Samenvatting PO-Raad Onderhandelaarsakkoord cao PO 2014-2015 De PO-Raad heeft op 2 juli een onderhandelaarsakkoord bereikt met de onderwijsvakbonden over een cao voor het primair onderwijs. Met deze cao is een belangrijke stap gezet op weg naar modernisering van de arbeidsvoorwaarden. De nieuwe CAO PO 2014-2015 loopt van 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2015. Op 1 september 2014 stijgen de salarissen met 1,2%. De nieuwe cao biedt meer ruimte voor het gesprek op de werkvloer, tussen werkgever en lerarenteams, en schoolbesturen kunnen nu een HRM-beleid vormgeven dat meer op hun situatie toegesneden is. Hoewel de verschillen van inzicht tussen de onderhandelingspartners substantieel waren, is het gelukt constructief naar oplossingen te blijven zoeken. Hugo Levie, onderhandelaar namens de PO-Raad: “Dit is echt winst voor iedereen: werknemer, werkgever en leerling.” Ruimte voor professionals In november 2013 startten de onderhandelingen, na een maandenlang voortraject waarin de PO-Raad samen met de andere sociale partners geïnventariseerd heeft waaraan een cao voor het primair onderwijs moet voldoen volgens leerkrachten, ondersteunend personeel, schoolleiders en bestuurders. Belangrijke onderwerpen die op tafel lagen, waren: modernisering van de cao, meer verantwoordelijkheid laag in de organisatie, professionalisering, flexibeler om kunnen gaan met maximale lessentaken, aanpakken van de werkdruk en het vervangen van de bapo door een regeling gericht op duurzame inzetbaarheid. Aan de onderhandelingstafel bleek het toch nog ingewikkeld om deze wensen in te vullen. Het nu bereikte onderhandelaarsakkoord biedt meer ruimte voor de professionals dan de huidige cao. Hierdoor is het beter mogelijk afspraken te maken die passen bij de individuele kwaliteiten en wensen van de werknemer, een optimale verdeling binnen het team en aansluiten bij de mogelijkheden en belangen van de school en de leerlingen. Tegelijkertijd blijft de cao een duidelijk kader bieden voor zowel de werkgever als de werknemer, waardoor rechten en plichten geborgd zijn. Bapo en werkdruk De bapo wordt afgeschaft. Hiervoor in de plaats komt een regeling waarbij alle werknemers in het primair onderwijs uren krijgen om te besteden aan professionalisering en duurzame inzetbaarheid. Te denken valt aan tijd voor intervisie, mobiliteit, coaching en dergelijke. Dit is een belangrijke stap in het toekomstbestendig maken van de cao. Voor werknemers die 10 jaar voor hun pensioen staan is een bijzonder budget in tijd beschikbaar. Met een eigen bijdrage is dit ook besteedbaar aan verlof. Beginnende leerkrachten krijgen met de nieuwe cao extra mogelijkheden om zich te ontwikkelen. In drie jaar kunnen zij hun niveau opbouwen van startend leerkracht tot basisbekwaam. Om de werkdruk aan te pakken stapt het primair onderwijs over op een veertigurige werkweek en is het mogelijk nieuwe afspraken te maken over taken en taakverdeling. In plaats van het huidige basismodel, waarin een fulltimer maximaal 930 uur van de 1659 beschikbare uren per jaar lesgeeft, kunnen scholen overstappen op een overlegmodel over de werkverdeling, waarin de zwaarte van het werk (klassengrootte, zorgleerlingen, etc.) wordt meegewogen en geen sprake is van een maximum aan de lessentaak. Hiervoor is wel instemming van de PMR en een meerderheid van het personeel nodig. Kwaliteitsimpuls De nieuwe cao biedt een kwaliteitsimpuls voor het onderwijs, door de professionalisering van alle leerkrachten te faciliteren. Dit is mede mogelijk door de extra middelen die het kabinet in het vooruitzicht heeft gesteld om te investeren in professionalisering van de leraren, mits sociale partners in de cao het afschaffen van de bapo zouden regelen. Belangrijk is dat de cao betaalbaar is gebleven. De leden van de PO-Raad waren daar, tijdens de Algemene Ledenvergadering in juni, heel helder over: financiering van de nieuwe cao voor het primair onderwijs mag niet ten koste gaan van werkgelegenheid én niet van het primaire proces. Levie:“Uitgangspunt voor ons was: een toekomstbestendige cao voor een volwassen sector met professionele medewerkers. Dus minder regels, meer ruimte voor maatwerk en betaalbaar. Natuurlijk zijn niet al onze wensen ingewilligd, maar ik vind deze cao echt een verbetering ten opzichte van de huidige.” De cao gaat gelden voor alle 170.000 werknemers in basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. De komende tijd, voor en na de zomervakantie, worden op regionale bijeenkomsten de implicaties van de cao besproken met de leden van de PO-Raad. Van 1 tot 10 september kunnen zij hun stem uitbrengen in een ledenraadpleging. Trefwoorden: CAO PO Samenvatting AOB Voor de 170.000 werknemers in basis- en speciaal onderwijs hebben werkgevers- en werknemers een onderhandelaarsakkoord over een nieuwe cao bereikt. Er komt 1,2 procent loonsverhoging en een regeling voor de begeleiding van startende leraren. Om de werkdruk aan te pakken en professionalisering te versterken zijn er afspraken gemaakt voor duurzame inzetbaarheid van al het personeel. Onderdeel daarvan is een regeling voor oudere werknemers. Werkgeversorganisatie PO-Raad en vakbonden AOb, CNV Onderwijs, AVS, FvOv en Abvakabo FNV hebben langdurig onderhandeld over de nieuwe cao die loopt van 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2015. Na de zomervakantie leggen de betrokken organisaties het onderhandelingsresultaat voor aan hun leden. De hoofdlijnen van het akkoord zien er als volgt uit: Loon Per 1 september gaan de lonen met 1,2 procent omhoog. Wanneer de overheid voor 2015 extra loonruimte beschikbaar stelt, zullen aanvullende loonafspraken worden gemaakt. Werkweek Om de werkdruk inzichtelijk te maken en te beheersen, stapt het primair onderwijs over op een veertigurige werkweek. Overwerk wordt gecompenseerd in vrije tijd, of, als dat echt niet anders kan, uitbetaald. Voor afspraken over de taakverdeling zijn twee modellen mogelijk. In het basismodel geldt dat een fulltimer geldt maximaal 930 uur van de 1659 beschikbare uren les geeft. Scholen die dat willen kunnen, met instemming van de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad en een meerderheid van het personeel, overstappen op een overlegmodel over de werkverdeling. Daarin wordt de zwaarte van het werk (klassengrootte, zorgleerlingen) meegewogen. Professionalisering Alle werknemers krijgen op fulltime basis twee uur per week voor hun professionele ontwikkeling, zoals peerreview, coaching, studieverlof of stage bij een andere school of werkgever. Per fulltimer is er gemiddeld 500 euro beschikbaar. Werknemers maken daarover jaarlijks afspraken met hun leidinggevende in het ontwikkelingsplan en leggen achteraf verantwoording af over hun scholingsactiviteiten. Starters Beginnende leraren krijgen maximaal drie jaar lang 40 uur per jaar extra voor professionalisering. Zij hebben recht op een coach die niet hun leidinggevende is. Deze coaching is gericht op het ontwikkelen van hun didactische vaardigheden in de klas. De cao beveelt aan dat starters met name lestaken krijgen plus de daarbij behorende voorbereiding, nakijken en scholing. In die drie jaar kan een starter zijn niveau verbeteren van beginnend leerkracht tot basisbekwaam. Lukt dat sneller dan drie jaar, dan stroomt een starter gelijk door naar een hoger salaris, maar verliest de extra veertig uur voor professionalisering. Duurzame inzetbaarheid ouderen Om oudere medewerkers in basis- en speciaal onderwijs tot hun pensioen duurzaam inzetbaar te houden is er vanaf 57 jaar (tien jaar voor de aow-leeftijd) op fulltime basis recht op 130 uur extra voor professionele ontwikkeling. Ook hier gaat het om coaching, studieverlof enzovoorts. Samen met de 40 uur voor iedereen kan deze in totaal 170 uur ook worden omgezet in verlof. Daarvoor geldt een eigen bijdrage van 40 procent voor werknemers tot en met schaal 8 en 50 procent in de andere schalen over het salaris van de 130 uur. Er zijn ook spaarmogelijkheden. Vanaf 1 oktober houdt de bestaande bapo op te bestaan. Wie al gebruik maakt van de bapo stapt eind 2014 over naar de nieuwe regeling, waarbij een overgangsregeling afgesproken. Daarin zit een aanvullend uren-budget waarmee verlof mogelijk is, eveneens met een eigen bijdrage. Samenvatting AOB 2 Na maanden onderhandelen hebben vakbonden en werkgeversorganisaties in het primair onderwijs een onderhandelaarsakkoord gesloten. “We hebben ingezet op kansen voor starters, een goede ouderenregeling en werkdrukverlaging. Op al die punten is behoorlijk wat binnengesleept”, aldus AObbestuurder primair onderwijs Liesbeth Verheggen. Volgens Verheggen verliep het onderhandelingstraject moeizaam. “Wij kregen van onze leden mee dat er duidelijke afspraken moesten komen over werkdruk, baankansen en salaris, want het onderwijspersoneel zit al jaren op de nullijn. Vanuit de politiek lag er druk om de ouderenregeling bapo af te schaffen. Over al deze zaken wilden wij constructief overleg voeren met de werkgevers, maar dat bleek niet makkelijk te zijn. Toch zijn we er uiteindelijk uitgekomen. Het akkoord leg ik dan ook met vertrouwen voor aan onze leden.” In plaats van de nullijn is er 1,2 procent loonsverhoging, mogelijk meer wanneer het kabinet voor 2015 extra ruimte geeft aan de schoolbesturen voor de lonen. Voor iedereen is er twee uur per week voor professionele ontwikkeling, zoals coaching of studieverlof. Daarbovenop zijn afspraken gemaakt voor starters en ouderen. Starters en ouderen Starters krijgen maximaal drie jaar lang 40 uur per jaar extra voor professionalisering. Het is de bedoeling dat startende docenten enkel lestaken krijgen plus de daarbij behorende zaken als voorbereiding, nakijken en scholing. Deze 40 uur per jaar kan worden gebruikt om van beginnend leerkracht ‘basisbekwaam’ te worden. Wanneer dat niveau sneller is bereikt dan in drie jaar, dan stroomt een starter gelijk door naar een hoger salaris. De ouderenregeling bapo houdt vanaf 1 oktober op te bestaan en wordt vervangen door een nieuwe regeling. 57plussers krijgen een aanvullend budget van 130 uur. Wanneer dat budget wordt gebruikt voor extra verlof, geldt een eigen bijdrage van 40 procent tot en met schaal 8 en 50 procent daarboven. Ouderen die nu al bapo gebruiken of daar recht op hebben, krijgen als overgangsregeling nog eens 170 uur op dezelfde basis. Werkweek De jaarlijkse werktijd blijft 1659 uur, maar wordt omgezet naar een 40-urige werkweek. Hierdoor is het makkelijker om bijvoorbeeld overwerk vast te stellen. Overwerk wordt gecompenseerd in vrije tijd, en eventueel uitbetaald. “De indeling van het werk wordt makkelijker en we maken de werkdruk inzichtelijker”, constateert Verheggen. Scholen hebben twee mogelijkheden: een maximale lestijd van 930 uur per jaar voor fulltimers met de huidige afspraken of afspraken op schoolniveau, waarbij meer ruimte is om rekening te houden met groepsgrootte en zorgleerlingen. Groepsgrootte Het bestuur overlegt met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad hoeveel leerkrachten worden ingezet op al hun scholen. Nieuw is nu dat het schoolbestuur daarbij moet verantwoorden wat dit betekent voor de gemiddelde groepsgrootte per school. Liesbeth Verheggen: "Hiermee zetten we een eerste stap om veel te volle klassen tegen te gaan. Dat is winst.” Samenvatting VOS ABB Het is de sociale partners na lang onderhandelen toch nog gelukt om voor de zomervakantie een akkoord te bereiken over een nieuwe cao voor het primair onderwijs. Er is onder andere afgesproken dat er per september 2014 een loonsverhoging van 1,2 procent komt. De PO-Raad meldt als sectororganisatie van de werkgevers dat de nieuwe cao meer ruimte biedt voor ‘professionalisering en duurzame inzetbaarheid’. Zo krijgen werknemers twee uur per week voor hun professionele ontwikkeling. Zij maken jaarlijks afspraken met hun leidinggevende over hun professionalisering en leggen achteraf verantwoording af over hun scholingsactiviteiten. Starters Beginnende leerkrachten krijgen maximaal drie jaar lang 40 uur per jaar extra voor professionalisering. Zij hebben recht op een coach die niet hun leidinggevende is. De coaching is gericht op het ontwikkelen van didactische vaardigheden. De cao beveelt aan dat starters met name lestaken krijgen plus de daarbij behorende voorbereiding, nakijken en scholing. In die drie jaar kan een starter zijn niveau verbeteren van beginnend leerkracht tot basisbekwaam. Lukt dat sneller dan drie jaar, dan stroomt een starter door naar een hoger salaris, maar verliest hij of zij wel de extra 40 uur voor professionalisering. Om medewerkers in staat te stellen te werken aan hun duurzame inzetbaarheid, krijgt zij elk een budget van 40 uur per jaar voor bijvoorbeeld peer review, coaching, studieverlof of stage bij een andere school of werkgever. 57-plussers Om oudere personeelsleden vanaf 57 jaar tot hun pensioen duurzaam inzetbaar te houden, hebben zij op fulltimebasis recht op een budget van 130 uur. Ook hier gaat het bijvoorbeeld om coaching en studieverlof, maar de uren kunnen ook worden ingezet voor verlof. Daarbij geldt een eigen bijdrage van 50 procent (40 procent voor werknemers tot en met schaal 8) over het salaris van deze uren. Er zijn ook spaarmogelijkheden. Op 1 oktober houdt de huidige BAPO-regeling voor oudere personeelsleden op te bestaan. Voor wie op dat moment BAPO heeft, is een overgangsregeling afgesproken: met een geringe ophoging van de eigen bijdrage kan het huidige verlof worden voortgezet. Werkdruk De nieuwe cao zet in op het inzichtelijk en beheersbaar maken van de werkdruk. Het primair onderwijs stapt over op de 40-urige werkweek. Voor afspraken over de taakverdeling kan worden uitgegaan van een basismodel voor een fulltimer die maximaal 930 uur van de 1659 beschikbare uren lesgeeft. Scholen kunnen met instemming van het team kiezen voor een overlegmodel over de werkverdeling. Daarin wordt de zwaarte van het werk meegewogen bij de taakverdeling en vervalt de maximale lessentaak. Iedereen blij De Algemene Onderwijsbond (AOb) zegt bij monde van bestuurder Liesbeth Verheggen ‘behoorlijk wat te hebben binnengesleept’. Ze doelt op de kansen van starters, de nieuwe regeling voor oudere personeelsleden en verlaging van de werkdruk in het primair onderwijs. Verheggen zegt dat de AOb het akkoord met vertrouwen voorlegt aan de leden. Ook CNV Onderwijs is positief. ‘Deze cao geeft onderwijspersoneel meer ruimte in tijd en geld om aan de eigen professionalisering te werken. Ook wordt het eenvoudiger om vast te stellen of iemand overwerkt en daardoor kunnen die uren in tijd gecompenseerd worden’, aldus CNVO-bestuurder Joany Krijt. De Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) reageert ook verheugd op het bereikte resultaat. In de nieuwe CAO PO zal worden opgenomen dat elk school een schoolleider moet hebben om de ontwikkeling van de schoolorganisatie professioneel vorm te geven. Dat is een punt dat de AVS altijd heeft bepleit. Ledenraadplegingen Het onderhandelaarsakkoord wordt de komende tijd voorgelegd aan de leden van sociale partners. De nieuwe cao, die van toepassing is op 170.000 mensen die in het primair onderwijs werken, gaat met terugwerkende kracht in op 1 juli 2014 en geldt tot en met 30 juni 2015.