LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: Stagebegeleider DLO: School: Les gegeven door: Onderwijsvorm: Vak: Richting: Onderwerp: opdracht i.v.m. het bodemgebruik Klas: Vakmentor: Lokaal: Datum/Data: Aantal leerlingen: Lesuur/-uren: BEGINSITUATIE - lln weten naar waar het water afstroomt van een helling - lln kunnen vertellen of een helling zacht of steil hellend is. EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden) ET 1: een reëel landschap en beelden ervan met elementaire geografische termen beschrijven en deze op een overeenstemmende kaart aanwijzen. Situering in het leerplan: 4.1 terreinwerk - De kaart gebruiken om niet zichtbare elementen in het landschap te onderscheiden en eenvoudige relaties leggen. - Gegevens op het terrein verzamelen. ALGEMEEN LESDOEL Lln kunnen verklaren waardoor het bodemgebruik bepaald wordt en de factoren opsommen die het bodemgebruik beïnvloeden. SCHOOLAGENDA (Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de pagina’s in het werk- en/of handboek.) Excursie Heideberg BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.) LEERMIDDELEN & MEDIA - Reliëf doorsnede 3 foto’s transparantstift duimspijker Fluovestje stempel naamkaartje nr excursiepunt Didactisch lesontwerp KRACHTIGE LEEROMGEVING Leerdoelen Lesfasen & timing Instapfase 3 min. Lesfase 1: 6min De lln. kunnen informatie combineren met de werkelijkheid. (C3) De lln. Kunnen verklaren waarom de top van de helling een onvruchtbare bodem heeft. (C3) De lln. kunnen informatie combineren met de werkelijkheid. (C3) De lln. kunnen verklaren welke factoren invloed hebben op de Onderwijs- en leeractiviteiten De lkr. verdeelt de klas in twee groepen, namelijk één groep van 7 lln. en de andere groep met 8 lln. Elke groep moet drie foto’s combineren met de omgeving in de werkelijkheid. Bij elke foto omcirkelen ze de juiste informatie in hun werkbladen. Daarna wordt alles gezamenlijk overlopen. Media Leerinhoud Foto’s PROBLEEMSTELLING: Welke factoren hebben invloed op het bodemgebruik? Het loofbos OLG De vruchtbaarheid van de bodem van de top van de helling - Welke foto hoort bij de top van de heuvel? Foto 1 Is het een steile of een zachte helling? Is deze helling gemakkelijk te bewerken met landbouwmachines? - Welke begroeiing kan je zien op deze helling? De bomen die je op de top van de helling ziet zijn aangeplant door de mens, de wortels zorgen er voor dat het zand niet weggespoeld wordt door regenwater. De ondergrond op de berg is ijzerzandsteen en is zeer doorlatend. - Is de bodem eerder vruchtbaar of onvruchtbaar? Foto 1 beeld de top van de helling af in werkelijkheid. Het is een steile helling en is daardoor moeilijk te bewerken met landbouwmachines. De bodem is eveneens minder vruchtbaar omdat ze bestaat uit ijzerzandsteen. ijzerzandsteen is zeer doorlatend. Bomen werden aangeplant door de mensen en zorgen ervoor, met hun wortels, dat het zand op de top van de helling blijft. Akkers OLG De factoren van een vruchtbare ondergrond Foto 2 hoort bij ongeveer het midden van de helling. Dit deel is eerder vlak, waardoor het regenwater niet direct van de helling stroomt. De ondergrond is leemhoudend en dus half waterdoorlatend. Planten kunnen hierdoor genoeg water op nemen. Op deze grond kan er aan akkerbouw gedaan worden en veeleisende teelten - Bij welke deel van de heuvel kan je foto 2 plaatsen? Foto 2 - Is dit een zachte of een steile helling? In tegenstelling tot de top van de helling, bestaat deze bodem uit leem. Deze bodem is half doorlatend, de leem zorgt er voor dat er water bijgehouden wordt in de bodem. vruchtbaarheid bij akkers.(C3) - De lln. kunnen informatie combineren met de werkelijkheid. (C3) De lln. kunnen het bodemgebruik van de vallei van de Molenbeek verklaren in eigen woorden. (C3) De lln. kunnen de foto’s plaatsen op een reliëfdoorsnede. (C2) De lln. Kunnen bodemgebruik in verband brengen met het reliëf. (C3) Lesfase 2 1min Welke soort begroeiing zie je op dit deel van de helling? Deze begroeiing is een veeleisende teelt, wat versta je onder veeleisende teelt? Kan je hier dan spreken over een vruchtbare of onvruchtbare grond? Weiland OLG - Welke deel van de heuvel kan je combineren met foto 3? Dit is de vallei van de Molenbeek. Het regenwater stroomt van de top van de helling naar de vallei. Het regenwater neemt hierbij de lichte materie van de bodem mee, namelijk klei. Klei laat moeilijk water door. - Hebben we hier een zacht of een steile helling of een valleigrond? - Is de vallei een droog of een nat gebied? - Om welke 2 redenen heeft dit gebied een natte ondergrond? - Waarvoor wordt de bodem gebruikt? - Welk landschapselement is er in de vallei aanwezig? Reliëfdoorsnede - Waardoor wordt het bodemgebruik bepaald? We gaan nu de foto’s van daarnet plaatsen op een reliëfdoorsnede De lln. plaatsen de foto’s op de reliëfdoorsnede in groep. De lkr. Verbetert de opdracht voor beide groepen. zoals granen, tarwe, aardappels enz. geplant worden. Hiervoor is een vruchtbare grond nodig. Het bodemgebruik van deze grond is weiland Bodemgebruik van weiland Foto 3 hoort bij het laagste gedeelte van de helling. Dit gebied noemen we een vallei gebied. Het regenwater stroomt af van de top van de helling naar de vallei. Hierbij neemt hij kleideeltjes mee van de hoger gelegen grond. Klei is zeer slecht waterdoorlatend. Deze 2 redenen zorgen voor een natte ondergrond. Akkerbouw is hierdoor niet mogelijk, ze gebruiken het gebied dus voor veeteelt. Zoals men uit de naam van de vallei kan aflezen wordt dit gebied gekenmerkt door een beek. - het bodemgebruik wordt bepaald door het reliëf enz ……………….. Opmerkingen i.v.m. bijlagen: Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek. Indien gebruik gemaakt wordt van transparanten of digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit). Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen. BORDSCHEMA