De dood van de auteur als decentrering

advertisement
De dood van de auteur als decentrering van het subject – van Roland Barthes naar Michel
Foucault
Sjoerd van Hoorn
Een centrale figuur in de filosofie vanaf het midden van de twintigste eeuw is de decentrering van
het subject: het subject wordt niet meer beschouwd als een onafhankelijk centrum van waaruit we
de wereld kunnen begrijpen. Het subject is geen verklaringsgrond. Veeleer wordt het subject zelf iets
dat verklaring behoeft. Het oeuvre van Michel Foucault draait in belangrijke mate om de figuur van
de decentrering. Het gaat Foucault om de analyse van de mogelijkheidsvoorwaarden van de
subjectiviteit. Hier spitsen we onze bespreking van Foucault toe op het idee van de dood van de
auteur als een vorm van de decentrering van het subject.
Waar de literatuurwetenschap en de literaire kritiek zich tot de jaren ’60 in navolging van SainteBeuve en Lanson had geconcentreerd op de relatie tussen leven en werk van de auteur (l’homme et
l’oeuvre), ontwikkelde de nouvelle critique van auteurs als Roland Barthes een notie van écriture (in
het Nederlands wel als schriftuur vertaald), waarin het primaat van de auteur wordt vervangen door
het primaat van het werk (oeuvre) of de tekst.
Michel Foucault heeft zich eind jaren ‘60 in een drietal teksten bezig gehouden met de concepten
van tekst en auteurschap. In zijn boek Les mots et les choses (1966) ontwikkelt hij een begrip van
literatuur als een strijd tegen representatie. Vanwege de ambiguïteit van zijn auteursbegrip werkte
Foucault naar aanleiding van kritiek daarop dit begrip verder uit in de tekst “Qu’est-ce qu’ un
auteur?” (1969) waarop we hier in detail zullen ingaan. Volgens Foucault houdt de notie van écriture
zoals de nouvelle critique deze hanteert slechts een verplaatsing van het probleem van het
auteurschap in. De notie van oeuvre tilt het problematische auteurschap alleen naar een hoger plan.
Foucault laat zien dat de notie van oeuvre zelf buitengewoon vaag is. In plaats van een nieuwe,
quasi-transcendentale grond te zoeken voor een voorondersteld eenheidsprincipe van een tekst
(l’homme et l’oeuvre (biografie) of het werk), moeten we volgens Foucault vragen wat een auteur
mogelijk maakt.
Hiertoe lanceert Foucault het begrip auteursfunctie. In “Qu’est-ce qu’un auteur?” gaat Foucault dan
ook in op waar een auteur voor is, dat wil zeggen, welke teksten een auteur krijgen toegewezen,
welke sociale en juridische rol de toewijzing van een auteur speelt en hoe het auteursbegrip
semantisch (taalfilosofisch) begrepen kan worden. In onze presentatie bespreken we Foucaults
kritiek op Barthes. Vervolgens laten we zien op welke wijze volgens Foucault de auteur een functie
van de tekst is. Foucaults notie van auteurschap is op zijn beurt bekritiseerd. We bespreken
Foucaults reactie op enkele objecties zoals hij die heeft gepresenteerd in zijn inaugurale rede aan het
Collège de France, L’ordre du discours (1971). Tenslotte gaan we in op meer hedendaagse kritiek op
het idee van de dood van de auteur, bijvoorbeeld die van Sean Burke – heeft Foucault deze eigenlijk
niet al ondervangen? – en stellen we ons de vraag of de auteur (en daarmee wellicht het subject als
laatste grond) terug is van weggeweest of dat we veeleer met een zombie van doen hebben.
Bibliografie
Barthes, Roland “La mort de l’auteur” in Oeuvres complètes, Tome III, Parijs, 2002 [1968]
Burke, Sean The Death and Return of the Author, 3rd edition, Edinburgh, 2008.
Compagnon, Antoine Le démon de la théorie, Parijs, 1998.
Foucault, Michel Les mots et les choses, Parijs, 1966.
Foucault, Michel “Qu’est-ce qu’un auteur?” in Dits et Écrits I, Parijs, 1994. [1969]
Foucault, Michel L’ordre du discours, Parijs, 1971.
Hofstede, Rokus & Jürgen Pieters Memo Barthes, Nijmegen, 2004.
Kaufmann, Vincent La faute à Mallarmé, Parijs, 2011.
Schuerewegen, Franc Introduction à la méthode postextuelle, Parijs, 2012.
Bio
Sjoerd van Hoorn (1973) studeerde filosofie in Nijmegen (1995-2002). Hij was ondermeer docent aan
de Vrije Universiteit (2006-2011). Momenteel is hij werkloos. Zijn interesses zijn geschiedenis van de
moderne filosofie, politieke filosofie, hedendaagse Franse filosofie, French Theory en literatuur.
Download