Les 8 Spijsvertering 3 Vertering, resorptie water en zouten, lever, enterohepatische kringloop, opname geneesmiddelen ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Vertering vetten vervolg en resorptie water en zouten • In het spijsverteringskanaal worden de lipiden afgebroken tot vetzuren, die bruikbaar zijn • er wordt veel meer water en zout geresorbeerd in de dunne darm dan er in het voedsel zit, zie spijsverteringssappen en samenstelling daarvan (7 ltr water) • resorptie dunne darm = 8 ltr circa 1,5 ltr in voedsel en drinken • dikke darm resorbeert nog 500 ml ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 2 Resorptie zouten uit darm • Grotendeels in jejunum rest duodenum • slechts 0,8 gram via faeces verloren • galzouten gaan via poortader terug naar de lever entero-hepatische-kringloop = lever darm - lever kringloop • galzouten worden deels 3% aangevuld via synthese uit cholesterol in de lever • galzout tekorten geeft slechte vetafbraak ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 3 gal galzure zouten darm resorptie 95% poortader galzure zouten galzure zouten faeces lever e n t e r o h e p a t i s c h e k r i n g l o o p enterohepatische kringloop cyclus waarbij stoffen via resorptie in de darmen via het bloed (poortader = vena portae) naar de lever gaan, zodat ze opnieuw gebruikt kunnen worden Slechts klein gedeelte wordt uitgescheiden zie ook figuur 3.29 blz. 96, Basti. LG, fig. 2.2.39a, blz. 188 ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 4 Resorptie vitamine • Vitamine B12 in hoofdzaak in ileum samen met intrinsic factor uit de maag • dikke darm resorptie van: – vitamine K voor productie in lever van protrombine – foliumzuur • worden immers beide door de darmflora (darmbacteriën) geproduceerd ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 5 Lever (hepar) • Grootste, zwaarste en belangrijkste klier in ons lichaam, zie ligging • de leverslagader (arteria hepatica) geeft de lever zuurstofrijk bloed en via vena portae (poortader) krijgt bloed van het darm capillairnetwerk en geeft bloed af aan lever capillairnetwerk, zodat verteringsproducten eerst de lever passeren • zetpil voor entero-hepatische-kringloop niet via de maag ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 6 Lever vervolg • 3 venae hepatica (leveraders) lopen aan de bovenzijde uit de lever => vena cava inferior (onderste holle ader) • bestaat uit synchroon lopende vaatjes: – leverslagader – poortader – galgang (LG, figuur 2.2.35, blz. 183) • eerste twee vermengen zich daardoor voeding en resorptie ineen ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 7 Lever vervolg 2 • Galgang via galcapillairen die weer stoffen hebben opgenomen uit poortader => ductus hepaticus (levergalgang) die afvoert naar de galblaas • grote hoeveelheden bloed zowel poortader (75%) bloed als slagaderlijk bloed (25%) • vena portae ook veneus bloed van maag, darm, alvleesklier en milt ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 8 Suikerstofwisseling in de lever • Lever houdt de glucose (suiker) spiegel van het bloed min of meer constant. • Lichaam heeft minimaal 150-160 gram glucose/dag nodig, waarvan de hersenen 120 gram/dag • Lever houdt dus een soort glucosebuffer in stand, die dat regelt via glycogenogenese of glycogenese en de tegenpool de glycogenolyse ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 9 Suikerstofwisseling in de lever fructose fructase glycogenese of glycogenogenese glucogenese galactose galactase glucose (suiker) cortisol glycerol aminozuren gluconeogenese vetzuren lipogenese melkzuur vetten insuline * glucogeen adrenaline glucagon glycogenolyse * LG, fig. 2.2.36, blz. 184 suikerstofopslag lever 200 gram en twee (*) antagonistische reacties. (glucose <-> glycogeen) Cortisol (is een hydrocortisol, groepsnaam glucocorticosteroïden) hokje dan proces naam, andere bij pijl is naam van enzym ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 10 Eiwitstofwisseling in de lever • Geresorbeerde aminozuren worden aangevoerd door de poortader en in de lever omgezet in plasma-eiwitten, zoals albumine, globuline en fibrinogeen. • Verder eiwitten met enzymatische werking (enzymen dus) en transaminen • transamine kunnen een aantal aminozuren omzetten en zodoende zijn er maar paar essentiële aminozuren ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 11 eiwitstofwisseling in de lever albumine globuline fibrinogeen aminozuren plasma-eiwitten aminozuren (transaminering) glucose (glucogenese) vetten (lipogenese) LG, fig. 2.2.38, blz. 185 • Bij een tekort aan brandstoffen of bij een overschot aan eiwitten omzetting naar glucose of vetten ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 12 Vetstofwisseling in de lever glucose vrije vetzuren aminozuren vetzuren onverzadigde vetzuren lichaamsvet glucose LG, fig. 2.2.37, blz. 184 • Vanuit vrije vetzuren, monosaccharide, glucose, en zelfs aminozuren kan de lever vetten maken, die verder omgezet worden. • Cholesterol productie door de lever t.b.v. galzouten, samen met de vetzuren ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 13 Ontgiftende werking lever • Onschadelijk maken en afvoeren via urinewegen van afvalstoffen zoals: – desaminering van aminozuren geeft glucose en afvalstof NH3 (ammoniak) dat op zijn beurt weer met CO2 (koolstofdioxide) => ureum – Bilirubine afbraakproduct van hemoglobine en wordt in de lever gekoppeld aan glucuronzuur tot geconjugeerd bilirubine, uitscheiding via gal – Afbraak geneesmiddelen, zoals barbituraten. Bejaarden minder leverwerking dus stapeling barbituraten (slaapmiddelen) ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 14 Poortader systeem en geneesmiddelen • Via de zetpil, rectale toediening, worden de stoffen opgenomen in de bloed via de darm en vermijd zo een rondje de lever. (rectum niet via poortader, maar rechtstreeks vena cava inferior) • In de lever worden ook geneesmiddelen afgebroken, dus die omzeilen voor toediening • Ook oestrogenen en corticosteroïden worden door de lever gekoppeld aan glucuronzuur en uitgescheiden, dus afwijkingen bij alcoholisten ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 15 Weg werkzame stof geneesmiddelen enterohepatische kringloop orale toediening maagdarmkanaal 1e passage lever plasma-eiwitten spierweefsel lever * nieren * huid algemene circulatie longen mondslijmvlies parenterale toediening excl. Intraveneus (i.v.) weefsels hersenen i.v. injectie parenteraal = buiten de darm om ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 * = klaringsorganen 16 Galproductie lever • Galsecretie (500 –1000ml per dag) onder invloed N X (nervus vagus) door de lever met afvoer via galblaas naar het duodenum. • Vette voeding laat de galblaas contraheren (samentrekken) waardoor gal vrijkomt • De gal bevat geconjugeerd bilirubine en dat wordt in de darm omgezet naar urobilinogeen => oxidatie naar stercobilinogeen = faeceskleurstof. ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 17 LG, fig. 2.2.39b, blz. 188 Van erytrocyt tot uitscheiding via zowel de nier als de darm ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 18 Icterus of geelzucht • Indien de lever om wat voor reden dan ook niet meer in staat is om het bilirubine uit te scheiden, ontstaat er een overdaad aan bilirubine in bloed wat een gele kleur geeft. • De oorzaak kan liggen pre-, intra- en posthepatische ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 19 Verschillende soorten icterus • hemolytische icterus, verhoogde afbraak erytrocyten, geeft overproductie ongeconjugeerd bilirubine, zowel donkere urine als ontlasting (PRE hepatische) • Icterus neonatorum (pasgeborene) vooral bij vroeggeboorte. Door nog niet goede leverwerking, verhoogd gehalte aan ongeconjugeerd bilirubine, dus geel zien. • Verhoogd geconjugeerd bilirubine geeft jeuk. ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 20 Intra-hepatische icterus • Treed op bij virale hepatitis, cirrose, alcoholische en toxische hepatitis en ischaemie van de lever • Wel nog conjugatie van de bilirubine, maar geen secretie naar de gal. • Icterus met donkere urine en lichte (beigekleurig) ontlasting ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 21 Posthepatische icterus • Afvoerbelemmering, ductus hepaticus (afvoer lever) of ductus choledochus (afvoer gal verderop) • Ontkleurde faeces, geen afvoer van het geconjugeerd bilirubine. • Donkere urine door verhoogde bilirubine bloedserum, dus afvoer naar urine • Verhoging geconjugeerd bilirubine • Zeer donker geel, bijna zwarte huid, na een aantal weken ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 22 Kleur urine en faeces bij icterus Prehepatische Intrahepatische Posthepatische - Urine donker - Urine donker - Urine donker - Ontlasting donker - Ontlasting licht, beigekleurig - Ontlasting licht, beigekleurig, en vet (verminderde afbraak vet) - Ongeconjugeerd bilirubine gehalte in het bloed - Zowel geconjugeerd als ongeconjugeerd bilirubine gehalte in bloed verhoogd - Geconjugeerd bilirubine gehalte in het bloed verhoogd ANZN 1e leerjaar - Les 8 - ©Matthieu Berenbroek, 2000-2011 23