Reactie - Welkom bij gemeente Hellevoetsluis

advertisement
Wemar-rapportage (burgeronderzoek)
Afgesproken is, dat vanuit de ambtelijke organisatie zou worden ingegaan op
een aantal vragen, die zijn gebaseerd op het in het najaar 2000 plaats
gevonden burgeronderzoek in Hellevoetsluis.
Geconstateerd moet worden dat de meeste vragen zich hebben geconcentreerd
rond het takenpakket van de (nieuwe) afdeling SOB.
Door de diverse productgroepleiders van SOB is zo concreet mogelijk
ingegaan op deze vragen; hun reacties zijn bijgevoegd.
Uit de rapportage en de daarop gestelde vragen c.q. opgestelde reacties
kunnen een paar algemene beelden naar voren worden gehaald.
1.
Structuur van de gemeente:
Er bestaat bij de bevolking geen breed enthousiasme voor een
grootschalige, versnelde groei. Wel wordt de nodige en terechte aandacht
gevraagd voor de ontsluitingsproblematiek.
In algemene zin dit bijzondere aandacht voor de gemeentelijke
structuurschets, die momenteel in voorbereiding is.
2.
Beheer
Er bestaat de nodige kritiek op het beheer van de gemeente.
Geconstateerd moet worden dat het niet zozeer om geld gaat maar vooral
om de feitelijke uitvoering. De bestaande wijkwerkorganisatie besteed op
zich al veel tijd aan inspraak met bewoners over het beoogde wijkbeheer,
maar de implementatie hiervan verdient nog extra aandacht. De hiermee
verband houdende organisatorische aspecten krijgen in punt 3 aandacht.
3.
Organisatie.
De gemeentelijke organisatie komt over als een enigszins in zichzelf
gekeerde, te weinig klantgerichte organisatie. De laatste jaren is de
nodige energie besteed aan een aantal veranderingstrajecten, die met
name zijn gericht op platte organisatie, waarbij uitvoerende taken
zoveel mogelijk op afstand zijn gezet en waar bovendien een goed
functionerend BBI-traject van groot belang wordt geacht.
Vooral in relatie tot het op afstand zetten van uitvoeringstaken
betekent dit, dat medewerkers zich binnen de organisatie breed betrokken
blijven voelen bij vragen en opmerkingen van de burger en daar ook zo
actief mogelijk op inspelen. De huidige opinie is naar mijn oordeel niet
geheel maatgevend, want die is vooral bepaald op basis van een zekere
momentopname, waarbij bezuinigingen vanuit het verleden en
reorganisaties van grote invloed zijn geweest op de beeldvorming.
Wel is het nu buitengewoon belangrijk, dat tijd en energie wordt besteed
om de organisatie ook weer naar buiten toe als een heldere,
ontvankelijke structuur te etaleren.
Tot slot:
Het burgeronderzoek van Wemar wordt ook door SOB beschouwd als een goede
spiegel, die een belangrijke basis is voor verbeteringen. Eem kritische
blik naar het eigen functioneren is immers belangrijk om de organisatie
in de pas te laten lopen met maatschappelijke ontwikkelingen.
De vraag die daarbij gesteld kan worden is of met de uitkomsten van dit
onderzoek in belangrijke mate wordt afgeweken van resultaten van
soortgelijke onderzoeken in andere gemeenten.
Hellevoetsluis, 18 juni 2001.
A. de Vries, hoofd SOB
Bijlage 1: Reactie productgroep Bouwen en Ruimte
1. Toekomstbeeld/ ideaalbeelden.
De wens om slechts te beperkt/ genuanceerd te groeien als stad, waarbij wel
het voorzieningenniveau doorgroeit, is in feite alleen mogelijk wanneer
Hellevoetsluis een veel sterkere regionale functie krijgt, die ten koste
gaat van het voorzieningenniveau in andere plaatsen. Omdat een dergelijke
(agressieve) beleidsstrategie geen optie is, is een groei van het
voorzieningenniveau (jeugdvoorzieningen, medische voorzieningen etc.)
alleen dan mogelijk, wanneer Hellevoetsluis zelf groeit.
Na een periode van snelle groei is het van groot belang dat er aandacht
wordt gegeven aan de bestaande stad. Een professioneel en zorgvuldig beheer
van de openbare ruimte is van groot belang voor de mate waarin inwoners
tevreden zijn over hun woonplaats. Een visie waarin alles moet blijven
zoals het is, is geen reële basis voor beleid.
Er wordt prioriteit gegeven aan het verbeteren van de interne
ontsluitingsstructuur. Voor de regionale ontsluiting is de afgelopen jaren
een zware lobby ingezet in de richting van de stadsregio, de provincie en
het Rijk. Dit heeft er in geresulteerd dat er gelden beschikbaar worden
gesteld voor het verbeteren van de N57. De stadsregio werkt samen met
Rijkswaterstaat aan een plan.
5. Openbaar vervoer
Vanuit het regionale verkeersbeleid dient meer aandacht te worden besteed
aan het openbaar vervoer, om een weerwoord te kunnen hebben tegen de koers
om te snijden in buslijnen en –frequenties, met name in de avonduren en om
te onderzoeken of er daadwerkelijk leemtes zijn in bijvoorbeeld de
buslijnen door de Ravense Hoek en Den Bonsen Hoek.
6. Verbeteren lokale bereikbaarheid
Zie andere punten. Er is een onderzoek naar de doorstroming van het verkeer
op de hoofdroutes in Hellevoetsluis gedaan. Ook is de parkeersituatie in de
Struytse Hoeck onderzocht. Het parkeerbeleid gaat binnenkort het
inspraaktraject in.
7. Verbeteren regionale bereikbaarheid
Hoewel het lobbytraject voor de buitenstaander redelijk onzichtbaar is, is
er wel degelijk resultaat bereikt (zie onder 1). Een hardere opstelling
lijkt wellicht zinvol, maar in dergelijke trajecten moet gewaakt worden
voor een schreeuwerige strategie vanuit een soort Calimero-gevoel.
20. Infrastructuur en bereikbaarheid
Inderdaad is een inhaalslag nodig voor de infrastructuur. Zie ook onder de
punten 1,5 en 7.
Bijlage 2: Reactie productgroep Stedelijk Beheer
3. Verkeersveiligheid
Uit de kwalitatieve onderdelen van het onderzoek blijkt dat de
verkeersveiligheid in Hellevoetsluis op een aantal locaties te wensen over
laat. Het betreft met name verkeersonveilige situaties voor de jeugd.
Automobilisten hebben een ‘scheurmentaliteit’ (zelfs tussen
verkeersdrempels, waarop door de gemeente meer handhaving plaats dient te
vinden.
Vervolgens wordt een aantal plaatselijke knelpunten opgesomd.
De verkeersveiligheid wordt door bewoners in de directe omgeving positief
ervaren door 76% (zeer goed, goed, neutraal). Voor heel Hellevoetsluis is
dat 81%
Als verbetermogelijkheden worden genoemd:
 meer controle op scheurmentaliteit van automobilisten;
 voetgangers- en fietsbrug- of tunnel over/onder AI Laan ter hoogte van
de Struytse Hoeck;
 beter beleid voor verkeersremmende maatregelen.
Reactie
a. De beschreven situatie spoort met het beeld dat bij de vakafdeling
bestaat.
b. V.w.b. de genoemde plaatselijke knelpunten zijn verbeterplannen in
uitvoering, respectievelijk in voorbereiding.
c. V.w.b. de verbetermogelijkheden zijn voor de AI Laan plannen in
ontwikkeling, in het kader van de Kop van de Oostdijk. V.w.b. het
verbeteren van het beleid voor verkeersremmende maatregelen kan
opgemerkt worden dat inmiddels de uitvoering van Duurzaam Veilig in
gang is gezet, waarmee in 2002 50% van de woongebieden als 30 km-zone
zal zijn ingericht. De controle op scheurmentaliteit is een zaak van
de politie.
4. Beheer van de openbare ruimte
Bij ‘Imago en toekomstbeleid’ wordt door bewoners als sterke kant genoemd
dat er veel groen is. Het beheer van het groen wordt echter minder
beoordeeld. Over het algemeen is de bevolking tevreden over de
reactiesnelheid op kleine klachten (losliggende stoeptegel).
Bij de beoordeling van de beleidsaspecten is een ruime meerderheid van de
bewoners (86%) positief over de hoeveelheid groen. De netheid en kwaliteit
van de openbare ruimte worden echter minder goed beoordeeld. In de directe
woonomgeving wordt de netheid en kwaliteit positief beoordeeld door 82% en
voor heel Hellevoetsluis is dat 75%.
De klachten zijn:
 lage onderhoudfrequenties
 gebrek aan wandel- en fietspaden in parken, mede als gevolg van slecht
beheer
 slecht onderhoud van de stranden (hondenpoep)
 incidentele trage reactie op het schoonhouden van de openbare ruimte
Vanuit toeristisch-recreatief oogpunt wordt de openbare ruimte goed
beoordeeld. Dit betreft met name de locaties de Vesting en de
Struytsehoeck. Het strand vormt een uitzondering.
Als verbetermogelijkheden worden genoemd:
 de gemeente dient haar invloed, controle en handhaving met betrekking
tot het beheer en haar budget op dit punt te verhogen;
 bewoners dienen een mentaliteitsverandering te ondergaan
 bewoners en stadswachten (wijkwerkorganisatie en
veligheidsassistenten)moeten elkaar op (vervuilend) gedrag attenderen.
Reactie
a. Hoewel de positieve beoordelingen voor de netheid en kwaliteit van
82% en 75% m.i. zeker niet laag zijn wordt de algemene indruk dat het
beter moet ook door de vakafdeling gedeeld. Dezerzijds bestaat het
idee dat de algemene indruk met name wordt bepaald door de staat
waarin het groenonderhoud verkeerde. Daaruit komen ook de klachten
voor slechte bereikbaarheid van paden in parken.
b. In 2000 is vastgesteld dat met name bij het groenonderhoud sprake
was van achterstallig onderhoud. E.e.a. is aanleiding geweest om bij
de Voorjaarsnota 2001 extra middelen beschikbaar te stellen voor het
inlopen van de achterstanden in 2001,2002 en 2003.
c. Vooruitlopende op de behandeling bij de Voorjaarsnota is vanaf begin
2001 een start gemaakt met forse snoeiwerkzaamheden.
10. Bevorderen van meer betrokkenheid van de bewoners. Nodig om de
veiligheidsbeleving en netheid te verbeteren
Bij ‘Beoordeling beleidsaspecten’ wordt aangegeven dat uit het
kwantitatieve onderzoek bleek dat een meerderheid (55%) stelt dat de
betrokkenheid van de bewoners bij de gemeente en de eigen buurt (zeer)
klein is. een lage betrokkenheid leidt, zoals bleek uit de kwalitatieve
delen van het onderzoek, met name tot vermindering van de sociale controle
op ongewenst gedrag zoals vervuiling en criminaliteit.
Als verbetermogelijkheden worden genoemd:
 vermindering van de groei
 minder doorstroming in de buurten
Reactie
Conclusies vallen niet te ontkennen: Gemiddeld 1 maal per 14 dagen wordt
vanuit de productgroep Stedelijk Beheer een info-avond georganiseerd in een
wijk(gedeelte) over de staat van onderhoud, aanpassingen e.d. Helaas is de
opkomst vanuit de betrokken bevolking zeer laag (en soms zelfs nihil)
hetgeen mogelijkerwijs het gevolg is van het feit, dat er in het algemeen
toch een zekere positieve waardering bestaat voor het gemeentelijke beheer.
16. Fiets- en wandelpaden
Bij de beoordeling van de beleidsaspecten beoordeelt een ruime meerderheid
van de bewoners de fiets- en wandelpaden in de directe woonomgeving en in
Hellevoetsluis als geheel positief (79% en 83%).het is hiermee één van de
sterke punten van de gemeente. Minder goed is men te spreken over dec staat
van onderhoud.
Als verbetermogelijkheden worden genoemd:
 meer fiets- en wandelpaden
 beter onderhouden fiets-en wandelpaden
Reactie
a. De mening t.a.v. het onderhoud wordt volledig gedeeld. Uitbreiding
van met name de fietspaden wordt niet noodzakelijk geacht. Gelet op
de uitbreiding van de 30 km-zones moet eerder gedacht worden aan het
verminderen van de fietspaden.
b. In 2000 is vastgesteld dat een groot deel van het fietspadenstelsel
in slechte staat van onderhoud verkeert. Bij de Voorjaarsnota is
afgesproken dat een gebruikersonderzoek (fietsbalans) gekoppeld
diende te worden aan de het technische kwaliteitsonderzoek, waarna
voorstellen voor verbetering opgenomen worden in de begroting 2002.
17. Veligheidsbeleving/wijkbeheer
Wijkbeheer:
Bij de ‘beoordeling van de beleidsaspecten’ wordt aangegeven dat wijkbeheer
een grote rol kan spelen ten aanzien van de veiligheidsbeleving van de
bewoners. Uit het onderzoek blijkt dat bijna tweederde van de bewoners
bekend is met wijkbeheer. Het merendeel hiervan is tevens van mening dat
het wijkbeheer een positieve invloed heeft op de veiligheidsbeleving.
Daarnaast zijn echter enkele kritische noten over het reilen en zeilen van
het wijkbeheer geinventariseerd, t.w.:
 Het wijkbeheer is slechts een doorgeefluik. Met inspraak wordt niets
gedaan.
 Door veel roulatie binnen het (wijkbeheer)team van zowel de gemeente,
politie en Maasdelta is het geen stabielsysteem.
 Er wordt niet echt naar oplossingen gezocht
Als verbetermogelijkheden worden genoemd:
Een groot deel van de veiligheidsbeleving wordt bepaald door
(hang)jongeren. De mogelijkheden zijn daar allemaal op afgestemd.
Wijkbeheer wordt hier verder niet genoemd.
Reactie
a. Dezerzijds bestaat de indruk dat wijkbeheer niet zo bekend is als het
onderzoek doet vermoeden. Het kan natuurlijk wel dat veel bewoners er
wel eens van gehoord hebben, zonder te weten wat het inhoudt. De
mening dat wijkbeheer een positieve invloed heeft op de
veiligheidsbeleving wordt ook niet gedeeld. Wijkbeheer kan natuurlijk
wel, als alle partijen meewerken, oplossingen aandragen en tot
uitvoering brengen, welke de veiligheid bevorderen.
b. Er worden geen echte wensen/aanbevelingen gedaan.
c. Diverse plannen, betreffende (hang)jongeren,zijn in
voorbereiding/uitvoering. Het wijkbeheer probeert via de
wijkbeherteams en ad hoc-teams voorwaardenscheppend bezig te zijn.
Opvallende daarbij is dat Push min of meer alleen aan de kar moet
trekken en er weinig inbreng is van de politie.
Bijlage 3 Reactie Productgroep Toerisme, Recreatie, Economische
Zaken en Grondzaken (TREG)
Op pagina 8 van het rapport staat: “In het algemeen liggen er mogelijkheden
om meer diversiteit in winkels aan te brengen en de sfeer in de Struytse
Hoeck te verbeteren bijvoorbeeld door middel van horeca en evenementen”
In de onlangs opgestelde visie op de detailhandel is berekend aan winkels
in onze gemeente – en met name ook in de Struytse Hoeck – behoefte is door
het in onze gemeente aanwezige winkelbestand te vergelijken met
soortgelijke gemeenten. De resultaten van de visie zijn besproken met de
belegger van het winkelcentrum, waarbij aan hem is gevraagd om bij de
herinvulling van vrijkomende panden zoveel mogelijk rekening te houden met
de onderzoeksresultaten.
In het winkelcentrum is uitsluitend winkelondersteunende horeca gevestigd
en worden slechts winkelondersteunende evenementen georganiseerd.
Verdere uitplaatsing van horeca en evenementen van het sociale hart, de
Vesting, naar het economische hart van Hellevoetsluis, Winkelcentrum De
Struytse Hoeck, is ongewenst omdat dan de Vesting nog verder wordt
ondergraven.
Op bladzijde 11 staat: in het grondbeleid dient de gemeente rekening te
houden met de toekomstige groei van individuele bedrijven door te kiezen
voor een grootschaliger opzet van nieuw te realiseren bedrijventerreinen.
Accoord: bedrijven groeien en komen vervolgens in de problemen. Daarom
wordt bij de gronduitgifte rekening gehouden met potentie van bedrijven.
Aan de andere kant wil de gemeente bedrijven ook niet te ruim in het jaste
zetten.
We geven bedrijfsgrond uit, omdat we werkgelegenheid willen scheppen.
Daarom gaan we zo efficient mogelijk met ruimtebeslag om. Per ha. moeten 36
arbeidsplaatsen worden gecreëerd en zo mogelijk nog meer. Dit is veelal
niet haalbaar als op de groei wordt gekocht.
Een opmerkelijke uitspraak treffen we aan op bladzijde 12: Hellevoetsluis
wordt bezocht vanwege het winkelaanbod, de Vesting, de daar aanwezige
voorzieningen, zoals stedelijk schoon, terrassen en de Vestingdagen. Het
aanbod van musea vormt in mindere mate een hoofdreden van bezoek maar dient
gezien te worden als ondersteuning.
Deze op zich niet zo verrassende uitspraak dient te worden betrokken bij de
keuze over de besteding van de voor de ontwikkeling van het Groote Dok Oost
beschikbare middelen.
Pagina 14: de resultaten van de drie eerder uitgevoerde onderzoeken
vergonen een consistent beeld.
Betekent dit, dat geen vooruitgang is geboekt?
Pagina 20: jongeren missen goede uitgangsmogelijkheden.
In Hellevoetsluis beschikken we niet over een discotheek.
Geen enkele ondernemer ziet heil in dit project.
Daarom heeft de gemeente uit arren moede besloten om te wachten op betere
tijden.
Op pagina 22 wordt opgemerkt, dat het z.g. Kleine Strandje te kleinschalig
en van onvoldoende kwaliteit is. Dit wordt geheel onderschreven.
In de exploitatie-opzet van de Heliushaven is een post opgenomen voor
verbetering van dit strandje. Er kan bijvoorbeeld een horecagelegenheid met
openbare toiletten worden geplaatste en op het strand zouden enige
speelwerktuigen (schommels e.d.) kunnen worden geplaatst.
Project wordt opgenomen op de projectenlijst van mijn productgroep.
Pagina 22: door de afzonderlijke ligging van de toeristisch-recreatieve
locaties lijkt Hellevoetsluis per locatie bezoekers met verschillende
kenmerken en diverse specifieke bezoekredenen te trekken. Als gevolg
hiervan heeft men een diffuus beeld van Hellevoetsluis en de gewenste
ontwikkelingsrichting van de gemeente. Als gemeente proberen we een zo
breed mogelijk publiek te trekken.
We moeten echter wel voorkomen dat Hellevoetsluis naar buiten toe een
lappendeken wordt van toeristische produkten.
In de over 2 jaar op te stellen nieuwe nota toerisme aandacht besteden aan
clustering van voorzieningen.
Een heel goede opmerking was, dat de gemeente bij interactieve
beleidsvorming te weinig terugkoppelt richting participanten (zie ook pag.
77).
Wellicht kan worden overwogen via een mailing/nieuwsbrief betrokkenen
peridiek op de hoogte te houden van de meest recente ontwikkelingen.
Op bladzijde 56/57 zijn de zwakke punten van onze huidige
bedrijventerreinen geinventariseerd.
Dit moet worden betrokken bij het opstellen van de uitgangspunten voor
Kickers Bloem III.
Bijlage 4
Produktgroep Grondexploitatie
Punt 12 Herontwikkeling Vesting is wenselijk
In oktober 1996 heeft de gemeenteraad van Hellevoetsluis het
Herontwikkelingsplan Vesting vastgesteld. Hierin geeft de gemeente zijn
visie weer op de toekomstige ontwikkelingen in de Vesting. Verhoging van
attractiviteit van de Vesting voor de inwoners van Hellevoetsluis,
vergroting van de aantrekkelijkheid voor de dagrecreatie en verbetering van
de functie van Hellevoetsluis als watersportcentrum zijn de belangrijkste
doelen.
Deze worden bereikt door vergroting van het draagvlak in de Vesting door de
bouw van aantrekkelijke woningen, door intensiever beheer van de
cultuurhistorische voorzieningen, verbetering van de recreatieve- en
uitgaansmogelijkheden en de ontwikkeling en stimulering van ambachtelijke
bedrijvigheid, cultuur, evenementen, horeca en winkeltjes.
Een belangrijk element in het plan is de herstructurering van het groen van
de wallen.
De eerste aanzetten van de herontwikkeling van de Vesting zijn inmiddels
zichtbaar.
De reconstructie van verharding in het centrumgebied is grotendeels gereed
en de herbouw van het Pompgebouw van Droogdok Jan Blanken is in uitvoering.
Binnenkort wordt begonnen met de bouw van het kunstencentrum en zes
woningen aan de Opzoomerlaan en met de bouw van 177 woningen en van winkels
en bedrijfsruimten in Groote Dok West.
De realisering van deze woningen met winkels en bedrijfsruimten en van de
voorzieningen zullen het draagvlak en de attractiviteit van de Vesting
reeds aanzienlijk doen toenemen.
Door de aanleg van een wandelboulevard aan de oostzijde van het Groote Dok
moet de jachthaven van Marina De Boom in zijn geheel worden verplaatst naar
de westzijde van het Groote Dok. Uitgangspunt hierbij is dat de kwaliteit
van de watersportfaciliteiten op een door de gemeente gewenst hoogwaardig
niveau worden gebracht. Langs de wandelboulevard wordt afmeergelegenheid
gecreëerd voor traditionele schepen en voor het museumschip Lichtschip
Noord Hinder.
De herontwikkeling van de Vesting heeft tot gevolg dat moet worden gerekend
op meer verkeer van zowel voetgangers, fietsers als auto’s. Goede
bereikbaarheid en de aanleg van voldoende parkeervoorzieningen zijn van het
grootste belang. In het herontwikkelingsplan en bij de uitwerking ervan
wordt hiermee rekening gehouden.
Voor de Vesting is op basis van de voorgenomen ontwikkelingen een
verkeerscirculatieplan opgesteld. Het parkeerplan dat hiervan deel uitmaakt
gaat uit van 1,25 parkeerplaatsen per woning en van parkeerplaatsen voor de
verschillende culturele, recreatieve en zakelijke functies. Om het hoofd te
kunnen bieden aan een eventuele behoefte van meer dan 1,25 parkeerplaatsen
per woning wordt bij de uitwerking gestreefd naar voldoende reserveruimte
om zonodig extra parkeerplaatsen te kunnen realiseren.
In het verkeerscirculatieplan zijn de verkeersontsluitingen onderzocht,
geënt op het instellen van een 30 km beleid. De toegankelijkheid van het
gebied voor auto’s wordt in hoge mate bepaald door de capaciteit van de
Brielse Poort. Berekend is dat de capaciteit van de wegen in de Vesting en
van de Brielse Poort voldoende is voor de verkeersafwikkeling. Een rond het
Droogdok geprojecteerde weg is bestemd voor voetgangers en fietsers. Deze
weg wordt voor autoverkeer alleen opengesteld bij calamiteiten en
bijzondere gebeurtenissen.
Download