Rom.11:25-27 Israël en de volheid der heidenen.

advertisement
Israël en de volheid der heidenen.
Rom.11:25-27 Er is, broeders en zusters, een Goddelijk geheim dat ik u niet wil
onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat. Slechts een deel van
Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot het moment dat alle heidenen (= de volheid der
heidenen) zijn toegetreden. Dan zal heel Israël worden gered, zoals ook geschreven
staat: De Redder zal uit Sion komen, en wentelt dan de schuld af van Jakobs nageslacht.
Dit is Mijn verbond met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem.
A: Een groot Goddelijk mysterie.
Het hierboven genoemde tekstgedeelte bevat een Goddelijk geheim dat drie bijzonder
grote mysterieuze aspecten inhoudt.
1) Het eerste mysterie spreekt over een geestelijke verblinding voor een deel van Israël,
waardoor dit deel van Israël verhard is geworden.
2) Het tweede mysterie spreekt over een moment waarop de volheid der heidenen door
bekering en geloof is toegetreden tot Gods koninkrijk.
3) Het derde mysterie spreekt over de redding van heel Israël aan het eind van dit
bijzonder mysterieuze proces.
Deze drie aspecten van dit Goddelijke mysterie zijn drie hoge bergtoppen met elk een
groot profetisch gehalte betreffende Gods soevereine handelen in de eindtijd. Paulus
schreef in zijn brief aan de gemeente te Rome een uitvoerige uitleg over het evangelie van
Jezus, en hij deed dit in de eerste acht hoofdstukken. Maar zeer strategisch voegde hij
daar nog drie hoofdstukken aan toe met een profetische uitleg over de betekenis van het
volk Israël, en het was zijn bedoeling om de gelovigen uit de heidenen uitvoerig in te
lichten over de zeer belangrijke positie van het Joodse volk. Maar tot op de dag van
vandaag bestaat er nog steeds een groot gebrek aan kennis in de christelijke kerk over de
strategische, profetische rol van Israël in de eindtijd, vooral in relatie tot de gemeente van
Jezus Christus. Het betreft een mysterieus plan dat al zeer lang verborgen is in het hart
van God, en dat Hij niet heeft willen bekendmaken voordat het de juiste tijd is. Maar het is
nu de tijd dat de gemeente van Jezus uit de heidenen het profetische belang ziet van het
volk Israël in relatie tot het grote drama van de eindtijd.
We kunnen van onszelf weten wanneer wij gegrepen zijn door de betekenis van dit
mysterie als wij net als Paulus diep onder de indruk gekomen zijn van de onuitputtelijke
diepten van Gods rijkdom, wijsheid en kennis, d.w.z. wanneer wij de ondoorgrondelijkheid
van Zijn oordelen en het mysterie van Zijn wegen beseffen (Rom.11:33). Het groeiende
inzicht in de werkelijke betekenis van dit mysterie zal meer vragen oproepen dan
antwoorden, maar dat is alleen maar een indicatie van onze geestelijke groei (Rom.11:34).
Wanneer wij werkelijk God gaan aanbidden omdat wij inzicht krijgen in de wijsheid van Zijn
soevereine plan, weten we dat we bezig zijn om te groeien in dieper inzicht (Rom.11:36).
Ons inzicht in het mysterie van Gods plan met Israël zal ertoe leiden dat ons ontzag voor
de grootheid van God enorm zal toenemen in de diepte.
Onze eerste reactie op dit mysterie is aanbidding, maar een tweede onvermijdelijke reactie
op dit grote mysterie van God is dat wij onszelf als een levend, heilig en God welgevallig
offer in Zijn dienst stellen, want dat is onze logische eredienst als gevolg van alle
geweldige barmhartigheden van God die Paulus genoemd heeft in Rom.1 t/m11. De
barmhartigheden van het evangelie in de Romeinenbrief eindigen niet bij Rom.8:39, maar
bij Rom.11:36; en als gevolg daarvan aanbidden wij God en stellen wij onszelf volledig in
Zijn dienst, niet alleen met betrekking tot Gods volheid voor de gemeente uit de heidenen
maar ook met betrekking tot de redding van heel Israël. Want door de eeuwen heen
hebben zeer veel theologen beweerd dat de barmhartigheden van God betrekking hebben
op Rom.1 t/m 8, terwijl Rom.9 t/m11 een soort interval is; maar deze stelling is een
absolute dwaalleer die de gemeente van Jezus door de eeuwen heen gevangen heeft
gehouden in een theologie van antisemitisme. Er is een radicale bekering nodig om te zien
dat de redding van Israël in de eindtijd het Goddelijke mysterieuze sluitstuk is van het
evangelie; zoals Petrus in Hand.10 als het ware een tweede bekering nodig had om te
1
zien dat God behalve de Joden ook de heidenen wilde redden door het evangelie
(Hand.10:15+34-36), zo hebben veel gelovigen uit de heidenen ook een tweede bekering
nodig om te beseffen dat het evangelie als eerste toebehoort aan het Joodse volk
(Matt.15:24+26, Matt.10:5-6, Rom.1:16).
Rom.11:29+32 De genade die God schenkt neemt Hij nooit terug; wanneer Hij iemand
roept maakt Hij dat niet ongedaan……… Want God heeft ieder mens uitgeleverd aan
ongehoorzaamheid, opdat Hij voor ieder mens barmhartig kan zijn.
B: De gedeeltelijke verharding van Israël.
Het eerste mysterie spreekt over een geestelijke verblinding voor een deel van Israël,
waardoor dit deel van Israël verhard is geworden; de geschiedenis van Israël laat zien dat
een groter deel van dit volk getroffen is door deze geestelijke verblinding. Daardoor is het
voor hen onmogelijk geworden om inzicht te krijgen in het evangelie en daardoor begrip te
ontwikkelen voor Gods handelen met Zijn volk; lees Jes.6:9-13, 29:10-13, 42:19-25, 43:8,
44:18-20, 46:12, Ezech.12:2, Matt.13:14-15, Joh.12:39-40, Hand.28:25-27. Jezus heeft
zoveel voor dit volk gedaan, zoveel wonderen en tekenen tijdens de uittocht uit Egypte, de
reis naar het beloofde land, de terugkeer uit ballingschap, tijdens Zijn eerste aanwezigheid
op aarde en nog veel meer, maar veel Joden kunnen totaal geen hartsverbinding maken
met Jezus als hun Messias.
In Rom.11:11 stelt Paulus de vraag of de Joden gestruikeld zijn; het antwoord is duidelijk
dat dat inderdaad het geval is, want al in de periode van het Oude Testament vervolgden
de Joden vrijwel alle profeten die namens de God van Israël profeteerden. Ook hebben ze
hun eigen Joodse Messias Jezus vervolgd en aan het kruis laten nagelen waardoor Hij
stierf, en ook in de periode van het Nieuwe Testament waren zij de grootste vervolgers
van de gelovigen in Jezus de Messias (1Tess.2:14-16). Maar Paulus vervolgt zijn vraag
met de woorden of dit struikelen van de Joden definitief is, en zijn antwoord daarop is een
duidelijk nee; het volk Israël heeft nooit zijn prominente plaats in het plan van God voor de
redding van de wereld verloren. God beloofde al 2000 jaar voor Christus aan Abraham dat
het volk Israël een belangrijke plaats zou innemen in de verlossing van de mensheid
(Gen.12:2-3); en Israël heeft nooit zijn uitverkoren positie verloren, maar zal zijn
waardevolle rol spelen in het vestigen van het duizendjarige vrederijk op aarde. In
Rom.11:1-10 maakt Paulus zeer duidelijk dat de verwerping van Israël niet volledig is, en
in Rom.11:11-32 maakt hij duidelijk dat de verwerping van Israël niet voor eeuwig is.
Gelovigen uit de heidenen, dat zijn Bijbelgelovige christenen (Hand.11:26b), moeten zeer
goed begrijpen dat de tijdelijke en gedeeltelijke verharding en verwerping van Israël op
geen enkele wijze een Goddelijke diskwalificatie is van hun belangrijke rol in de eindtijd.
Wanneer de hele mensheid voor de troon van God komt te staan (Openb.20:11-15), zullen
alle mensen op dezelfde manier behandeld worden; op dat moment wordt er beslist geen
enkel onderscheid gemaakt op grond van afkomst, ras of cultuur. Wij worden dan allemaal
beoordeeld op grond van onze houding ten opzichte van Jezus Christus en Zijn evangelie,
en op grond daarvan worden wij gered of gaan wij voor eeuwig verloren. Gelovige Joden
en heidenen zijn op dat moment allemaal zonen en dochters van God, en we maken
allemaal op gelijkwaardige wijze deel uit van de Bruid van Christus. Dan wordt er nog
steeds geen enkel onderscheid gemaakt, want God is en blijft onpartijdig (Rom.2:11,
Efez.6:9, Kol.3:25, Jac.2:1-9, 1Petr.1:17).
Maar wanneer het gaat om de mensheid naar het grote doel van God te leiden, namelijk
het vestigen van Gods koninkrijk op aarde, heeft het volk Israël een prominente positie en
een bevoorrechte rol van betekenis (Rom.2:10, 3:2). Toch heeft de christelijke kerk door
de afgelopen 20 eeuwen heen ten onrechte geconcludeerd dat Gods plan met de Joden
afgelopen is, omdat zij geestelijk verblind zijn geraakt en daardoor hun hart verhard
hebben; deze gedachtegang wordt de vervangingstheologie genoemd. Maar deze
zogenaamde ‘christelijke‘ vervangingstheologie getuigt van dezelfde blindheid ten opzichte
van Gods plan met het Joodse volk als de blindheid die het Joodse volk heeft ten opzichte
van het evangelie. Er is maar één gemeente, en dat is de gemeente van Jezus die de
optelsom is van alle gelovige Joden en heidenen van alle tijden en culturen (Efez.2:11-22).
2
Rom.11:25b Slechts een deel van Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot het moment
dat alle heidenen (= de volheid) zijn toegetreden.
Er is een verborgen plan in het hart van God dat niet te begrijpen is door het natuurlijke
verstand van mensen, en dat moet ons zeer alert maken; dat is een van de signalen die
Paulus ons geeft in Rom.11. Het is niet alleen volledig verkeerd om te geloven dat God
geen plan meer heeft met Israël, maar ook moeten we zien dat de gelovigen uit de
heidenen grote verantwoordelijkheid hebben voor het Joodse volk in de genade van God.
Wanneer wij namelijk weten dat de blindheid en verharding van Israël op geen enkele
wijze door menselijk ingrijpen is om te buigen, moeten wij leren begrijpen dat er een
dramatische crisis zal komen om de verblinding van Israël op een dynamische manier om
te buigen zodat de Joden tot geloof komen. Deze grote en dramatische crisis in de
menselijke geschiedenis wordt de Grote Verdrukking genoemd (Matt.24:20); de meest
ondenkbare weerstand tegen Jezus, de Zoon van God, zal door de meest onvoorstelbare
dramatische crisis omgebogen worden tot de grootst mogelijke expressie van Gods glorie
in de mensheid.
De verblinding van het Joodse volk vormt een grote verantwoordelijkheid voor de
christelijke gemeente uit de heidenen, want zonder het Joodse volk aanwezig in Jeruzalem
zal Jezus niet voor de tweede keer naar de aarde terugkomen (Matt.23:39); en net als in
Matt.21:9 zullen gelovige Joden in Jeruzalem roepen om de komst van Jezus. En het is
onze taak als gelovigen uit de heidenen om mee te werken aan het tot stand komen van
de volheid van God in het Joodse volk, zodat de blindheid opgeheven wordt, de verharding
weggenomen wordt en dit volk van God terugkeert naar de Messias, dat is Jezus Christus.
En God gaat een zalving van volheid aan de gelovige heidenen geven, waardoor zij in
vuur en vlam raken, zodat zij zich geestelijk gaan inzetten voor Israël, zodat het vuur van
Gods passie ook dit volk weer in bezit kan nemen. Er gaat een dramatisch grote crisis op
aarde komen, waardoor de gelovigen uit de heidenen in staat zullen zijn om een
geestelijke verbinding te leggen met de ongelovige Joden, waardoor dezen ook tot geloof
gaan komen.
Jes.55:5 Ook jij zult een volk ontbieden dat je nog niet kende, en een volk dat jou nog niet
kende zal zich haasten om bij jou te zijn.
Deut.32:21 Ze tergden Mij met wat geen god is en daagden Mij uit met hun nietige
afgoden. Daarom terg Ik hen met wat geen volk is, Ik daag hen uit met een volk zonder
verstand.
C: Het binnengaan van de volheid der heidenen.
Rom.11:25b Slechts een deel van Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot het moment
dat alle heidenen (= de volheid) zijn toegetreden.
Het tweede mysterie spreekt over een moment waarop de volheid van de heidenen door
bekering en geloof is toegetreden tot Gods koninkrijk; dit spreekt van een zeer grote en
wereldwijde opwekking onder alle volken op aarde (Openb.7:9). Elke stam, elke taalgroep,
elke cultuur en elke natie zal in de eindtijd bezocht worden door de Heilige Geest op
zodanige wijze dat er een grote opwekking uitbreekt bij elk volk; de optelsom van al deze
gelovigen wordt door Paulus de volheid der heidenen genoemd. In Rom.11:11 spreekt
Paulus over het feit dat de heidenen gered konden worden door de geestelijke verblinding
van het Joodse volk; maar de redding van de heidenen betekent veel meer dan alleen
maar dat er een groot aantal heidenen gered wordt door het evangelie. De redding der
heidenen betekent ook dat de gemeente van Jezus uit de heidenen voor een langere
periode de prominente rol zou spelen in de verbreiding van het evangelie van het
koninkrijk van God over de hele aarde. Israël verloor voor een bepaalde periode zijn
prominente positie en die werd aan de heidenen gegeven, zodat de gemeente uit de
heidenen het plan van God kon uitdragen tot aan de uiteinden van de aarde. Daardoor zal
in de eindtijd het Joodse volk wakker geschud worden omdat zij jaloers zullen gaan
worden op de rijkdom van het geloof van Bijbelgelovige christenen (Rom.10:19, 11:11b).
En zo zal Israël uiteindelijk gered worden.
3
D: De redding van heel Israël in de eindtijd.
Het derde mysterie spreekt over de redding van heel Israël aan het eind van het proces,
waarin alle volken op aarde in aanraking gekomen zijn met het evangelie van Jezus; er is
echter nog een zeer grote mate van ongeloof over het feit dat heel Israël gered zal gaan
worden, zowel onder Messiaanse Joden als onder christenen. Maar Rom.11:26 is
bijzonder duidelijk over het feit dat heel Israël gered gaat worden, en uit deze geestelijke
ommekeer zal een zeer speciale zegen tevoorschijn komen voor de hele aarde.
Rom.11:12 Maar als hun overtreding al een rijke gave voor de wereld is en hun falen een
rijke gave voor de heidenen, hoeveel rijker zal dan de gave zijn (= volheid) wanneer zij
zich allen hebben bekeerd.
In het Grieks spreekt Paulus in Rom.11:25 over de volheid van de heidenen die
binnengaat, maar in Rom.11:12 spreekt hij in het Grieks over de volheid van het Joodse
volk. Wanneer de verblinding van het ongelovige Joodse volk tot resultaat heeft dat de
heidenen tot geloof kunnen komen, hoeveel temeer zal de volheid van het gelovige
Joodse volk tot zegen zijn voor de heidenen. Er is een geestelijk proces op gang gebracht
van Gods volheid onder de heidenen, dat wil zeggen een volheid in aantal, ook een
volheid in geestelijke volwassenheid, maar ook een volledig aantal martelaren
(Openb.6:11). Maar daarna zal de volheid van God terugkeren tot het Joodse volk, zodat
zij hun prominente plaats in het koninkrijk van God weer kunnen innemen en de
wereldgeschiedenis leiden naar een dimensie die we nog niet gezien hebben. Zij zullen
vooropgaan en de mensheid in het duizendjarige vrederijk brengen naar een niveau van
geestelijke rijkdom, zoals op aarde nog niet geweest is sinds de zondeval van Adam en
Eva. Jezus Christus, de Joodse Messias, zal de grote Leider zijn in het duizendjarige
vrederijk, maar Hij zal een centrum van geestelijke opwekking hebben in de stad
Jeruzalem.
Maar omdat velen geen geestelijke visie hebben voor de betekenis van het volk Israël in
de eindtijd, hebben velen ook geen visie en inzicht ontwikkeld voor al de profetieën die
over de eindtijd spreken; want Israël en de eindtijd hebben alles met elkaar te maken.
Daarom ook spreekt de Bijbelse openbaring van het duizendjarige vrederijk niet tot de
verbeelding van veel gelovigen, omdat zij geen hartsverbinding kunnen maken met die
schitterende realiteit die op het punt staat om binnen te breken in de menselijke
geschiedenis. Daarom maken veel gelovigen ook geen hartsverbinding met de geestelijke
conditie van Israël op dit moment van hun verblinding. Maar de profetische boeken van het
Oude Testament bevatten een overweldigende hoeveelheid aan informatie die spreekt van
een buitengewoon grote mate van glorie die gaat doorbreken in de menselijke
geschiedenis. Maar de grote vraag is wanneer deze volheid van Israël gaat doorbreken,
want ook deze volheid voor het Joodse volk spreekt van een volledig aantal en van grote
geestelijke rijkdom.
Rom.11:26-27 Dan zal heel Israël worden gered, zoals ook geschreven staat: De Redder
zal uit Sion komen, en wentelt dan de schuld af van Jakobs nageslacht. Dit is Mijn verbond
met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem.
Uit deze tekst blijkt dat heel Israël pas tot geloof gaat komen nadat Jezus is teruggekomen
bij Zijn tweede komst naar de aarde; alle ongelovige Joden die de Grote Verdrukking
hebben overleefd zullen tot geloof komen wanneer Jezus is teruggekeerd. Maar er is al
heel wat gebeurd met het Joodse volk tijdens de Grote Verdrukking, want Zach.13:8 vertelt
dat er in die tijd twee derde deel van het Joodse volk in het land Israël zal worden
uitgeroeid, terwijl slechts een derde deel zal worden gespaard. Daarbij komt dat andere
profetieën in het Oude Testament duidelijk maken dat veel Joden het land uit gevlucht zijn
en ook velen in ballingschap zijn gegaan en opgesloten zijn in gevangenkampen. Wanneer
Jezus terugkeert, zullen alle Messiaanse Joden vanwege hun geloof in Jezus net als de
gelovigen uit de heidenen Jezus tegemoet gaan in de lucht (1Tess.4:15-17). Maar alle tot
op dat moment ongelovige Joden die de Grote Verdrukking overleven zullen op aarde
blijven en daar tot geloof komen, wanneer zij Jezus zien neerdalen uit de hemel
(Zach.12:10-13:1).
Rom.11:15 Als God Zich met de wereld heeft verzoend toen Hij hen verwierp, wat zal Hij
4
dan, wanneer Hij hen opnieuw aanvaardt, anders teweegbrengen dan hun opstanding uit
de dood?
De wereld werd al gezegend toen de Joden nee zeiden tegen Jezus; hoeveel temeer zal
de wereld gezegend worden wanneer de Joden ja zullen zeggen tegen Jezus? En Paulus
vergelijkt dit met de opstanding uit de dood.
In Rom.11:11b zegt Paulus dat de Joden tot jaloersheid zullen komen vanwege de volheid
in het geloof van de heidenen, maar dat is nog niet het geval; maar dat is nog niet alles.
Want in de crisis van de Grote Verdrukking zal een verschrikkelijke dictator, de antichrist,
alles op alles zetten om het Joodse volk uit te roeien; en in die tijd zullen de gelovigen uit
de heidenen alles op alles zetten om de Joden te redden en hen zo de barmhartigheid
laten zien die zij zelf van God ontvangen hebben (Rom.11:30-31). Dat zal de tijd zijn
waarin wij als gelovigen uit de heidenen de Joodse broeders van Jezus te eten en te
drinken zullen geven, onderdak zullen verschaffen, kleding zullen geven, in de gevangenis
zullen opzoeken en hen verzorgen wanneer ze ziek zijn (Matt.25:34-40). De gemeente van
Jezus zal in de eindtijd niet alleen de krachtdimensie van Gods koninkrijk aan de Joden
laten zien, maar ook de genadedimensie van het Vaderhart van God tonen; en wij zullen
naast hen staan in de allergrootste crisis van de menselijke geschiedenis, en dat zal de
Joden tot jaloersheid brengen. Dat is nog nooit in de menselijke geschiedenis gebeurd,
want tot nu toe heeft het christendom alleen maar een spoor van verwoesting
achtergelaten in het Joodse volk, maar vrijwel geen enkel getuigenis.
E: Drie belangrijke ontwikkelingen.
De gemeente uit de heidenen zal in de eindtijd steeds meer terugkeren tot haar Joodse
wortels, want de christelijke gemeente is niets anders dan het Messiaanse Israël omdat
het christelijk geloof diepgeworteld is in het Joodse geloof. In Efez.2:11-12 beschrijft
Paulus de heidenen als mensen die geen deel hebben aan Christus, en ook geen deel
hebben aan het burgerschap van Israël met alle daarbij behorende verbonden en beloften,
want die behoren toe aan het Joodse volk (Rom.9:4); heidenen zijn mensen die zonder
God en zonder hoop in de wereld leven. Maar in Efez.2:13-18 beschrijft Paulus hoe
heidenen door het geloof in Jezus dichtbij gekomen zijn, d.w.z. dat zij vrede met God
hebben door de Joodse Messias Jezus Christus. Want Jezus heeft de muur, die scheiding
maakte tussen God en mensen en daardoor ook tussen de Joden en heidenen,
afgebroken en volledig buiten werking gesteld (Efez.2:14-15a). Joden en heidenen vinden
vrede met God bij het kruis van Golgotha, en daarom vinden ze ook vrede met elkaar, en
worden zij samen verenigd in het Messiaanse Israël ofwel de gemeente van Jezus
(Efez.2:15b-18). De gelovigen uit de heidenen zijn dus geen vreemdelingen meer, maar
medeburgers van de Joodse heiligen en gezinsleden van Gods familie (Efez.2:19-22). Het
grote mysterie (Efez.3:3) is dat heidenen mogen delen in de erfenis van Christus en deel
hebben aan de beloften van het Joodse volk (Efez.3:5-6).
Rom.15:7-9a Aanvaard elkaar daarom ter ere van God, zoals Christus u heeft aanvaard. Ik
bedoel dit: Christus is een dienaar van de Joden geworden om hun te tonen dat God
trouw is en om de beloften aan de aartsvaders te vervullen, maar Hij is ook gekomen om
de heidenen in staat te stellen God te loven om Zijn barmhartigheid.
Om het Joodse volk in de eindtijd tot jaloersheid te prikkelen zodat zij tot geloof gaan
komen
in Jezus als de Joodse Messias zullen er drie belangrijke ontwikkelingen op gang komen,
totdat het mysterie van God voltooid is.
1) In de eerste plaats zal er een ongekende wereldwijde jodenhaat verspreid worden die
rechtstreeks geïnspireerd wordt door de duivel; dit zal leiden tot een wereldwijde
vervolging van Joden. De duivel zal alles op alles zetten om het Joodse volk volledig uit te
roeien, en dit zal leiden tot de grootste holocaust uit de geschiedenis. Dit zal hij doen
omdat hij weet dat Jezus alleen terugkomt wanneer er Joden in Jeruzalem zijn om Hem
vrijwillig en van harte te verwelkomen met de uitroep “Gezegend Hij die komt in de naam
van de Heer” (Matt.23:39). Om dat te voorkomen wil de duivel het Joodse volk volledig
5
uitroeien; dat is ook het enige motief geweest van de holocaust tijdens de Tweede
Wereldoorlog.
2) In de tweede plaats zal er een wereldwijde opwekking komen onder de heidenen, en
deze opwekking zal de grote oogst van de eindtijd binnenbrengen (Openb.7:9). Op het
persoonlijke vlak ontvangt God glorie uit de wedergeboorte van elke persoonlijke gelovige,
omdat zij stuk voor stuk gered worden. Maar er is een wereldwijde historische reden voor
deze Goddelijke eschatologische opwekking; want de gelovigen uit de heidenen zullen tot
volheid in hun geloof komen waardoor zij de meest heilige, vurige en geestelijk agressieve
beweging van voorbede en aanbidding zullen vormen. Zij zullen zichzelf volledig
overgeven aan deze volledige zalving en optimale beweging van de Heilige Geest, die
gepaard gaat met wonderen en tekenen zoals nog nooit eerder is gebeurd in de
geschiedenis. Dit leger van de Heer zal een krachtige tegenaanval doen op het furieuze
geweld van de duisternis dat de aarde bezig is te veroveren.
3) In de derde plaats zal de gemeente van Jezus uit de heidenen in een diepe geestelijke
verbinding komen met het Goddelijke mandaat om Israël tot jaloersheid te prikkelen; en
daardoor zullen de bestemming van Israël en de gemeente volledig samenkomen onder
de gemeenschappelijke noemer van de doelstellingen van Gods Vaderhart. De
wereldwijde vervolging van de Joden door het rijk van de duisternis en de wereldwijde
opwekking onder de heidenen zal een wereldwijde samenbinding teweegbrengen van
Joden en heidenen onder de gemeenschappelijke noemer van de familie van God te
midden van de crisis. In de crisis zal de gemeente gezuiverd worden van compromissen,
de tweespalt tussen Joden en heidenen zal volledig verdwijnen, en het oorspronkelijke
apostolische christendom zal tot volledige bloei gekomen, en dat allemaal dankzij de grote
crisis die in de Bijbel de Grote Verdrukking genoemd wordt. Joden en heidenen zullen
elkaar in vrijwillige liefde in deze crisis omarmen en in dit mysterieuze plan van God zal de
voltallige gemeente tot grote volheid groeien en klaarstaan wanneer Jezus terugkomt.
F: De arrogantie onder christenen.
Rom.11:20-22 Zeker, ze zijn afgebroken vanwege hun ongeloof en u dankt uw plaats aan
uw geloof. Wees daarom echter niet hoogmoedig, maar heb ontzag voor God: als Hij
de oorspronkelijke takken al niet heeft gespaard, zou Hij u dan wel sparen? Houd daarom
voor ogen dat God niet alleen goed is, maar ook streng. Hij is streng voor wie gevallen
zijn, maar goed voor u, als u tenminste trouw blijft aan Zijn goedheid, want anders wordt
ook u afgekapt.
Paulus demonstreert in Rom.11 een grote pastorale bewogenheid voor de gemeente te
Rome die voor het grootste deel uit gelovigen uit de heidenen bestond; slechts een kleiner
deel van de gemeente bestond uit gelovige Joden. Paulus spreekt in deze teksten tot
wedergeboren gelovigen, maar hij is zeer onrustig over de mogelijkheid dat de gelovigen
uit de heidenen zo hoogmoedig worden dat zij zich boven de ongelovige Joden gaan
verheffen (vers 18). En hij houdt hen voor ogen dat het mogelijk is dat God ook hen als
heidenen niet zal sparen (vers 21b), maar dat Hij mogelijk ook hen kan afkappen (vers
22b) vanwege geestelijke arrogantie. Gelovigen moeten in dit onderwerp niet alleen de
goedheid van God voor ogen houden, maar ook dat Hij zeer streng kan zijn (vers 22);
daarom wil Paulus voorkomen dat de gelovigen uit Rome op hun eigen inzicht afgaan, dat
wil zeggen eigenwijs worden (vers 25). Want geestelijke onwetendheid over de positie van
het Joodse volk leidt tot geestelijke passiviteit waarmee gelovigen uit de heidenen ook
onder het oordeel van God kunnen komen; want deze passiviteit leidt tot grote geestelijke
arrogantie. Deze geestelijke arrogantie leidt tot een verborgen antisemitisme dat in de
Grote Verdrukking naar de oppervlakte zal komen en tot openlijke jodenhaat zal leiden
zoals dat ook tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd in Duitsland en andere landen in
Europa.
Er zullen in de eindtijd maar twee opties zijn; of ons hart staat in vuur en vlam voor Jezus
waardoor wij de Joden tot jaloersheid zullen prikkelen door geestelijke autoriteit en grote
Goddelijke genade en ontferming voor hen, of ons hart raakt verstrikt in grote geestelijke
arrogantie. Daardoor worden wij hooghartig ten opzichte van onze relatie met het Joodse
6
volk, waardoor wij geestelijk passief worden met als gevolg dat wij onverschillig worden
over de lotgevallen van de Joden in de eindtijd. Deze onverschilligheid zal onder grote
druk zich ontwikkelen tot antisemitisme en openlijke jodenhaat, waardoor onze liefde voor
Jezus volledig wordt teruggebracht tot niets (Matt.24:12). Onwetendheid leidt tot
arrogantie, en arrogantie leidt tot afval van het geloof, maar geestelijke openbaring leidt tot
geestelijke volheid die Israël jaloers maakt.
Matt.25:31-46 laat zien dat de grote kloof die de mensheid in tweeën splijt bepaald wordt
door onze liefde voor Jezus, maar die liefde voor Jezus wordt aangewakkerd door onze
liefde voor het Joodse volk of juist het tegendeel namelijk dat onze liefde voor Jezus wordt
uitgedoofd door onze haat tegen het Joodse volk. Want wie aan het volk van God komt,
komt aan Gods oogappel (Zach.2:12); en wanneer wij dat doen, rust Gods oog niet met
welgevallen op ons leven. Daaruit blijkt dat Israël de lens in de pupil van Gods oog is,
waardoor Hij naar de mensheid kijkt. De kerkgeschiedenis heeft een zeer tragische
aaneenschakeling van antisemitische theologie die tot grote vervolging van Joden heeft
geleid; tot aan de Tweede Wereldoorlog heeft geen enkele organisatie of natie de Joden
zo vervolgd als de christelijke kerk dat heeft gedaan.
We hebben geestelijke openbaring van de Heilige Geest nodig om het juiste inzicht te
ontwikkelen dat ons in staat stelt de emoties en gedachten van Gods hart te kennen, de
liefde van Zijn hart voor Zijn volk Israël. Bovendien hebben wij helder geestelijk inzicht
nodig in de bedreiging die er ligt in de onwetendheid van Gods mysterie betreffende de
gedeeltelijke en tijdelijke verharding en verblinding van Israël. Wanneer deze openbaring
uitblijft, lopen we als volgelingen van Jezus zeer groot gevaar zelf verblind en verhard te
raken met de mogelijkheid dat wij door onze hoogmoed zelf afgesneden worden van de
wortels van ons geloof in de Joodse Messias Jezus Christus. Wanneer wij geen genade
van God ontvangen om onszelf volledig te geven aan het mysterie dat in het hart van God
leeft, blijven wij groot gevaar lopen de genade van God niet te begrijpen, waardoor wij ons
hart verharden en het antisemitisme van de eindtijd ons in zijn greep krijgt.
Er is weliswaar sinds 1948 een groeiend sentiment voor het Joodse volk aan het
opwarmen onder christenen, maar dit sentiment zal nooit krachtig genoeg zijn om de
enorme politieke, sociale, religieuze en economische druk van de eindtijd te weerstaan.
We hebben groeiende geestelijke openbaring nodig die gebaseerd is op het woord van
God, waarmee wij ons hart toerusten en bekwaam maken om naast het Joodse volk te
staan in de tijd van de grootste holocaust aller tijden, dat is de Grote Verdrukking. Want dit
mysterie van God heeft alles te maken met de glorie van God in de eindtijd en de
doorbraak van Gods koninkrijk op aarde. Paulus waarschuwt nadrukkelijk in Rom.11:25
dat wij niet onwetend moeten zijn wat het mysterie van Gods hart betreft, want dat is Zijn
glorieuze plan voor Israël en de gemeente in de eindtijd.
G: Het grote mysterie van God.
Rom.16:25-27 Aan Hem die bij machte is u kracht te geven, overeenkomstig het evangelie
van Jezus Christus dat ik verkondig, overeenkomstig de onthulling van het geheim
waarover eeuwenlang gezwegen is, maar dat nu is geopenbaard en op bevel van de
eeuwige God door de geschriften van de profeten bij alle volken bekend is geworden om
ze tot gehoorzaamheid en geloof te brengen, aan Hem, de enige, alwijze God, komt de eer
toe, door Jezus Christus, tot in eeuwigheid. Amen.
Het centrum van dit mysterie van God is dat God mens geworden is (1Tim.3:16, Joh.1:14)
om door de toorn van God verbrijzeld te worden vanwege de zonde en te sterven aan het
kruis van Golgotha (Jes.53). Daarna is Jezus uit de dood opgestaan, en naar de hemel
gegaan om Zijn eeuwige positie van glorie aan de rechterhand van de Vader ontvangen;
wij zijn als kleine mensen een heel klein beetje bekend met dit mysterie. Maar we zullen
de hele eeuwigheid nodig hebben om te groeien in het inzicht dat Jezus het Lam waardig
is om alle lof en eer te ontvangen, omdat Hij geslacht is geweest en ons met Zijn bloed
heeft gekocht (Openb.5:9). Op dit moment echter is onze kennis van de menswording van
Jezus zeer oppervlakkig, en we hebben grote geestelijke openbaring nodig om dieper door
te dringen in de diepten van het mysterie van Gods hart. Want Jezus is niet tijdelijk mens
7
geworden om de opdracht van de Vader op aarde te vervullen en daarna Zijn mens-zijn
weer af te leggen om voor eeuwig alleen de Zoon van God te zijn. Jezus is mens
geworden, en Hij zal voor eeuwig mens zijn en blijven; op dit moment is Hij volledig God
en volledig Mens, namelijk de God-Mens Jezus Christus, de Zoon van God én de
Mensenzoon.
Dit is een ervaring die God de Vader en God de Heilige Geest niet kennen, en het is een
mysterie dat engelen en demonen niet begrijpen; maar het is ook een groot mysterie dat
ons beperkte menselijke verstand volledig te boven gaat. Dit is het centrum van het
Goddelijke mysterie, maar het is niet het volledige mysterie; dit mysterie heeft als doel om
het Goddelijk leiderschap te vestigen over de natuurlijke geschiedenis van de mensheid,
zodat God de droom van het plan van Zijn hart kan realiseren. Deze droom van Gods hart
betreft een volk dat in volledige eenheid met Zijn hart leeft en ook in volledige onderlinge
eenheid op basis van vrijwillige liefde. Dit volk van God bestaat uit zonen en dochters die
de Vader met heel hun hart liefhebben, en die als een collectieve Bruid van Christus
hartstochtelijke liefde voor Jezus de Bruidegom koesteren, en die ook grote onderlinge
liefde voor elkaar hebben. Om die reden gaat God de hele natuurlijke schepping schudden
(Hebr.12:26-29), waarbij God alle oorspronkelijke grenzen (Hand.17:26-27) zal laten
verschuiven om de mensheid op een hele nieuwe manier te laten zoeken naar het
mysterie van God (Ps.2:4-6, 33:10-11, 46:9-11). God zal alles schudden wat geschud kan
worden om op die manier alles te verwijderen wat Zijn liefde in de weg staat.
Jezus staat in het centrum van Gods mysterie, en Hij zal vanwege Zijn lijden aan het kruis
de volle erfenis van Gods belofte ontvangen (Ps.2:7-9); Hij zal verplichte gehoorzaamheid
van al Zijn tegenstanders ontvangen (Fil.2:9-11), maar meer nog dan dat zal Hij de
vrijwillige liefde van Zijn eigen Bruid in volheid ontvangen (Efez.5:25-32, Openb.19:6-9).
En binnen deze grenzen van de vrijwillige liefde van de gemeente zullen Messiaanse
Joden en gelovige heidenen elkaar liefhebben zonder dat er sprake is van enige vorm van
barrière die hen nog van elkaar scheidt zoals dat nu al meer dan 1900 jaar het geval is.
Om dit te bereiken heeft de Vader een plan bedacht dat zich uitgestrekt heeft over vele
eeuwen menselijke geschiedenis, en waarin sprake is geweest van vele keerpunten en
dramatische ontwikkelingen. En stap voor stap heeft God toegewerkt naar een
dramatische ontknoping en een heerlijke hoogtepunt in de ontwikkeling van Zijn plan.
Joh.17:21-23 Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook
in Ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U Mij hebt gezonden. Ik heb hen laten delen in de
grootheid die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals Wij: Ik in hen en U in Mij. Dan
zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat U Mij hebt gezonden, en dat U
hen liefhad zoals U Mij liefhad.
Dit is het grote doel in het hart van de Vader dat Hij vrijwillige liefhebbers voor Zichzelf en
voor Jezus Zijn Zoon zal creëren die ook vrijwillige liefde voor elkaar koesteren in een
eenheid zoals de wereld die nog nooit gezien heeft, een eenheid die gebaseerd is op de
eenheid en de liefde van de Goddelijke Drie-Eenheid en de eeuwige glorie die de Vader
aan Zijn Zoon gegeven heeft vóór de grondlegging van de wereld. Wij ontvangen van dit
mysterie slechts zeer kleine aanwijzingen en horen slechts het gefluister van Gods
woorden (Job 26:14), maar God verlangt ernaar om de gemeente van de eindtijd groter
inzicht te geven in de diepten van Zijn eeuwige mysterie (Job 37:4+13+22-23). En de
apostel Paulus heeft ons in zijn brief aan de Romeinen drie verschillende dimensies van
dit mysterie gegeven.
1) Het eerste deel van het mysterie spreekt over een tijdelijke geestelijke verblinding voor
een deel van Israël, waardoor dit deel van Israël verhard is geworden.
2) Het tweede deel van het mysterie spreekt over een moment waarop de volheid van de
heidenen door bekering en geloof is toegetreden tot Gods koninkrijk.
3) Het derde deel van het mysterie spreekt over de redding van heel Israël aan het eind
van dit bijzonder mysterieuze proces.
In de uitwerking van deze drie aspecten van het grote mysterie van God zal God
uiteindelijk geopenbaard worden als de Grote Architect van het eeuwige mysterie
waardoor het koninkrijk van God op de aarde gevestigd wordt in de vorm van het
8
duizendjarige vrederijk, waarin Jezus Christus de Grote Koning zal zijn die vanuit
Jeruzalem over de aarde zal heersen. Het is van vitaal belang voor onze eeuwige
toekomst dat wij geestelijk inzicht ontvangen door de openbaring van de Heilige Geest
over de verschillende dimensies van dit grote Goddelijke mysterie (Efez.1:17-19). De mate
waarin wij geïnteresseerd zijn in het ontvangen van de openbaring over dit mysterie wordt
zichtbaar in de manier waarop wij tijd, geld en energie in relaties investeren, want alleen zij
die honger en dorst hebben naar de gerechtigheid van God zullen verzadigd worden
(Matt.5:6). Het is ons gegeven om de mysteries van het koninkrijk van God te kennen,
maar alléén wanneer wij investeren in onze relatie met Jezus; dan zullen we nog meer
krijgen en overvloedig hebben (Matt.13:11-12). De moeilijkste tijd van ons leven gaat nog
aanbreken, maar het zal tegelijkertijd de heerlijkste tijd van ons hele bestaan op de aarde
zijn (Rom.8:18-19, 2Kor.4:16-18). Maar alleen wanneer wij in diep ontzag voor God en de
rijkdom van Zijn mysterie neerbuigen in aanbidding, geven wij te kennen dat wij iets van
Zijn mysterie begrijpen (Rom.11:33-36).
Onze levende, heilige toewijding aan God op een manier die Hem welgevallig is
(Rom.12:1), is het gevolg van ons inzicht in het mysterie van God en ons diepe ontzag
voor de manier waarop God het scenario van de eindtijd gaat gebruiken om Zijn mysterie
tot volledige ontwikkeling te laten komen. Ons ontzag voor de Heer (Rom.11:20b) zal ertoe
leiden dat wij ons ook verheugen in voorspoed voor Jeruzalem, zodat de Heer ons kan
zegenen vanuit het hemelse Sion (Ps.128:4-6); want Jeruzalem is de plaats die de Heer
heeft uitgekozen als Zijn speciale woonplaats op aarde (Ps.132:13-14, 135:21,
Ezech.43:7). Het nationale Israël en het apostolische christendom zijn samengebonden in
één eeuwige bestemming in het mysterie van God (Efez.2:11-4:16); zo zal het eeuwige
verborgen mysterie van God werkelijkheid worden (Efez.3:9). Dit is het eeuwenoude plan
dat God heeft verwezenlijkt in Christus Jezus, onze Heer door Zijn menswording
(Efez.3:11), en dit mysterie van de wijsheid van God zal bekendgemaakt worden door de
gemeente van Jezus, zowel Joden als heidenen (Efez.3:10); dit is het machtige wapen van
God tegen de vorsten en heersers van de duisternis.
Openb.10:7 Op het moment dat de zevende engel zijn bazuin zal laten klinken, zal Gods
geheim werkelijkheid worden, zoals Hij Zijn dienaren, de profeten, heeft beloofd.
Openb.11:15-17 Toen blies de zevende engel op zijn bazuin. In de hemel klonken luide
stemmen, die zeiden: Nu begint de heerschappij van onze Heer over de wereld, en die
van Zijn Messias. Hij zal heersen tot in eeuwigheid.
V.v.d.B. 
9
Download