NR.31*** NIEUWS VAN HER EN DER*** APRIL 2005. Uitgave van

advertisement
NR.31*** NIEUWS VAN HER EN DER*** APRIL 2005.
Uitgave van het Afrika-Europa Netwerk [email protected].
WERELDWIJDE ACTIEWEEK VOOR EERLIJKE HANDEL. 10/16 april.
Kerken zijn niet tegen vrijhandel, mits het
ook eerlijke handel is; handel niet alleen
om winst te maken, maar die ook mensen
ten goede komt. Of zoals Paus Johannes
Paulus II het zegt: “Wij moeten ons
inzetten voor de globalisering van de
solidariteit”
.In de week van 10 tot 16 april wordt
wereldwijd in zeker 70 landen actie
gevoerd. Wij hebben u uitgenodigd u
hierbij aan te sluiten door brieven te
schrijven aan
ministers en europarlementariërs en tot aandacht ervoor in
uw gebed Mogen wij op u rekenen?!
ENKELE FEITEN DIE VOOR
ZICH ZELF SPREKEN.
WATER in Ghana.
Mevrouw Hawa woont in een arme wijk
van de hoofdstad Accra. Zij heeft geen
stromend water, ze moet het kopen. En de
prijs blijft maar stijgen. Dit komt omdat de
Wereldbank (WB) en het Inter-nationale
Monetaire Fonds (IMF) aan de regering de
privatisering van water als voorwaarde
voor een lening gesteld hebben. De prijs
stijgt om private investeerders aan te
trekken. En deze private waterbedrijven
hebben geen verplichting om in armere
delen van de stad te investeren in
watervoorziening. Ze zegt:” Het gebeurt
regelmatig dat ik zelf niet eet, om zo geld
uit te sparen voor schoon drinkwater voor
mijn kleinkinderen”.
KATOEN in Kenia.
“Wat voor toekomst hebben de arme
katoenboeren, die niet genoeg te eten
hebben en hun kinderen niet naar school
kunnen sturen?”. Susie Ibutu werkt samen
met arme katoenboeren op het platteland
van Kenia. De economische hervormingen
die door het IMF opgelegd zijn hebben de
klad gebracht in de katoenindustrie omdat
de steun van de regering afgeschaft moest
worden. De waarde van de katoen is sinds
1980 volledig ingezakt tot 5% van de prijs
die het toen had. Dit wordt mede
veroorzaakt door de hoge subsidies voor
katoenboeren in de Verenigde Staten en
Europa, die meer zijn gaan produceren en
zo de wereldmarktprijs sterk beïnvloed
hebben.
UIEN in Senegal.
„We komen telkens ontmoedigd terug van
de markt. Het geld dat onze uien
opbrengen is het zware werk ervoor niet
waard”, klaagt Boto Sy. Als een
Senegalese uienboer kan hij niet op tegen
de lage prijs van de uien die vanuit
Nederland
geïmporteerd
worden.
Internationale handelsregels verhinderen
de Senegalese regering om hun eigen
markt te beschermen met importheffingen
en de eigen boeren steun te geven.
RIJST in Honduras.
“Vroeger groeide hier overal rijst, zover je
kon kijken. En dat zou weer moeten
gebeuren”, zegt Maria Marcos Riveira. In
1990 produceerde Honduras 50.000 ton
rijst per jaar. In 2001 was dit vanwege de
geweldige invoer teruggevallen tot 7000
ton. Vroeger werden de rijstboeren door de
regering gesteund en controleerde zij ook
de rijstinvoer. Maar hier kwam een einde
aan, toen zij leningen vroegen van de WB
en het IMF. Een van de voorwaarden was
dat zij deze steun en marktbescherming
moesten stoppen. Het zijn de zogenaamde
structurele aanpassingsprogramma’s, waar
alle ontwikkelingslanden mee te maken
gehad hebben. En zo werden de markten
van Honduras sinds 1990 overstroomd
met zwaar gesubsidieerde rijst uit de
Verenigde Staten. Een voor een zijn toen
de kleine arme boerenfamilies zoals Maria
Marcos Riveira met hun rijstproductie
gestopt, omdat ze er niets meer op konden
verdienen. In de plaats daarvan gingen ze
hun eigen eten verbouwen om te kunnen
overleven.
Wat gebeurt met het water in Ghana, de
katoen in Kenia, de uien in Senegal en de
rijst in Honduras, gebeurt ook met de
kippen en de melk in Burkina Faso en met
vele andere producten in de armste landen
van de wereld. Door de voorwaarden die
hen bij leningen en verdragen opgelegd
worden door de WB en IMF en door rijke
landen moeten deze landen bezuinigen op
alle steun die zij hun boeren geven en
moeten zij hun grenzen open stellen voor
de import uit andere landen, die zelf hun
eigen boeren wel (mogen ?) blijven
beschermen. Zo worden de arme boeren in
ontwikkelingslanden praktisch vogelvrij
verklaard ter wille van de vrijhandel.
(bron: www.april2005.org maart 2005)
STANDPUNT
REGERING.
VAN
ONZE
Op 1 maart hield onze minister van
Ontwikkelingssamenwerking Agnes van
Ardenne een speech bij gelegenheid van de
presentatie van het boek:”Globalisering en
menselijke waardigheid”. Zij deed daarbij
enkele opmerkelijke uitspraken.
“Op de vraag of globalisering goed is voor
de armen, wordt in dit boek geantwoord
met een voorzichtig “neen”, want de
globalisering brengt weinig verbetering in
de positie van de armen. Ik zou die vraag
beantwoorden met een voorzichtig ‘ja’.
Mijn belangrijkste argument hiervoor is
een tweetrapsraket: internationale handel
verhoogt de economische groei en de
economische groei vermindert op zijn
beurt de armoede.”
Daarna geeft zij voorbeelden van het succes van de
internationale handel voor de Europese markt en
voor landen als Hong Kong, Singapore, Taiwan en
Zuid Korea. Volgens de minister kunnen
ontwikkelingslanden van deze dynamiek leren. Ze
zegt er niet bij dat al deze landen jaren lang eerst
hun eigen markten beschermd hebben en dat nog
doen als zij dit nodig vinden voor hun eigen
landbouw en industrie. (N.v.d.Red)
Daarna vervolgt ze over het tweede
onderdeel van de tweetrapsraket: “Werkt
de door handel gestimuleerde economische
groei ook in het voordeel van de armen?
Economische groei zet de deur naar een
beter leven open, maar voor armen is de
drempel simpelweg te hoog. Ze hebben een
helpende hand nodig om toegang te krijgen
tot de voordelen van economische groei.
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een
adequate infrastructuur en goed bestuur,
zoals het privatiseren van bedrijven en
banken en het liberaliseren van lokale en
regionale
handel.
Corruptie
moet
uitgebannen worden, democratie is
onmisbaar: de regering moet de stem van
de armen horen en serieus meewegen. (Ook
onze regering?) De stem van het geweten is
niet genoeg om overheden tot goed bestuur
te bewegen. ‘Het geweten spreekt, maar
het eigenbelang schreeuwt’….
De globalisering is dus goed voor de
armen. Ze hebben soms wel een steuntje in
de rug nodig, en daar werken we met
ontwikkelingssamenwerking aan. Globalisering is een rijdende trein waar niet
iedereen op eigen kracht op kan springen.
Globalisering is dus goed, maar niet goed
genoeg.”
(Bron: www.minbuza maart 2005)
Het systeem wat niet goed genoeg is, wordt niet
verbeterd,
maar
bepleisterd??!!
(met
ontwikkelingssamenwerking). Daarmee spreekt zij
zichzelf tegen en zegt feitelijk dat het vrijhandelssysteem niet deugt en niet bedoeld is voor de
armen, alleen voor de rijken. Je zult maar een van
de miljoenen armen zijn. Spreekt hier het geweten,
of schreeuwt toch het eigenbelang??!! Is dit wat
bedoeld wordt met coherentie in beleid tussen de
ministeries? Om over na te denken! (N.v.d.Red)
Download