WWB Planning HAVO leerjaar 2 2011-2012

advertisement
WWB Planning leerjaar
2011-2012
Havo











Afspraken maken
‘Leerling-gezel-meester’ doornemen
Herhalen vorig jaar
Hoofdstuk 1 ‘SAMEN LEVEN’
Onverwachte schriftcontrole
Begrippen SO
Ter afsluiting proefwerk
Hoofdstuk 3 ‘HUMANISME’
Onverwachte schriftcontrole
Begrippen SO
Ter afsluiting proefwerk








Hoofdstuk 4 ‘EVOLUTIE EN SCHEPPING’
Onverwachte schriftcontrole
Begrippen SO
Ter afsluiting proefwerk
Hoofdstuk 6 ‘OOSTERSE WIJSHEID: HINDOEISME EN BOEDDHISME’
Onverwachte schriftcontrole
Begrippen SO
Ter afsluiting proefwerk
BEGRIPPENLIJSTEN
1
`LEERLING – GEZEL - MEESTER` is leidraad in de feedback op je werk en werkhouding in de klas.
Je gebruikt het om jezelf te beoordelen en om klasgenoten te beoordelen.
Na elke reflectie schrijf je in het kort op wat jijzelf of een ander over jou gezegd heeft. Dan schrijf je op wat
je moet doen om een klein stapje vooruit te zetten.
Verwachtingen









Ik zal proberen op tijd in de klas te zijn. Maar soms komen er belangrijke zaken tussen waardoor je
toch even op mij moet wachten.
Je mag me na de les altijd even vragen naar uitleg over een cijfer. Tijdens de les geef ik algemene
feedback over gemaakt werk. Meestal niet persoonlijk want daar gaat te veel tijd in zitten.
De gewone schoolregels zijn ook in mijn les van toepassing. (kauwgom, jassen, petten, op tijd zijn)
Ik wil je helpen inzien dat je al heel veel kan maar dat je ook nog veel vaardigheden moet leren.
Moet ontwikkelen. Ze zullen je helpen bij het bereiken van goede resultaten.
Die vaardigheden zeggen niets over jou als persoon. Ze zijn niet aangeboren. Je moet ze gewoon
leren. Inoefenen. Dat kost tijd en inspanning. Enkele van die vaardigheden zijn:
o Boeken meenemen, huiswerk maken èn bij je hebben, afspraken nakomen, deadlines,
begrippenlijst beheersen zijn belangrijke randvoorwaarden voor een goede les. Ik zal hier
dan ook heel streng op toezien. Wanneer je een deadline niet haalt gaat er per schooldag
een punt van je cijfer af. Tenzij ik iets anders met je afspreek. Stel dus niet uit.
o Als je naar de tandarts of ortho moet, zorg je dat je werk toch ingeleverd wordt bij mij.
(klasgenoot of email)
Eventueel schaf je een brede envelopmap A4 of een elastomap A4 aan waar je al je L&M spullen
bij elkaar in opbergt. Dit is niet verplicht maar wel handig
Op onregelmatige momenten neem ik de werkboeken me naar huis en geef ik een schriftcijfer op
gemaakte opdrachten. Van te voren geef ik niet aan welke opdracht(en) ik dan becijfer. Zorg
daarom dat je altijd al je huiswerk in orde hebt en dat je onduidelijkheden navraagt en goed oplet
bij de bespreking van huiswerk. Je kunt dan op dit onderdeel makkelijk een hoog cijfer halen.
Hierover ga ik niet in discussie. Het is nu afgesproken en geldt voor het hele jaar. Tot op de laatste
dag.
Maak een woordenlijst van moeilijke woorden of begrippen. Op deze site vind de woorden die bij
het hoofdstuk horen met de uitleg die bij de methode hoort. Wanneer je de uitleg niet snapt
probeer je eerst om er zelf op een andere manier achter te komen (opzoeken, ouders vragen).
Dan pas kun je het in de klas vragen.
Zorg dat zowel je voornaam als achternaam en je klas duidelijk vermeld wordt bij het inleveren van
je werk: bij een proefwerk, SO of je werkschrift. Als ik het niet kan vinden kost je dat een punt
aftrek. Accuratesse is een belangrijke vaardigheid. En het kost mij vaak erg veel tijd en rompslomp
om achter je naam te komen.
2
HOOFDSTUK 1
Abstract
Niet als vorm voorstelbaar, ontastbaar. Tegenovergestelde van concreet.
Het gelijk zijn in waarde. Alle mensen zijn van gelijke waarde. Niet vast te stellen als feit,
maar iets waar je naar kunt streven.
Adel
Grondwaarde
Bevoorrechte, tot de hoogste stand binnen een maatschappij behorende, edellieden.
Zie ook Franse Revolutie.
Waarde die als richtsnoer wordt gebruikt (waar andere waarden van afgeleid zijn).
Arbeidersbeweging
Het georganiseerde streven naar lotsverbetering (lot: het geheel van
levensomstandigheden of een enkele gebeurtenis) door de arbeiders.
Wet (verzameling van voorschriften) waarin de grondbeginselen van de regering van
een staat staan: de rechten en plichten van de individuele leden van de staat en van
staatsorganen. Zie ook grondbeginselen.
Arisch
Herendienst
In de nationaal-socialistische (nazistische) opvatting blank en niet-joods. Zie ook:
nationaal-socialisme.
Dienst die iemand vroeger verplicht was voor zijn heer of de landsheer te doen, zonder
betaling
Atheïst
Horige
Iemand die het bestaan van (de ware, een persoonlijke) God ontkent.
Onvrije, slaaf. Een ander woord is: lijfeigene.
Broederschap
Ideaal
Het behoren tot dezelfde stand, kring, enz. Nauwe vriendschappelijke verhouding.
Ideaal van de Franse Revolutie. Zie ook: Franse Revolutie.
Iets waarvan men hoopt dat het verwezenlijkt wordt, iets waarnaar men streeft en dat
men zich voorstelt als het hoogst haalbare en het beste.
Burger
Individu
(1) Inwoner van een stad en (2) lid van een staatsgemeenschap.
Canon
Verzameling van zaken (bijvoorbeeld historische gebeurtenissen), die in een
samenleving als waardevol erkend worden en dienen als referentiepunt in de
beschouwing van die samenleving.
Grondwet
Ieder mens of dier op zichzelf beschouwd, als een zelfstandig deel van een soort.
Synoniemen: enkeling, eenling.
Individualisme
Een opvatting die de rechten van het individu boven die van de gemeenschap stelt,
die de persoonlijke onafhankelijkheid het belangrijkste vindt.
Citoyen
Ingezetene
Frans voor ‘burger’. Volgens de idealen van de Franse Revolutie zou iedereen met
‘citoyen’ aangesproken moeten worden. Zie ook: Franse Revolutie.
Wie in een bepaald
gebied, in een bepaalde plaats woont. Een vaste bewoner.
Communistisch
Kiesrecht
Volgens het communisme: een systeem waarin het kapitalisme is uitgebannen, de
productie- en consumptiemiddelen gemeenschappelijk eigendom van de staatsburgers
zijn en er geen klassentegenstellingen meer bestaan.
Recht om te kiezen, met name om deel te nemen aan de verkiezingen voor
vertegenwoordigers. We maken onderscheid tussen actief kiesrecht (recht om een
stem uit te brengen) en passief kiesrecht (recht om zich verkiesbaar te stellen).
Concreet
Levensprincipe
Werkelijk bestaand, zoals het zich voordoet. Tegenovergestelde van abstract.
(Grond)oorzaak van het leven.
Cultuur
Kapitalisme
Een beschaving, het geheel van normen, waarden, omgangsvormen, en dergelijke van
een groep mensen of in een land.
Democratie
Één van de vier hoofdwaarden. Dit woord komt uit het Grieks en betekent letterlijk
‘volks-regering’. In een democratisch land heeft het volk de macht.
Een maatschappelijk stelsel dat gekenmerkt wordt door privaat (particulier) bezit van
de productiemiddelen, die, als kapitaal, een bron van inkomsten voor de bezitters
kunnen zijn.
Liberaal
Ruimdenkend, vrijzinnig, vooruitstrevend.
Communiceren
Lijfeigene
Het uitwisselen van informatie, deelnemen aan communicatie.
Onvrije, slaaf. Een ander woord is: horige.
Filosofie
Mantelzorg
In Nederland kennen we voor het begrip filosofie ook wel het begrip wijsbegeerte. Kun
je vertalen als houden van wijsheid. Het nadenken over alles wat bestaat, over
levensvragen.
d.1, 10-17; d.2, p.9
Aanvullende, niet-beroepsmatige hulpverlening aan bejaarden, zieken en andere
hulpbehoevenden. De naam is bedacht door de ziekenhuiswetenschapper J.C.M.
Hattinga Verschure, omdat het gaat om zorg die als een warme mantel om je heen
zit.
Franse Revolutie
Middeleeuwen
Begon in het jaar 1789. De idealen waren: ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’. Een
strijd tussen de adel en de kerk aan de ene kant en de opkomende burgers aan de
andere kant. Iedereen was gelijkwaardig en de adel moest worden afgeschaft, aldus de
burgers. Zie ook: citoyen.
Gelijkwaardigheid
De tijd (van 500 tot 1500) tussen de oudheid en de nieuwe tijd.
Nationaal-socialisme
In Duitsland tussen 1919 en 1945: de beweging van Adolf Hitler, die ‘een vernieuwing
van het Rijk op nationalistische en socialistische grondslag’ nastreefde.
Nationalistisch: (overdreven) nationaal gezind.
3
Socialistisch: (het streven naar een) maatschappijvorm, waarin privaat (particulier)
kapitaalbezit is afgeschaft en waarin de productie is afgestemd op de behoeften van de
gemeenschap. Klassentegenstellingen zijn opgeheven. Zie ook: kapitalisme.
Persoon die namens iemand anders (of een groep anderen optreedt). Een
vertegenwoordiger kan ook staan voor iets, zoals voor een bepaald systeem of een
bepaalde politiek.
Ontsporen
Waarden
Van het goede spoor raken.
Organisme
Een wezen dat organen heeft.
Dingen en gedragingen die mensen belangrijk vinden. Mensen hebben niet allemaal
dezelfde waarden.
Vrijheid
Parlementair
Betrekking hebbend op het parlement: de volksvertegenwoordiging (ministers) die met
het staatshoofd (de koningin) de hoogste wetgevende macht uitmaakt.
Één van de vier hoofdwaarden. Vrijheid betekent dat niet anderen kunnen zeggen wat jij
moet denken of doen, maar dat je zélf beslist over wat je met je leven moet doen. Aan
vrijheid zitten twee kanten: je bent vrij van onderdrukking en je bent vrij tot het maken
van keuzes.
Ratio
Wezenlijk
De rede, het verstand.
Essentieel (erg belangrijk zijn), deel uitmakend van het wezen.
Relatie
Ziel
Betrekking waarin personen, zaken, begrippen of grootheden van nature tot elkaar
staan.
In godsdienstige zin opgevat als een hoger beginsel, van goddelijke oorsprong en
onsterfelijk, rechtstreeks door God geschapen.
Religie
Niet-kerkelijke vormen van spiritualiteit, filosofie en zingeving. God of goden spelen niet
altijd een rol binnen religie; een religie is dus niet altijd een godsdienst.
Revolutie
Algehele verandering, ommekeer in de staatkundige en/of maatschappelijke toestanden
in een land als gevolg van een actie van de mensen die aan die toestanden
onderworpen waren en die een nieuwe regering invoeren.
Samenleving
Stemrecht
Recht om te stemmen, om zijn stem uit te brengen bij een verkiezing, bij een
beraadslaging in een vergadering, bij het stemmen over een voorstel. Alle staatsburgers
vanaf 18 jaar hebben sinds 1919 in Nederland stemrecht.
"stille tocht"
2011-2012
Het geheel van de met elkaar samenlevende mensen.
Gezamenlijke voettocht die in stilte wordt gehouden, waarmee de deelnemers uiting
geven aan hun geschoktheid over een ernstige gebeurtenis, zoals een ramp of een
geval van zinloos geweld.
Superioriteit
Één van de vier hoofdwaarden. Een ander woord voor tolerantie is verdraagzaamheid.
De hoofdwaarde tolerantie houdt dan ook in dat je verdraagzaam bent. Je bent
verdraagzaam tegenover mensen die anders zijn dan jezelf of dan de groep waartoe je
behoort. Het kan hier gaan om cultuur, seksuele geaardheid of om religieuze
achtergrond.
Tora
Tora betekent onderwijzing of leer. De Tora bestaat uit vijf boeken van Mozes: Genesis,
Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Het zijn de vijf belangrijkste boeken van
joden.
Uniek
Waarvan geen tweede exemplaar bestaat.
Vaderlands
Van, eigen aan, behorend tot, naar de aard van het vaderland of daarop betrekking
hebbend, niet-buitenlands.
Vaderland: land waar iets of iemand van nature thuishoort, land van herkomst.
Verlichting
De tijd van nieuwe inzichten op allerlei gebied van het eind van de 17e tot de 18e eeuw;
tijdperk van het rationalisme, van het gezonde verstand. Zie ook rationalisme en tweede
humanisme.
Vertegenwoordiger
WIJS WORDEN hoofdstuk 1 samen leven
Tolerantie
leerjaar 2
Het superieur-zijn: boven iets anders of het andere staan, het andere overtreffen.
4
HOOFDSTUK 2
Alevieten
Aanhanger van een vrijzinnige sji’itische stroming binnen de islam, komt voornamelijk in
Turkije en Syrië voor.
Behoudend
Conservatief, vasthoudend aan bestaande toestanden, niet positief staan tegenover
ingrijpende veranderingen.
Censuur
Controle op verboden items in artikelen of films en die weghalen.
Celibatair
Leven zonder seks te hebben.
Discriminatie
Verwerpende onderscheiding, achterstelling, negatieve beoordeling en behandeling van
iets, iemand of een groep op grond van bepaalde, niet ter zake doende kenmerken als
ras, huidskleur, sekse, geaardheid en dergelijk, m.n. het zich in het openbaar,
mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaten over een groep
mensen wegens hun sekse, ras, godsdienst of levensovertuiging.
Dogma
Regel. Wet.
"Dubbele moraal"
Zedelijke waardering die voor de ene groep anders is dan voor de andere, bijvoorbeeld
anders voor de man dan voor de vrouw.
Erotisch
Betrekking hebbend op erotiek: het geheel van seksuele gevoelens en verschijnselen.
Zie ook seksualiteit.
Preuts
Overdreven zedig en fatsoenlijk
Seculier
Wereldlijk, niet-kerkelijk.
Seks
1 Dingen die te maken hebben met het geslachtsleven; (2) seksuele omgang en (3)
mannelijk of vrouwelijk geslachtsdeel.
Sekse
Geslacht. Mannelijk of vrouwelijk.
Seksistisch
Discriminatie op grond van het geslacht. Zie ook: discriminatie.
Seksualiteit
(1) Het hebben van een bepaalde sekse; (2) Alles wat te maken heeft met de
houdingen en gedragingen van mensen met elkaar of met zichzelf, als geslachtelijk
wezen. Het slaat dus zowel op voortplanting als op het uiten van verlangens,
tederheid, liefde en erotiek.
Seksuele revolutie
Een revolutie is een algehele verandering, een ommekeer in de staatkundige en/of
maatschappelijke toestanden in een land als gevolg van een actie door degenen die
aan de toestanden onderworpen waren en een nieuwe situatie willen doorvoeren.
Door de seksuele revolutie, die plaatsvond in de jaren zestig van de twintigste eeuw,
veranderde de houding tegenover seksualiteit ingrijpend. Steeds meer taboes
werden doorbroken, zodat nu bijna alle onderwerpen die met seks te maken hebben,
bespreekbaar zijn.
Taboe
Wezenlijk, zeer belangrijk.
Iets waarover niet gesproken mag worden. Een ongeschreven regel. Wordt er toch
over gesproken, dan kan men zich ongemakkelijk voelen of zelfs schamen.
Humanisme
Taboedoorbrekend
Levensbeschouwing die de menselijke waardigheid, de vrijheid en de waarde van de
eigen persoonlijkheid wil beschermen en bevorderen.
Het doorbreken van taboes, ervoor zorgen dat iets geen taboe meer is. Zie ook:
taboe.
Humanist
Uithuwelijken
Aanhanger van het humanisme. Zie ook: humanisme.
Een kind ten huwelijk geven.
Instituut
"Versekst"
Essentieel
Instelling, vastgesteld gebruik, regeling.
Intimiteit
Een vertrouwde sfeer. Maar ook: het intiem-zijn, handelingen die bij een intieme,
vertrouwde relatie kunnen horen, vooral op seksueel gebied.
Levensbeschouwing
Als we over levensbeschouwing spreken hebben we het over levensvragen en de
antwoorden op die levensvragen.
Het met seks in verband brengen van dingen die niet (altijd) iets met seks te maken
hebben. Onze samenleving wordt wel eens versekst genoemd.
Vrijzinnig
Vooruitstrevend, liberaal. Het tegenovergestelde van orthodox. Zie ook: liberaal en
orthodox.
Zelfbewustzijn
Zelfbesef dat gepaard gaat met het beself dat ook anderen zich van jou op een
soortgelijke manier bewust kunnen zijn.
Liberaal
Ruimdenkend, vrijzinnig, vooruitstrevend.
Middenklasse
Maatschappelijke klasse tussen de lagere en hogere klassen, bijvoorbeeld als het om
inkomen of opleiding gaat. Een ander woord is: middenstand.
Orthodox
Stipt vasthoudend aan de overgeleverde kerkleer, levend volgens alle voorschriften van
het geloof. Het tegenovergestelde van vrijzinnig en liberaal. Zie ook: vrijzinnig en
liberaal.
Overerving
Het overerven: iets dat door een erfenis op iemand overgaat.
5
HOOFDSTUK 3
Menswaardig
Twijfelt aan het bestaan van God, over het bestaan van God kun je niets
zinnigs zeggen. Zie ook humanisme, ongodsdienstig.
ieder mens bezit een bepaalde waardigheid (eerbied verdienend) die je hem
niet mag afnemen door de manier waarop je hem behandelt. d.2,p.49, 50,
101
Anti-godsdienstig humanisme
Middeleeuwen
Humanistische stroming waarbinnen het geloof in God een slechte zaak
wordt gevonden, omdat godsdienst een bedreiging voor de
menswaardigheid betekent.
Ongodsdienstig humanisme
de tijd (van 500 tot 1500) tussen de oudheid en de nieuwe tijd.
buiten het huwelijk om (hebben van een seksuele relatie).
het bestaan van God is niet te ontkennen of te bewijzen. Erover nadenken
heeft daarom geen zin. Aanhangers van dit standpunt noemen we ook wel
agnosten.
Chinees humanisme
Ontkerkelijking
ontstaan in de periode van de 5e tot de 3e eeuw v.Chr. in wat nu China is.
Het levensbeschouwelijk denken van Confucius en Mencius (beide Chinese
filosofen) heeft grote invloed gehad op dit humanisme. Zie ook
confucianisme.
Ratio
Buitenechtelijk
Confucianisme
de invloed van de kerk neemt af doordat steeds minder mensen zich
verbonden voelen met de kerk als instelling.
menselijke rede of denkvermogen
leer van Confucius, die zaken als beleefdheid, rechtvaardigheid, trouw en
onzelfzuchtigheid beschouwde als de bouwstenen van de orde in gezin en
maatschappij.
Rationalisme
Confucianisme
Sacraal
Leer van Confucius, die de cultivering van innerlijke deugden als
wellevendheid, rechtvaardigheid, trouw, altruïsme beschouwde als het
fundament van orde in gezin en maatschappij.
heilig, gewijd.
het gebruik van de rede (ratio) staat centraal in deze denkrichting: door de
rede komt men tot kennis van de (zelfs religieuze) waarheid.
Renaissance
Chinees filosoof met grote betekenis voor de Chinese filosofische traditie
letterlijk ‘wedergeboorte’. Vernieuwing van de kunst- en levensstijl in Zuiden West-Europa, geïnspireerd op de voorbeelden uit de klassieke oudheid.
De periode omstreeks 1475-1550.
Eerste humanisme
Tolerantie
de periode (15e en 16e eeuw) waarin het humanisme ontstond.
één van de vier hoofdwaarden in de Nederlandse samenleving. Het gaat
hierbij om verdraagzaamheid tegenover andersdenkenden.
Confucius (552 - 479 v. Chr.)
Euthanasie
letterlijk ‘een goede dood’. Het door een arts beëindigen van het leven van
een ongeneeslijk zieke (of bij ondraaglijk lijden), op verzoek van de zieke
zelf.
Godsdienstig humanisme
Verlichting
de tijd van nieuwe inzichten op allerlei gebied van het eind van de 17e tot
de 18e eeuw; tijdperk van het rationalisme, van het gezonde verstand. Zie
ook rationalisme en tweede humanisme.
religieuze gedachten en spirituele gevoelens wijst men niet bij voorbaat af,
maar kunnen juist inspirerend werken. Met name in de beginperiode van het
humanisme.
Vrijheid
Individu
het beschikken over, kunnen bepalen van zijn eigen lot, leven, enz.
ieder mens of dier op zichzelf beschouwd, als een zelfstandig deel van een
soort. Synoniemen: enkeling, eenling.
Inzegening
het inzegenen, inwijden van iets (hier: een huwelijk). Het huwelijk
bevestigen, laten ingaan.
Levensbeschouwelijke vraag
vragen die voor je levensbeschouwing het belangrijkst zijn. Synoniemen:
levensvragen, zinvragen.
Menselijkheid
één van de vier hoofdwaarden in de Nederlandse samenleving.
Zelfbeschikking
2011-2012
Agnost
de menselijke natuur.
leerjaar 2
Het voortijdig en doelbewust afbreken van een zwangerschap.
WIJS WORDEN hoofdstuk 1 samen leven
Abortus (plegen)
6
HOOFDSTUK 4
Amulet
stof (waaruit iets bestaat).
Voorwerp waaraan men heilige kracht toeschrijft en dat men bij zich draagt
als afweermiddel tegen ziekte, verwonding, betovering enz.
Mutatie
Creatio ex nihilo
verandering (bij planten of dieren als gevolg van erfelijkheid of een
bevruchting tussen twee verschillende soorten).
De schepping van God uit het niets.
Missing link
Creationisme
De ontbrekende schakel
Opvatting dat het scheppingsverhaal strikt letterlijk genomen moet worden.
Ook wel scheppingsleer genoemd. Zie ook scheppingsleer.
Natuurwet
Darwinisme
een algemene ‘wet’, regelmatigheid (iets dat steeds hetzelfde blijkt) die bij
de bestudering van natuurverschijnselen wordt waargenomen.
Leer van de stapsgewijze ontwikkeling van levende wezens van de ene
soort uit de andere, met name de theorie van Charles Darwin dat de nu
bestaande levende soorten niet afzonderlijk geschapen zijn, maar langs
de weg van de voortplanting, onder de invloed van de strijd om het
bestaan en de natuurlijke selectie, uit elkaar zijn voortgekomen. Ook wel
evolutieleer genoemd. Zie ook evolutieleer.
Evolutie
Neodarwinisme
hierin wordt de evolutietheorie met de erfelijkheidsleer van Gregor Mendel
gecombineerd.
Organisme
een wezen dat organen heeft.
Geleidelijke ontwikkeling tot iets anders, met name tot iets hogers of iets
beters.
Populatie
Evolutieleer
groep individuen (planten, dieren of mensen) van een bepaalde soort of
ras die zich op een bepaald moment in een bepaalde ruimte of op een
bepaalde plaats bevinden.
Leer van de stapsgewijze ontwikkeling van levende wezens van de ene
soort uit de andere, met name de theorie van Charles Darwin dat de nu
bestaande levende soorten niet afzonderlijk geschapen zijn, maar langs
de weg van de voortplanting, onder de invloed van de strijd om het
bestaan en de natuurlijke selectie, uit elkaar zijn voortgekomen. Ook wel
Darwinisme genoemd. Zie ook ‘survival of the fittest’ en ‘struggle for life’.
Fossiel
Overblijfsel of afdruk in stenen van levensvormen uit het verleden.
Gen
Celkern van een levend wezen waarin de erfelijke eigenschappen zitten.
Afgeleid van het woord ‘Genesis’, wat geboorte en oorsprong betekend.
Genetica
Ratio
menselijke rede of denkvermogen
Rationalisme
het gebruik van de rede (ratio) staat centraal in deze denkrichting: door
de rede komt men tot kennis van de (zelfs religieuze) waarheid.
Scheppingsleer
opvatting dat het scheppingsverhaal strikt letterlijk genomen moet
worden. Ook wel creationisme genoemd. Zie ook scheppingsverhaal.
Scheppingsverhaal
Erfelijkheidsleer.
verhaal dat duidelijk maakt waarom de wereld is zoals die is en hoe die
wereld ontstaan is. Ook wel scheppingsmythe genoemd.
Genesis
Struggle for life
Eerste boek van de Bijbel waar het scheppingsverhaal in staat.
Geologisch
betrekking hebbend op de geologie, met name de kennis van de
aardlagen vorming.
Hoe-vraag
de strijd om het bestaan. Zie evolutieleer.
Survival of the fittest
het overleven van de sterkste. Zie evolutieleer.
Voorwetenschappelijk
een vraag naar een oorzaak voor iets. Een wetenschappelijke vraag. De
antwoorden zijn bewijsbaar.
behorend tot een cultuurstadium waarin geen wetenschap bestaat
(voorafgaand aan, nog niet gekomen tot wetenschappelijke
beschouwing).
Intelligent Design
Waarom-vraag
de werkelijkheid als geheel is een ‘intelligent ontwerp’. De ontwerper die
erachter zit is God.
Levensbeschouwelijke vraag
vragen die voor je levensbeschouwing het belangrijkst zijn. Synoniemen:
levensvragen, zinvragen.
Materie
een vraag naar een reden voor iets. Meer levensbeschouwelijke vragen.
De antwoorden zijn niet bewijsbaar.
Ziel
in godsdienstige zin opgevat als een hoger beginsel, van goddelijke
oorsprong en onsterfelijk, rechtstreeks door God geschapen
Zondvloed
7
geweldige, grote vloed, die volgens het bijbelverhaal Genesis 7 ten tijde
van Noach de wereld met al wat erop was verzwolg, wegens het zondige
leven van de mensen; alleen de ark van Noach bleef gespaard.
8
HOOFDSTUK 5
Communicatie
Mededeling/boodschap (die om een reactie vraagt), kennisgeving,
verbinding en uitwisseling van gedachten. Bij communicatie zijn twee
begrippenparen van belang: (1) vorm en inhoud en (2) zender en
ontvanger.
Communiceren
Het uitwisselen van informatie, deelnemen aan communicatie.
d.1, p.18, 19; d.2, p.81
Gelijkwaardigheid
Het gelijk zijn in waarde. Alle mensen zijn van gelijke waarde. Niet vast te
stellen als feit, maar iets waar je naar kunt streven.
Metafoor
Beeldend taalgebruik, gebaseerd op een vergelijking. Een woord/beeld dat
als teken voor iets anders gebruikt wordt.
Non-verbale communicatie
Communicatie in beelden en gedrag. Non-verbaal betekent letterlijk: nietwoordelijk.
Objectief
Op feiten gebaseerd, niet beïnvloed door eigen gevoel of door
vooroordelen.
Ontvanger
Degene die in de communicatie een boodschap ontvangt van de zender.
Zie ook communicatie en zender.
Seksistisch
Discriminatie op grond van het geslacht. Zie ook: discriminatie.
Structureel
Aanhoudend, blijvend.
Structuur
Een onderscheid aangebracht in de werkelijkheid, om die werkelijkheid te
ordenen. De structuur is geen vaststaand gegeven, want ieder van ons
brengt die orde of structuur d.m.v. zijn eigen voorkeuren, interesses, enz.
aan.
Taal
Een geheel van tekens en regels die tot betekenis gecombineerd kunnen
worden en waarvan de mens gebruik maakt om zijn gedachten en
gevoelens te uiten, zijn wereld te ordenen en te communiceren. Zie ook:
communicatie.
Verbale communicatie
Communicatie in gesproken of geschreven woorden.
Zender
Degene die in de communicatie een boodschap verzendt aan een
ontvanger. Zie communicatie en ontvanger.
9
HOOFDSTUK 6
Absoluut
Ethisch
Volstrekt, volkomen, onvoorwaardelijk.
Tot de ethiek behorend. Zie ook: ethiek.
Ahimsa
Geloven
Geweldloosheid.
Er van overtuigd zijn dat iemand of iets niet alleen in de verbeelding, maar ook in
werkelijkheid bestaat.
Allochtoon
Niet-oorspronkelijke bewoner (vooral personen met een niet-blanke huidskleur, die
zelf - of van wie de ouders - in het buitenland geboren zijn, worden zo aangeduid).
Tegenovergestelde van autochtoon.
Atman
Binnen het hindoeïsme. Het wezen van de mens, het ‘echte ik’ van de mens. Het is
het onsterfelijk beginsel van alle leven, de ‘goddelijke vonk’ in ieder levend wezen.
Zie ook: wezenlijk
Avidya
Niet-zekere kennis. Zie ook: vidya.
Beeldende taal
In treffende beelden brengend, beschrijvend. Een voorbeeld van beeldende taal is
de metafoor. Zie ook: metafoor.
Beginsel
Gewetensbezwaren
Op zedelijke (morele) overwegingen gegrond bezwaar. Zie ook: moreel.
Goeroe
Geestelijke leermeester. Indiase godsdienstige leider, die volgelingen om zich heen
verzamelt, waarop hij veel invloed heeft.
Grondwater
Water dat zich onder of in de grond bevindt.
Heilige
Iemand die een zeer vroom (deugdzaam, religieus) leven leidt.
Hemel
Het verblijf van goden of van God, Christus, engelen en de gelukzaligen
(overledenen die naar de hemel zijn gegaan na hun dood). Ook wel Paradijs
genoemd.
Datgene waarvan iets uitgaat, waarop het berust.
Bhagavad-Gita
‘Het Lied van de Heer’. Binnen het hindoeïsme. Een belangrijk hindoeïstisch
geschrift, dat uitleg geeft over de kernthema’s van het hindoeïsme.
Bhakti-weg
Intuïtie
Innerlijke kennis, gevoel.
Jnana-weg
Binnen het hindoeïsme een manier om moksha te bereiken. Zie ook: moksha.
Binnen het hindoeïsme een manier om moksha te bereiken. Zie ook: moksha.
Kalpa
Biologisch
de eenheid waar binnen het hindoeïsme en boeddhisme de kosmische
(betrekking hebbend op het heelal) tijd berekend wordt. Eén kalpa telt zo’n
Natuurlijk, zonder of met beperkt gebruik van kunstmest en chemische
bestrijdingsmiddelen.
Brahma
Een god binnen het hindoeïsme. De schepper van de wereld. Zie ook: trimoerti.
Ceremonie
Voorgeschreven, volgens vaste regels geordende (godsdienstige) plechtigheid.
4 miljoen jaar Kapitalisme
Een maatschappelijk stelsel dat gekenmerkt wordt door privaat (particulier) bezit
van de productiemiddelen, die, als kapitaal, een bron van inkomsten voor de
bezitters kunnen zijn.
Karma-weg
Binnen het hindoeïsme een manier om moksha te bereiken. Zie ook: moksha.
Dharma
Klooster
Binnen het hindoeïsme. Wetmatigheid, de regelmaat en het evenwicht in alles dat
bestaat. Zie ook: wetmatigheid
"Edele achtvoudige pad"
Instelling, plaats en gebouw waar mannen of vrouwen, die zich uit de wereld (de
gewone maatschappij) hebben teruggetrokken, samenwonen om een aan God en
de godsdienst gewijd leven te leiden volgens voorschriften die daartoe zijn
vastgesteld (met name bij de katholieken).
Een leerproces van acht levensfasen. Aan het einde van dat pad is verlichting
(nirwana). Zie ook: nirwana.
"Laatste oordeel"
Eerbied
Gevoel van bewondering.
"Einde der tijden"
De tijd die direct voorafgaat aan het Laatste Oordeel en de komst van het Rijk
Gods. Zie ook Rijk Gods, Laatste Oordeel en Messias.
God oordeelt over alle mensen. Hun daden worden dan beloond of bestraft.
Leraar
Iemand die (vooral godsdienstig of ander wereldbeschouwelijk) onderwijs geeft. d.2,
p.111
Maya
In oosterse religies: de werkelijkheid wordt gekenmerkt door schijn en illusie.
10
Spiritueel
Man die door (kerkelijke) geloften samen met andere monniken, in een klooster
leeft. Zie ook: klooster
Tot de geest behorend, niet stoffelijk.
Moraal
De heersende zeden (de ethische norm, gewoonten, de traditie) en gebruiken.
Opvattingen over goed en kwaad.
Kleur-, smaak- en reukloos gas dat het hoofdbestanddeel (78%) is van de
dampkringslucht. Dampkring: atmosfeer, de luchtlagen boven 1 km. hoogte vanaf
de aarde.
Moreel
Tabla
Stikstof
Zedelijk, eerbaar, ethisch (betrekking hebbend op de normen of opvattingen van
goed en kwaad).
Hindiwoord. Dubbele trom (o.a. uit India).
Motief
Gebouw waar een godsdienst wordt uitgeoefend.
Trimoerti
Geheimzinnig, raadselachtig.
De drie belangrijkste hindoeïstische goden: Brahma, Shiva en Vishnoe. Zie ook:
Brahma, Shiva en Vishnoe.
Nationaal
Veganist
Bij een natie (= het volk dat hoort bij een bepaalde staat, land) horend, eigen aan
een natie, kenmerkend voor een natie, van een natie.
Vegetariër die ook geen dierlijke producten zoals zuivel, eieren, zijde, leer enz.
gebruikt. Zie ook: vegetariër.
Natuurwet
Vegetariër (vega)
Een wet die uit de natuur zelf voortkomt.
Iemand die geen vlees en vis eet.
Nirwana
Verlossing
Binnen het boeddhisme. Verlichting of verlossing uit de kringloop van leven en
dood. Zie ook: moksha.
Bevrijding, redding.
Onthechten
China, Japan en Zuidoost-Azië.
Zich losmaken van het aardse.
Onvolmaaktheid
Het niet volmaakt zijn, een (zedelijk, moreel) gebrek.
Overgave
Toewijding, onderwerping, gehoorzaamheid.
Ozonlaag
Laag in de atmosfeer die veel ozon bevat (tussen 15 en 35 km hoogte). Zie ook:
stikstof > atmosfeer.
Paradijs
Verre Oosten
Verzadigde vetten
Vetten die vooral in dierlijke producten zitten.
Vidya
Echte, zekere kennis. Zie ook: avidya.
"Vier edele waarheden"
Binnen het boeddhisme. Door je aan de vier edele waarheden te houden, kan
verlichting (nirwana) worden bereikt. Zie ook: nirwana.
Vishnoe
De hemel. Zie ook: hemel.
Een hindoeïstische god. Hij wordt gezien als de beschermer en instand-houder
van de natuur. Zie ook: trimoerti.
Racisme
Wedergeboorte
Discriminatie op grond van het ras. Zie ook: discriminatie.
Het opnieuw geboren-worden.
Saamhorigheid
Wetmatigheid
Het bij elkaar horen. Een ander woord is: solidariteit.
Shiva
De hindoeïstische god van de vernietiging. Hij heeft ook scheppende krachten. Zie
ook: trimoerti.
Sitar
Tokkelinstrument uit Noord-India.
Soberheid
Beperking die men zichzelf oplegt, onthouding van overdaad, sober-zijn, nietovervloedig.
Datgene waardoor natuurwetenschappelijke verschijnselen verklaard en
voorspeld worden, waarop die verklaringen en voorspellingen gebaseerd zijn.
Ziel
In godsdienstige zin opgevat als een hoger beginsel, van goddelijke oorsprong
en onsterfelijk, rechtstreeks door God geschapen.
Ziener
Iemand die visioenen heeft, bijvoorbeeld een profeet.
2011-2012
Mystiek
leerjaar 2
(Beweeg)reden.
Tempel
HOOFDSTUK 6
Monnik
11
12
Oefening cirkeltechniek
Download