De jaarrekening doorgelicht Financiële analyse en interpretatie in de praktijk Deel 1 Carine Coppens Mieke Kimpe 1 De jaarrekening doorgelicht: Financiële analyse en interpretatie in de praktijk ______________________________________ 1. Inleiding 2 Inleiding • Doel van financiële analyse – Is de financiële toestand van een onderneming door te lichten. Hieruit worden dan previsies afgeleid voor de toekomstige financiële situatie • Financiële analyse is een instrument om informatie te verstrekken aan verschillende belangengroepen • Analyse wordt gebaseerd op – Externe informatie zoals de jaarrekening – Interne informatie 3 Inleiding • In dit werk wordt de analyse enkel gebaseerd op externe informatie: de jaarrekening als belangrijkste informatiebron over het vermogen, het resultaat en de financiële positie van de onderneming: – – – – Balans Resultatenrekening Toelichting Sociale balans 4 Inleiding • De jaarrekening moet een getrouw beeld geven • Regelgeving: – het Wetboek van Vennootschappen (7 mei 1999) en haar uitvoeringsbesluiten, voornamelijk het Koninklijk Besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen; – de Wet op de boekhouding van de onderneming (17 juli 1975) en haar uitvoeringsbesluiten; – de adviezen en aanbevelingen vastgelegd door de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN); – de International Financial Reporting Standards of IFRS-normen, van toepassing op geconsolideerde jaarrekeningen van beursgenoteerde entiteiten of dochters van entiteiten. 5 De jaarrekening doorgelicht: Financiële analyse en interpretatie in de praktijk ______________________________________ 2. Publicatieverplichtingen 6 Publicatieverplichtingen: wie moet neerleggen en hoe moet neergelegd worden ? • Ondernemingen: • Vennootschappen naar Belgisch recht: – Beperkte aansprakelijkheid: nv, Comm.VA, bvba, cvba, ESV – Onbeperkte aansprakelijkheid: VOF, Comm.V, CVOA, ALS » Rechtspersonen » Groot • Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV) • Europese vennootschappen naar Belgisch recht • Openbare instellingen ALS » Statutaire opdracht commercieel, financieel, industrieel » Groot • Verzekeringsondernemingen • Bepaalde beleggingsinstellingen • Belgische publiekrechtelijke rechtspersonen als handelsvennootschap 7 Publicatieverplichtingen: wie moet neerleggen en hoe moet neergelegd worden ? • Welk schema ? • Verkort als klein • Volledig als groot Criteria grote – kleine – zeer kleine onderneming gebaseerd op: • Jaargemiddelde personeelsbestand • Jaaromzet • Balanstotaal 8 Publicatieverplichtingen: wie moet neerleggen en hoe moet neergelegd worden ? • Verenigingen en stichtingen • vzw’s en private stichtingen • (stichtingen van openbaar nut, enkel bij rechtbank van koophandel) • (Internationale vzw’s, enkel bij rechtbank van koophandel) 9 Publicatieverplichtingen: wie moet neerleggen en hoe moet neergelegd worden ? • Welk schema ? • Verkort als groot • Volledig als zeer groot • Geen als klein Criteria zeer grote – grote –kleine vzw/stichting gebaseerd op: • Jaargemiddelde personeelsbestand • Jaaromzet • Balanstotaal 10 Publicatieverplichtingen: wie moet neerleggen en hoe moet neergelegd worden ? • Buitenlandse ondernemingen en vzw’s • Ondernemingen met bijkantoren in België of wiens aandelen opgenomen in Belgische beurs • Vzw met “werk”centrum in België 11 Publicatieverplichtingen: wie moet neerleggen en hoe moet neergelegd worden ? • Moeten GEEN jaarrekening neerleggen: • Natuurlijke personen die handelaar zijn • Vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid (zie supra), ALS » Geen rechtspersonen » klein • Landbouwvennootschappen • Ziekenhuizen als geen (zeer) grote vzw en geen handelsvennootschap • Ziekenfondsen, beroepsfederaties, scholen, hoger onderwijs ALS geen (zeer) grote vzw 12 Publicatieverplichtingen: wie moet neerleggen en hoe moet neergelegd worden ? • Bijzonderheden • Gefuseerde, opgeslorpte of gesplitste vennootschappen • Ondernemingen in vereffening • Ondernemingsgroepen: geconsolideerde jaarrekening 13 Publicatieverplichtingen : neerleggingskosten • Zie www.nbb.be • Bestaan uit: – – – – – Openbaarmakingskosten aan NBB Bekendmakingskosten aan BBS Bijdrage in werkingskosten van CBN Bijdrage in werkingskosten van ACCOC btw 14 Publicatieverplichtingen: termijn van goedkeuring en neerlegging • Binnen 30 dagen na goedkeuring door AV • En: ten laatste 7 maanden na afsluitingsdatum boekjaar • Uitzonderingen: – Vennootschappen in vereffening – Buitenlandse onderneming met bijkantoor in België – Grote openbare instelling met statutaire opdracht commercieel, financieel, industrieel – VOF, comm.V, Coop. V. met onbeperkte aansprakelijkheid – Geconsolideerde jaarrekening 15 Publicatieverplichtingen : andere stukken neer te leggen bij de jaarrekening • Verslag van de commissaris: – Grote ondernemingen – Zeer grote vzw’s of stichtingen • Bij volledig schema: jaarverslag • Andere: zie www.nbb.be 16 Inleiding : gevolgen bij niet- of laattijdige neerlegging • Ondernemingen – Tarieftoeslag van 120 tot 1.200 EUR – Burgerlijke sanctie: de door derden geleden schade – Gerechtelijke ontbinding bij niet-neerlegging van 3 opeenvolgende boekjaren • Verenigingen en stichtingen – Ontvankelijkheid van gerechtelijke vorderingen – Gerechtelijke ontbinding – Geen machtiging voor giften 17 Publicatieverplichtingen : jaarrekeningen en statistieken raadplegen • Gratis: – ALLE jaarrekeningen – Statistieken van laatste jaar • CD-rom”Cijfergegevens uit de gestandardiseerde jaarrekening”: – Jaarrekeningen laatste 3 jaar met bepaalde kerngegevens, ratio’s met sectorvergelijking en cashflowberekening – Kopieerbaar naar excel • Ondernemingsdossier: – Beknopt overzicht van JR laatste 3 jaar met sectorvergelijking 18 Publicatieverplichtingen : jaarrekeningen en statistieken raadplegen – Situering in sector gebeurt aan de hand van de NACE-BEL code • Deel van Europese NACE-nomenclatuur, gepubliceerd door Eurostat • Toegekend op basis van toegevoegde waardecreatie van de economische activiteit • Begint op Europees niveau met PU, gevolgd door cijfers • Wordt op nationaal niveau uitgesplitst met DE • Basis voor sectorale statistieken, opgesteld door Nationale Bank van België (www.NBB.be) – Bij vergelijking onderneming – sector: rekening houden met het feit dat: • Er slechts één NACE-BEL code per onderneming wordt toegekend (hoofdactiviteit) • Toewijzing van de code vaak moeilijk toe te kennen is op basis van toegevoegde waarde • Bij verandering van de hoofdactiviteit de code vaak niet meer overeenkomt met de economische activiteit 19 De jaarrekening doorgelicht: Financiële analyse en interpretatie in de praktijk 3. De jaarrekening 20 Voorwaarden voor een goede analyse • Boekhoudkundige regels en principes goed kennen en begrijpen • Zich bewust zijn van de beperkingen waaraan de boekhoudkundige gegevens onderworpen zijn 21 De balans 22 De balans 23 De balans 24 De balans 25 De balans Activa – Vaste activa • • • • • Oprichtingskosten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen op meer dan één jaar 26 De balans Activa – Vlottende activa • • • • • Vorderingen op ten hoogste één jaar Voorraden en bestellingen in uitvoering Geldbeleggingen Liquide middelen Overlopende rekeningen 27 Oprichtingskosten Inhoud van de rubriek (art. 95): – – – – Kosten van oprichting en kosten van kapitaalverhoging; Kosten bij uitgifte van leningen; Herstructureringskosten (art. 58) Belastingen en kosten m.b.t. de inbreng (art. 39) Waardering: – Aanschaffingswaarde indien niet ten laste genomen in boekjaar – Afschrijving over max 5 jaar – kosten bij uitgifte leningen over de looptijd – Volledig afschrijven bij stopzetting 28 Oprichtingskosten Aandachtspunten: – Fictieve VA! – Activering indien kosten niet ten laste worden genomen gedurende het boekjaar (art. 58) – Herstructureringskosten (toelichting) – Activering van herstructureringskosten: subjectiviteit IFRS: begrip oprichtingskosten niet gekend – – – – Kosten van oprichting en kapitaalverhoging in mindering van kapitaal Kosten bij uitgifte van leningen in mindering van ontvangen bedrag Overige oprichtingskosten onmiddellijk ten laste van boekjaar Herstructureringskosten/herlokalisatiekosten niet activeren 29 Immateriële vaste activa Inhoud van de rubriek (art. 95): – Kosten van onderzoek en ontwikkeling – Concessies, octrooien, licenties, know-how, merken en andere gelijkaardige rechten – Goodwill – Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa Waardering – Aanschaffingswaarde – Afschrijvingen voor immateriële vaste activa met beperkte gebruiksduur (kosten onderzoek en ontwikkeling en goodwill over max 5 jaar) – Waardeverminderingen voor andere ingeval van duurzame minderwaarde of ontwaarding 30 Immateriële vaste activa Aandachtspunten: – – – – Subjectiviteit waardering! Geen herwaardering mogelijk Soms ook niet uitgedrukte immateriële vaste activa aanwezig Kosten van onderzoek en ontwikkeling 31 Immateriële vaste activa IFRS – Onderzoekskosten komen altijd in resultatenrekening, ontwikkelingskosten kunnen onder bepaalde voorwaarden geactiveerd worden. Opstartkosten en reorganisatiekosten worden verplicht opgenomen in de resultatenrekening. – Alleen extern verworven goodwill – geen afschrijving maar impairment of bijzondere waardeverminderingstest. – Herwaardering is toegelaten indien er een actieve markt voor bestaat. Herwaarderen van één actief van een groep is niet toegelaten. – IAS-normen 23 en 38 zijn van toepassing op deze rubriek 32 Materiële vaste activa Inhoud – – – – – – Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel Leasing en soortgelijke rechten Overige materiële vaste activa Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 33 Materiële vaste activa Waardering – Aanschaffingswaarde – Afschrijvingen voor materiële vaste activa met beperkte gebruiksduur – Waardeverminderingen voor andere ingeval van duurzame minderwaarde of ontwaarding – Herwaardering is mogelijk wanneer de waarde, bepaald in functie van hun nut voor de onderneming, op vaststaande en duurzame wijze uitstijgt boven de boekwaarde. Wanneer de betrokken activa noodzakelijk zijn voor de voortzetting van het bedrijf, mogen zij slechts worden geherwaardeerd in de mate waarin de aldus uitgedrukte meerwaarde wordt verantwoord door de rendabiliteit. (art. 57) – Criterium financiële leasing: aankoopoptie op einde van huurtermijn aan maximum percentage 34 Materiële vaste activa Aandachtspunten – De vastleggingsgraad • Afhankelijk van de aard van het bedrijf en de sector. • Verschillen door de leeftijd van de onderneming en de graad van automatisering – Zware investeringen vragen langetermijnmiddelen – Volledig afgeschreven MVA hebben soms nog een redelijke marktwaarde 35 Materiële vaste activa IFRS – IAS-normen 16, 17, 23, 40 en 41 – Criterium financiële leasing: • de overdracht aan de leasingnemer van de quasi-totaliteit van de risico’s en de voordelen inherent aan het actief (substance over form). • Geen maximumpercentage voor de aankoopoptie. 36 Financiële vaste activa Inhoud A. Verbonden ondernemingen 1. Deelnemingen 2. Vorderingen B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 1. Deelnemingen 2. Vorderingen C. Andere financiële vaste activa 1. Aandelen 2. Vorderingen en borgtochten in contanten 37 Controle • Is de bevoegdheid, in rechte of in feite, om rechtstreeks of onrechtstreeks een beslissende invloed uit te oefenen: – op de aanstelling van de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders of – op de oriëntatie van het beleid. • In rechte (onweerlegbaar vermoed): – o.m. wanneer zij voortvloeit uit het bezit van de meerderheid van de stemrechten verbonden aan het totaal van de aandelen van de betrokken onderneming/vennootschap (rechtstreeks en onrechtstreeks). • In feite (weerlegbaar vermoeden) : – Uitoefening op voorlaatste en laatste algemene vergadering van meerderheid van stemrechten verbonden aan de op deze algemene vergaderingen vertegenwoordigde aandelen. 38 Financiële vaste activa • Verbonden ondernemingen – De ondernemingen die men controleert of door wie men wordt gecontroleerd. – Ondernemingen die onder centrale leiding staan (consortia) • Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat – Tss 10 % en 50 % van het maatschappelijk kapitaal • Andere financiële vaste activa – < 10 % – door het scheppen van een duurzame en specifieke band met de betrokken onderneming bevorderen van de eigen bedrijfsuitoefening – vorderingen en borgtochten in contanten • De bedragen als doorlopende waarborgen gestort, bijvoorbeeld aan openbare besturen of nutsbedrijven 39 Financiële vaste activa Waardering – Vorderingen aan nominale waarde – Deelnemingen, aandelen en vastrentende effecten aan aanschaffingswaarde – Bijkomende kosten bij aanschaffing mogen onmiddellijk ten laste genomen worden – Waardeverminderingen: • Op deelnemingen en aandelen bij duurzame minderwaarde of ontwaarding • Op vorderingen bij onzekerheid over betaling op vervaldag – Herwaardering mogelijk Aandachtspunten: – Ook continuïteit dochterondernemingen is belangrijk – Geconsolideerde gegevens kunnen meer duiding geven 40 Financiële vaste activa IFRS – Geen onderscheid korte termijn en lange termijn, enkel een verdeling volgens kwalificatie. – Waardering volgens kostprijs of reële waarde • KT-investeringen: kostprijs of reële waarde • LT-investeringen: kostprijs, geherwaardeerde waarde of reële waarde – De bijkomende kosten maken deel uit van de aanschaffingsprijs – Geen opname tegen conventionele waarde mogelijk – IAS-normen 27, 28, 31, 32 en 39, en IFRS 3 41 Vorderingen op meer dan één jaar Inhoud – De vorderingen met een contractuele looptijd van meer dan één jaar (alleen het gedeelte dat nog niet binnen het boekjaar komt te vervallen) A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen 42 Vorderingen op meer dan één jaar Waardering – Vorderingen aan nominale waarde – Vastrentende effecten aan aanschaffingswaarde – Waardeverminderingen bij onzekerheid over de betaling op de vervaldag en wanneer de realisatiewaarde op datum van jaarafsluiting lager is dan de boekwaarde IFRS – IAS/IFRS-normen 17, 32 en 39 43 Voorraden en bestellingen in uitvoering Inhoud – Voorraden – Bestellingen in uitvoering: • Onderhanden werk dat voor rekening van een derde op bestelling wordt uitgevoerd en waarvoor nog geen oplevering is geschied • Goederen in bewerking die voor rekening van een derde op bestelling worden gemaakt en die nog niet werden geleverd, tenzij het gaat om seriewerk • Dienstprestaties die voor rekening van een derde op bestelling worden uitgevoerd en die nog niet werden geleverd, tenzij het gaat om een standaardtype van dienstprestaties 44 Voorraden en bestellingen in uitvoering Waardering: – Aanschaffingswaarde of marktwaarde op balansdatum als die lager is. • De waardering tegen de lagere marktwaarde mag niet worden gehandhaafd indien achteraf de marktwaarde hoger is dan de lagere waarde waartegen de voorraad werd gewaardeerd. – AW activa met identieke technische of juridische kenmerken: • • • • door individualisering van de prijs van elk bestanddeel de methode van gewogen gemiddelde prijzen, de methode "Fifo" (eerst in - eerst uit) of de methode "Lifo" (laatst in - eerst uit) 45 Voorraden en bestellingen in uitvoering Waardering: – Bestellingen in uitvoering : • 'percentage of completion method‘ – de winst moet met voldoende zekerheid als verworven kunnen beschouwd worden. • 'completed contract method’ • Waardeverminderingen – vervaardigingsprijs plus de nog te maken kosten is hoger dan de overeengekomen verkoopprijs. 46 Voorraden en bestellingen in uitvoering Voorbeeld waardering bestellingen in uitvoering: Een bedrijf werkt gedurende 2 jaren aan de bouw van een treinstel. De totale vervaardigingsprijs wordt berekend op 100 miljoen EUR, de vermoedelijke verkoopprijs bedraagt 120 miljoen EUR. De werkzaamheden zijn gelijkmatig gespreid over 2 boekjaren. 47 Voorraden en bestellingen in uitvoering ‘Completed contract method’ Jaar 1: 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen 370 Bestellingen in uitvoering @ 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 50.000.000 50.000.000 Effect in het resultaat = 0 Jaar 2: jaar van oplevering 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen 120 miljoen EUR wordt als omzet geboekt (rek 700, credit) 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering @ 370 Bestellingen in uitvoering 50.000.000 50.000.000 Effect in het resultaat: 20 miljoen EUR winst 48 Voorraden en bestellingen in uitvoering ‘Percentage of completion method’ Jaar 1: 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen 370 Bestellingen in uitvoering @ 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering 60.000.000 60.000.000 Effect in het resultaat = 10 miljoen EUR winst Jaar 2: jaar van oplevering 50 miljoen EUR wordt in de kosten opgenomen 120 miljoen EUR wordt als omzet geboekt (rek 700, credit) 717 Wijzigingen in bestellingen in uitvoering @ 370 Bestellingen in uitvoering Effect in het resultaat: 10 miljoen EUR winst 60.000.000 Bij deze methode is de winst dus gelijkmatig gespreid over de 2 boekjaren 60.000.000 49 Voorraden en bestellingen in uitvoering IFRS: – Totale waarde voorraden onder ‘Inventories’, een verdere onderverdeling is niet vereist – De waardering steeds op basis van de volledige kosten (zowel directe als indirecte kosten) – LIFO is niet toegelaten – Bestellingen in uitvoering altijd ‘percentage of completion method’ – Enkel integrale kostprijscalculatie (full costing) toegestaan. 50 Vorderingen op ten hoogste één jaar Inhoud – De vorderingen die binnen het jaar vervallen • Ook vorderingen met een oorspronkelijk langere looptijd > 1 jaar, maar die in de komende 12 maanden vervallen • Opsplitsing in: – Handelsvorderingen – Overige vorderingen IFRS – IAS-normen 12, 32 en 39 51 Geldbeleggingen Inhoud – – – – – Eigen aandelen Overige beleggingen Vorderingen op kredietinstellingen en termijndeposito's. Effecten die niet het kenmerk hebben van financiële vaste activa. Aandelen in verbonden ondernemingen of in ondernemingen in deelnemingsverhouding, die zijn verkregen of waarop is ingeschreven met het oog op de wederafstand daarvan of bestemd zijn om binnen twaalf maanden te worden gerealiseerd. 52 Geldbeleggingen Waardering: – Aanschaffingswaarde. – Waardevermindering wanneer op het einde van het boekjaar de realisatiewaarde lager is dan de aanschaffingswaarde – Terugnemingen van geboekte waardeverminderingen zijn mogelijk, herwaarderingen zijn niet mogelijk. – Vastrentende effecten: • Indien actuariële rendement verschilt van het nominale rendement: – verschil tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde pro rata temporis over de looptijd in resultaat nemen als (deel van de) renteopbrengst. De aanschaffingswaarde wordt dienovereenkomstig verhoogd of verlaagd. 53 Geldbeleggingen IFRS – Geen onderscheid tussen financiële activa op korte en op lange termijn. – IAS-normen 26, 28, 32 en 39 54 Liquide middelen Inhoud: – Kasmiddelen – Te incasseren vervallen waarden – Tegoeden op zicht bij kredietinstellingen IFRS – Geen bijzondere bepalingen 55 Overlopende rekeningen Inhoud: – Over te dragen kosten – Verkregen opbrengsten – Rente begrepen in de nominale waarde van een schuld, verschil tussen aanschaffingswaarde en nominale waarde van een schuld, disconto bij renteloze schulden of schulden tegen een abnormaal lage rente en niet-gelopen rente bij schulden met afbetalingen in termijnen en met renteberekening op het oorspronkelijk bedrag (art. 27bis § 4). IFRS – Geen bijzondere bepalingen 56 De balans Passiva – Eigen vermogen • • • • • • • Kapitaal Uitgiftepremies Herwaarderingsmeerwaarden Reserves Overgedragen winst/(overgedragen verlies) Kapitaalsubsidies Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het nettoactief 57 De balans Passiva – Vreemd vermogen • • • • Voorzieningen en uitgestelde belastingen Schulden op meer dan één jaar Schulden op ten hoogste één jaar Overlopende rekeningen 58 Kapitaal Inhoud – is het eigen vermogen dat door de initiatiefnemer(s) bij oorsprong of bij latere kapitaalverhoging op bestendige wijze aan de onderneming is toegekend. • door inbreng in natura • door inbreng in speciën – het geplaatst kapitaal is het door de aandeelhouders aan de onderneming definitief toegezegde kapitaal (= het onderschreven kapitaal) – het niet-opgevraagde kapitaal is het onderschreven kapitaal dat nog niet in het bezit van de onderneming is. 59 Kapitaal Aandachtspunten: – Informatie uit de toelichting inzake kapitaalwijzigingen en converteerbare obligatieleningen IFRS – Kosten van kapitaalverhoging worden direct afgetrokken van het kapitaal. – De eigen aandelen worden afgetrokken van het kapitaal en de realisatie ervan wordt rechtstreeks ten laste gelegd van het eigen vermogen. – Vermogensmutatietabel: wijzigingen in het eigen vermogen. 60 Uitgiftepremies Inhoud: – Ontstaan indien in het kader van een kapitaalverhoging aandelen uitgegeven worden tegen een hogere prijs dan de nominale waarde. (het verschil tussen de uitgifteprijs en de nominale waarde wordt uitgiftepremie genoemd). IFRS – Geen afzonderlijke rubriek onder IFRS. 61 Herwaarderingsmeerwaarden Inhoud: – De vaststaande maar niet gerealiseerde meerwaarden op materiële en financiële vaste activa. – Behouden tot realisatie activa. • Overboeking kan naar de beschikbare reserves, naar rato van de geboekte afschrijvingen • Incorporatie in het kapitaal kan. Voorwaarden: – Meerwaarde is vaststaand en bestendig – Er moet rekening gehouden worden met belastingsimpact bij eventuele realisatie 62 Herwaarderingsmeerwaarden Aandachtspunten: – Gebaseerd op schattingen! – Overdreven of een te voorzichtige waarderingspolitiek? – Verschillen in waarderingspolitiek bemoeilijken vergelijkingen IFRS – Herwaardering van vaste activa is toegestaan. – De realisatie van geherwaardeerde activa komt rechtstreeks in het eigen vermogen – IAS 16. 63 Reserves Inhoud – Door de onderneming via haar werking rechtstreeks gerealiseerde winsten waarover de algemene vergadering beslist heeft ze bestendig binnen de onderneming te houden • • • • Wettelijke: 5 % van de jaarlijkse winst tot 10 % van het geplaatst kapitaal Onbeschikbare reserves incl. reserves voor eigen aandelen Belastingvrije reserves Beschikbare reserves 64 Reserves Aandachtspunten – Reserves worden soms ten onrechte beschouwd als beschikbare geldmiddelen waarmee investeringen kunnen worden gefinancierd. IFRS – Geen specifieke IAS/IFRS-normen 65 Overgedragen winst/(overgedragen verlies) Inhoud – Omvat de resultaten die nog geen definitieve bestemming hebben gekregen vanwege de algemene vergadering. Bij de resultaatverwerking wordt elk jaar opnieuw rekening gehouden met dit overgedragen resultaat. IFRS – IAS-normen 8 en 10 66 Kapitaalsubsidies Inhoud – Kapitaalsubsidies die van overheidswege werden verkregen met het oog op investeringen in vaste activa met eigen vermogen, na aftrek van de uitgestelde belastingen op deze subsidies (indien toegekend voor 1 jan.2006) – Geleidelijk in resultaat, volgens hetzelfde ritme als de afschrijvingen. – Volledige afboeking bij realisatie of buitengebruikstelling. 67 Kapitaalsubsidies Aandachtspunten – Subsidies die losstaan van investeringen in VA worden direct in resultaat genomen IFRS – Kapitaalsubsidies zijn uitgestelde opbrengsten en geen afzonderlijke rubriek van het eigen vermogen. – IAS 20. 68 Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het nettoactief Inhoud – De voorschotten aan de vennoten op de verdeling van het nettoactief blijven op een afzonderlijke rekening van het eigen vermogen behouden tot aan de sluiting van de vereffening, ongeacht of de voorschotten betrekking hebben op kapitaal, uitgiftepremies of reserves. IFRS – Geen specifieke IAS/IFRS-normen 69 Voorzieningen en uitgestelde belastingen Inhoud – Deze rubriek omvat de voorzieningen ter dekking van duidelijk omschreven verliezen of kosten die op balansdatum waarschijnlijk of zeker zijn, doch waarvan het bedrag niet vaststaat. • • • • Pensioenen en soortgelijke verplichtingen Belastingen Grote herstellings- en onderhoudswerken Overige risico’s en kosten – De rubriek omvat eveneens de uitgestelde belastingen. • Dit zijn belastingen op meerwaarden, gerealiseerd bij de verkoop van immateriële en materiële vaste activa. • De rubriek omvat tevens de uitgestelde belasting op kapitaalsubsidies (indien toegekend voor 1 jan.2006). 70 Voorzieningen en uitgestelde belastingen Aandachtspunten bij de financiële analyse: – instrument om het resultaat te “sturen” – “vergeten” voorzieningen – onvoldoende voorzieningen = achteraf soms zware kosten ten laste van één boekjaar. 71 Voorzieningen en uitgestelde belastingen IFRS – De voorwaarde is het bestaan van een verplichting waarvan het bedrag op een betrouwbare wijze beoordeeld kan worden (enger) – Geen voorzieningen voor groot onderhoud en herstellingen – Voorzieningen voor herstructurering zijn mogelijk • indien een gedetailleerd formeel plan werd aangekondigd of de implementatie effectief is aangevat. – Tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van activa of passiva geven aanleiding tot uitgestelde belastingen met een passieve (toekomstige belastingschuld) en actieve (toekomstige belastingvordering) belastinglatentie tot gevolg. – IAS-normen 19, 26 en 37 zijn van toepassing op voorzieningen. – IAS-norm 12 is van toepassing op uitgestelde belastingen. 72 Schulden op meer dan één jaar Inhoud – Schulden met een contractuele looptijd van meer dan één jaar. – De schulden of gedeelten van schulden op meer dan één jaar die binnen de twaalf maanden vervallen, worden overgebracht naar de rubriek “Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen”. – Indeling in: • • • • financiële schulden handelsschulden ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen overige schulden Aandachtspunten – Bij de berekening van sommige ratio’s zal een correctie gebeuren voor ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen IFRS – IAS-normen 12, 17, 23, 32 en 39 73 Schulden op ten hoogste één jaar Inhoud – de schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen, financiële schulden, handelsschulden, ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen, schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten en overige schulden. Aandachtspunten – Toename van schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten zonder duidelijke reden. – Lopende rekeningen tegenover vennoten, aandeelhouders, bestuurders en verbonden ondernemingen • “quasi” eigen vermogen • Vaak instrument om de winst te optimaliseren vanuit fiscaal oogpunt. 74 Schulden op ten hoogste één jaar Aandachtspunten – bij het gebruik maken van betalingsuitstel bij leveranciers kunnen belangrijke opportuniteiten gemist worden indien betalingskortingen gegeven worden IFRS – Geen specifieke IAS/IFRS-normen. 75 Overlopende rekeningen Inhoud: – toe te rekenen kosten – over te dragen opbrengsten IFRS – Geen specifieke IAS/IFRS-normen 76 De resultatenrekening: 77 De resultatenrekening: 78 De resultatenrekening 79 De resultatenrekening 80 De resultaatbestemming 81 Bedrijfsopbrengsten Inhoud – – – – – Omzet Wijzigingen in voorraad goederen in bewerking en bestellingen in uitvoering (toename +, afname –) Geproduceerde vaste activa Andere bedrijfsopbrengsten Aandachtspunten – Verkort schema:bedrijfsopbrengsten zijn facultatieve vermelding – wel brutomarge – Grens tussen andere bedrijfsopbrengsten en uitzonderlijke opbrengsten is soms vaag 82 Bedrijfskosten Inhoud – – – – – – – – Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen Diensten en diverse goederen Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen Voorzieningen voor risico’s en kosten Andere bedrijfskosten Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten 83 Bedrijfskosten Aandachtspunten – De rubriek diensten en diverse goederen omvat ook meer fundamentele kosten, zoals: • • • • kosten van diensten in het kader van operationele leasing van voertuigen; vergoedingen van uitzendkrachten; vergoedingen van “ter beschikking gestelde personeelsleden”; niet-resultaatgebonden en buiten een arbeidsovereenkomst ontvangen vergoedingen voor bestuurders, zaakvoerders en werkende vennoten. • Vergelijkbaarheid? – Vergoedingen van bestuurders, zaakvoerders en werkende vennoten kunnen onder verschillende rubrieken voorkomen – Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen geen geldbewegingen. 84 Bedrijfskosten Aandachtspunten – Bestendigheid in de waarderingsregels is belangrijk (zie toelichting) – Bedrijfseconomisch verantwoorde afschrijvingen kunnen verschillen van de door de fiscus aanvaarde afschrijvingen. – Belangrijke waardeverminderingen op vorderingen en voorraden – Waardeverminderingen voor vaste activa verlopen via de uitzonderlijke resultaten. 85 Bedrijfswinst of bedrijfsverlies Inhoud – De bedrijfswinst (+) of het bedrijfsverlies (–) is het resultaat ontstaan uit de gewone activiteiten – Verschil tussen de bedrijfsopbrengsten en de bedrijfskosten. 86 Financiële opbrengsten Inhoud – Opbrengsten uit financiële vaste activa – Opbrengsten uit vlottende activa – Andere financiële opbrengsten 87 Financiële kosten Inhoud – Kosten van schulden – Waardeverminderingen op vlottende activa – Andere financiële kosten Aandachtspunten – Slechts een benadering van de kostprijs van het vreemd vermogen • Intresten niet op elk vreemd vermogen • Rentesubsidies onder financiële opbrengsten • Balans is een momentopname 88 Winst (verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Inhoud – samengesteld uit de bedrijfswinst (of het bedrijfsverlies) enerzijds en de financiële kosten en opbrengsten anderzijds 89 Uitzonderlijke opbrengsten/Uitzonderlijke kosten Inhoud – Bepalend is de uitzonderlijke aard van het ontstaan van deze opbrengsten – Uitzonderlijke opbrengsten – – – – – Terugneming van afschrijvingen Terugneming van waardeverminderingen Terugneming van voorzieningen Meerwaarden bij de (uitzonderlijke) realisatie van vaste activa Andere uitzonderlijke opbrengsten – Uitzonderlijke kosten – – – – – Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen Waardeverminderingen op financiële vaste activa Voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten Minderwaarden bij de (uitzonderlijke) realisatie van vaste activa Andere uitzonderlijke kosten 90 Uitzonderlijke opbrengsten/Uitzonderlijke kosten Aandachtspunten – “winstbeheer”??? 91 Winst (verlies) van het boekjaar voor belastingen Inhoud – de winst (verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen en de uitzonderlijke opbrengsten min de uitzonderlijke kosten. 92 Belastingen op het resultaat Inhoud – Onttrekking aan/overboeking naar de uitgestelde belastingen – Belastingen 93 De resultaatverwerking Aandachtspunten – Het gedeelte van de winst dat in aanmerking kan komen voor uitkering, is afhankelijk van: • de investeringsbeslissingen en financieringspolitiek; • wettelijke bepalingen: – jaarlijkse inhouding van 5 % van de winst tot 10 % van het geplaatste kapitaal – geen winstuitkering mogelijk indien nettoactief gedaald is onder het bedrag van het gestorte kapitaal en de niet-uitkeerbare reserves. 94 De toelichting Inhoud – – – – – – – – – – een samenvatting van de waarderingsregels een staat van de oprichtingskosten een staat van de immateriële, van de materiële en van de financiële vaste activa informatie over de verbonden ondernemingen uitsplitsing van de overige beleggingen en van de overlopende rekeningen (indien belangrijk bedrag) een staat met betrekking tot het kapitaal uitsplitsing van de overige risico’s en kosten onder de voorzieningen (indien belangrijk bedrag) een staat van de schulden gedetailleerde gegevens met betrekking tot de bedrijfsresultaten gegevens betreffende de financiële resultaten 95 De toelichting Inhoud – uitsplitsing van de posten “andere uitzonderlijke opbrengsten” en “andere uitzonderlijke kosten” (indien belangrijke bedragen) – uitsplitsing van de belastingen op het resultaat – de andere taksen en belastingen ten laste van derden – gegevens met betrekking tot niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen – een staat over de betrekkingen met verbonden ondernemingen – gegevens over bestuurders en zaakvoerders en commissarissen: vorderingen, bezoldigingen, toegestane waarborgen, verplichtingen – gegevens betreffende het niet-gebruik van de waarderingsmethode op basis van de waarde in het economisch verkeer voor de financiële instrumenten. 96 De sociale balans Inhoud – specifieke informatie vermeld over het personeelsbestand: aantal tewerkgestelden, personeelsverloop, opleiding... 97 Het jaarverslag Inhoud – een commentaar op de jaarrekening (met een getrouw overzicht van de gang van zaken en van de positie van de onderneming) – informatie omtrent de belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden – inlichtingen over de omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap aanzienlijk kunnen beïnvloeden (voor zover die informatie niet van aard is aan de betrokken vennootschap ernstig nadeel te berokkenen) – informatie over de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling 98 Het jaarverslag – een verslag over de kapitaalverhogingen of de uitgifte van converteerbare obligaties of warrants waartoe door de raad van bestuur besloten is in het kader van het toegestaan kapitaal – gegevens over het bestaan van bijkantoren van de vennootschap – de verantwoording van de toepassing van de waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit, • wanneer uit de balans een overgedragen verlies blijkt, of • wanneer uit de resultatenrekening gedurende twee opeenvolgende boekjaren een verlies van het boekjaar blijkt. – Informatie betreffende de inkoop van eigen aandelen 99 Het verslag van de commissaris – Regels m.b.t commissaris en zijn rol bij de jaarrekening: Wetboek vennootschappen (art 130 tm 171) – Bij aanstelling commissaris: verslag met de jaarrekening neerleggen – Grote ondernemingen moeten commissaris benoemen – Verslag van de commissaris moet bevatten: • Jaarrekening waarop controle betrekking heeft + boekhoudkundig referentiestelsel • Beschrijving van de reikwijdte van de controle: normen, bekomen toelichting en informatie van het bestuursorgaan • Vermelding dat boekhouding in overeenstemming is met voorschriften • Verklaring met zijn oordeel over het ‘getrouwe beeld’ van de jaarrekening • Verwijzing naar aangelegenheid die aandacht vragen • Vermelding of jaarrekening vereiste inlichtingen bevat ivm art 95 en 96 • Vermelding of winstbestemming in overeenstemming is met statuten en wetboek 100 De jaarrekening doorgelicht: Financiële analyse en interpretatie in de praktijk 3. Voorbeeldonderneming: Niessens Industriebouw nv 101 Situering van de onderneming in haar sector SPECIFIEK VOOR NAESSENS INDUSTRIEBOUW – Grote onderneming: jaarrekening volgens volledig schema – Gespecialiseerd in bouw van industriële complexen, kantoren,enz. – NACE-BEL code DE4521: algemeen bouwkundige en civieltechnische werken – Subcode van PU300: bouwsector 102 Situering van de onderneming in haar sector Eerste situering N1 – N5: gegevens blz 55 tot en met blz 58 Dit is een onderneming in groei ! – Stijging resultaat na belasting met 334% – Stijging (Potentiële operationele) cashflow met 117,5% (zie verder) – Stijging totaal vermogen met 86,8% – Stijging omzet met 68,4% – Stijging toegevoegde waarde met 69,2% – Stijging investeringen in materiële vaste activa met 365,4% Resultaat na belasting werd niet opgenomen als parameter voor groei, want is immers ‘manipuleerbaar’: – Omwille van afschrijvingen, voorzieningen, waardeverminderingen – Het uitzonderlijk resultaat geeft niet altijd een getrouw beeld – Omwille van fiscale optimalisatie 103 Eerste situering Balans N4 – N5: Activa – Stijging actief (+ 17,6%) vooral te wijten aan geldbeleggingen, derde grootste actiefpost – Vorderingen < 1 jaar grootste actiefpost, vooral handelsvorderingen – Materiële vaste activa: tweede grootste actiefpost, vooral overige MVA (hier: gebouwen met beleggingsdoeleinden) – Materiële vaste activa blijven quasi stabiel (<> investeringen !) – Grootste deel financiële vaste activa = deelnemingen in verbonden ondernemingen – Liquide middelen en voorraden hebben klein aandeel in activa 104 Eerste situering Balans N4 – N5: Passiva – Schulden < 1 jaar grootste passiefpost. Stijging omwille van ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen – Reserves tweede grootste passiefpost. Bestaan bijna uitsluitend uit beschikbare reserves (gerealiseerde winsten van vorige jaren) – Daling schulden > 1 jaar. Voornaamste post: financiële schulden bij kredietinstellingen – Andere (kleine) passiefposten quasi gelijk gebleven Aandachtspunten: – Compensatie korte termijn handelsvorderingen – korte termijn handelsschulden ‘back-to-back tussen klanten en leveranciers’ – Idem lange termijn overige vorderingen – lange termijn overige schulden – Voorraad is onder controle: 4,3% van balanstotaal – Stijging in beschikbare reserves – zelfs bij verhoogde investeringsgraad - wijst op positieve situatie 105 Eerste situering Resultatenrekening en resultaatverwerking N4 – N5 – Stijging operationeel resultaat door stijging bedrijfsopbrengsten (omzet). Bedrijfskosten zijn niet in zelfde mate als omzet gestegen. – Belangrijkste bedrijfskost: kosten van handelsgoederen en grond- en hulpstoffen. Verbruik is doorslaggevend (= aankopen +/- voorraadwijzigingen) – Sterke stijging financïële opbrengsten, vooral uit vlottende activa (zie toename geldbeleggingen) – Uitzonderlijke opbrengsten: meerwaarde en andere uitz.opbrengsten – Resultaatverwerking: resultaat wordt gereserveerd onder beschikbare reserves Toelichting N5 – Detailinformatie over aantal posten in balans en resultatenrekening 106 Eerste situering Sociale balans – Stijging aantal personeelsleden (VTE) met 6,1% – Stijging personeelskosten +/- hetzelfde (8,6%) Jaarverslag – Commentaar op jaarrekening: samenstelling balans en resultatenrekening, liquiditeit en solvabiliteit – Toelichting over onzekerheden en risico’s: verzekeringen, interne procescontroles – Geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum – Zelfde vooruitzichten in de toekomst – Bestemming resultaat in beschikbare reserves – (benoemingen bestuurders en commissaris niet aan de orde) Verslag commissaris – Alle verplichte vermeldingen werden opgenomen 107 De jaarrekening doorgelicht: Financiële analyse en interpretatie in de praktijk 4. Het maatschappelijk jaarverslag of duurzaamheidsrapport 108 4. Het maatschappelijk jaarverslag of duurzaamheidsrapport Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) “ Een proces waarbij ondernemingen vrijwillig streven naar verbetering op bedrijfs-en maatschappelijk vlak door op systematische wijze economische, milieu- en sociale overwegingen op een geïntegreerde en coherente manier in de gehele bedrijfsvoering op te nemen, waarbij overleg met stakeholders of belanghebbenden van de onderneming deel uitmaakt van dit proces.” BASIS= meerwaardecreatie • Economisch: doeltreffendheid = profit • Sociaal: rechtvaardigheid = people • Milieu: effect van ondernemen op onze planeet = planet “triple P bottomline” 109 4. Het maatschappelijk jaarverslag of duurzaamheidsrapport MVO heeft impact op de bedrijfscommunicatie: • Meer transparantie en communicatie • Aandacht voor rapporteren over sociale en ecologische aspecten • Geïntegreerde verslaggeving: financieel, economisch, milieu, sociale activiteiten, prestaties, doelstellingen “Triple bottom line reporting” (duurzaamheidsrapportering, MVO-rapportering) • Geen wettelijke verplichting • Weinig regels en normen • Global Reporting Initiative (GRI), zie www.globalreporting.org 110 4. Het maatschappelijk jaarverslag of duurzaamheidsrapport • Global Reporting Initiative (GRI), zie www.globalreporting.org: principes m.b.t. • Inhoud: materialiteit, betrokkenheid van belanghebbenden, duurzaamheidscontext, volledigheid • Kwaliteit: evenwichtigheid, vergelijkbaarheid, nauwkeurigheid, tijdigheid, duidelijkheid, betrouwbaarheid • Afbakening • 3 soorten informatievoorziening: • Organisatiestrategie en –profiel • Beschrijving van de managementbenadering • Set prestatie-indicatoren • Nederlandse richtlijnen over welke informatie in het jaarverslag moeten, werden uitgebreid op 1 jan.2010 111