De kunst van weerstand omzetten in draagvlak creëren

advertisement
De kunst van weerstand omzetten in draagvlak
Wilt u aan de slag met MaS maar stuit u op weerstand bij collega’s? U bent niet de eerste met deze
ervaring. Er kan weerstand voor maatschappelijke stage zijn bij directie, bij betaalde of vrijwillige
medewerkers. En soms zit de weerstand meer bij cliënten of de leerlingen zelf. We geven een aantal
tips om de weerstand om te buigen naar draagvlak voor de maatschappelijke stage.
Weerstand bij directie
Weerstand bij directie heeft vaak te maken met gebrek aan zicht op de mogelijkheden die MaS biedt
voor de organisatie en een focus op de directe inzet die medewerkers moeten leveren voor
begeleiding. Het is dan ook goed als directie en management wordt geattendeerd op de
mogelijkheden die MaS kan bieden voor de eigen organisatie.
Ook is het van belang te kijken in hoeverre MaS kan aansluiten bij huidig beleid van de organisatie. Zo
is MaS bij een zorginstelling in Amersfoort onderdeel van de wervingsstrategie; jongeren via de MaS
bekend maken met de zorg en de cliëntengroep om hen zo te interesseren voor later werk in deze
sector en mogelijk zelfs de eigen organisatie. Met het aansluiten bij eigen beleid of speerpunten,
kansen draagvlak (en misschien ook wat budget) ontstaan voor coördinatie of begeleiding van
maatschappelijke stage.
Weerstand bij collega’s
Maatschappelijke stage kan weerstand opleveren bij collega’s. Omdat het door hen als extra taak
wordt opgevat. “We moeten weer wat nieuws en we zijn al zo druk.” “Cliënten zijn onze doelgroep, niet
de vrijwilligers” en “we hebben al stagiairs: de beroepsstagiairs”. Het zijn bekende geluiden. Maar wat
kan je doen om deze weerstand weg te nemen?
Het is ten eerste belangrijk dat medewerkers goed geïnformeerd worden over wát maatschappelijke
stage is. Het verschil tussen een beroepsgerichte stage en een maatschappelijke stage is vaak niet
duidelijk, waardoor het voor medewerkers niet duidelijk is waarom MaS leuk of nuttig kan zijn voor de
organisatie, afdeling en cliënten. (zie ook document onderscheid MaS, Snuffelstage en
Beroepsstage).
Ook is het belangrijk om medewerkers te informeren over de mogelijkheden die maatschappelijke
stage kan bieden voor de organisatie en cliënten. Laat collega’s meedenken over wat jongeren
eventueel zouden kunnen doen. Zijn er activiteiten die cliënten graag zouden willen doen, maar nu
niet georganiseerd kunnen worden omdat er geen tijd voor is? Laat dan de maatschappelijke stagiairs
deze taak oppakken!
Tot slot is het nuttig om collega’s te vrij te laten meedenken. Waar zien zij kansen, en waar willen zij
grenzen of randvoorwaarden stellen zodat het voor hen ook leuk blijft?
Nog drie tips:
 Experimenteer en begin klein. Zoek een enthousiaste collega die wel met maatschappelijke
stage aan de slag wil en laat deze experimenteren met de stage op kleinschalig niveau; met
een aantal leerlingen. Is dat succesvol? Dan kan je dat vertellen aan collega’s. Zo kunnen ze
wennen aan de nieuwe groep vrijwilligers en zullen ze zelf de positieve kanten van
maatschappelijke stage inzien.
 Laat iemand van een andere zorginstelling iets vertellen over zijn of haar ervaringen met de
maatschappelijke stage aan uw directe collega’s.
 Spreek na uitvoering van de stage met collega’s over de ervaringen.
Weerstand bij vrijwillige collega’s
Maatschappelijke stagiairs zijn vrijwilligers. Dit kan bij de vrijwilligers die al actief zijn binnen je
organisatie het gevoel geven dat deze jonge vrijwilligers hun werk ‘inpikken’. Voorkom dit. Het zou
zonde zijn als deze vrijwilligers door de komst van jonge vrijwilligers afhaken. Maak er juist een kans
van! Betrek een aantal vrijwilligers om mee te denken over welke klussen jongeren zouden kunnen
doen. Om óf de huidige vrijwilligers te helpen óf juist iets te doen waar de vrijwilligers zelf niet aan toe
komen. Het kan ook helpen wanneer directie instemt met het vrijmaken van een persoon om een
coördinerende taak op te pakken, zodat medewerkers niet zelf alles hoeven regelen.
Maar misschien zijn er ook vrijwilligers die het leuk vinden om met jongeren te werken. Betrek ze dan
ook in de begeleiding van jongeren! In een zorginstelling in Oosterbeek worden een aantal vrijwilligers
ingezet in de begeleiding van jongeren. De jonge en wat oudere vrijwilligers ondernemen samen
activiteiten. En het leuke is: de vrijwilligers vinden het fijn om helpende handen te hebben en de
beroepskrachten vinden het fijn dat zij niet de begeleiding naast hun reguliere werk hoeven te
verzorgen. En de cliënt is blij; die krijgt aandacht, heeft contact met de jeugd en kan deelnemen aan
allerlei activiteiten die nu door de komst van extra (jonge) vrijwilligers georganiseerd kunnen worden.
Weerstand bij cliënten
De jeugd van tegenwoordig….Er zijn allerlei beelden over hoe die jeugd tegenwoordig is en doet.
Soms zijn dat negatieve beelden waardoor cliënten niet zo’n behoefte hebben aan de komst van
jongeren. Belangrijk is dat je kleinschalig inzet bij de maatschappelijke stage. Als cliënten met een of
twee jongeren contact hebben en daar rustig de tijd voor hebben, dan leren beide partijen elkaar
kennen. En dat levert leuke ontmoetingen op! Als cliënten ineens een heel grote groep stagiairs over
de vloer krijgt, kunnen ze nogal eens overrompeld worden. Voorkom dat en zet jongeren dus in kleine
groepjes in. Ook belangrijk: informeer de cliënten over de komst van een aantal jonge vrijwilligers,
overval ze er niet mee.
Weerstand bij leerlingen
Het imago van vrijwilligerswerk en de zorgsector zijn niet altijd even goed. De maatschappelijke stage
kan een kans bieden om dit imago te verbeteren. Hoe? Door jongeren te laten zien dat de doelgroep
cliënten heel leuk is en dat het doen van vrijwilligerswerk leuk en nuttig is. Een aantal tips om dit te
bereiken:
 Zorg voor een klus die aansluit bij hun belevingswereld.
 Zorg dat er contact is met de cliënt tijdens de stage. Dan ziet de leerling waar hij of zij het voor
doet!
 En een afgebakende klus met duidelijk resultaat is belangrijk om leerlingen aan het eind van
hun stage te laten inzien dat zij iets gedaan hebben waar een ander blij mee is geworden.
Tot slot nog een paar algemene tips om draagvlak te creëren voor maatschappelijke stage:
 Maak een werkgroep van mensen vanuit diverse lagen van de organisatie: vanuit de hoek van
professionele medewerkers, vanuit de vrijwilligers, vanuit de activiteitenbegeleiding. En
mogelijk kan je zelfs een of twee jongeren vragen mee te denken over wat nu een leuke stage
zou zijn.
 Maatschappelijke stagiairs zijn vrijwilligers. Het is dan ook logisch wanneer de
vrijwilligerscoördinator betrokken is bij de invulling van de maatschappelijke stage. Mogelijk
kan deze persoon zelfs als intern coördinator optreden. De opleidingscoördinator kan ook
betrokken worden, omdat die veel af weet van stagiairs. Maar pas op: maatschappelijke stage
is niet hetzelfde als een beroepsgerichte stage. Er worden minder eisen gesteld aan de stage
en dus is de vrijwilligerscoördinator een betere plek. Eventueel kun je het samen oppakken.
Download