Migratie

advertisement
Migratie
Les 4
In deze lesbrief worden de volgende begrippen behandeld: geschiedenis immigratie in Nederland,
immigratie, emigratie, asielzoeker, vluchteling, push- en pullfactoren, braindrain en braingain.
Geschiedenis migratiestromen
Nederland is al heel lang een pluriforme samenleving. Vanaf ongeveer 1550 ontstaan de eerste echte
immigratiegolven. Groepen Joden, Hugenoten (Franse protestanten), Duitsers, Chinezen, Polen en
Italianen komen in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog vanwege verschillende redenen naar
Nederland. Belangrijke redenen hiervoor zijn de grote mate van veiligheid en godsdienstvrijheid in
Nederland en gebrek aan werk in het land van herkomst.
Na de Tweede Wereldoorlog kwamen veel immigranten uit de voormalige koloniën naar Nederland. In
1949 was er sprake van dekolonisatie van Nederlands-Indië. De meeste Nederlandse kolonialen
keerden terug naar Nederland. Met hen kwamen ongeveer 280.000 Indische Nederlanders mee. Zij
waren in dienst geweest van het Nederlandse leger dat tegen de onafhankelijkheid had gestreden, en
ze werden in het nieuwe Indonesië als landverraders beschouwd.
In de jaren ’50 en ’60 kwamen veel Surinamers en Antillianen uit hogere inkomensgroepen voor hun
studie naar Nederland. Toen Suriname in 1975 onafhankelijk werd, vertrokken ongeveer 200.000
mensen uit Suriname vanwege hoog oplopende spanningen die veroorzaakt werden door de
onafhankelijkheid. Toen in de jaren ’70 op de Antillen de werkgelegenheid afnam, kwamen er ook veel
werkzoekenden naar Nederland. Dat waren vooral jongeren uit lagere sociaaleconomische klassen.
De basis voor de pluriforme samenleving is gelegd in de jaren ’60. Na de Tweede Wereldoorlog was er
in de westerse wereld sprake van snelle industrialisatie. Die ging zo snel, dat er een tekort ontstond
aan laaggeschoolde arbeidskrachten. Daarom werden ‘gastarbeiders’ geworven in Spanje, Portugal,
Italië, Griekenland, Turkije en Marokko. De verwachting was dat deze, vooral mannelijke,
arbeidskrachten tijdelijk in Nederland zouden verblijven. Ze kregen dan ook een tijdelijk
arbeidscontract. Veel Spanjaarden, Portugezen, Italianen en Grieken keerden inderdaad terug naar hun
thuisland, omdat de economie daar aantrok. In Turkije en Marokko was geen sprake van economische
groei, waardoor veel Turken en Marokkanen zich permanent in Nederland vestigden.
Na het uitbreken van de oliecrisis in 1973 was er minder behoefte aan laaggeschoolde arbeiders in
Nederland en werd er een einde gemaakt aan het werven van gastarbeiders. Daarmee stopte de
immigratie vanuit Marokko en Turkije niet. De arbeidsmigratie werd in de jaren tachtig en negentig
opgevolgd door ‘gezinshereniging’. Turkse en Marokkaanse vrouwen kwamen naar Nederland om zich
voorgoed bij hun echtgenoot te voegen. In de jaren negentig ontstond ook ‘gezinsvormende migratie’,
jonge Turken en Marokkanen kwamen naar Nederland voor een huwelijk met een landgenoot die al in
Nederland woonde.
Momenteel komen er veel vluchtelingen uit bijvoorbeeld Syrië die noodgedwongen, met gevaar voor
eigen leven naar Nederland komen.
Wanneer is iemand een vluchteling?
Zoals in je bovenstaand stuk hebt kunnen lezen zijn er verschillende redenen waarom iemand besluit
naar een ander land te gaan. Verhuizen om je in een ander land te vestigen noem je immigratie,
wanneer je weggaat uit een land noem je dat emigratie.
Asielzoekers vragen bescherming van een ander land, en vragen daarmee asiel aan. Een verzoek om
asiel wordt vaak alleen verleend als er sprake is van nood. Dan noem je iemand een vluchteling. Vele
landen hebben aangegeven dat zij vluchtelingen zullen opvangen door middel van het ondertekenen
van het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties (VN). In dit verdrag staat de volgende definitie
van een vluchteling: “Een vluchteling is iemand die in zijn land van herkomst gegronde vrees heeft
voor vervolging vanwege ras, godsdienst, seksuele voorkeur, nationaliteit, of politieke overtuiging”.
Een vluchteling moet kunnen bewijzen dat hij/zij ook daadwerkelijk voldoet aan de bovenstaande
definitie.
Het is steeds lastiger om de status van vluchteling te verkrijgen in Nederland. De eisen zijn, ook
internationaal gezien, heel streng. Ook is het erg lastig om in Europa te komen, zie ook hiervoor de
vele nieuwsberichten over vluchtelingen die via de Middellandse Zee proberen Europa te bereiken.
Voor asielzoekers is het belangrijk waar jij je als eerste meldt in de EU. Het is namelijk zo dat dit land
ook je aanvraag in behandeling neemt. Je mag de procedure maar één keer doorlopen. Dit betekent
dat als je aanvraag in land A wordt afgewezen, deze afwijzing wordt overgenomen door alle andere EU
landen.
Asielzoekers
Andere soorten migranten zijn bijvoorbeeld arbeidsmigranten, migranten die naar Nederland komen
om redenen van gezinshereniging (zogenaamde volgmigranten) en koloniale migranten die vanwege
de binding met Nederland vanuit Suriname, de Antillen of Indonesië naar Nederland komen.
Waarom emigreert iemand?
Waarom iemand uiteindelijk de keuze maakt om te emigreren hangt van af van zogenaamde push- en
pullfactoren. Pullfactoren, de zogenaamde trekkende factoren, zijn de redenen waarom iemand
besluit ergens naartoe te gaan. Dit gaat dan bijvoorbeeld om werkgelegenheid, vrede, natuur ed.
Pushfactoren zijn de factoren waarom iemand weggaat. Redenen zijn werkeloosheid, oorlog, politieke
onrust etc.
De gevolgen voor het land van herkomst
Emigratie heeft, zeker voor ontwikkelingslanden, grote gevolgen. Vaak zijn het namelijk de meest rijke
mensen die het zich kunnen permitteren om te emigreren. Emigratie kost veel geld. Geld om
mensensmokkelaars, visa’s en vervoersmiddelen te betalen, bijvoorbeeld. De arme mensen blijven
achter. Vaak betekent dit dat de groep die vertrekt ook de mensen zijn die een opleiding hebben
genoten. Op de korte termijn heeft dit negatieve gevolgen voor het thuisland, er ontstaat namelijk een
braindrain. Kennis en geld verdwijnen naar het buitenland. Je ziet dit verschijnsel ook in landen waar
het beter gaat, zoals Ghana. Jongeren, wiens ouders het kunnen betalen, gaan studeren in landen als
Engeland en de VS, en blijven daar vaak ook. Ook dan spreek je van een braindrain.
Op de lange termijn kunnen er wel positieve effecten optreden van dit soort migratie. Geld en kennis
kan namelijk ook terugvloeien naar het thuisland. Marokko bijvoorbeeld ontvangt veel geld van in het
buitenland wonende Marokkanen. Ook kunnen migranten uiteindelijk terugkeren, in het bezit van veel
kennis. Dan spreek je van een braingain.
Vragen over de tekst:
1. Wat is een pluriforme samenleving?
2. Noem drie pullfactoren van Nederland.
3. Wat is een emigrant? En wat is een immigrant?
4. Abiola leeft in extreme armoede. Ze besluit om in Europa asiel aan te vragen. Is zij een
vluchteling?
5. Nayri vlucht vanuit Syrië naar Europa. Zij meldt zich in Griekenland als vluchteling en vraagt
hier asiel aan. Ze wordt geweigerd. Mag zij in een ander land in de EU opnieuw asiel
aanvragen? Waarom wel/niet?
6. Wat houden de begrippen braindrain en braingain in?
Huiswerk 12-2
Het EO-programma ‘Rot op naar je eigen land’ heeft een game ontwikkeld waarin jij als speler moet
vluchten uit jouw thuisland Syrië. Speel dit spel (http://rotop.eo.nl/starttest/) en schrijf op tegen
welke problemen jij als vluchteling oploopt.
Download