerking sluiten we zo goed mogelijk aan bij de vragen van de raadsleden uit de bijeenkomst op 11 juli. Zij willen weten wat de financiële gevolgen zijn van de bezuinigingsvoorstellen op de Wmo en de beperking van de beleidsvrijheid voor gemeenten in het minimabeleid, voor 4-6 verschillende typen huishoudens met verschillende inkomens. Om dit inzicht zo zuiver mogelijk te geven, beperken we de beschrijving van de huishoudtypen tot de kenmerken die onderscheidend zijn voor het in beeld brengen van de gevolgen. Dit zijn de samenstelling van het huishouden, de hoogte van het inkomen, het al dan niet hebben van een beperking en in enkele gevallen leeftijd. Ook beperken we ons tot de bezuinigingsvoorstellen op en gevolgen van rijksbeleid voor de gemeentelijke regelingen. We geven dus geen compleet koopkrachtplaatje, enerzijds omdat het effect van gemeentelijke voorstellen dan te veel verstopt zit in het totaalbeeld en omdat het aantal variabelen te groot is om dan een representatief beeld te geven. We bieden de uitwerkingsnotitie samen met het Wmo-beleidsplan en de bezuinigingsvoorstellen voor de individuele voorzieningen Wmo aan, om de gemeenteraad transparante informatie te geven op het moment dat zij besluiten neemt over de bezuinigingsvoorstellen. Collegevoorstel Vervolgvel 2 5 Financiën Dit voorstel heeft geen financiële consequenties. Het brengt de financiële gevolgen voor burgers in beeld van een aantal maatregelen en voorstellen. 6 Communicatie Op 11 juli heeft een bijeenkomst plaatsgevonden met raadsleden om te inventariseren welke vragen zij beantwoord willen hebben in de uitvoering van de motie ‘Wat betekent dat voor u?’ Zoals afgesproken tijdens de bijeenkomst, is een concept voorstel voor de uitwerking toegezonden aan de aanwezige raadsleden, om na te gaan of zij nog een bijeenkomst over de uitwerking wilden. Geen van de raadsleden heeft aangegeven daaraan behoefte te hebben. Wij bieden de uitwerking nu aan de raad aan en verzoeken de raad om deze te beschouwen als uitvoering van de motie ‘Wat betekent dat voor u?’. 7 Uitvoering en evaluatie Wij sturen de notitie ‘Wat betekent dat voor u?’ met een begeleidende brief aan de gemeenteraad. 8 Risico Dit voorstel brengt geen risico’s met zich mee. Bijlage(n): Notitie: Uitwerking ‘Wat betekent dat voor u?’ Brief aan de Raad Directie Inwoners Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024) 323 59 92 Aan: de Gemeenteraad van Nijmegen E-mail [email protected] Aanwezig: Voorzitter Wethouders Postadres Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 3 oktober 2011 Postbus 9105 Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic Onderwerp L000/11.0020143 Renée Veldkamp Datum uw brief Direct telefoonnummer Uitvoering motie: Wat betekent dat voor u? 06-46134078 Geachte leden van de Raad, Op 28 april 2010 heeft uw raad de vastgesteld motie ‘Wat betekent dat voor u?’ aangenomen. Doel van de Aldus in de vergadering van: motie was inzicht te krijgen in de gevolgen van bezuinigingen voor burgers. In onze brief van 22 juni 2010 hebben wij de toen bekende gevolgen op een rij gezet en toegelicht. U heeft sindsdien echter verschillende malen aangegeven dat u behoefte heeft aan meer of andere informatie. Tijdens een bijeenkomst op 11 juli met een aantal van u en de portefeuillehouder Zorg & Welzijn is uw informatiebehoefte geïnventariseerd, leverbaar is en zijn De voorzitter, is aangegeven welke informatie De secretaris, afspraken gemaakt over het vervolgproces. In de bijeenkomst bleek dat u wilt weten wat de financiële gevolgen zijn van de bezuinigingsvoorstellen op de individuele voorzieningen Wmo en de beperking van de gemeentelijke beleidsvrijheid in het minimabeleid. U vroeg ons dat in beeld te brengen voor verschillende typen huishoudens met verschillende inkomens, waaronder een minimum- en een modaal inkomen. In de notitie: Uitwerking “Wat betekent dat voor u?’ geven wij u deze informatie. Wij bieden u deze notitie aan bij de behandeling van het Wmo-beleidsplan en de bezuinigingsvoorstellen voor de individuele voorzieningen Wmo. Wij hopen dat deze notitie u ondersteunt bij het besluitvormingsproces over de bezuinigingsvoorstellen en dat u de motie ‘Wat betekent dat voor u’ met deze notitie als uitgevoerd beschouwt. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, mr. Th.C. de Graaf drs. B. van der Ploeg 1 Aantal Bijlagen: 1 www.nijmegen.nl raadsbrief Wat betekent dat voor u.doc Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Vervolgvel 1 www.nijmegen.nl raadsbrief Wat betekent dat voor u.doc Uitwerking: ‘Wat betekent dat voor u?’ Uitvoering van de motie, aangenomen in de raadsvergadering van 28 april 2010 Gemeente Nijmegen september 2011 1. Inleiding Op 11 juli hebben wethouder Frings en leden van de gemeenteraad afspraken gemaakt over de wijze van beantwoording van de motie: Wat betekent dat voor u? De raad wil inzicht in: de financiële gevolgen van bezuinigingen op de individuele voorzieningen Wmo die het college voorstelt en de beperking van de gemeentelijke beleidsvrijheid voor het minimabeleid, voor 4-6 typen huishoudens uit verschillende inkomensgroepen, waaronder het minimuminkomen en modaal, waar stapeleffecten optreden als gevolg van deze maatregelen en voorstellen. In deze notitie zijn die gevolgen uitgewerkt. In paragraaf 2 presenteren we de gekozen huishoudtypes en lichten de werkwijze toe. In paragraaf 3 staan de gevolgen van de bezuinigingsvoorstellen uitgewerkt. Tenslotte zijn twee bijlagen bijgevoegd. Daarin staat een beknopt overzicht van de huidige regelingen en bezuinigingsvoorstellen, c.q. gevolgen van de 110%-maatregel. Wij bieden u deze uitwerking tegelijk met het Wmo-beleidsplan en de bezuinigingsvoorstellen voor de individuele voorzieningen Wmo aan. 2. De persona’s Voor de beantwoording van de motie hebben we 4 huishoudtypes gemaakt, ofwel persona’s. Bij het samenstellen daarvan hebben we ons gefocust op de kenmerken die onderscheidend zijn om de gevolgen van bezuinigingen zichtbaar te maken. Dat zijn: Hoogte van het inkomen Samenstelling van het huishouden: alleenstaand, alleenstaande ouder, (echt)paar met/zonder kinderen Leeftijd: 65+ of 65 De zorg en/of de hulpmiddelen die iemand krijgt. De persona’s zijn: Mohamed: Alleenstaande, jonger dan 65 jaar, gebruikt scootmobiel en vervoerskostenvergoeding. Jan en Ans: Echtpaar, beiden 65+, gebruiken 3 uur per week hulp bij het huishouden en hebben een traplift Marieke: Alleenstaande ouder, jonger dan 65 jaar, 1 kind van 5 jaar. Vraagt wandbeugels voor douche en toilet aan. José en Peter: Paar, jonger dan 65 jaar, met twee kinderen van 10 en 13 jaar, José maakt gebruik van een rolstoel, woning is onlangs aangepast. Bij elke persona brengen we de gevolgen in beeld voor verschillende inkomens. Voor de hoogte van het inkomen zijn percentages ten opzichte van het sociaal minimum gebruikt, omdat het door de variëteit aan bedragen en belastingmaatregelen erg onoverzichtelijk is om met concrete bedragen te werken. We hebben inkomens gekozen die de gevolgen van bezuinigingsvoorstellen zichtbaar en vergelijkbaar maken en die aansluiten bij de wensen van de raadsleden. De persona’s maken zichtbaar wat er in financiële zin verandert in 2012 ten opzichte van 2011 als men zich in een bepaalde situatie bevindt en de bezuinigingsvoorstellen worden doorgevoerd. Daarin is de volgende indeling gemaakt: Groen: geen financieel gevolg, recht blijft na doorvoeren bezuinigingsvoorstellen zoals daarvoor Grijs: geen recht op de regeling/voorziening in 2011 en 2012 Geel: geen financieel nadeel, wel meer administratie Licht oranje: financieel nadeel tot max. minimale eigen bijdrage Wmo excl. Wtcg-korting ( = € 230 per jaar voor een alleenstaande en € 330 voor een (echt)paar) 1 Feloranje: financieel nadeel tussen € 230 / € 330 en € 500 per jaar. Rood: financieel nadeel > € 500 per jaar. Niet gearceerd: regeling is niet van toepassing in deze casus. 1 Bij bijzondere bijstand hangt draagkracht af van de hoogte van de kosten. Wat het financiële verschil is, hangt dus af van het aangevraagde bedrag. In de meeste gevallen zal het bedrag dat men zelf moet betalen in deze categorie vallen. 2 Deze wijze van presenteren geeft inzicht in de gevolgen van de gemeentelijke bezuinigingsvoorstellen. De gevolgen zijn in beeld gebracht met de bedragen voor 2011, omdat bedragen voor 2012 nu nog niet bekend zijn. De berekening van de eigen bijdrage voor Wmovoorzieningen is gemaakt met de rekentool van het CAK. Deze geeft een indicatie van de hoogte van de eigen bijdrage. De persona’s zijn tamelijk abstracte personen. Werken met complete beschrijvingen van persoons- en gezinsituaties leidt er echter toe dat de relevante kenmerken ‘verstopt’ zitten in de beschrijving en niet duidelijk is waardoor het verschil veroorzaakt wordt. Om een voorbeeld te geven: voor zowel de inkomensondersteunende maatregelen als de inkomensafhankelijke Wmo-voorzieningen is de hoogte van het gezinsinkomen van belang. Of dat inkomen loon, inkomen uit zelfstandige arbeid, pensioen of een uitkering is, is niet van belang. Wat de impact van een bezuinigingsmaatregel is op de financiële situatie van een persoon of gezin, hangt sterk af van de bestedingsruimte in het individuele geval. Daarop zijn zo veel variabelen van invloed; van de hoogte van de huur, of bij een hypotheek het geleende bedrag, rentepercentage en soort hypotheek (aflossingsvrij of niet), tot eigen risico ziektekostenverzekering, eventuele niet vergoede medische kosten, gebruik van kinderopvang, belastingmaatregelen en nog veel meer, dat de persona altijd weer een individuele casus wordt als met al deze variabelen rekening gehouden wordt. Bovendien worden ook dan de gevolgen van gemeentelijke bezuinigingsvoorstellen niet goed zichtbaar in de presentatie. Daarom hebben we ons beperkt tot persona’s met de onderscheidende kenmerken om de gevolgen van gemeentelijke bezuinigingsvoorstellen in beeld te brengen. We wijzen er voor de volledigheid op dat we in de persona’s de gevolgen van bezuinigingsvoorstellen in beeld brengen. We bieden deze notitie aan de raad aan bij de behandeling van het Wmo beleidsplan en de bezuinigingsvoorstellen voor 2012 op de individuele voorzieningen Wmo, zodat de raad dan transparante informatie heeft over de gevolgen van de voorstellen. 3 3. Gevolgen van de bezuinigingen per persona 3.1 Mohamed: Alleenstaande, jonger dan 65 jaar, gebruikt scootmobiel en vervoerskostenvergoeding Verlaging inkomensgrens vervoerskostenvergoeding Lager forfaitair bedrag vervoerskostenvergoeding Werkelijk uurtarief voor eigen bijdrage hulp b/h huishouden Eigen bijdrage hulpmiddelen en woningaanpassingen Algemeen gebruikelijk Primaat van verhuizing Bijzondere bijstand Collectieve aanvullende verzekering Langdurigheidstoeslag Kinderfonds Regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Kortingsregeling gemeentelijke Kredietbank Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 100% sociaal minimum Geen 115% sociaal minimum Geen 130% sociaal minimum Geen Modaal 2 Geen, geen recht Declareren vanaf € 240 3 Declareren vanaf € 240 Declareren vanaf € 240 Geen, geen recht n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Eigen bijdrage € 11,93 p. 4 wkn. Vergoed via GBB n.v.t. n.v.t. Geen Eigen bijdrage € 11,93 p. 4 wkn. n.v.t. n.v.t. Geen verandering, draagkracht in huidige en nieuwe situatie. Geen, geen recht Eigen bijdrage € 88,18 p. 4 wkn n.v.t. n.v.t. Vrijwel nooit recht Geen n.v.t. Geen Eigen bijdrage € 11,93 p. 4 wkn. Deels vergoed via GBB n.v.t. n.v.t. Geen verandering, draagkracht in huidige en nieuwe situatie. Geen gemeentelijke bijdrage in premie: € 78 per jaar Geen, geen recht n.v.t. Recht vervalt € 150 minder p/j Geen, geen recht n.v.t. Geen, geen recht Geen, geen recht n.v.t. Geen, geen recht Geen Geen, geen recht Geen, geen recht Geen, geen recht Geen Geen, geen recht Geen, geen recht Geen, geen recht Geen Geen, geen recht 2 Een modaal inkomen is in 2011 € 32.500 bruto per jaar inclusief vakantiegeld. Dit is afgerond 165% van het sociaal minimum voor een (echt)paar, 172% van het sociaal minimum voor een alleenstaande ouder en 215% van het sociaal minimum voor een alleenstaande. Deze berekening is gemaakt op basis van de bruto inkomens. 3 Doordat Mohamed ook een scootmobiel heeft, heeft hij recht op 60% van het forfaitaire bedrag. 4 3.2 Jan en Ans: Echtpaar, beiden 65+, gebruiken 3 uur per week hulp bij het huishouden en hebben een traplift Verlaging inkomensgrens vervoerskostenvergoeding Lager forfaitair bedrag vervoerskostenvergoeding Werkelijk uurtarief voor eigen bijdrage hulp b/h huishouden Eigen bijdrage hulpmiddelen en woningaanpassingen Algemeen gebruikelijk Primaat van verhuizing Bijzondere bijstand Collectieve aanvullende verzekering Langdurigheidstoeslag Kinderfonds Regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Kortingsregeling gemeentelijke Kredietbank Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 100% sociaal minimum n.v.t. 115% sociaal minimum n.v.t. 130% sociaal minimum n.v.t. Modaal n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Geen gevolgen, eigen bijdrage: € 17,02 per 4 wkn, lager dan kosten hulp. Vergoed via GBB Geen gevolgen: anticumulatie eigen bijdrage n.v.t. n.v.t. Geen Eigen bijdrage: € 17,02 p. 4 wkn, lager dan kosten hulp. Deels vergoed via GBB. Eigen bijdrage € 28,55 p. 4 wkn. Lager dan kosten hulp. Lagere vergoeding via GBB Geen gevolgen, eigen bijdrage € 97,42 p. 4 wkn. Lager dan kosten hulp Geen gevolgen: anticumulatie eigen bijdrage n.v.t. n.v.t. Draagkracht, deel zelf betalen Geen gevolgen: anticumulatie eigen bijdrage n.v.t. n.v.t. Hogere draagkracht, meer zelf betalen Geen, geen recht Geen gevolgen: anticumulatie eigen bijdrage n.v.t. n.v.t. Vrijwel nooit recht Geen, geen recht n.v.t. Geen, geen recht Geen, geen recht n.v.t. Geen, geen recht Geen Geen n.v.t. Geen Geen gemeentelijke bijdrage in premie: € 156 per jaar Geen, geen recht n.v.t. Recht vervalt € 150 minder p/j Geen, geen recht Geen Geen, geen recht Geen, geen recht Geen, geen recht Geen Geen, geen recht Geen, geen recht Geen, geen recht 5 3.3 Marieke: Alleenstaande ouder, jonger dan 65 jaar, 1 kind van 5 jaar, vraagt wandbeugels voor douche en toilet aan. Verlaging inkomensgrens vervoerskostenvergoeding Lager forfaitair bedrag vervoerskostenvergoeding Werkelijk uurtarief voor eigen bijdrage hulp b/h huishouden Eigen bijdrage hulpmiddelen en woningaanpassingen Algemeen gebruikelijk 100% sociaal minimum n.v.t. 115% sociaal minimum n.v.t. 130% sociaal minimum n.v.t. Modaal n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Wandbeugels worden niet meer verstrekt o.g.v. Wmo. Wel bijzondere bijstand mogelijk. n.v.t. Geen Wandbeugels worden niet meer verstrekt o.g.v. Wmo. Wandbeugels worden niet meer verstrekt o.g.v. Wmo. n.v.t. Geen verandering, draagkracht vanaf 110% in huidige en nieuwe situatie Geen, geen recht n.v.t. Vrijwel nooit recht Geen, geen recht Geen, geen recht Geen, geen recht Geen, geen recht Geen, geen recht Geen, geen recht Collectieve aanvullende verzekering Langdurigheidstoeslag Kinderfonds 4 Geen Regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Kortingsregeling gemeentelijke Kredietbank Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Geen Wandbeugels worden niet meer verstrekt o.g.v. Wmo. Gedeeltelijke vergoeding uit bijzondere bijstand mogelijk. n.v.t. Geen verandering, draagkracht vanaf 110% in huidige en nieuwe situatie Geen gemeentelijke bijdrage in premie: € 78 per jaar Geen, geen recht Recht vervalt: maximaal € 450 minder per jaar Recht vervalt € 150 minder p/j Geen Geen, geen recht Geen, geen recht Geen, geen recht Geen Geen, geen recht Geen, geen recht Geen, geen recht Primaat van verhuizing Bijzondere bijstand Geen Geen Geen, geen recht 4 De raad heeft bij de Perspectiefnota 2012 de motie: ‘Herstel perspectief kinderen ondanks beperking kabinet’ aangenomen. Wij onderzoeken nog of en zo ja hoe, wij deze motie kunnen uitvoeren. In de presentatie van de financiële consequenties van de 110%-maatregel is er vanuit gegaan dat deze ook voor het Kinderfonds geldt. 6 3.4 José en Peter: Paar, jonger dan 65 jaar, met twee kinderen van 10 en 13 jaar, José maakt gebruik van een rolstoel en vervoerskostenvergoeding, woning is onlangs aangepast. Verlaging inkomensgrens vervoerskostenvergoeding Lager forfaitair bedrag vervoerskostenvergoeding Werkelijk uurtarief voor eigen bijdrage hulp b/h huishouden Eigen bijdrage hulpmiddelen en woningaanpassingen 100% sociaal minimum Geen 115% sociaal minimum Geen 130% sociaal minimum Geen Modaal Geen, geen recht Vanaf € 400 declareren Vanaf € 400 declareren Vanaf € 400 declareren Geen, geen recht n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Eigen bijdrage € 17,02 p. 4 wkn. Vergoed via GBB Eigen bijdrage € 17,02 p. 4 wkn. Mogelijk deels vergoed via GBB n.v.t. n.v.t. Draagkracht, deel zelf betalen Eigen bijdrage € 24,33 p. 4 wkn. Eigen bijdrage € 52,56 p. 4 wkn n.v.t. n.v.t. Hogere draagkracht, meer zelf betalen Geen, geen recht n.v.t. n.v.t. Vrijwel nooit recht Geen, geen recht Recht vervalt: maximaal € 1050 minder p/j Geen, geen recht Geen, geen recht Geen, geen recht Algemeen gebruikelijk Primaat van verhuizing Bijzondere bijstand n.v.t. n.v.t. Geen Collectieve aanvullende verzekering Langdurigheidstoeslag Kinderfonds Geen Regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Kortingsregeling gemeentelijke Kredietbank Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Geen Geen gemeentelijke bijdrage in premie: € 156 per jaar Geen, geen recht Recht vervalt: maximaal € 1050 minder p/j Recht vervalt € 150 minder p/j Geen Geen, geen recht Geen, geen recht Geen, geen recht Geen Geen, geen recht Geen, geen recht Geen, geen recht Geen Geen Geen, geen recht Geen, geen recht 7 Bijlage 1: Huidige Wmo-voorzieningen en eigen bijdragen en bezuinigingsvoorstellen Individuele voorzieningen Wmo Individuele voorzieningen Wmo 2011 Op grond van de Wmo verstrekt de gemeente aan mensen met een beperking de volgende individuele voorzieningen: Hulp bij het huishouden Woonvoorzieningen en woningaanpassingen: Hieronder vallen kleine en grote hulpmiddelen zoals douchebeugels en trapliften en verbouwingen in de woning, zoals een douche op de begane grond. Vervoersvoorzieningen. Hieronder vallen de vervoerskostenvergoeding, aanpassingen aan de eigen auto en vervoermiddelen zoals een scootmobiel. Rolstoelen Inkomen Bij het beoordelen van aanvragen voor woningaanpassingen, rolstoelen en vervoersvoorzieningen -met uitzondering van de vervoerskostenvergoeding-, speelt het inkomen geen rol. Alleen voor de vervoerskostenvergoeding geldt een inkomensgrens. Voor hulp bij het huishouden betalen gebruikers een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Vervoersvoorzieningen en inkomensgrens 5 Mensen met een inkomen tot 150% van het minimumloon, plus 11,5% komen in aanmerking voor een vervoerskostenvergoeding. Zij krijgen een forfaitair bedrag van € 500 per kalenderjaar. Hebben mensen meer vervoerskosten, dan kunnen ze boven de € 500 de kosten declareren, tot een maximum van € 1110 per jaar. Voor de duurdere rolstoeltaxi kan tot maximaal € 1665 gedeclareerd worden. Als iemand ook een andere vervoersvoorziening heeft, bv. een scootmobiel, krijgt hij een lagere vervoerskostenvergoeding omdat hij meer mogelijkheden voor vervoer heeft. Mensen met een hoger inkomen worden financieel in staat geacht een auto te kunnen rijden en komen niet voor een vervoerskostenvergoeding in aanmerking. Alle andere vervoersvoorzieningen zijn inkomensonafhankelijk. Eigen bijdrage hulp bij het huishouden Voor hulp bij het huishouden betalen mensen een eigen bijdrage. Deze wordt op dezelfde manier berekend als de eigen bijdrage voor thuiszorg uit de AWBZ. De systematiek is als volgt: Tot 120% van het sociaal minimum is de eigen bijdrage een vast bedrag per 4 weken: voor een alleenstaande € 17,80 en voor een (echt)paar € 25,40. Boven de 120%, wordt daarbovenop 15% van het inkomen als eigen bijdrage gerekend. De totale eigen bijdrage, ook als dat alleen het vaste minimumbedrag is, wordt verminderd met 33% Wctg-korting. Het bedrag dat dan overblijft, is de eigen bijdrage per vier weken. De eigen bijdrage is uiteraard nooit hoger dan de kosten van de geleverde hulp. Het CAK int de eigen bijdragen voor de Wmo en de AWBZ, om te voorkomen dat mensen die hulp bij het huishouden en AWBZ-thuiszorg krijgen, twee keer een eigen bijdrage opgelegd krijgen (anticumulatie). De geïnde eigen bijdrage komt eerst ten goede aan de gemeente, het restant is voor het rijk (AWBZ). Mensen met een laag inkomen kunnen de eigen bijdrage vergoed krijgen via de bijzondere bijstand. Er wordt uitgezocht wat de gevolgen zijn van wel laten opleggen, maar niet innen van de eigen bijdrage door het CAK. De opbrengst uit eigen bijdragen zal daardoor zeker dalen. 5 De 11,5% is het drempelbedrag voor de –intussen afgeschafte- belastingaftrek voor bijzondere uitgaven i.v.m. ziekte of een beperking. Hiervoor is de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten in de plaats gekomen. 8 Bezuinigingsvoorstellen individuele voorzieningen Wmo voor 2012 A Meer inkomensafhankelijk maken Wijziging maximuminkomen vervoerskostenvergoeding De inkomensgrens wordt verlaagd naar 1,5 maal het sociaal minimum. Op dit moment is de inkomensgrens 1,5 maal het sociaal minimum + 11,5%. Reële uurtarieven bij bepalen eigen bijdrage hulp bij het huishouden Nu hanteren we een uurtarief van € 16 bij het bepalen van de eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden. Dat wil zeggen dat gebruikers van hulp bij het huishouden nooit meer dan € 16 per uur aan eigen bijdrage betalen. Vanaf 2012 gaan we uit van de werkelijke kosten voor huishoudelijke hulp, die liggen boven de € 20 per uur. De eigen bijdrage is maximaal de kosten voor de hulp of voorziening. Gevolg is dat mensen met een hoog inkomen een hogere eigen bijdrage gaan betalen, of ervoor zullen kiezen zelf hulp bij het huishouden te regelen, omdat dat goedkoper is. Eigen bijdrage voor hulpmiddelen Tot nu toe vragen we alleen een eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden. De gemeente mag ook een eigen bijdrage vragen voor vervoers-, woonvoorzieningen en woningaanpassingen, of een inkomensgrens stellen. Het is bij wet verboden om een eigen bijdrage te vragen of een inkomensgrens te stellen voor rolstoelen en de aanpassingen en accessoires die bij de rolstoel nodig zijn. Ook voor Wmo-voorzieningen die bedoeld zijn voor kinderen tot 18 jaar mag de gemeente geen eigen bijdrage vragen of inkomensgrens stellen. Het voorstel is om vanaf 2012 ook voor woningaanpassingen, woon- en vervoersvoorzieningen (met uitzondering van de vervoerskostenvergoeding) een eigen bijdrage in rekening te brengen. Voor bestaande voorzieningen gaat de eigen bijdrage in per 1 januari 2012, bij nieuwe vanaf datum toekenning. Algemeen gebruikelijk Voorstel is om roerende woonvoorzieningen tot € 200, zoals verhoogde toiletten, wandbeugels, (kantel)spiegels, doucheglijstangen, een tweede trapleuning en antislipcoating in de douche per 1 januari 2012 als algemeen gebruikelijk te beschouwen en niet meer voor vergoeding vanuit de Wmo in aanmerking te laten komen. Mensen met een laag inkomen kunnen deze kosten wel vergoed krijgen via de bijzondere bijstand. B Forfaitaire vervoerskostenvergoeding Het forfaitaire bedrag is nu € 500 per jaar. In het bezuinigingsvoorstel wordt dit bedrag verlaagd naar € 400 en wordt het gelijk gesteld voor alle vormen van vervoer: eigen auto, taxi of rolstoeltaxi. De mogelijkheid om daarnaast vervoerskosten te declareren blijft bestaan. Voor alle vormen van vervoer kunnen gebruikers declareren tot €1110. Dit is hetzelfde bedrag als in 2011 voor alle vormen van vervoer behalve de rolstoeltaxi. Voor de rolstoeltaxi wordt het maximumbedrag verlaagd van € 1665 naar € 1110. De reden hiervoor is dat in het nieuwe contract voor de regiotaxi, rolstoelgebruikers hetzelfde zonetarief betalen als gebruikers voor wie geen rolstoelbus ingezet hoeft te worden. Gemeenten betalen de extra kosten voor de inzet van een rolstoelbus. De meeste gebruikers van de vervoerskostenvergoeding krijgen dus een lager bedrag automatisch uitbetaald, maar kunnen in totaal evenveel blijven gebruiken. De inkomensgrens wordt wel verlaagd (zie hierboven). C Woning aanpassen of verhuizen? Als een woningaanpassing nodig is heeft de gemeente de bevoegdheid om het primaat van de verhuizing te hanteren, d.w.z. een kosten-batenafweging maken tussen verbouwen of verhuizen, uiteraard rekening houdend met de omstandigheden van de aanvrager, de beschikbaarheid van geschikte woningen e.d. 9 Voorstel is dat als in een woning voor meer dan € 6000 aan aanpassingen nodig is, het primaat van verhuizing gaat gelden. Hierbij blijven we wel maatwerk bieden door rekening te houden met sociale factoren, financiële omstandigheden en de urgentie waarmee een probleem gecompenseerd moet worden. 10 Bijlage 2: Inkomensondersteunende maatregelen 2011 en gevolgen van de 110%-maatregel Inkomensondersteunende maatregelen 2011 Gemeente Nijmegen kent verschillende regelingen om mensen met een laag inkomen financieel te ondersteunen. Twee van deze regelingen, de bijzondere bijstand en de Langdurigheidstoeslag zijn landelijke regelingen die onderdeel zijn van de Wet werk & bijstand. Gemeenten hebben daarnaast binnen kaders die het rijk stelt beleidsvrijheid om gemeentelijke regelingen voor inkomensondersteuning vast te stellen en uit te voeren. In de tabel hieronder staan de regelingen voor 2011 met een korte omschrijving, doelgroep en inkomensgrens. regeling doelgroep Bijzondere bijstand Iedereen met bijzonder noodzakelijke kosten waarvoor zijn inkomen niet toereikend is en die weinig vermogen heeft. Collectieve aanvullende verzekering Basis- en aanvullende ziektekostenverzekering tegen scherpe premie voor iedereen met een laag inkomen. Gemeente draagt bovendien € 6,50 per maand per verzekerde bij in de premie Huishoudens die > 3 jaar onafgebroken een minimuminkomen hebben. Bedrag: € 305 per jaar voor een alleenstaande € 395 voor een alleenstaande ouder € 435 voor een (echt)paar Langdurigheidstoeslag Kinderfonds Regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Kortingsregeling gemeentelijke Kredietbank Tegemoetkoming voor kinderen van 4-18 jaar Bijdrage sport: € 225 per kind per jaar. Bijdrage cultuur: € 225 per kind per jaar. Bijdrage schoolkosten: maximaal € 50 voor kinderen op basisonderwijs en € 100 voor kinderen op voortgezet onderwijs. Tegemoetkoming voor chronisch zieken, mensen met een beperking en 65-plussers, € 150 per persoon Rentekorting op lening voor minima inkomensgrens t.o.v. sociaal minimum Geen, draagkracht bij inkomen > 110% van het sociaal minimum voor gezinnen met 1 kind > 120% voor gezinnen met 2 of meer kinderen tot 18 jaar, 65plussers en mensen die < 3 jaar geleden uit de bijstand zijn uitgestroomd naar werk > 100% voor alleenstaanden < 65 jaar 120% 105% 120% voor een gezin met 1 kind 130% voor een gezin met 2 of meer kinderen 120% 120% 11 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, m.u.v. hondenbelasting vanaf de tweede hond. 100% Veranderingen in 2012 College en raad hebben besloten om het minimabeleid in stand te houden. De regelingen blijven dus bestaan. Wel is het rijk van plan de beleidsvrijheid in te perken: gemeenten mogen geen categoriale inkomensondersteuning meer geven aan huishoudens met een inkomen boven de 110% van het sociaal minimum. Deze 110%-maatregel is onderdeel van een voorstel tot wetswijziging. De staatssecretaris heeft laten weten dat hij de wijziging per 1 januari 2012 wil doorvoeren. In het minimabeleidsplan is daarop geanticipeerd. Gevolg van deze maatregel is dat mensen met een net iets hoger inkomen hun recht verliezen op het kinderfonds, de regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen, de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering en de rentekorting bij de GKB. De raad heeft bij de Perspectiefnota 2012 de motie: ‘Herstel perspectief kinderen ondanks beperking kabinet’ aangenomen. Wij onderzoeken nog of en zo ja hoe, wij deze motie kunnen uitvoeren. Ons college zal de raad zo spoedig mogelijk een uitwerking voorleggen. In de presentatie van de financiële consequenties van de 110%-maatregel is er vanuit gegaan dat deze ook voor het Kinderfonds geldt. Bij de bijzondere bijstand heeft de 110%-grens een ander gevolg. Voor deze regeling geldt geen strikte inkomensgrens. Ook mensen met een hoger inkomen kunnen er gebruik van maken, als ze zulke hoge bijzonder noodzakelijke kosten hebben dat hun inkomen niet toereikend is om die te kunnen betalen en ze ook weinig vermogen hebben. Mensen met een hoger inkomen die bijzondere bijstand krijgen, moeten ongeveer 30% van dat hogere inkomen gebruiken om een deel van de bijzondere kosten zelf te betalen (draagkracht). Op dit moment berekenen we in een aantal situaties pas draagkracht bij een inkomen boven de 120% van het sociaal minimum. Na invoering van de 110% maatregel kan dat niet meer. 12