Notulen van de raad

advertisement
RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 07.07.2005
5BR0707.NOT OPENBAAR
OVERZICHT BESLISSINGEN OPENBARE ZITTING
Aanwezig :
Dhr. NOWE N., Voorzitter
Dhr. BERT R., Mw. CLAESSENS S., Dhr. DEVILLE E., Mw. LEEMANS A., Dhr.
RIJCKEBOSCH F., Mw. VAN WANSEELE S., Leden
Dhr. LEEMANS M., Secretaris
Verontschuldigd/Afwezig : Dhr. CASAER H., Burgemeester
Dhr. STAUT P., Dhr. VAN DEN BOSCH X.,
VANDERRUSTEN W., Mw. VANDERRIEVIERE I., Leden
Agendapunt nr.
Onderwerp
Dhr.
C1
Coördinatie / Besluitvorming / Notulen van de openbare raadszitting
van 21.06.2005
1. De notulen van de openbare raadszitting van 21.06.2005 worden goedgekeurd.
Agendapunt nr.
Onderwerp
C2
Kennisname van het Ministerieel Besluit van 19 mei 2005 tot vernietiging van de
beslissing van de raad van bestuur van de dienstverlenende vereniging CIPAL van
28 januari 2005 tot aanvaarding van het door de raad voor maatschappelijk
welzijn aan CIPAL toegekende exclusief recht van dienstverlening inzake ICT
1. Kennis te nemen van:
(i)
het M.B. van 19 mei 2005 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur,
Stedenbeleid, Wonen en Inburgering “tot vernietiging van de beslissing van 28
januari 2005 van de raad van bestuur van CIPAL met betrekking tot de
kennisneming en aanvaarding van de beslissingen van diverse openbare besturen
houdende toekenning van het exclusief recht van dienstverlening inzake ICT”,
waarbij de beslissing van de raad van bestuur van CIPAL tot aanvaarding van o.m.
het door de raad voor maatschappelijk welzijn van Beersel toegekende exclusief
recht van dienstverlening inzake ICT werd vernietigd;
(ii)
het feit dat als gevolg hiervan het door de raad aan CIPAL toegekende exclusief
recht van dienstverlening inzake ICT niet (meer) in werking is getreden (althans tot
op het moment van een arrest van de Raad van State tot vernietiging van het M.B.
van 19 mei 2005);
(iii)
het feit dat als gevolg hiervan het bestuur weliswaar nog nieuwe opdrachten aan
CIPAL kan toewijzen conform de voorschriften van de wetgeving
overheidsopdrachten doch niet meer op grond van het exclusief recht van
dienstverlening inzake ICT (althans tot op het moment van een arrest van de Raad
1
van State tot vernietiging van het M.B. van 19 mei 2005).
2. De voorzitter wordt gelast met de uitvoering van onderhavige besluit en zal een afschrift
bezorgen aan de dienstverlenende vereniging CIPAL, Cipalstraat 1 te 2440 Geel.
Agendapunt nr.
Onderwerp
P1
Personeel / Algemeen / Personeelsstatuut en reglement van de contractuele
personeelsleden. Aanpassing en aanvulling - goedkeuring
1. De leden van de Raad nemen kennis van volgende wijzigingen in het personeelsstatuut en
nemen deze aan voor het eigen personeel:
Artikel 1.
In deel 2, Aanwerving, wordt het artikel 5 aangevuld met volgende bepaling na de eerste zin:
“ De kandidatuurstelling kan ook gebeuren via fax of via email, waarbij na ontvangst naar de
kandidaten een ontvangstbevestiging wordt gestuurd. Indien de kandidaten hierbij geen
bevestiging ontvangen is de kandidatuur niet geldig.”
Artikel 2:
In deel 5 Vorming, wordt het artikel 12 vervangen door volgende bepaling:
“ De verplaatsingstijd van en naar een vorming geeft geen recht op recuperatie en wordt niet in
rekening gebracht als vormingsuren.
Een werkdag waar vorming in valt telt dus maximum voor de gemiddelde dagprestaties van dat
personeelslid.
Enkel de effectieve vormingsuren die de gemiddelde dagprestaties van een personeelslid te
boven gaan geven recht op recuperatieverlof aan 100 % , begrensd tot een maximum van 7,25 u
per dag.
De verplaatsingskosten met betrekking tot vorming worden integraal aan het personeelslid
terugbetaald ( kilometervergoeding of terugbetaling werkelijke kosten openbaar vervoer).”
Artikel 3:
In deel 7, Bevordering, wordt het artikel 10 aangevuld na de eerste zin met volgende bepaling
en dit op basis van het sectoraal akkoord 2002:
“ De aanwerving in de graden C4-C5 en D4 zijn eveneens mogelijk.”
Artikel 4.
Het artikel 41 van deel 9, Arbeid en vrijstelling van de arbeid, wordt aangevuld :
“Het personeelslid bekomt uitzonderlijk verlof wegens overmacht, die het gevolg is van een
ziekte of ongeval, overkomen aan één van de volgende personen met wie hij samenleeft onder
hetzelfde dak: de echtgenoot,……pleegvoogdij.
Echtgescheiden ouders die kunnen aantonen dat zij een regeling van co-ouderschap hebben
afgesloten, bekomen dit uitzonderlijk verlof eveneens voor hun kinderen die in de regeling van
het co-ouderschap bij hen kunnen verblijven, maar er niet officieel ingeschreven zijn.”
Het vervolg van het artikel blijft ongewijzigd.
Artikel 5:
De punten 7 en 8 van artikel 45 van deel 9, Arbeid en vrijstelling van de arbeid, worden
aangevuld met volgende zin:
“Een dag vrijaf wordt gerekend a rato van de gemiddelde dagprestaties van het betreffende
personeelslid.”
2
Artikel 6:
In deel 9, Arbeid en vrijstelling van de arbeid, wordt het hoofdstuk over zwangerschapsverlof
en bevallingsverlof ( artikel 46) aangepast volgens de bepalingen van de programmawet van 9
juli 2004 ( BS van 15 juli 2004) en dit zowel voor de statutaire als voor de contractuele
personeelsleden. De bestaande tekst wordt vervangen:
“Principe:
Het moederschapsverlof bestaat uit twee periodes: een deel van het verlof kan voor de bevalling
worden opgenomen en wordt zwangerschapsverlof genoemd of prenatale rust. Na de bevalling
geniet het personeelslid bevallingsverlof of postnatale rust.
De duur bedraagt principieel in totaal maximum 15 weken en 17 weken bij de geboorte van
meerlingen. Onder “een week” wordt een opeenvolgende periode van 7 kalenderdagen
verstaan.
Voor de bevalling:
Op haar verzoek bekomt het vrouwelijk personeelslid dat in dienstactiviteit is,
zwangerschapsverlof ten vroegste zes weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Indien
een meerling wordt verwacht kan dit reeds acht weken voor deze datum.
Echter vanaf de zevende dag vóór de vermoedelijke bevallingsdatum is de werkneemster
verplicht haar werkzaamheden te onderbreken (= 1 week verplichte prenatale rust).
Om te kunnen genieten van de prenatale rustperiode moet het personeelslid een medisch attest
voorleggen waaruit de vermoedelijke bevallingsdatum blijkt. Het attest moet aan het bestuur
worden bezorgd uiterlijk zeven weken vóór de vermoedelijke bevallingsdatum, negen weken in
geval van een meerling.
Na de bevalling:
Gedurende negen weken na de bevalling mag het personeelslid geen arbeid verrichten. De dag
van de bevalling wordt beschouwd als de eerste dag van de postnatale rust. Het niet opgebruikte
gedeelte van de facultatieve prenatale rust kan door de werkneemster worden overgedragen en
na de bevallingsrust worden genomen. De verplichte prenatale rust van zeven dagen is niet
overdraagbaar.
De bevallingsrust kan dus met maximum vijf weken worden verlengd, met zeven weken in
geval van een meerling.
Voortijdige bevalling:
Indien de werkneemster bevalt vóór de vermoedelijke bevallingsdatum en daardoor in de
periode van zeven dagen vóór de bevallingsdatum toch gewerkt heeft, komen deze arbeidsdagen
niet in aanmerking voor de verlenging van de prenatale rust.
Laattijdige bevalling:
In dat geval wordt de rustperiode vóór de bevalling verlengd tot de werkelijke datum van de
bevalling. Deze verlenging wordt in vermindering gebracht van de eventueel nog niet
opgenomen prenatale rust.
Verlenging van de postnatale rust bij de geboorte van meerlingen:
Op verzoek van de werkneemster kan de postnatale rust nog eens worden verlengd met een
periode van maximaal twee weken. Bijgevolg kan het moederschapsverlof bij de geboorte van
een meerling maximaal 19 weken bedragen, waarvan de postnatale rust maximaal 18 weken kan
bestrijken.
Verlenging van de postnatale rust wanneer het kind in het ziekenhuis moet blijven:
Wanneer het kind in het ziekenhuis moet blijven in de periode na de eerste zeven dagen vanaf
3
de geboorte, kan de postnatale rust, op verzoek van de werkneemster, en na voorlegging van de
nodige attesten, worden verlengd met de duur van de periode waarin het kind in het ziekenhuis
moet blijven na die zeven dagen. De duur van deze verlenging wordt beperkt tot maximaal 24
weken.
Tijdens deze verlengingsperiode kan de werkneemster moederschapsuitkeringen genieten.
Feitelijke verlenging van het moederschapsverlof:
De moederschapsrust kan uitzonderlijk langer dan 15 (of 17) weken duren, namelijk wanneer
een werkneemster die vanaf de zesde (of achtste) week vóór haar vermoedelijke
bevallingsdatum haar prenatale rust opneemt en later dan verwacht bevalt. De prenatale rust
wordt automatisch verlengd tot op het moment van de werkelijke bevallingsdatum. Vanaf de
werkelijke bevallingsdatum volgen dan de negen weken verplichte postnatale rust.
Ook tijdens de verlengingsperiode kan de werkneemster moederschapsuitkeringen genieten.
Administratieve stand en bezoldiging:
De perioden van afwezigheid wegens ziekte gedurende de vijf weken die vallen voor de
zevende dag die de bevalling voorafgaan, worden beschouwd als zwangerschapsverlof of
prenatale rust.
Het totale moederschapsverlof wordt beschouwd als dienstactiviteit.
De statutaire personeelsleden maken aanspraak op doorbetaling van hun salaris gedurende de
periode van moederschapsverlof. De contractuele personeelsleden hebben recht op een
moederschapsuitkering ten laste van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Artikel 7:
Artikel 53 van deel 9, Arbeid en vrijstelling van de arbeid, wordt achteraan aangevuld met
volgende zin: “Het borstvoedingsverlof moet minstens 14 kalenderdagen bedragen.”
Artikel 8:
De bepalingen inzake de halftijdse hervatting worden in artikel 71 (enkel van toepassing voor
statutaire personeelsleden) van deel 9, Arbeid en vrijstelling van de arbeid, aangevuld met
onderstaande verduidelijking:
“Het statutair personeelslid behoudt tijdens de periode van verminderde prestaties het volledige
salaris en bouwt opnieuw ziektekrediet op. Het jaarlijks vakantieverlof wordt niet verminderd
door het werken met verminderde prestaties.”
Artikel 9:
Bij Koninklijk Besluit van 19 januari 2005 (BS 28.01.2005) werd de periode tussen de aanvraag
van de loopbaanonderbreking omwille van medische bijstand en de gewenste ingangsdatum
ingekort.
De laatste paragraaf van artikel 114 van deel 9, Arbeid en vrijstelling van de arbeid, wordt
daarom vervangen door onderstaande zinnen:
“De aanvraag is geldig vanaf deze werd ingediend zeven dagen vóór de gewenste ingangsdatum
van het verlof.
Het gemeentebestuur/OCMW behoudt de mogelijkheid om de ingangsdatum uit te stellen om
organisatorische redenen.
De ingangsdatum van het verlof kan slechts met zeven dagen worden uitgesteld.
De werknemer moet hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht worden binnen de twee
werkdagen na de ontvangst van de schriftelijke aanvraag van de werknemer.”
Artikel 10:
Het artikel 25 van deel 10, Geldelijke bepalingen, reeds gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit
van 28 april 2004 en 26 mei 2004 is uiteraard alleen van toepassing op de statutaire
4
personeelsleden.
Artikel 11:
In het deel 11, Tucht, wordt in diverse artikelen de term “bestaansminimum” vervangen door
de term “leefloon”.
Artikel 12:
De verkorte omschrijving van artikel 39, deel 11, Tucht, is niet “verzenden besluit”, maar
wordt “ambtshalve optreden van de regering.”
Artikel 13:
De artikelen 4, 5, 6, 7 en 8 van deel 12, Beëindiging van de loopbaan, zijn ondergeschikt aan
de pensioenwetgeving en zijn enkel van toepassing voor de statutaire personeelsleden. De
betreffende artikelen worden bijgevolg vervangen door volgende tekst: “De Administratie der
Pensioenen, Ministerie van Financiën, zal uitmaken of de personeelsleden recht hebben op een
uitgesteld rustpensioen, een onmiddellijk of uitgesteld pensioen voor een beperkte loopbaan of
een vervroegd pensioen op de leeftijd van 60 jaar.”
Artikel 14:
Volgende typfouten worden rechtgezet:
Artikel 10, deel 12, Beëindiging van de loopbaan, “Verplichtingen.”
Artikel 6, deel 13, Overgangsbepalingen, “Specificiteit” – “graad” – “om.”
Artikel 15:
De evaluatie van het derde kwartaal 2005 dient nog te verlopen volgens het evaluatiesysteem,
vastgelegd volgens de regels van het personeelsstatuut en het reglement van de contractuele
personeelsleden van 19 december 1996, aangezien de personeelsleden nog niet in het bezit
werden gesteld van het nieuwe evaluatieformulier en de functiebeschrijvingen.
Artikel 17 van deel 13, Overgangsbepalingen, wordt dan ook aangevuld als volgt:
“… evenals de evaluatie van het derde kwartaal 2005, evaluatieperiode 1 juli 2003 - 30 juni
2005, verloopt volgens de regels…”
Artikel 16.
Als bijlage bij het personeelsstatuut en het reglement van de contractuele personeelsleden wordt
het evaluatiesysteem voor het gemeente- en OCMW personeel goedgekeurd.
Artikel 17.
Bovengenoemde aanpassingen, aanvullingen of verbeteringen zullen in de gecoördineerde tekst
van het personeelsstatuut en het reglement van de contractuele personeelsleden worden verwerkt
en ter kennis worden gebracht van de personeelsleden
Artikel 18.
Dit besluit wordt in het kader van het Algemeen Toezicht voor kennisgeving overgemaakt aan
de heer Gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant en wordt eveneens voor kennisgeving
doorgestuurd naar het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Agendapunt nr.
Onderwerp
P2
Personeel / Algemeen / Arbeidsreglement voor het gemeente- en OCMW
personeel – geactualiseerde versie uurregeling OCMW
1. De leden van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn nemen kennis van volgende wijzigingen
aan het arbeidsreglement, en nemen deze aan:
5
Artikel 1:
In het arbeidsreglement wordt volgende administratieve rechtzetting opgenomen: deel V, andere
afwezigheden, artikel 29, Verlof om dwingende redenen van familiaal belang, moet
worden:”Verlof wegens ziekenhuisopname van een persoon die met u onder hetzelfde dak
woont of van bloed- of aanverwanten in de eerste graad die NIET met u samenwonen.”
Artikel 2.
Het artikel 27, Dienstvrijstellingen, deel V, Andere afwezigheden, wordt voor punt 7 en 8
aangevuld met de bepaling “ Voor de berekening van de dienstvrijstelling voor dringende
consultaties en voor bloed geven wordt 1 dag gerekend a rato van de gemiddelde dagprestaties
van het personeelslid.”
Artikel 3.
Volledigheidshalve wordt in artikel 24, Ziekte of ongeval, van deel V, Andere afwezigheden, de
volgende zin toegevoegd in paragraaf 2: “ U gebruikt hiervoor de medische attesten zoals die u
ter beschikking worden gesteld door uw personeelsdienst in de vorm van een boekje.”
Artikel 4.
De bijlagen bij het arbeidsreglement worden aangevuld met een bijlage V, “Afspraken inzake
overuren voor het gemeentepersoneel en inzake de wachtregeling voor het technisch
gemeentepersoneel”.
Artikel 5.
De bijlage IV, Uurregelingen OCMW-personeel Beersel, wordt vervangen door de tekst in
bijlage bij dit besluit.
Artikel 6.
Deze beslissing treedt in werking vanaf 1 augustus 2005.
Agendapunt nr.
Onderwerp
A1
Algemeen Maatschappelijk Werk / Eerstelijnsdienst / Huisvesting /
Gebruiksovereenkomst tijdelijke woongelegenheden van het OCMW.
1. De Raad beslist de “Gebruikersovereenkomst tijdelijke woongelegenheden” aan te passen door
te voorzien in een maandelijkse forfaitaire vergoeding voor het energieverbruik t.b.v. van € 110.
2. De voorzitter en secretaris worden gemachtigd om de gebruikersovereenkomst te ondertekenen.
Agendapunt nr.
Onderwerp
A2
Algemeen maatschappelijk werk / Sociale en culturele participatie van
kwetsbare groepen: voorwaarden subsidiëring
1. De Raad bekrachtigt haar werkgang tot invulling van de maatregelen ter bevordering van de
maatschappelijke participatie en de sociale, de culturele en sportieve ontplooiing van de
gebruikers van de dienstverlening van de OCMW’s, zoals deze eerder werden beslist in zijn
besluiten van de Raad van 23.09.2004 en 28.10.2004
2. Het in bijlage opgenomen formulier A, waarin de methodologie van het gebruik en de
toewijzing van de toegekende middelen wordt uiteengezet, wordt goedgekeurd.
6
Agendapunt nr.
Onderwerp
E1
Huisvesting / Onderzoek tot opheffing van de koopovereenkomst van het
Artic gebouw
1. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn ziet af van aankoop van zowel het Artic als het Iverlek
gebouw om te dienen als huisvesting voor het OCMW.
2. De gemeente wordt verzocht het opstalrecht voor de locatie te Huizingen te formaliseren.
Agendapunt nr.
Onderwerp
E2
Huisvesting / Tijdelijke huur van bijkomende ruimte voor huisvesting van
een aantal diensten
1. De voorzitter en secretaris worden gelast met de gemeente contacten te leggen om na te gaan in
hoever hier een aanbod bestaat dat voldoende is om tijdelijk te voorzien in bijkomende
huisvesting voor het OCMW.
NAMENS DE RAAD :
De secretaris,
De voorzitter,
Marc LEEMANS
Norbert NOWE
7
Download