LIS - VVKSO - ICT

advertisement
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs
Guimardstraat 1, 1040 Brussel
LEREN IN SAMENHANG (B-STROOM)
Leraren zijn – met de bedoeling om leerlingen zo goed mogelijk te ondersteunen, te gidsen en te
begeleiden in het verwerven van de curriculumdoelen - steeds op zoek naar een passende
methodiek, de meest geschikte werkwijze, een motiverende leeromgeving. Zeker in de B-stroom zijn
leerlingen geholpen wanneer ze verbanden tussen leerdoelen ontdekken, zo worden de
leerinhouden beter (be)grijpbaar. Vanuit die verzuchting werd LIS uitgeschreven, als kader of
hulpmiddel voor het lerarenteam voor geïntegreerd werken. Een werkwijze waarmee de leerlingen
vanuit het basisonderwijs vertrouwd zijn.
Wat volgt geeft een inzicht in het concept ‘Leren in samenhang’ (LIS). Het concept op zich is niet
ste
nieuw, de wijze waarop we dit leren gestalte kunnen geven in de 21 eeuw, is dat wel.
Deze kennismaking kan de school aanzetten tot het realiseren van een leeromgeving die leren in
samenhang stimuleert en ondersteunt. Elke school, elk schoolteam dient voor zichzelf de afweging
te maken in hoeverre zij hierin kan meestappen, welk traject moet opgezet worden om LIS te
realiseren.
Leren in samenhang in de eerste graad b-stroom. (LIS)
Leren op school
Jongeren van nu leren niet alleen op school, ze leren van
het leven. Ze hebben via de moderne media en alle
mogelijke ICT-toepassingen toegang tot kennis. In de
informatie die zij aanboren zitten enorme mogelijkheden.
Meer dan vroeger ook spelen de contacten en ervaringen
in de verschillende vriendennetwerken een rol, jongeren
worden voortdurend uitgedaagd om keuzes te maken. Zo
wordt er informeel veel geleerd.
Daarnaast is er nog altijd het formele leren op school.
Binnen de schoolse context krijgen leerlingen greep op
denkmodellen en methodieken om de toevloed aan
informatie op een zinvolle manier te hanteren. De
jongeren verwerven referentiekaders, leren
begrippenkaders hanteren, krijgen inzicht in
leerprocessen. Op school verwerven de leerlingen zo
instrumenten voor levenslang leren. Ze zijn van belang
voor hun persoonlijkheidsvorming en in hun latere
professionele carrière.
2
2012-02-23
1
Waarom de focus leggen op LIS?
(Leer)rijke context stimuleert
Leerinhouden in onderlinge samenhang aanbrengen helpt
leerlingen kijken vanuit verschillende invalshoeken, culturen
en disciplines. Leerlingen leren theorie met praktijk te
combineren, ze verwerven vakoverschrijdend competenties
en leren redeneren in verschillende contexten. Door
aandacht voor LIS ervaren leerlingen dat vakken geen
aparte eilandjes zijn, de betekenisvolle context stimuleert
het leren en het leerplezier.
Transfer
LIS geeft het maken van transfer meer kansen. De context
waarin iets geleerd wordt en de expliciete relaties maken
het gemakkelijker om de verworven kennis toe te passen
ook in een nieuwe situatie.
2
Omschrijving van LIS
Een organisch geheel
3
Inhouden uit meerdere leergebieden worden
samenhangend en in een mix van leeromgevingen
aangeboden. Verscheidene aspecten en doelstellingen uit
verschillende vakken of leerdomeinen komen aan bod in
oefeningen, opdrachten, projecten, taken en thema’s. . . De
aangeboden leerervaringen vormen als het ware een
organisch geheel, theorie en praktijk vloeien in elkaar over
en de leeractiviteiten volgen mekaar als vanzelf op,
verschillende vaardigheden worden geïntegreerd.
Kenmerken van LIS
De leeromgeving voor LIS is gekenmerkt door verschillende facetten eigen aan duurzaam leren:
Zelfsturing en reflectie
Leerlingen leren het eigen leerproces te plannen. Ze
bereiden hun taken voor en denken na over de inhouden,
de activiteiten en hulpmiddelen. (OVUR, VUT) Tijdens de
leeractiviteiten houden ze in de gaten of het leerproces
volgens plan verloopt (monitoring).
Leerlingen leren reflecteren. Ze denken na over wat er
tijdens het leren allemaal heeft plaatsgevonden, over de
gevolgde werkwijze en de verkregen resultaten. Hierbij
stellen ze soms lacunes in hun eigen kennis, vaardigheden
of attitudes vast. De verworven inzichten zetten ze in bij
nieuwe leeractiviteiten.(transfer)
Leren van bronnen
De toegankelijkheid van bronnen, de snelheid waarmee
3
2012-02-23
informatie kan worden ingewonnen en de hoeveelheid
informatie waarover de leerlingen kunnen beschikken is
enorm toegenomen. Leerlingen leren meer van en in
beelden. (bv. internet, televisie, games, dvd….). Leerlingen
zullen voortdurend informatie selecteren, kritisch hanteren,
analyseren en inzetten om taken en problemen aan te
pakken.
Lateraal denken
Leerlingen combineren de informatie, de ervaringen, wat ze
geleerd hebben. Ze kijken op andere, nieuwe manier,
maken associaties, ze ordenen de informatie anders, ze
verwerken ze tot nieuwe inzichten. Ze bedenken nieuwe
manieren om het gestelde doel te bereiken.
Netwerkleren
Leren krijgt een sociale dimensie als leerlingen in interactie
met anderen (medeleerlingen, experts, leraren, externen, . . .) werken aan een thema, een taak of een project.
Leerlingen gaan op ontdekking en onderzoeken samen in
hun netwerk welke informatie ze nodig hebben om binnen
de gegeven contexten tot resultaten te komen. Zo
ontwikkelen ze vaardigheden als communicatief vermogen,
samenwerken, respect en empathie.
Leren in contexten
De leefwereld van de 12- tot 14- jarigen is een goed
aanknopingspunt voor leerervaringen. Betekenisvolle opdrachten hebben een rechtstreekse link met de werkelijkheid, ze situeren de leeractiviteiten in een authentieke
omgeving. Leerresultaten zijn groter wanneer leerlingen
erin slagen de leerervaringen te matchen met de eigen
voorkennis en interesse.
Exploreren
De leerlingen gaan op ontdekkingstocht doorheen de
aangereikte materialen en contexten. Ze onderzoeken
gericht, verkennen allerlei aspecten en ontdekken via deze
methodiek structuur, concepten, kennis en de samenhang
ertussen.
4
Consequenties in de praktijk
Bij LIS zetten zowel de leerling als de leraar specifieke vaardigheden in. Deze vaardigheden helpen
samenhang in al zijn aspecten te realiseren.
Leerlingenvaardigheden
Het leerproces van de leerling bij het verwerven van de
curriculumdoelen staat centraal. Zijn eigen
verantwoordelijkheid voor het ontdekken van samenhang
4
2012-02-23
en het leggen van verbanden groeit. Hij leert de verbanden
expliciteren.
De leerling stelt zich coöperatief op bij groepswerk, hij
ontdekt de kwaliteiten van de medeleerlingen, zet eigen
kennis in. Door elkaar aan te vullen, wordt de samenhang
gecreëerd.
Elke leerling ontdekt de eigen leerstijl. Hij voelt zich
uitgedaagd om deze volledig in te zetten en verder te
ontwikkelen. De groep maakt gebruik van de complementariteit van de aanwezige leerstijlen.
De leerling krijgt de kans om meerdere vormen van
intelligentie (verbaal-linguïstische, logisch-wiskundige,
muzikaal-ritmische, interpersoonlijke en intrapersoonlijke) te
gebruiken en te combineren: hij versterkt minder
ontwikkelde intelligentievormen en traint zijn sterke.
De leerling reflecteert niet alleen over het leren, maar ook
over zijn motivatie, zijn aspiraties, zijn verwachtingen en de
samenwerking met medeleerlingen.
Competenties van de leraar
De leraar in de klas
De leraar is een begeleider, stimulator, inspirator en
organisator. Hij heeft inzicht in zijn eigen bekwaamheden
zodat hij verantwoordelijkheid kan nemen voor de kwaliteit
van de opvoeding en het begeleidingsproces in de klas.
Hij ondersteunt de zelfstandigheid van de leerling en
coacht zowel het individueel als het gemeenschappelijk
leerproces. Zonder de leerplandoelstellingen uit het oog te
verliezen, houdt hij bij het organiseren van de
leeractiviteiten rekening met de beginsituatie van de
individuele leerling en de onderlinge relaties en verschillen.
De leraar werkt aan een veilig klasklimaat dat samenwerking mogelijk maakt. Hij besteedt grote zorg aan de
communicatie met de leerlingen en aan de instructies voor
het leren. Hij daagt uit, moedigt aan en formuleert positieve
verwachtingen.
Hij organiseert reflectie over het individueel en het gemeenschappelijk leerproces, de samenwerking en zijn bijdrage
daaraan.
De leraar in het team
De leraar stelt zich coöperatief op en waardeert de
kwaliteiten van zijn collega’s. Hij heeft zicht op de mogelijke
bijdrage vanuit de te realiseren leerplandoelen Hij kent zijn
5
2012-02-23
plaats in het team. Hij staat open voor vernieuwing en
verandering. Hij neemt vanuit zijn eigen expertise
constructief deel aan overleg. Hij probeert zijn eigen vak te
overstijgen. Hij doet aan professionalisering i.f.v. LIS.
Het lerarenteam communiceert op regelmatige basis open
met het beleid over alle acties die m.b.t. LIS worden
genomen. Zo groeit en evolueert in voortdurend overleg de
LIS-visie van de individuele leraar, het lerarenteam en het
beleid.
De leeromgeving
De kenmerken van LIS zijn meteen ook de criteria voor de
combinatie van leeractiviteiten die de leeromgeving voor
samenhangend leren bepaalt ( zie punt 3 hierboven).
Die leeromgeving biedt de leerling een goede balans
tussen uitdaging en veiligheid.
LIS op beleidsniveau
Voor LIS kan uitgroeien tot een echte beleidsoptie, dient het
draagvlak bij het beleid en het lerarenteam ervoor
voldoende groot te zijn. Pas dan kan LIS renderen.
De directie creëert dan de mogelijkheden om LIS te
realiseren. De genomen maatregelen worden bepaald door
het eigene van de schoolcontext, de leerplannen en de
wijze waarop de school LIS wenst te realiseren. Dit kan via:
- thema’s;
- projecten;
- geïntegreerde opdrachten;
- vakkenclusters;
- werken aan procedurele vaardigheden;
- PAV;
- ….
Aandachtspunten bij het beleidsmatig ondersteunen van
LIS zijn: het creëren van kansen tot overleg en feedback en
het bevorderen van de collegiale samenwerking, het voortdurend aanbieden van professionaliseringskansen voor de
individuele leraar en het schoolteam en het organiseren
van gunstige werkcondities.
Het veronderstelt ook het actief organiseren van leer-
6
2012-02-23
mogelijkheden voor leerlingen op het gebied van infrastructuur, netwerking met organisaties en bedrijven,
internationalisering?
7
2012-02-23
5
LIS en VOET
Werken aan het realiseren van vakoverschrijdende eindtermen kan zeker ook via het organiseren
van LIS. Er zijn de eindtermen van de stam zoals:
(communicatief vermogen)
1 brengen belangrijke elementen van communicatief
handelen in praktijk;
(creativiteit)
2 kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen
en uitvoeren;
3 ondernemen zelf stappen om vernieuwingen te
realiseren;
(doorzettingsvermogen)
4 blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven;
(empathie)
5 houden rekening met de situatie, opvattingen en
emoties van anderen;
(esthetische bekwaamheid)
6 kunnen schoonheid ervaren;
7 kunnen schoonheid creëren;
(exploreren)
8 benutten leerkansen in diverse situaties;
(flexibiliteit)
9 zijn bereid zich aan te passen aan wisselende eisen
en omstandigheden;
(initiatief )
10 engageren zich spontaan;
(kritisch denken)
11 kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen
ter discussie stellen aan de hand van relevante
criteria;
12 zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en
een bewuste keuze te maken;
13 kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende
invalshoeken;
(mediawijsheid)
14 gaan alert om met media;
15 participeren doordacht via de media aan de publieke
ruimte;
(open en constructieve houding)
16 houden rekening met ontwikkelingen bij zichzelf en bij anderen, in samenleving en wereld;
17 toetsen de eigen mening over maatschappelijke
gebeurtenissen en trends aan verschillende
standpunten;
(respect)
18 gedragen zich respectvol;
8
2012-02-23
(samenwerken)
19 dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke
doelen;
(verantwoordelijkheid)
20 nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen
handelen, in relaties met anderen en in de samenleving;
(zelfbeeld)
21 verwerven inzicht in de eigen sterke en zwakke
punten;
22 ontwikkelen een eigen identiteit als authentiek
individu, behorend tot verschillende groepen;
(zelfredzaamheid)
23 doen een beroep op maatschappelijke diensten
en instellingen;
24 maken gebruik van de gepaste kanalen om hun
vragen, problemen, ideeën of meningen kenbaar
te maken;
(zorgvuldigheid)
25 stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en
aan dat van anderen;
(zorgzaamheid)
26 gaan om met verscheidenheid;
27 dragen zorg voor de toekomst van zichzelf en de ander.
Afhankelijk van het thema dat behandeld wordt kunnen natuurlijk ook eindtermen uit de
verschillende contexten onderwerp van leeractiviteiten en leerervaringen zijn.
6
Samenhang zoeken en vinden
Lerarenteams die werk wil maken van in de B-stroom kunnen zich inspireren aan de documenten
‘Vakkenclustering in de B-stroom’ en ‘Zelfredzaamheid in de B-stroom’.
7
Bibliografie
Bosman L., Detrez C., Gombeir D. Press Play: onderwijs als gamepark voor de ontwikkeling van
meervoudige identiteiten (deel 1) – In: Impuls. - 39) nr. 1, p. 10-18, (2009-2010).
Bosman L., Detrez C., Gombeir D. Identiteit ontwikkelen. Leer-kracht waarderen in eigentijds
onderwijs. Mechelen, Plantyn, 2008.
Bosman L., Detrez C., Gombeir D. Smartkids in wonderland: een eigentijdse kijk op leren.
Mechelen, Plantyn, 2009.
Cox Albert, Ottenhof Frans, Schoots Heleen. 7 principes voor een rijke leeromgeving. KPC Groep, ’s
9
2012-02-23
Hertogenbosch, 28 p. (2006).
Detrez, Chico. Pleidooi voor een identiteitsontwikkelende didactiek. In Welwijs, jaargang 20, p. 2223 (2009).
Dochy F. Leren in samenhang. In: IVO, nr. 107, p. 32-47.
De Bruyckere Pedro, Smits Bert. Einstein in je klas: Hoe we de jongeren van vandaag onderwijzen
en begeleiden. In: Caleidoscoop, jaargang 21, nr 5, p. 12 – 17.
Janssen Henk, Vakoverstijgend en samenhangend leren.
digischool.kennisnet.nl/.../DIGISCHOOL___Vakoverstijgend_onderwijzen_en_samenhangend_leren
.pdf
M_VVKSO_2005_158: ‘Werken in de eerstegraad’.
Simons, P. Robert-Jan, Krachtige leeromgevingen.
home.tiscali.nl/robertjansimons/.../Krachtige%20leeromgevingen.doc
Willemen Rik, ‘Identiteit ontwikkelen’: Een vernieuwende kijk op waar het in het secundair onderwijs
echt om gaat. In: IVO, p. 81-83.
Download