MINDFULNESS, OMGAAN MET MOEILIJKE EN STRESSVOLLE ERVARINGEN: ACHTERGRONDINFORMATIE Interview met Dr. Edel Maex http://www.knack.be/kanaal/mensen/--039-zelfs-met-zware-tegenslagen-kunnen-we-lerenomgaan--039-/site72-section9-article5681.html 'Zelfs met zware tegenslagen kunnen we leren omgaan' 04/07/2007 Edel Maex is psychiater en zenboeddhist. Ruim tien jaar geleden introduceerde hij de zogenaamde mindfulnesstrainingen in ons land, een meditatietechniek die de terugval in een depressie mee kan helpen voorkomen. Edel Maex is psychiater in het Antwerpse Middelheim Ziekenhuis. Bij een breder publiek is hij vooral bekend als de man die de zogenaamde mindfulnesstraining in ons land introduceerde: een in het boeddhisme gewortelde meditatietechniek die onder meer een terugval in depressie kan helpen voorkomen. Van zijn boek Mindfulness werden ondertussen ruim 12.000 exemplaren verkocht, en de belangstelling blijft groeien. Hoe zou u mindfulness definiëren? MAEX: Het is erg moeilijk om de term letterlijk te vertalen. Het woord vindt z'n oorsprong in het boeddhisme, maar leidt nu al enkele decennia een eigen leven. Ik noem het: een milde, open aandacht. Wat doen we met onze ellende, onze pijn, ons verdriet? Eerst proberen we dat zoveel mogelijk te negeren, te doen alsof het er niet is. Dat is een valkuil, want het is nu eenmaal onmogelijk om alle pijn uit ons systeem te krijgen. Er is ook een ándere valkuil: dat we te sterk opgaan in onze ellende, waardoor we er ons keer op keer in verliezen. Wat mindfulness doet, is de middenweg beoefenen: aandacht geven aan de dingen, zonder ze te negeren maar ook zonder je te laten meeslepen. Wie met een milde, open aandacht naar het verdriet kijkt, behoudt de vrijheid om ermee om te gaan, blijft zelf aan het stuur zitten, hoeft zich niet te laten meesleuren in de meest wanhopige, radeloze of depressieve toestanden. Waarom worden zo veel mensen depressief? MAEX: Ik weet het zelf niet. De prevalentie op wereldschaal, dus het aantal mensen dat momenteel de ziekte heeft, is ongeveer 4 procent. Komt het echt vaker voor, of lijkt dat alleen maar zo omdat we het sneller en beter opmerken? De meningen daarover zijn verdeeld. Ik vraag mij soms ook af in welke mate we iets pathologiseren dat gewoon tot de condition humaine behoort. Misschien hoort het er gewoon bij dat we in de loop van ons leven door een aantal moeilijke periodes heen gaan. Wanneer spreekt men van een depressie? MAEX: Iemand heeft een depressie als hij of zij beantwoordt aan de zogenaamde DSMcriteria, de symptomen die worden beschreven in de Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders . Laat ik het zo eenvoudig mogelijk uitleggen. Een normale stemming schommelt, iedereen heeft goede en slechte dagen. Als iemand geen goede dagen meer heeft, en altijd in een sombere stemming is, of nergens meer van kan genieten, dan kan er sprake zijn van een depressie. Je kunt niet de ene dag wel en de andere dag niet depressief zijn, dat ben je pas als je stemming niet meer schommelt en je weken- of maandenlang in het dal blijft vastzitten. Daar komen dan nog andere symptomen bij, zoals slapeloosheid, schuldgevoelens, onrust enzovoort. Is de oplossing altijd een combinatie van pillen én praten? MAEX: Vaak wel. Er kan veel menselijk leed voorkomen worden door mensen medicatie te geven. Maar er zijn ook vormen van psychotherapie die kunnen helpen. Als je even vastgelopen bent en je raakt er zelf nog uit, des te beter. Maar soms is het goed om sowieso hulp te zoeken. Het is trouwens niet zo dat iemand met een depressie automatisch antidepressiva moet nemen. Soms kunnen een paar goede gesprekken de depressie al in beweging brengen. Soms kunnen mensen pas in gesprek raken als ze eerst een tijdje antidepressiva hebben genomen. Alleen maar pillen nemen is volgens mij nooit een goed idee. Je moet hoe dan ook met iemand praten om te bekijken of je niet anders met een aantal dingen in je leven moet leren omgaan. Hoe helpt mindfulnesstraining precies? MAEX: Mindfulness is geen behandeling. Het geneest geen depressies. Het is trouwens niet mogelijk om ermee te beginnen als je midden in een depressie zit - als je aan het verdrinken bent, is het niet het aangewezen moment om een nieuwe zwemslag te leren. Wat mindfulness doet, is een terugval voorkomen. Dat is ondertussen in een aantal studies aangetoond. We wisten al lang dat mensen die depressief zijn geweest een grote kans hebben om terug te vallen. Dikwijls kan één moeilijke dag, of een pijnlijke gebeurtenis, voldoende zijn om de hele cascade opnieuw op gang te brengen. Het kan iets kleins zijn dat je weer helemaal meesleept in alle cognitieve en emotionele patronen die eigen zijn aan een depressie. Onderzoekers vroegen zich al lang af hoe ze daar iets aan konden doen. Mindfulness helpt, is ondertussen gebleken. Het is een methode die je leert om te zien dat één slechte dag niet het begin van een nieuwe depressie hoeft te zijn. Hoe begin ik eraan? MAEX: Ga zitten en kijk wat er gebeurt. Het kan helpen om uw ademhaling te volgen. Dat zal zichtbaar maken wat er gebeurt. U zult namelijk merken dat uw geest voortdurend afgeleid wordt, dat u uw aandacht niet ononderbroken bij uw ademhaling kunt houden. U begint aan andere dingen te denken. Door stil te blijven zitten, zult u zich heel bewust worden van datgene waaraan u zit te denken, van datgene wat u voelt - wat uw geest probeert te grijpen, of wat uw geest niet probeert te grijpen. Zo zult u stilaan - ik ga nu even snel door de bocht merken dat er iets ontstaat van een openheid, die aan al dat voelen en denken en merken voorafgaat. Die openheid is als een soort schaal waarin uw gedachten en gevoelens zich bevinden. En op die manier behoudt u de vrijheid om ermee om te gaan, kunt u er met een milde en open aandacht naar kijken, met humor en afstand. Zo hoeft u veel minder te lijden onder die gedachten en gevoelens. U neemt het lijden waar. Hoe raakt men dan van het lijden verlost? MAEX: Niet! (glimlacht) U gaat er alleen op een heel andere manier mee om. In plaats van op een krampachtige manier tegen het lijden te vechten óf erdoor te worden meegesleurd, kun je het toelaten, in het besef dat het erbij hoort. Wat is uw definitie van geluk? MAEX: Misschien is een mogelijke definitie: het vermogen om blij te zijn met blije dingen en verdrietig met verdrietige dingen. In plaats van altijd alleen maar de blije dingen te willen maximaliseren en het verdriet te willen uitbannen. Het vermogen om met een onbevangen aandacht de golfslag van het leven mee te maken, in het besef dat er altijd ups en downs zullen zijn. Dat er altijd iets is. Als iemand met die openheid in het leven staat, zal hij of zij natuurlijkerwijze veel liefdevoller en vriendelijker met de wereld omgaan. Je zult het minder nodig hebben om alles voor jezelf te houden, omdat je weet dat dáár het geluk niet zit. Je zult merken dat geven veel gelukkiger maakt dan alles krampachtig bij te houden. Joël De Ceulaer http://www.levenindemaalstroom.be/Interview.html Mediteren tegen depressie Door Sybille Decoo (De Morgen, 02.02.05) Wie ooit in een zware depressie terechtkwam, heeft veel kans om te hervallen. Psychotherapie kan dat vaak niet tegenhouden. Mensen worden het ook beu om antidepressiva te slikken en beginnen weer met hun gezondheid te sukkelen. Met de mindfulness-training, een techniek die ook naar België is overgewaaid, is daar iets op gevonden. Het is de meditatie die het hem doet, met dank aan het boeddhisme. Hoe ga je een hollende, zieke, gestreste of ontredderde geest te lijf met de geest zelf? Het is een paradox waarmee psychologen en psychotherapeuten dagelijks worstelen. Het is de reden waarom er zoveel verschillende stromingen bestaan binnen de psychotherapie: praten, analyseren, rollen spelen, associëren, confronteren, alles wordt uitgeprobeerd, met wisselend succes. Voor de depressieven bood de farmaceutische wereld een ontsnappingsroute met Prozac en andere antidepressiva. Ze zijn een hoogst welkome opluchting voor wie zwaar depressief is, maar lossen het probleem niet op. Wie ermee stopt, heeft weer evenveel kans om te hervallen. "Daar wilden wij iets op vinden", zegt Oxford-professor en klinisch psycholoog Mark Williams. "Wij wilden het grote probleem oplossen dat in elk depressie-onderzoek naar boven komt, namelijk dat eens men zwaar depressief is geweest, er een zeer grote kans bestaat om het opnieuw te worden." Hij vond een antwoord in de mindfulness-training, die door de Amerikaan Jon Kabat-Zinn uit oosterse meditatietechnieken werd ontwikkeld en met succes wordt toegepast om angst en stress te verminderen en mensen te leren omgaan met chronische pijn. Williams onderzocht het effect ervan op mensen die een depressie hebben gehad. Na een jaar bleek slechts 36 procent hervallen te zijn terwijl uit eerder onderzoek was gebleken dat dit normaal 70 procent is. We troffen Mark Williams aan de Antwerpse universiteit, waar hij door het Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen (Ucsia) was uitgenodigd voor een lezing over het onderwerp, samen met de Belgische psychiater Edel Maex, die de techniek in Vlaanderen introduceerde. Maex heeft zijn pogingen om een Nederlands equivalent voor het Engelse woord te vinden gestaakt. 'Aandacht', 'gerichtheid', 'achtzaamheid', geen van die termen dekt de volledige lading. Misschien komt 'gewaar zijn' er nog het dichtste bij. Dat de oplossing ook bij deze methode via 'the mind', de geest, wordt gezocht, is duidelijk uit de term, maar het verschil met klassieke psychotherapieën is groot. Maex: "Mindfulness is begonnen als een vertaling van de boeddhistische term 'sati', die aandacht betekent, maar het heeft al lang een veel bredere betekenis gekregen. Het is zowel een methode als het effect van die methode: met open aandacht in de werkelijkheid staan. Mindfulness slaat op een bepaalde kwaliteit van aandacht: een milde, open, niet-oordelende aandacht over wat zich hier en nu aandient. Dat is heel anders dan hoe onze aandacht zich doorgaans gedraagt: wispelturig en selectief, zowel voor positieve als negatieve zaken." Stel, je maakt aanstalten om te parkeren en een onverlaat pikt voor je neus de plek in. Je kunt razend uit je auto stappen, de chauffeur in kwestie de huid vol schelden of in elkaar timmeren. Maex: "Mindfulness leert je dat je de vrijheid hebt om er op een andere manier mee om te gaan". Bijvoorbeeld: er rustig bij blijven en denken: "ach", en de vrede in je hoofd bewaren. "Dat gaat ook op wanneer je overvallen wordt door moeilijke gedachten, vervelende stemmingen, gepieker, wanneer iemand je kwetst, beledigt of in de steek laat", zegt Maex. Als kenner en beoefenaar van het boeddhisme zat Edel Maex al langer aan de meditatie. "Het heeft mij enorm geholpen bij het omgaan met alle miserie waar ik in mijn job mee geconfronteerd word. Ik wou het introduceren in mijn werk als psychiater omdat ik het niet fair vond om het beste voor mezelf te houden, maar ik had geen idee hoe ik het moest overbrengen. Gelukkig stootte ik op het werk van Kabat-Zinn, die vanuit hetzelfde idee een training had ontwikkeld. Bovendien was er al wetenschappelijk onderzoek naar verricht." Maex volgde een opleiding aan diens centrum in de Amerikaanse staat Massachusetts en introduceerde de techniek in het Middelheimziekenhuis, aanvankelijk enkel bij kankerpatiënten, om hen te leren met de ziekte om te gaan. De doorbraak voor de mindfulness-training kwam er toen Mark Williams zijn successen ter voorkoming van depressie publiceerde. "Toen wij naar Kabat-Zinn trokken, waren wij sceptisch omdat de techniek op meditatie gebaseerd is en wij er vooral op uit waren de gedragstherapie te ontwikkelen. Toen zagen we gelijkenissen: ook Kabat-Zinn leerde mensen te zien dat gedachten maar gedachten zijn en dat je ze kunt laten gaan. Maar er is een fundamenteel verschil: gedragstherapie probeert het probleem te analyseren en dan te veranderen. In meditatie gaat het niet over analyse noch over verandering maar over aanvaarding, helder kijken naar wat er hier en nu in je omgaat, en loslaten. We denken te veel. We broeden en piekeren en dat trekt ons naar beneden", zegt Williams. Leren 'mindful' te zijn gebeurt in groepssessies van twee uur per week gedurende acht weken, waarna men de technieken in zijn leven integreert. Niet dat men dan als volleerde zenmeesters de oogbollen wegdraait naar het nirvana of met een kaarsvlam de blik fixeert. In plaats van op één punt te focussen wordt in mindfulness de aandacht getraind met de bedoeling de geestelijke blik te verruimen. De aandacht wordt niet op een mantra of object gevestigd, maar op de ademhaling en het lichaam. Ook lichte yoga-oefeningen worden daartoe gebruikt. "De bedoeling is te vertragen en bewust te zijn in het hier en nu. Mensen doen te veel zaken op automatische piloot. Bij de training ontdekt men dat de geest vaak afdrijft. Men leert de sensaties in het lichaam ontdekken en aanvaarden, onthecht te observeren, niet oordelend te denken, mild te zijn. Dat er niets is om naar te streven of tegen te vechten", zegt Williams. Behalve dat de techniek werkt en economisch is voor de gezondheidszorg (gemiddeld spendeert een trainer in totaal slechts drie tot vijf uur per individu), wordt ze ook gelauwerd om het neveneffect van een kwaliteitsvoller bestaan. Williams: "Mensen zeggen dat ze een innerlijke wijsheid vinden. Mindfulness doet veel meer dan wapenen tegen depressie. Men ontdekt een zin van welzijn en verbondenheid. Dat is een rechtstreeks effect van de benadering in meditatie om de dingen te nemen zoals ze zijn, eerder dan zoals men zou willen dat ze zijn. Ook al is een probleem pijnlijk, na verloop van tijd merkt men dat er vrede gevonden kan worden in het centrum van de pijn." Dat is ook wetenschappelijk aangetoond. Elke mens vertoont, al naargelang de omstandigheden, reflexen van vermijding of benadering, die de hersenen in heel verschillende configuraties brengen. Men ontdekte dat bij mensen die de mindfulness-technieken onder de knie hadden, de hersenen in de configuratie van openheid, benadering en verwelkoming bleven, ook al waren ze blootgesteld aan negatieve materie. "Stress, pijn en depressie vernauwen de aandacht, brengen alles terug tot die ene kwestie. Dat houdt het probleem in stand. De meeste therapieën behandelen het probleem maar niet dat vernauwen. In meditatie is de benadering: vergeet dat even en open uw blikveld. Op de duur is het probleem er als het ware niet meer, ervaren mensen meer ruimte om ermee om te gaan. Ze aanvaarden dat de dingen veranderen: verdriet en pijn komen en gaan en hoeven niet zo nodig aangepakt te worden", zegt Williams. Mindfulness-training wordt toegepast bij een sluimerende depressie, niet wanneer men er volop in zit. Edel Maex: "Pijn moet soms zijn werk doen. Er zijn momenten waarin verdriet, angst of stress zo sterk zijn dat zitten en mediteren niet werkt, of dat het niet lukt om mensen iets aan te leren. Het kan het probleem op zo'n moment zelfs erger maken." De mindfulness-training is intussen aan een opmars bezig. Williams: "Alle therapeuten moeten zelf een praktijk van meditatie onderhouden. Ik verwachtte dus dat maar een minderheid van psychologen daartoe bereid zou zijn, maar ik heb ongelijk gekregen. Zelfs The National Institute of Clinical Excellence, het Britse overheidsagentschap dat de normen bepaalt van wat aanvaardbaar is in de gezondheidszorg, raadt gedragstherapie op basis van mindfulness aan voor het voorkomen van depressie. De training wordt terugbetaald maar er zijn nog niet veel mensen die ze kunnen geven." Net als Mark Williams in Groot-Brittannië leidt Edel Maex in België daar psychologen en psychiaters voor op. Dat er veel zelfdiscipline bij komt kijken hoeft geen betoog en Mark Williams heeft er geen moeite mee toe te geven dat hij er jaren over deed om meditatie een vaste plek te geven in zijn dagelijks leven. "Maar mijn patiënten doen het beter dan ik: ze zijn gemotiveerd door hun lijden." Volgens Edel Maex kan iedereen mindfulness aanleren, "op voorwaarde dat men een zekere verantwoordelijkheid kan nemen voor zichzelf. Bij psychotici of drugsverslaafden is het moeilijk, maar als men hen kan bereiken in hun gevoel voor verantwoordelijkheid, dan kan het." Artikel http://blog.seniorennet.be/jules/archief.php?ID=1957 Mindfulness meditatie in ziekenhuizen - Een gesprek met Dokter David Dewulf Lut Van Schoors Meditatie lijkt veelbelovend te zijn, als aanvulling op de klassieke behandeling in de geneeskunde, psychologie en psychiatrie. Een combinatie van boeddhistische meditatie en klassieke psychologie (training van aandacht en bewustwording) leert een andere manier om met pijn, lijden en ziekte om te gaan. Uitgebreid wetenschappelijk onderzoek wordt verricht aan het universitair ziekenhuis te Gent. Steeds meer mensen vinden hun weg naar deze training, doorverwezen door psychologen, dokters en vorige deelnemers. Dokter David Dewulf biedt een 8-lessen programma aan dat westerse psychologie met mindfulness-meditatietechnieken combineert. Dit lijkt zeer efficiënt te zijn bij o.a. de behandeling van depressie en pijnklachten. Alhoewel de kern van het programma zich steunt op de ‘4 fundaties van mindfulness’ en dr. Dewulf jarenlang training heeft gevolgd bij verschillende lama´s en andere oosterse meditatieen dharma leraren, verbindt hij zich niet met één of ander meester of systeem en noemt hij zichzelf ook geen boeddhist. Hij stelt dat je alleen maar leerling kunt zijn van jezelf, dat een leer enkel waarde heeft wanneer je die in het diepste van jezelf herkent als waarheid. Je overgeven aan een goeroe kan tijdelijk belangrijk zijn, maar betekent uiteindelijk je innerlijke kracht weggeven en je verlaten op een mentaal construct, wat het tegendeel is van wat mindfulness beoogt. David Dewulf wijdt zich volledig aan de verdere verspreiding van deze meditatievorm in de westerse wetenschappelijk georiënteerde wereld. “Ik beschouw mijn werk als een levensmissie, de uitdrukking van ‘the choiceless awareness’ die ik in mezelf aanvoel, ik wil delen wat ik in mijn leven als deugddoend en heilzaam heb ervaren.” David noemt zichzelf veeleer ‘lesgever’ dan therapeut. Zijn methode heeft wel therapeutische effecten, maar is er in de eerste plaats op gericht mensen te herstellen via de herkenning van hun eigen kracht en de acceptatie van wie ze in wezen zijn. “Therapie zou beteken dat het niet goed is waar ik nu ben en dat ik ‘elders’ heil zou moeten vinden. Mindfulness betekent echter op een andere manier kijken naar mezelf: met zachtheid en aanvaarding, het gaat in essentie om niet-oordelende, niet-reactieve aandacht te geven aan je ervaringen en zo ruimte en acceptatie te vinden voor wie je hier en nu bent.” Het zijn dan ook niet alleen patiënten die deelnemen, ook psychologen, psychiaters, huisvrouwen en zakenmensen tonen interesse. Het mirakel van mindfulness Mindfulness opent de poort naar een dieper gewaarzijn, naar een innerlijke vrede en wijsheid. In de plaats van voortdurend allerhande doelen na te streven, in de plaats van het punt van geluk altijd naar de toekomst te verschuiven, ontdekken we dat het geluk hier is of nergens. ‘There is no way to happiness, happiness is the way’. Er is alleen maar het nu, zelfs de toekomst komt altijd als het nu. Ook het verleden was ooit ‘nu’. We leren de mensen los te komen en afstand te nemen van het alsmaar reproduceren en herkauwen van vroegere gebeurtenissen. En contact te nemen met de eenvoud en de schoonheid van dit moment. Er is de pijn en we willen daarvoor geen afleiding zoeken. We zien de pijn en we gaan er zacht contact mee zoeken, we laten toe dat ze er is, scheppen een medium waarbinnen de pijn op haar eigen ritme lente, zomer, herfst en winter kent en weer kan verdwijnen. ‘Je kunt in chronische pijn leven en toch gelukkig zijn’. Pijn is wat je echt ervaart, hier en nu als fysieke pijn. Lijden, is datgene wat ons bewustzijn daar allemaal rond creëert, allemaal steeds weer herhaalt en zo in stand houdt. We willen dat proces herkennen en onze aandacht herrichten. Dat betekent niet dat je gelukkig bent met de pijn, maar dat je er vrede mee hebt gevonden. Je ziet dat er meer is dan de pijn. Als je echt opgenomen bent in lijden zie je alleen maar de pijn en filter je de wereld alleen maar door je pijn, zie je alles alleen maar door je pijn. Wij realiseren : er is pijn én er is ook meer. Tezelfdertijd zien we de mooie dingen van het leven, zullen we daar ook van genieten en zo staan we ook open voor de dualiteit. We leren de innerlijke spanning zien zoals ze is, we leren die toe te laten en dat op zich geeft een natuurlijke ontspanning in onze reactieve geest. Als we stoppen met het opbouwen van weerstand, gaat de spanning heel dikwijls vanzelf weg. En als ze niet weggaat, leren we er vrede mee nemen. We worden minder opgenomen in hoe het zou moeten zijn of hoe het niet mag zijn of in wat er misgelopen is in het verleden, waarin je allerhande redenen meent te vinden die je nu het recht geven om je een slachtoffer te voelen of te klagen, maar die je situatie niet positief aanpakken. Het vraagt dikwijls moed om de weg van transformatie en emotionele heling te bewandelen, omdat het veronderstelt dat je loslaat ! De efficiëntie van mindfulness meditatie De efficiëntie van de training is o.a. dat mensen leren zich minder te identificeren met hun emoties en overtuigingen. Ze leren er een lossere relatie mee aan te gaan en staan daardoor op een vrijere en meer aanvaardende manier in het leven. Ze zien dat er overal waarheid in zit en dat ieder mens ‘zijn eigen waarheid’ heeft. Het gaat niet langer meer over ‘of / of’ maar over ‘en / en’. Cursisten die bijvoorbeeld veel boosheid of agressie voelen, worden op die manier echt geholpen; ze kunnen die emoties of de obsessieve relatie die ze ermee zijn aangegaan verzachten. Telkens opnieuw leren we loslaten en telkens opnieuw doen we dat met de glimlach. Uiteindelijk blijken bepaalde emotionele herinneringen ons minder in de greep te hebben en draag je minder emotionele bagage mee. Verlichting zie ik dan ook letterlijk : je wordt lichter. Je draagt minder irritatie en wrok mee, minder emoties. De training blijkt zeer efficiënt te zijn voor mensen die lijden aan depressies. Patiënten die er al drie hebben meegemaakt blijken zeer gevoelig te zijn (80 % kans) om weer te hervallen. ‘Voor mensen die de training volgden blijkt dat de kans om te hervallen in depressie gehalveerd wordt’. Voor acute depressie is de beste behandeling klassieke psychotherapie, omdat de mensen dan niet in staat zijn de oefeningen te doen. Maar wanneer ze hersteld zijn is het een doeltreffende manier om een volgende depressie te vermijden. Als je weet dat depressie het hoofdprobleem van de westerse maatschappij wordt, is de bijdrage die we hieraan kunnen leveren toch wel zeer belangrijk. Meditatiebehandeling kan wellicht binnenkort deel gaan uitmaken van de standaardtherapie en -behandeling. Een wetenschappelijk onderzochte training De methode wordt ‘Mindfulness Based Cognitive Therapy’ ( MBCT) genoemd en die is voor 85 tot 90 % gebaseerd op de therapie van Jon Kabat-Zinn, maar nog iets meer gestructureerd door de aanwezigheid van cognitieve technieken en een ‘welzijnsplan’. De training loopt over acht weken en wordt progressief opgebouwd. Elke week heeft een specifiek thema. Les één gaat bijvoorbeeld over de ‘automatische piloot’, je leert bedachtzaam te zijn op het feit dat je alles automatisch doet, zonder erbij na te denken. Het nadeel is dat je daardoor vaak je stemming niet onder controle hebt. “Er is geen grotere vijand dan je eigen ongetrainde geest” zei ooit één van mijn leraren. Je leert contact maken met de ademhaling en met je lichaam via de bodyscan. Les twee leert je omgaan met de barrières van meditatie (gebrek aan tijd, pijn, gestoord worden, innerlijke spanning en onrust, ...). De derde les gaat over aanwezig blijven in je lichaam tijdens de yogaoefeningen. De verdere lessen gaan o.a. over ‘toelaten en laten zijn’, contact maken met een ruimer gewaarzijn, communicatie, zelfacceptatie, de relativiteit van gedachten, hoe ik omga met negatieve gevoelens, de zoektocht naar geluk, welzijn en de kwaliteit van je leven, ... De cursisten krijgen cd’s mee naar huis, die hen helpen de meditaties te beoefenen gedurende de week. Er wordt gevraagd dat ze drie kwartier tot een uur per dag oefenen. De oefeningen veranderen iedere week en gaan over meditatie, yoga, bodyscan en exploratieoefeningen. Het is belangrijk dat de oefeningen consequent worden gedaan, op die manier worden bepaalde mentale vaardigheden aangeleerd en eigen gemaakt. ‘In feite is de basis de 2500 jaar oude instructies van de Boeddha.’ Men begint er eveneens met bedachtzaamheid op de ademhaling, bedachtzaamheid op het lichaam, waarna men overgaat naar het leren werken met pijnlijke sensaties bij meditatie, geluiden, gedachten en emoties in een progressieve opbouw doorheen de acht weken. Er wordt ook gewerkt rond plezierige en onplezierige ervaringen. Voor veel mensen is dat een hele openbaring, een fundamentele oefening waarbij de gewaarwording en de bedachtzaamheid echt worden aangescherpt. Ze worden zich bewust van datgene wat in de boeddhistische psychologie wordt omschreven als ‘gehechtheid/aversie/begoocheling’, iets wat in ‘themadagen’ nog verder wordt uitgewerkt. Ze ontdekken bijvoorbeeld dat datgene wat plezierig is ook vaak verdriet of angst betekent, omdat het niet zal blijven duren en men het wil ‘vasthouden’, in de plaats van gewoon te genieten van het moment. Anderen ontdekken dat ze zichzelf heel moeilijk het plezier kunnen toelaten en daar komen we dan aan wat we ‘ruminatie’ noemen. ‘Ruminatie’ gaat over de ervaring die er is en alle gedachten daar rond. ‘Rumineren’ wil zeggen dat men probeert problemen op te lossen door er eindeloos over na te denken, men richt de aandacht naar binnen, naar negatieve emoties en gedachten, men piekert constant. Onderzoek heeft aangetoond dat mensen die op zulke manier proberen hun problemen op te lossen verder in een neerwaartse spiraal geraken. Mindfulness kan, via klassieke meditatietechnieken, de mensen vrijmaken van ruminatie. Ze leren herkennen wanneer ze rumineren en daarbij is vooral belangrijk dat dit gebeurt zonder dit te oordelen en zo leert men zichzelf volledig te accepteren zoals men nu is. Men wil immers vaak ‘zichzelf zijn’ door iemand anders te zijn dan men nu is. Mindfulness leert niet meer te oordelen en jezelf te aanvaarden zoals je nu bent, waar je ook bent, wie je ook bent. Of zoals ook de titel van een boek zegt : ‘Being nobody, going nowhere’ - cfr. : http://www.amazon.com/Being-Nobody-Going-Nowhere-Meditations/dp/0861710525 -. Eigenlijk is dit ontdekken dat je al alles bent, hier en nu. Naast de 8 weken training zijn er nog vervolgdagen, die dieper op de diverse (boeddhistische) thema’s ingaan. Zo is er bijvoorbeeld een reeks van drie vervolgdagen die samen horen en waarin ‘gehechtheid, afkeer / aversie en begoocheling’ nader worden onderzocht. De vervolgdagen zijn bedoeld voor mensen die een zekere meditatie-ervaring achter de rug hebben (zen of vipassana of mindfulness meditatie). Mindfulness versus klassieke cognitieve therapie In de eerste les bijvoorbeeld leren de mensen aandacht geven aan de ademhaling en stellen ze vast dat dit niet goed lukt, dat ze continu aan het denken zijn en over die gedachten niet echt veel controle hebben. Ze springen van de hak op de tak, in het Boeddhisme wordt dat ‘the monkey-mind’ genoemd. We leren ze een bepaalde focus te kiezen en daar telkens naar terug te keren wanneer ze vaststellen dat ze ervan afdwalen. Veel mensen echter gaan zichzelf veroordelen wanneer ze de bewegingen van die ‘apengeest’ vaststellen. Eén van de vaardigheden die dus worden aangeleerd is, dat wanneer men zich daarvan bewust wordt, men met mildheid en zonder oordeel kan zeggen ‘dit is de natuur van de geest’. Je herkent het en feliciteert jezelf: je bent ontwaakt uit het onbewuste proces. Daarbij probeer je de inhoud van je gedachten niet te veranderen. Dit staat radicaal tegenover klassieke, cognitieve therapie, waar men zichzelf probeert te overtuigen van positieve gedachten (bijvoorbeeld : 'ik ben waardevol') en negatieve gedachten (bijvoorbeeld : 'ik ben waardeloos') uit het leven wil bannen. In mindfulness doen we dat niet. De realiteit is dat er altijd momenten zullen zijn dat je jezelf waardeloos vindt en er zullen ook momenten zijn dat je jezelf waardevol vindt, dat hoort bij de dualiteit van het leven. Het gaat erom dat je leert hoe je in een depressieve periode jezelf kunt verbinden met je gedachten, ervaringen en emoties zodat ze je niet overweldigen. We leren een andere relatie met negatieve gedachten te bewerkstelligen. We zijn 100 % eerlijk met hoe we ons nu voelen en we kijken er ook naar. En dat zijn in feite de eerste en de tweede Nobele Waarheid die lijden en ontevredenheid poneren : er is lijden en er is een oorzaak. Ergens het niet kunnen aanvaarden dat de dingen zijn zoals ze zijn en ze continu anders willen. Daarin zit al de volledige leer van de Boeddha. Maar wat doet onze ongetrainde, reactieve geest daarmee ? Ontkennen en wegduwen van wat we onplezierig vinden, afleiding zoeken ! Verschillende onderzoeken (van westerse wetenschappers) tonen echter aan dat het onderdrukken van onplezierige ervaringen / gedachten en het ‘zoeken van afleiding’ wel een tijdje werken, maar geen blijvend positief effect hebben. Het écht kijken naar wat er gebeurt, naar wie we zijn en wat we ervaren en dat ook toelaten, zorgt daar tegenover voor een diepe emotionele transformatie. En dat is wat we doen in mindfulness...of zoals Tao zegt : ‘Er is een tijd om vóór te zijn, er is een tijd om achter te zijn, er is een tijd om vreugde te ervaren, er is een tijd om verdriet te ervaren...’. We leren dus open te staan voor de dualiteit van het leven, want op deze aarde vertoeven we in en zijn we gebonden aan deze dualiteit. Geen rituelen, geen afgebakend boeddhisme In mindfulness werken we niet met rituelen. De Boeddha is niet via rituelen verlicht geraakt, maar via bepaalde mentale trainingen die hij vastberaden heeft beoefend. En dat is wat we de mensen leren, los van het idee van boeddhisme. De Boeddha was geen boeddhist en ik noem mezelf ook geen boeddhist. 'Boeddhisme' is een benaming die achteraf werd gegeven en ik vind het beperkend om alles in een kadertje te plaatsen. Of zoals het radicaal wordt uitgedrukt : ‘If you meet the Buddha, kill him’. Mindfulness is vrij worden van kaders, want we stoppen alles in kaders om ons veilig te voelen, om de dingen te verstaan, we willen begrijpen uit angst. Er zijn drie stadia in de bewustwording : eerst is er de ‘onwetendheid’, waarin we onbewust de neigingen van onze geest ondergaan. het tweede stadium is ‘weten’, je krijgt een zeker inzicht in de gang van zaken. Het gevaar is hier dat dit tot een zekere hoogmoedigheid kan leiden, dat je je beter gaat voelen dan de mensen rond je of dat je jezelf gaat hechten aan een spirituele leer of hiërarchie. het derde stadium is ‘niet-weten’. Kunnen vrede vinden met niet-weten is het hoogste weten, omdat je op dat moment open bent voor de wijsheid van dit unieke moment. Je kunt je niet wapenen voor het volgende moment door je ‘mentaal’ voor te bereiden. ‘De werkelijkheid past niet in een mentaal construct. Elk moment heeft iets totaal unieks en kunnen we alleen met een open hart creatief tegemoet gaan’. Panna-Ceela-Samadhi Gedurende de lessen bespreken we het Achtvoudige Pad niet formeel, maar we bewandelen het wel. De oefeningen zijn vooral op samadhi (mentale training) gericht, maar door het feit dat het Pad een dynamische cirkel is word ik toch gewaar dat er via de training een spontane, innerlijke ethiek ontstaat. Het lijkt mij dat mindfulness-meditatie teruggaat naar de echte bron van de boeddhistische meditatie, nog voor die in rituelen of vakjes werd gestopt en ons echt in contact brengt met ons diepste zelf. Er wordt meestal gesproken over het ‘juiste’ spreken of handelen of levensonderhoud enzovoort, maar dat wordt ook vertaald als het ‘heilzame’ spreken, handelen enz. Of ook als het ‘harmonieus’ spreken, handelen, ... Dat laatste lijkt de kern te weerspiegelen, omdat het erop wijst dat je in een bepaalde harmonie komt met je eigen essentie. Door de oefeningen te doen komen veel mensen tot een innerlijke verandering omdat er meer harmonie in hun leven komt. Het is heel mooi om te zien dat dit op acht weken tijd kan gebeuren en bijna iedereen die de meditaties beoefent maakt die diepe transformatie mee. Mijn eigen zoektocht Mijn belangstelling in meditatie werd reeds gewekt als kind, ik was 10 of 11 jaar en zag op de televisie hoe er in verschillende landen Nieuwjaar werd gevierd. Ik zag hoe men hier in het Westen feest vierde, ik zag ook hoe in Amerika dronken feestvierders in de straten rondliepen en plots was er daar ook een beeld van Japan : ik zag mensen in meditatie zitten en ervoer dat als een schok doorheen mijn ganse lichaam. Ik dacht : ‘Wat is dat ?’. Ik kende het woord ‘meditatie’ niet, maar ik voelde een spontane, diepe interesse. Op mijn vijftiende ben ik in contact gekomen met tai chi en met yoga. Alle andere sporten heb ik toen opzijgezet en ik ben me volledig gaan toeleggen op de beoefening van de klassieke hatha-yoga, krya-yoga en tai chi en tao. Toen ik zeventien was, voelde ik dat meditatie iets zeer belangrijks zou worden in mijn leven, meditatie sprak me erg aan, ik ervoer daarin iets zeer fundamenteels. Maar omdat ik ook een stevige basis wilde, ben ik eerst geneeskunde gaan studeren, met het vaste idee me na mijn studies in de wereld van de meditatie te begeven. Dat is inderdaad gebeurd, want ik ben afgestudeerd en daarna ben ik onmiddellijk naar India getrokken en heb ik mij in de eerste plaats gericht op het Tibetaans Boeddhisme. Ik voelde me tussen de Tibetanen echt thuis. Ik volgde verschillende retraites met Tibetaanse lama’s in Nepal en India en kwam ook in contact met de vipassana-meditatie. Toch besloot ik gedurende die jaren ook andere vormen van meditatie te beoefenen, zoals onder andere chakra-meditatie, kundalini-tantra, tantra-yoga, tantrische meditaties. Ik heb me toen ook in verschillende vormen van New-Age meditaties verdiept zoals ze hier in het Westen onderwezen worden en die vaak afgeleide vormen van de Indische meditatie zijn. Ik ben naar China en Thailand geweest om het Taoïsme en de taoïstische meditatie te bestuderen. De Chinese bewegingsleer ‘qi-gong’ - cfr. : http://www.weiqi.nl/ - vond ik ongelooflijk efficiënt, gezien die zowel lichaam als geest versterkt. Na 5 jaar in het Oosten ben ik naar een aantal Amerikaanse universiteiten getrokken om Mind/Body Medicine (MBM) te bestuderen. Meditatie staat centraal in MBM en gezien ik dit ook in de westerse wetenschappelijke stroom wou integreren, leek mij dat een goede basis. Er was o.a. Harvard en ‘the Center for Mindfulness’ - cfr. : http://www.umassmed.edu/cfm/index.aspx -. Ik ben daar naartoe getrokken en heb de technieken die ik al die jaren in het Oosten had geleerd en beoefend daar in een wetenschappelijk kader teruggevonden. Vooral in het Center for Mindfulness werkt men met technieken die zeer sterk aansluiten bij de vipassana-meditatie – cfr. : http://nl.wikipedia.org/wiki/Vipassana_meditatie -. En uiteindelijk heb ik, na nog 2 jaar voorbereiding in België, een samenwerking met het UZ Gent, dienst psychiatrie, kunnen bewerkstelligen waar nu uitgebreid wetenschappelijk onderzoek loopt. Plannen voor nu en de toekomst Op het ogenblik wordt MBCT dus op verschillende plaatsen in Vlaanderen aangeboden. Er wordt ook gewerkt aan een opleiding voor professionele lesgevers mindfulness. Dat neem ik heel ernstig, omdat de kwaliteit van de trainingen belangrijk is. Een jarenlange meditatie-ervaring is bijvoorbeeld essentieel. In de nabije toekomst, wil ik met een gemotiveerd team een ‘Dharma-huis’ - cfr. : http://nl.wikipedia.org/wiki/Dharma - oprichten in Vlaanderen, naar het model van het Gayahouse van Christopher Titmus – 'Bodh Gaya' : http://wikipedia.qwika.nl/en2nl/Bodh_Gaya -. Een locatie waar mensen retraites, cursussen en dagtrainingen in mindfulness, vipassana, zen, ... kunnen volgen. Heel belangrijk is dat alles onbaatzuchtig en in een open geest gebeurt en daarvoor ben ik nog op zoek naar medewerkers. In een volgende fase lijkt het mij essentieel dat mindfulness-training zich uitbreidt naar scholen, gevangenissen en de juridische wereld. Je kan dit voor een stuk idealisme noemen; ik doe het ook omdat ik het zo belangrijk vind, omdat ik zelf zoveel aan mindfulness heb, omdat ik merk dat ook anderen er zoveel nood aan hebben en daarom wil ik dit aanbieden aan zoveel mogelijk mensen. Geïnteresseerd in een training ? Wie meer wil weten over Dr. David Dewulf en zijn trainingen en opleidingen kan terecht op : - training van aandacht & bewustwording : www.mindfulness.be - uitgebreide wetenschappelijke informatie : www.mindbody.be - specifiek onderzoek naar depressie : www.mbct.be -. Cfr. : - http://www.jikoji.com/eko/eko-101-110/eko10207.asp - http://www.mindfulness.be/nl/doc/art_mfn_in_ziekenhuis.pdf Persbericht http://www.zna.be/Nav%201/Pers/2006/2006%2005%2008%20z%20Leer%20stress%20zelf %20in%20de%20hand%20te%20houden%20%20boek%20Edel%20Maex%20Mindfulness.pdf Ziekenhuis Netwerk Antwerpen Leopoldstraat 26 2000 Antwerpen tel: 03 234 41 11 www.zna.be Persbericht 8 mei 2006 Burnout, stress, spanning, angst en depressie verstoren de dagelijkse routine van meer en meer Vlamingen. Dr. Edel Maex, psychiater in het Antwerpse ZNAMiddelheim Ziekenhuis, geeft al jaren ‘mindfulness trainingen’ – een effectieve methode waarmee hij mensen via meditatie leert omgaan met de onvermijdelijke stress van het leven. Binnenkort kan iedereen kennis nemen van deze methode én ook zelf met oefeningen aan de slag gaan via zijn boek ‘Mindfulness. In de maalstroom van je leven’, dat begin mei verschijnt. Volgens de dit jaar gehouden nationale gezondheidsenquête heeft een op acht Vlamingen last van psychische problemen zoals depressie, stress of chronische vermoeidheid. Zij functioneren daardoor voor langere of kortere periode niet goed – blijven thuis van het werk of zijn minder beschikbaar voor hun gezin. ‘Stress is onvermijdelijk,’ zegt dr. Edel Maex. ‘Niet alleen ziekte maar ook andere gebeurtenissen kunnen een belangrijke oorzaak zijn van stress: drukte op het werk, moeten presteren, scheidingen,…. Stress kan dus klachten veroorzaken of doen toenemen. Maar de hevigheid van psychologische en lichamelijke gevolgen van stress wordt vooral bepaald door de manier waarop je er mee omgaat. Via de ‘mindfulness-methode’ leren we mensen hoe zij dit door eenvoudige oefeningen voor een belangrijk deel zelf in handen kunnen nemen. We leren de mensen om tijdig de signalen van hun lichaam te herkennen en ermee om te gaan.’ ‘Mindfulness’ – voluit Mindfulness Based Stress Reduction (MBSR) - vindt zijn oorsprong in boeddhistische meditatietechnieken en integreert die technieken en yoga-oefeningen met Westerse kennis over stressmechanismen. MBSR is ontwikkeld door Jon Kabat-Zinn van het Universty of Massachusetts Medical Center en werkt goed bij de aanpak van stress en spanning, angst en depressie, pijn, burnout en ziekte en biedtin sommige gevallen een zinvol alternatief voor geneesmiddelen. Depressieherval Wetenschappers toonden aan dat door te mediteren ook depressieherval met de helft kan verminderen. Uit cijfers van de eerdergenoemde nationale gezondheidsenquête blijkt dat twintig procent van de mensen die eens leden aan depressies binnen drie jaar hervalt. Een reden waarom ook Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Inge Vervotte (CD&V), onlangs aankondigde geld vrij te zullen maken om mensen die al meerdere depressies meemaakten te laten deelnemen aan meditatieprogramma’s. In de deze week door de minister gelanceerde campagne ‘Fit inje hoofd, goed in je vel’ probeert ze problemen met depressies, stress uit de taboesfeer te halen en mensen te stimuleren om preventief om te gaan met stress. ZNA Middelheim helpt stress en depressie te verminderen via ‘Mindfulness-methode’: ‘Leer stress zelf in de hand te houden’ Stresskliniek Dr. Edel Maex was de eerste die de MBSR-methode circa tien jaar geleden in België introduceerde en geeft al jaren trainingen in de ZNA stresskliniek. Het gaat daarbij zowel over stress veroorzaakt door ernstige lichamelijke ziekten, over klachten die mede door stress veroorzaakt worden of een combinatie van beiden. Vorig jaar telde deze training zo’n 300 deelnemers. Met het boek hoopt hij de methode toegankelijk te maken voor een breder publiek. Mindfulness. In de maalstroom van je leven. Auteur: Edel Maex. Uitgeverij Lannoo, ISBN 90-209-6516-6, 17,95 euro. Het boek is vanaf 4 mei verkrijgbaar bij de boekhandel. Meer informatie: Dr. Edel Maex, liasonpsychiater, ZNA Middelheim Tel. 03 280 35 51 E-mail: [email protected] Renée Willems Woordvoerder ZNA Tel. 03 234 45 11 E-mail: [email protected] ZiekenhuisNetwerk Antwerpen (ZNA), de grootste gezondheidszorgorganisatie van België, wil toegankelijke en kwaliteitsvolle gezondheidszorg bieden voor iedere patiënt. De groep omvat 3 algemene ziekenhuizen, 7 dagcentra en 6 gespecialiseerde ziekenhuizen. ZNA stelt zo’n 6.000 mensen tewerk, waaronder 600 artsen, die dagelijks zo’n 6.000 patiënten verzorgen. ZNA omvat: 3 algemene ziekenhuizen met een uitgebreid medisch aanbod in Noord, Centrum en Zuid (ZNA Jan Palfijn, ZNA Stuivenberg/Sint-Erasmus en ZNA Middelheim) 7 dagcentra voor daghospitalisatie, raadplegingen en medisch-technische onderzoeken (ZNA Hoge Beuken, ZNA Jan Palfijn, ZNA Koningin Paola Kinderziekenhuis, ZNA Middelheim, ZNA Sint-Elisabeth, ZNA SintErasmus en ZNA Stuivenberg) 6 gespecialiseerde ziekenhuizen met een zorgaanbod afgestemd op specifieke patiëntengroepen als bejaarden, kinderen en psychiatrische patiënten (ZNA Hoge Beuken, ZNA Joostens, ZNA Koningin Paola Kinderziekenhuis, ZNA Psychiatrisch Ziekenhuis Stuivenberg, ZNA Sint-Elisabeth, ZNA Universitair Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie Antwerpen) ZiekenhuisNetwerk Antwerpen (ZNA) is een nieuwe organisatie, met een nieuw gelaat. ZNA is opgericht door OCMW Antwerpen, Stad Antwerpen en een vzw van geneesheren-specialisten werkzaam in onze ziekenhuizen. De naam van onze organisatie is ZNA. Colums van Edel Maex in de Nieuwsbrief van de School voor Comparatieve Filosofie Antwerpen http://www.scfa.be/?cat=teksten&subcat=nieuwsbrief&pag=column Nieuwsbrief 4 - september 2001 In de pali-canon, de oudste boeddhistische teksten, vertelt de Boeddha een mythe over een wijze koning die de wereld regeert. Generaties opvolgers volgen zijn voorbeeld en alles gaat goed. Tot er een opvolger komt die besluit het anders te doen. Deze koning laat zich leiden door begeerte, afkeer en onwetendheid. Van dan af loopt het mis. De problemen beginnen wanneer de koning niet langer aan de armen geeft. Zo laat hij toe dat er een kloof ontstaat tussen arm en rijk. Een cascade van onheil komt op gang en sleurt de hele mensheid mee. Het geweld waarvan we de voorbije maanden getuige zijn, maakt ons duidelijk dat er in 2500 jaar maar weinig veranderd is. In onze globale samenleving is de kloof tussen rijk en arm schrijnend. Het westers pleidooi voor het respecteren van mensenrechten wordt hoe langer hoe meer een pleidooi voor het recht van de ene om in overbodige luxe te leven terwijl de andere sterft van honger. Sociale ongelijkheid als het hoogste goed. Als Bin Laden verkondigt dat de Verenigde Staten, en daarmee het hele Westen, met de recente terreuracties alleen maar een koekje van eigen deeg krijgen, valt daar helaas niets tegen in te brengen. Niet dat dat het terrorisme legitimeert. Niets kan terrorisme legitimeren. Maar het maakt het terrorisme wel begrijpelijk en voorspelbaar. Het Westen en de Islam wereld, elk met het gelijk aan zijn kant. Een explosieve situatie. Weinig is erger dan gelijk hebben. Als je ongelijk hebt hou je tenminste op een gegeven ogenblik op. Gelijk hebben is eindeloos. Twee werelden, met het gelijk aan hun kant, die vast besloten zijn het kwaad uit te roeien en die geweld niet alleen als een valabele maar zelfs als de preferentiële optie zien. Al meer dan 2500 jaar weten we dat het in stand houden van armoede leidt tot geweld. Al meer dan 2500 jaar weten we dat geweld alleen maar leidt tot meer geweld. Moslims en boeddhisten, christenen en joden weten dit. Met het voor de mensheid zo typische gebrek aan historisch inzicht herhalen we wat in 2500 jaar geschiedenis nog nooit gewerkt heeft. Jack Kornfield vertelt hoe de boeddhistische monnik Mahagosananda in een vluchtelingenkamp van de Rode Khmer in Cambodja een dienst leidde. Ondanks doodsbedreigingen was een grote massa mensen aanwezig, één voor één getekend door het geweld en het lijden van de oorlog. Na de traditionele gezangen begon Mahagosananda het bekende vers uit de dhammapada te reciteren, keer op keer: Haat houdt nooit op door haat maar wordt alleen genezen door liefde. Dit is een oude en eeuwige wet. Edel Maex -------------------------------------------------------------------------------------------------------------Nieuwsbrief 1 - maart 2003 Wat zijn in onze wereld nog de bronnen van ethiek? Het is een open vraag. Als we het probleem analyseren vanuit het kader dat de boeddhistische Kalama Sutta ons biedt, zien we dat menselijk gedrag gedreven wordt door begeerte, afkeer en onbewustheid. Tot daar loopt de analyse gelijk met die van de moderne psychologie. Maar er is meer. In de mate dat iemand bevrijd is van begeerte, afkeer en onbewustheid, straalt hij liefde, mededogen, vreugde en onbevangenheid uit en wordt hij in zijn handelen hierdoor gedreven. Anders dan in de psychologie vinden we hier het expliciete besef dat de mens niet volledig door begeerte, afkeer en onbewustheid bepaald wordt en dat er nog iets anders is. In het Christendom heet dit andere liefde. Verschillende religieuze en levensbeschouwelijke tradities vertegenwoordigen dit andere, het goede in de mens. Maar wie vertegenwoordigt in onze wereld dit goede nog? De verschillende zuilen en tradities hebben afgedaan. De kerk ijlt nog na door ons op een verwijtende moraliserende toon te roepen dat deze wereld alleen maar aan zichzelf denkt. Maar ze slaagt er niet in de mensen in hun hart te raken en het goede in de mens aan te spreken. De moraliserende toon roept alleen maar weerstand op. Alle culturen, inclusief de onze, hebben hun schatten van verhalen die voorbeelden bieden van het goede in de mens. De bijbel, de parabels, de Bhagavad Gita, de jatakas’s .... verhalen die door iedereen gekend waren en die het goede in de common sense aanwezig stelden. Kijken we naar de verhalen in onze wereld: ‘Mooi en Meedogenloos’, ‘De Kampioenen’, ‘Westenwind’ ... moeten we het daar dan mee doen? Blijft de open vraag: Wie vertegenwoordigt het goede nog? Kan een maatschappij blijven functioneren zonder zichtbare instantie die het andere vertegenwoordigt? Een politieke partij die tot ethisch reveil meent te moeten oproepen hangt de stad vol affiches: ‘Eigen volk eerst!’. Niets anders dan schaamteloos egoïsme. OK, we zijn allemaal egoïstisch, maar het zo open en bloot propageren. Wie krijgt het schaamrood op de kaken? Ga je zo criminaliteit bestrijden, door de basis van criminaliteit, ongebreideld egoïsme, te propageren? Dus blijft de open vraag: Wie vertegenwoordigt in deze wereld het goede nog? Wie helpt de mensen het goede in hun hart te cultiveren? Edel Maex ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------Nieuwsbrief 2 - april 2004 Column dr. E.Maex Een arts vroeg mij: Mogen boeddhisten een orgaantransplantatie krijgen? De absurditeit van zijn vraag zette mij aan het denken. Van uit zijn ervaring gezien is de vraag logisch. Hij wordt regelmatig geconfronteerd met mensen die soms levensnoodzakelijke ingrepen weigeren om levensbeschouwelijke redenen. Voor hem is het boeddhisme een levensbeschouwing als een andere. Voor mij is de vraag absurd omdat het boeddhisme daar helemaal niet over gaat. Zelfs de term boeddhist voelt al vreemd aan. Ook al zie ik mezelf als een beoefenaar van het boeddhisme, toch zal ik mij nooit boeddhist noemen. Bij het denken over de achtergronden van zijn vraag realiseerde ik mij dat het boeddhisme meer verschilt van de monotheïstisch religies en het vrijzinnig humanisme dan de monotheïstisch religies en het vrijzinnig humanisme van elkaar verschillen. Vanuit het standpunt van het boeddhisme gezien zijn geloof en vrijzinnigheid maar variaties op dezelfde thema's, thema's die in het boeddhisme niet als dusdanig aanwezig zijn. Laat mij toe even de rol van een naïeve buitenstaander in te nemen en naar de westerse levensbeschouwing te kijken. Vier thema’s springen in het oog: 1. een ultieme autoriteit Voor het monotheïsme is dit God (met hoofdletter). De visie op en de inkleuring van dit begrip varieert sterk tussen de verschillende religies, maar het principe blijft. In het humanisme is de secularisatie en abstrahering van dit begrip het sterkst doorgevoerd en evolueert het naar de kritische rationaliteit als ultieme autoriteit. 2. identiteit als hoogste goed De westerse levensbeschouwingen hebben iets met identiteit. Het is het hoogste goed. In de bijbelse traditie ligt deze identiteit bij het volk. God is de God van Israël, van het Joodse volk. In de middeleeuwen komt de persoonlijke relatie met God op de voorgrond. Het gaat nu om de individuele ziel. Het eeuwig leven wordt het te bereiken ideaal, de dood het kwaad bij uitstek. In het humanisme verschuift de nadruk nog verder naar het individu en naar het onmiddellijke. De individuele autonomie wordt nu het hoogste goed. 3. een imperatief op vlak van levensbeschouwing en ethiek. De conceptualisering van de ultieme autoriteit en van het hoogste goed kan dan wel evolueren, de imperatief die er van uitgaat is dezelfde gebleven. Of een ethisch gebod nu uitgaat van de wil van God of rationeel gefundeerd is, de dwingende kracht die het heeft is niet anders. Het geloof in de wetenschap als fundament van ons wereldbeeld is niet minder sterk dan het geloof in de goddelijke openbaring. 4. het conflict tussen deugd en geluk De Westerse ethiek wordt gedomineerd door een conflict tussen zelf en ander. Het is of betrokken zijn op het eigen geluk of zich richten op het geluk van de ander. De oude opvatting van deugd is het eigen geluk opzij zetten voor dat van een ander. Het moderne ideaal is zoeken naar een evenwicht tussen beide. Voor wie niet van binnenuit bekend is met het boeddhisme, klinkt dit wellicht bevreemdend omdat deze thema's voor de klassieke westerse levensbeschouwingen zo vanzelfsprekend zijn. Wat is het boeddhisme dan wel, als het daar allemaal niet over gaat? Het boeddhisme gaat over lijden. Het probeert er geen verklaring voor te vinden of er zin aan te geven. Vanuit de simpele vaststelling stelt het zich de vraag: gegeven het lijden, hoe kunnen we er zo goed mogelijk mee omgaan? Als je vanuit het boeddhisme al iets over dit probleem van orgaantransplantatie zal kunnen zeggen is het met de vraag: denk je dat je met deze ingreep menselijk lijden kan verminderen? Zo ja, waar doe je dan moeilijk over? Hoe gaat het boeddhisme om met de thema's die we hier als typisch voor de monotheïstische religies en het vrijzinnig humanisme beschreven hebben? 1. Het boeddhisme kent geen ultieme autoriteit. De Boeddha is een leraar. Hij is een mens die net als alle andere mensen met het lijden geconfronteerd werd en er een antwoord op zocht. De relatie van een beoefenaar tot de Boeddha is als tot een goede leraar. Respect en dankbaarheid vloeien hier natuurlijk uit voort. Afbeeldingen van de Boeddha, inclusief de complexe iconografie die later volgde kunnen best begrepen worden als verzinnebeeldingen van de mentale toestanden en attitudes die bij de beoefening horen. Beelden drukken iets uit, maar worden niet vereerd. 2. de obsessie voor identiteit wordt in het boeddhisme gezien als een grote bron van lijden. Ver hoeven we niet te kijken om te merken dat de grote en kleine conflicten om ons heen, vaak het gevoel van identiteit als inzet hebben. Boeddhist 'zijn' draagt iets van een contradictie in zich. Het boeddhisme beoefenen is een meer toepasselijke uitdrukking. 3. 'Moeten' is echt niet aan de orde in het boeddhisme. Het boeddhisme biedt een weg voor wie er aan geïnteresseerd is, maar zal die weg aan niemand opdringen. Er valt ook niets te geloven, enkel iets uit te proberen. Het boeddhisme kan dan ook niet echt een levensbeschouwing of overtuiging genoemd worden. Van nature staat het kritisch tegenover iedere vorm van beschouwing, laat staan overtuiging. Ook ethiek, één van de peilers van het boeddhisme, is geen kwestie van moeten. Er is geen autoriteit om regels uit te vaardigen. Ethiek in het boeddhisme is altijd onmiddellijk aan lijden gerelateerd. Niets is intrinsiek goed of slecht. Ethiek in het boeddhisme is niet prescriptief maar descriptief. Ethische regels in het boeddhisme dragen steeds de structuur in zich van 'als je geen lijden wil veroorzaken voor jezelf en anderen, dan ...'. 4 in het boeddhisme is het idee van geluk tenkoste van het geluk van een ander een contradictio in terminis. Deugden als liefde en mededogen impliceren vanzelfsprekend zelf én ander. De principiële scheiding tussen zelf en ander wordt gezien als een bron van lijden (voor, uiteraard, zelf en ander.) Zoals reeds eerder uitgelegd komen daarmee onze twee betekenissen van goed, deugdzaam en gelukkig, samen te vallen. Edel Maex ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Nieuwsbrief 2 - april 2005 Column dr. E.Maex In 1549 zette Franciscus Xaverius als eerste missionaris voet aan wal in het pas ontdekte Japan. Hij zou er 27 maanden blijven. Zijn eerste indrukken en interpretaties zijn in zijn brieven bewaard gebleven. Ze vormen niet meer dan een anekdote in de geschiedenis van het contact van het Westen met het boeddhisme, maar het is wel een heel typerende anekdote. Veel van de toen ontstane misverstanden worden nu pas uitgeklaard. Franciscus Xaverius had al gauw contact met boeddhistische monniken. Een tijd lang dacht hij te maken te hebben met Nestoriaanse christenen. Hij gebruikte aanvankelijk het Japanse woord Dainichi, naam van de centrale Boeddha figuur in het Shingon boeddhisme, als vertaling voor God. De japanners van hun kant, horend dat hij vanuit Goa in India kwam, dachten te maken te hebben met een boeddhistische monnik uit een voor hun onbekende traditie. Het is maar in de mate dat de taalbarrière opgeheven werd en ze elkaar begonnen te verstaan, dat het ze ophielden mekaar te verstaan. Theologische discussies verzandden in heilloze verwarring. Begrippen als God en een onsterfelijke ziel bleken in helemaal niet te bestaan. Anderzijds begrepen de Japanners maar niet waar hij zo moeilijk en vasthoudend over deed. Tenslotte concludeerde Xaverius dat dit een zet van de duivel was. De duivel had geprobeerd hen het gras voor de voeten weg te maaien door iets neer te zetten wat alles weg had van een religie, maar er bij nader toezien helemaal geen was. Op een dag zag Franciscus Xaverius in een Soto Zenklooster de monniken zitten in zazen. Hij was onder de indruk van hun stilte en discipline. Hij dacht natuurlijk dat ze mediteerden. Meditatie is een belangrijk onderdeel van Ignatius’ spirituele oefeningen, een praktijk die dezelfde periode officieel door de paus in Rome erkend werd. Meditatie betekent overwegen, overpeinzen. Toen Xaverius aan Ninshitsu, de abt van het Zenklooster, vroeg waar de monniken aan dachten bij hun oefening, begon deze te lachen en antwoordde, in onvervalste Zen-stijl: ‘Sommigen denken aan hoeveel geld ze gekregen hebben, anderen aan hoe ze aan betere kleren kunnen komen, nog anderen aan hun vakantie of een ander tijdverdrijf. Kortom, niemand denkt aan iets belangrijks.’ Voor Franciscus Xaverius was dit een heel onbegrijpelijk antwoord. Wat wij achteraf begrijpen is dat de monniken helemaal niet mediteerden, toch niet in de betekenis die het woord tot dan had. Merkwaardig genoeg zijn we wel het woord meditatie hiervoor blijven gebruiken. De moderne term ‘mindfulness training’ dekt veel meer de lading. Hoe had Xaverius kunnen weten dat hij met boeddhistische monniken te maken had? Het boeddhisme was in Europa helemaal niet bekend. Wat missionarissen op hun ontdekkingsreizen tegenkwamen waren verschillende vormen van ‘idolatrie’. Overal zagen ze afbeeldingen van goden en de verering ervan. Ze hadden maar weinig interesse voor deze heidense praktijken. Ze probeerden de mensen te bekeren en hen ertoe aan te zetten hun ‘afgodenbeelden’ te vernietigen. Interesse was er wel van de filologen die ontdekten dat het Sanskriet een rijke cultuurtaal was die behoorde tot dezelfde talengroep als de meeste Europese talen. Het is pas in het begin van de 19de eeuw dat Eugène Burnouf door vergelijking van nooit eerder vertaalde teksten ontdekte dat een aantal van deze tradities in nauw verband met elkaar stonden. In het in 1844 gepubliceerde ’Histoire du Bouddhisme Indien’ identificeerde hij deze teksten en tradities als ‘boeddhistisch’. Hij toonde aan dat de Boeddha niet één van de vele goden uit het Indiase pantheon was, maar een historische figuur, die ongeveer 500 v.Chr. in Noord-India geleefd heeft. Hiermee creëerde hij, met filologische argumenten iets wat nooit eerder bestaan had: ‘het boeddhisme’. De verschillende boeddhistische tradities hadden zichzelf nooit als een eenheid gezien, als ze al van elkaars bestaan op de hoogte waren. Het woord ‘boeddhist’ bestond in geen enkele Aziatische taal. Het boeddhisme ontstond al een taalkundige realiteit en er kwam een golf van vertalingen van teksten op gang. Maar door gebrek aan contact met de levende tradities waar deze teksten deel van uitmaken, begreep niemand waar deze teksten over gingen. Stel je voor dat iemand zich bezig houdt met het vertalen van handleidingen van videorecorders zonder ooit een videorecorder van dichtbij gezien te hebben. Het resultaat kan, hoe filologisch correct en interessant ook, alleen maar nonsens zijn. Meestal werden de boeddhistische teksten gezien als een soort nihilistische metafysica. Wat onbekend is leent zich bijzonder goed voor projecties, dus gingen Westerse denkers er hun romantische ideeën aan toeschrijven. Het oriëntalisme ontstond met een idealisering van het Oosten als de bakermat van wijsheid. De New Age beweging is hier een typische exponent van. We lopen het risico uit het oog te verliezen dat oosterse wijsheid in het Oosten even marginaal is als westerse wijsheid in het Westen. Anderen ervaarden dit, kunstmatig gecreëerde, blok als een bedreiging. In 1894 liet Keizer Wilhelm van Pruisen een schilderij maken met als titel: het gele gevaar. Het stelt de aartsengel Michaël en de Walkuren voor (een merkwaardige mix van christelijke en Germaanse mythologie) die met getrokken zwaard een in de verte opduikende Boeddha opwachten. Noch de bekeringsijver van de missionarissen, noch de uit hun context gerukte vertalingen van de filologen (hoe verdienstelijk ook op wetenschappelijk vlak) brachten licht in het duister. Het is pas in de tweede helft van vorige eeuw dat we een hele andere ontwikkeling zagen. Westerlingen trokken naar Azië om er een authentieke boeddhistische opleiding te volgen. In een omgekeerde beweging kwamen er Aziatische leraars naar Europa en Amerika en stelden westerlingen in staat om hier in het boeddhisme te trainen. Deze ontwikkeling was maar mogelijk door de bereidheid van beide kanten om de grote culturele kloof te overbruggen en tot wederzijds begrip te komen. Een moeizaam proces. Ondertussen kennen we tweede, derde en volgende generaties westerse boeddhistische leraars die hun training volledig in het Westen gehad hebben. Het huidige westerse boeddhisme is een onafhankelijke en volwaardige westerse traditie geworden. Edel Maex Artikel http://www.buddhism.be/index2.php?option=com_content&do_pdf=1&id=13 Het goede leven - Het boeddhisme als praktijk zondag 29 april 2007 door Edel Maex * Het boeddhisme Het boeddhisme wordt beschouwd als een van de grote wereldreligies. Maar wat is een religie? De verschillende religies en wereldbeschouwingen zijn er nooit in geslaagd tot een gemeenschappelijke definitie van religie te komen. Katholiek ben je door een ritueel (het doopsel), Jood door geboorte, vrijzinnig humanist (wat voor sommigen ook een religie is) door je levensovertuiging. Maar hoe word je boeddhist? Stephen Batchelor 1 merkt op dat de term boeddhist in de Aziatische talen niet eens voorkomt. Het probleem is dat we onwillekeurig alle religies in de mal leggen van het ons bekende christendom en meer specifiek nog van de katholieke kerk. 'Het boeddhisme' als begrip is de creatie van westerse filologen die de historische en inhoudelijke banden ontdekten tussen een aantal verschillende 'boeddhistische' teksten en tradities. Als een Tibetaanse lama over het boeddhisme spreekt, spreekt hij eigenlijk over iets anders dan wanneer een Theravada monnik dat doet. Tot voor kort wisten zij niet eens van mekaars bestaan af. Het is pas nu in het Westen dat de verschillende tradities mekaar ontmoeten. Dat neemt niet weg dat er tussen de verschillende boeddhistische tradities grote en wezenlijke overeenkomsten zijn. Als we in de rest van deze tekst toch de term boeddhisme gebruiken dan verwijzen we daarmee niet naar één specifiek traditie maar naar de gemeenschappelijke elementen die we in de verschillende tradities en in het opkomend westers boeddhisme terugvinden. Wie moeten wij geloven? In één van de oude Boeddhistische teksten 2 confronteren dorpelingen, de Kalamas, de Boeddha met de volgende vraag: Voortdurend komen hier leraars langs. Eén voor één vertellen ze dat zij de waarheid verkondigen en dat wat anderen verkondigen onzin is. Wie moeten wij nu geloven? De vraag klinkt ons heel modern in de oren. Er is blijkbaar in 2500 jaar niet zoveel veranderd. De Boeddha antwoordt: Ik begrijp jullie verwarring. Wel, ga niet voort op traditie, op geschriften, op autoriteit of op filosofie. In één klap wordt hier heel wat van tafel geveegd wat wij traditioneel met religie verbinden: traditie, leergezag, filosofie, schrift... De Boeddha stelt niet dat er met die dingen iets mis is, maar ze bieden geen valide argumenten voor of tegen een leer. Wat is dan wel een argument? De Boeddha vervolgt: Wanneer je zelf ziet dat het beoefenen van een leer lijden tot gevolg heeft, verwerp hem dan. Als je zelf ziet dat het beoefenen van een leer geluk tot gevolg heeft, aanvaard hem dan. Het eerste opvallende element in dit antwoord is dat de Boeddha de mensen aanspreekt in hun eigen vermogen om het zelf uit te zoeken en te oordelen. Daarom wordt deze passage wel eens het boeddhistisch handvest van het vrij onderzoek genoemd. Een tweede element is dat het niet gaat om een theorie, een levensbeschouwing of een geloof maar om een praktijk die beoefend kan worden. Een derde element is dat het de effecten van die praktijk (lijden of welzijn) zijn die haar valideren. Het boeddhisme is dus geen geloof, geen filosofie, geen identiteit. Het is een praktijk over het omgaan met lijden. 'Ik leer alleen over lijden en het opheffen van lijden' 3 zegt de Boeddha. Dit wordt uitgedrukt in de formule van de vier edele waarheden. De eerste edele waarheid is de waarheid van het lijden. Het is een eenvoudige vaststelling. Het is geen dogma. Nergens staat dat alles lijden is. Er zijn ook heel veel leuke dingen, maar er is lijden in ons leven en dat van onze medemensen. Hoe we het ook draaien of keren. Het boeddhisme doet geen enkele moeite om die waarheid te verbloemen of er een draai aan te geven. Geen valse hoop, geen misplaatste poging tot zingeving. Het is gewoon zo: we worden geboren, worden oud, worden ziek en gaan dood. We worden gefrustreerd omdat we krijgen wat we niet willen of niet krijgen wat we wel zouden willen. Begeerte, afkeer en verwarring Het antwoord van de Boeddha op de vraag van de Kalamas roept natuurlijk nieuwe vragen op. Wat veroorzaakt lijden? Welke praktijken hebben welzijn tot gevolg? De Boeddha vervolgt zijn betoog: ‘ Als iemand handelt gedreven door begeerte, afkeer en verwarring heeft dat dan lijden of welzijn voor gevolg?’ Voor de Kalamas is duidelijk dat begeerte, afkeer en verwarring lijden veroorzaken. Begeerte, afkeer en verwarring zijn in het Boeddhisme een klassieke triade. Een concreet relationeel voorbeeld kan voor ons het punt verhelderen. Stel dat iemand je alleen maar benadert vanuit begeerte, afkeer en verwarring. Dat wil zeggen vanuit de vraag wat heb ik aan deze persoon, past hij in mijn kraam, wat kan ik van hem gedaan krijgen, brengt het mij geld op, macht, kan ik er mee naar bed, of staat zijn gezicht mij niet aan, kan hij mij dwarsbomen, wil hij iets van mij? Het is duidelijk dat een dergelijk contact hoogst onprettig is. In de mate dat deze persoon zijn bedenkingen in concrete handelingen omzet loop je daarbij het gevaar op alle mogelijke manieren misbruikt te worden. Maar ook voor de persoon in kwestie is het een bron van lijden. Hij leeft in een constante toestand van oorlog, ieder contact is een machtsstrijd waarin hij kan winnen of zelf het onderspit delven en misbruikt worden. Buiten de korte en incidentele momenten van onmiddellijke behoeftebevrediging is er geen rust of welbehagen. De tweede edele waarheid is de waarheid van de oorzaak van het lijden. Deze oorzaak wordt aangeduid als de dorst. Dorst staat hier metonym voor de net besproken triade van begeerte, afkeer en verwarring. Een modernere vertaling zou kunnen zijn: onze behoeftigheid. Het gaat hier niet om onze objectieve behoeften maar om de manier waarop we met die behoeften omgaan. Het besef hier is dat geluk geen kwestie is van behoeftebevrediging. Integendeel, het krampachtig zoeken naar bevrediging van behoeften is de oorzaak bij uitstek van lijden dat wij onszelf en anderen aandoen. Ook het idee dat iemand gelukkig kan worden ten koste van het lijden van een ander wordt hiermee als een illusie van de hand gedaan. Vrijheid Wat is dan bron van welzijn? De Boeddha vervolgt: 'In de mate dat iemands gedrag niet gedreven is door begeerte, afkeer en verwarring zal hij spontaan liefde, mededogen, blijheid en onbevangenheid uitstralen'. Deze vier karakteristieken van de bevrijding zijn de vertaling van een geijkte formule in het Pali4 die nadere verduidelijking verdient: - De Pali-term metta, die hier vertaald wordt als liefde, is in wezen een verlangen, met name het verlangen dat het goed gaat. De vergelijking wordt gemaakt met een moeder die een kind in haar armen draagt. Haar verlangen is dat het het kind goed gaat. - Mededogen (karuna) is een wat verouderde term die gebruikt wordt omdat het letterlijk correcte mede-lijden een neerbuigende connotatie heeft in het Nederlands. (Vreemd dat het Nederlands geen woord heeft om het Engelse compassion te vertalen en alleen maar pity kent.) Het is het geraakt zijn door het lijden van de ander. - Blijheid (mudita) verwijst naar blij zijn met. Het is het vermogen om te appreciëren wat er is. - Onbevangenheid (upekkha) betekent een onpartijdige aandacht die de blik niet afwendt van het onprettige en niet wanhopig op zoek is naar het prettige. Om het weer wat concreter te maken: Mensen die een ernstige ziekte krijgen als kanker komen vaak tot de ontdekking dat ze plots vrienden verliezen. Mensen die bang zijn, niet weten wat te zeggen. Voor sommige mensen zijn ze in hun lijden plots niet meer interessant. Tegelijkertijd ervaren ze vaak vriendschap uit onverwachte hoek. Mensen bij wie ze wel terechtkunnen en van wie ze belangeloos steun krijgen. Als iemand met kanker bij jou komt zal je, in de mate dat je vrij bent van begeerte afkeer en verwarring, hopen dat het hem goed gaat (metta), geraakt zijn als hij met slecht nieuws komt (karuna), desondanks blij zijn met zijn aanwezigheid (mudita) en wat ook zijn verhaal is bereid zijn te luisteren (upekkha), zowel naar zijn hoop als zijn wanhoop, zijn pijn en zijn opluchting. In sommige boeddhistische tradities spreekt men hier van de boeddhanatuur. Het is niets anders dan onze fundamentele menselijkheid 5. De derde edele waarheid is de waarheid van het opheffen van de dorst. Onze traditionele psychologie kent de dorst en de triade van begeerte, afkeer en verwarring ook. De psychoanalyse spreekt van lust, onlust en onbewuste. De gedragstherapie van beloning, straf en irrationele cognities. Het wezenlijke verschil is dat de psychologie al ons gedrag erdoor probeert te verklaren. Het Boeddhisme daarentegen stelt de mogelijkheid van bevrijding, dat wil zeggen van gedrag dat niet hierdoor bepaald wordt. Het pad Welke weg leidt tot bevrijding? De vierde edele waarheid is waarheid van het pad naar bevrijding. Het is het achtvoudige pad. De acht elementen van het pad vormen geen opeenvolgende stappen maar wel een organisch onderling afhankelijk geheel. Traditioneel (en daarmee wat overzichtelijker) worden ze samengevat in drie groepen: deugd, meditatie, inzicht. De ingang tot het pad is het inzicht. In een eerste fase komt het neer op voldoende vertrouwen in de redelijkheid van de voorgestelde weg en de intentie hem op zijn minst een kans te geven. Het is te vergelijken met het vertrouwen dat een patiënt in zijn arts heeft. Hij weet nog niet of het medicijn zal werken maar, met een gezonde kritische instelling, heeft hij voldoende vertrouwen in de arts om het uit te proberen. Het belangrijkste inzicht hierbij is het besef van eigen verantwoordelijkheid. Hiermee komen we bij de deugd. Ethiek in het Boeddhisme heeft niet hetzelfde moraliserende karakter dat wij in onze westerse religies kennen. In een eerste fase is de ethiek beschrijvend. Bepaalde vormen van gedrag als doden, stelen, liegen, seksueel misbruik veroorzaken lijden zowel voor de dader als voor het slachtoffer. Er is geen notie van gestraft worden voor wandaden, wel een besef van het dragen van verantwoordelijkheid en het ondervinden van de consequenties van je eigen gedrag. Dit is wat in het boeddhisme met karma bedoeld wordt. De ethische regels beschrijven de grenzen waar je best niet overheen gaat als je geen onheil (voor jezelf en de ander) wilt veroorzaken. De volgende stap is meditatie. Er wordt wellicht nergens in het boeddhisme meer gemediteerd dan in het kersverse westerse boeddhisme. Dit komt omdat het boeddhisme hier populair geworden is in de periode van bewustzijnsverruiming, hallucinogenen en een explosie van algemene interesse in de psychologie. Dit geeft een vertekend beeld. Het is een feit dat boeddhistische meditatievormen bruikbaar zijn als stressreductie of als middel tot bevordering van de zelfkennis. Meditatie is maar een boeddhistische praktijk als het organisch ingebed is in het achtvoudige pad, dat wil zeggen als het gedragen en gemotiveerd wordt door inzicht en deugd. Meditatie in het boeddhisme is de plek bij uitstek van het vrije onderzoek. Het is het labo, de microscoop waarin de vier edele waarheden minutieus onderzocht kunnen worden. In onvervalste 'reality-tv zie je in de meditatie hoe lijden ontstaat en hoe bevrijding mogelijk is. Je moet maar een paar minuten proberen op je adem te letten om te merken hoe je geest telkens weer afdwaalt gedreven door begeerte, afkeer en verwarring. In de mate waarin je leert om in die verwarring met een milde open aandacht aanwezig te blijven, ontdek je de mogelijkheid van bevrijding. Uit dit onderzoek groeit inzicht. Wat eerst kritisch vertrouwen was in de ervaring van een ander wordt eigen ervaring en eigen inzicht. Dit inzicht maakt de absurditeit van onethisch gedrag steeds duidelijker. Wat eerst het volgen van voorschriften was wordt steeds meer een spontane vanzelfsprekendheid. Waarom zou je nog langer doen wat jezelf en anderen pijn doet, als je beter weet? De vruchten die je ervaart op het pad vormen op zich de motivatie om verder te gaan met je meditatie en een alsmaar diepgaander onderzoek van de oorzaken van lijden en welbevinden. Hetgeen steeds dieper eigen inzicht veroorzaakt, hetgeen ….. De cirkel is eindeloos besluit De filosoof Leo Apostel, die zelf intensief Zen beoefende, stelde voor om ieder mensenleven te zien als een experiment in ethiek. Zoals in de traditie van de westerse wetenschap kan je daarbij verder bouwen op de ervaringen uit de experimenten van je voorgangers. Anderzijds hebben talloze studenten natuurkunde de experimenten van Newton, met het boek in de hand, overgedaan en zo inzicht verworven in de fundamentele wetten van de natuurkunde. Ook de Boeddha stelt ons een experiment voor. Het start met het zelf verantwoordelijkheid opnemen voor het eigen leven. Het experiment wordt kernachtig samengevat in het vers van de Dhammapada: Het kwade laten Doen wat heilzaam is De geest zuiveren Dat is de leer van de Boeddhas 6 Van de boeddhistische praktijk wordt in de teksten gezegd dat ze:’ goed is in het begin, goed in het midden en goed in het einde.’ Het pad draagt zijn vruchten van in het begin. Het boeddhisme is een traditie van monniken en leken. Er wordt niet verwacht dat je dagelijks uren lang zittend op een kussen doorbrengt, al bestaat die mogelijkheid. Ook het pad aanvangen en in je dagelijkse leven fundamentele menselijkheid cultiveren, is zinvol en bevrijdend. (Zonder dit laatste heeft zitten op een kussen overigens geen enkele zin.) De boeddhistische tradities hebben zich steeds weer verzet tegen de onvermijdelijke neiging om het één hoger te waarderen dan het ander. Als westerlingen zijn we opgevoed met het idee van de onverenigbaarheid van de twee betekenissen van ‘het goede leven’. Er is goed leven in de betekenis van deugdzaam leven en er is goed leven in de betekenis van genieten van het leven. De meest boeiende en verrassende uitkomst van het boeddhistische experiment is dat beide betekenissen van goed, als twee kanten van een medaille, volkomen blijken samen te vallen.* Edel Maex is psychiater in het Algemeen Ziekenhuis Middelheim te Antwerpen. Hij is een beoefenaar van Zen en lid van de Raad van bestuur van de BUB. Deze tekst is aan zijn boek Een kleine inleiding in het boeddhisme, lannoo, 2005 ontleend. 1 Stephen Batchelor, The Awakening of the West: The Encounter of Buddhism and Western Culture, Parallax 1994 2 Deze tekst volgt de structuur zoals we die terug vinden in de Kalama Sutta (AN 65)en de Dhammacakkapavattana Sutta (SN LVI.11). De suttas worden niet letterlijk geciteerd maar vrij weergegeven waarbij toch getracht wordt zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke betekenis te blijven. 3 SN XXII.86 4 Het Pali is een taal verwant aan het Sanskriet waarin de oudste boeddhistische geschriften bewaard zijn gebleven. 5 Han F. de Wit, De verborgen bloei: over de psychologische achtergronden van spiritualiteit, Kok Agora 6 Dhammapada 183 Artikel http://www.uvv.be/uvv5/pub/cante/bwz/pdf/05.pdf Maex, E. (2007). Mindfulness. Antenne, maart 2007, 17-21 De voorbije jaren is mindfulness als een nieuw begrip het psychologisch vocabularium binnengeslopen. Mindfulness is een bijzondere manier om de aandacht te hanteren. Het vindt zijn voornaamste toepassingen in het omgaan met moeilijke en stressvolle ervaringen. Is ‘mindfulness’ oosters? Bij Francis Bacon (1561-1626), een van de grondleggers van de moderne wetenschap en gekend door zijn slagzin: ‘Kennis is macht’, lezen we: “De gevolgen van ontdekkingen komen nergens duidelijker tot uiting dan in drie uitvindingen die de oudheid niet kende en waarvan de oorsprong, hoewel recent, duister en onbekend is, namelijk de boekdrukkunst, het buskruit en de magneet.” Ondertussen weten we dat deze drie ontdekkingen uit China stammen. Door het vanaf de 16de eeuw toenemend contact met het Verre Oosten zijn onvermijdelijk heel wat oosterse concepten en technieken ons dagelijks leven binnengeslopen. Meer dan we op het eerste zicht vermoeden, omdat vele hiervan ons ondertussen perfect alledaags en westers overkomen. De psychologie vormt hier geen uitzondering op. Mindfulness is het basisprincipe van alle boeddhistische meditatievormen en heeft dus ook oosterse roots. De vraag blijft wel waarom het Westen zo snel het buskruit overgenomen heeft en mindfulness pas meer dan 500 jaar later zijn intrede doet. De ontdekking van mindfulness De theologen: een valse start Als Francis Bacon over moderne communicatiemiddelen had kunnen beschikken, dan had hij een antwoord gehad. Op het ogenblik dat hij deze zinnen schreef, waren de contacten van Europa met het Verre Oosten volop aan de gang. In 1549 zette Franciscus Xaverius als eerste missionaris voet aan wal in het pas ontdekte Japan. Hij zou er 27 maanden blijven. Zijn eerste indrukken en interpretaties zijn in zijn brieven bewaard gebleven. Ze vormen niet meer dan een anekdote in de geschiedenis van het contact van het Westen met het boeddhisme, maar het is wel een heel typerende anekdote. Veel van de toen ontstane misverstanden worden nu pas uitgeklaard. Xaverius had al gauw contact met boeddhistische monniken. Een tijd lang dacht hij te maken te hebben met nestoriaanse christenen. Hij gebruikte aanvankelijk het Japanse woord Dainichi, naam van de centrale Boeddha-figuur in het shingon boeddhisme, als vertaling voor God. De Japanners van hun kant, horend dat hij vanuit Goa in India kwam, dachten te maken te hebben met een boeddhistische monnik uit een voor hun onbekende traditie. Het is maar in de mate dat de taalbarrière opgeheven werd en ze elkaar begonnen te begrijpen, dat ze ophielden mekaar te verstaan. Theologische discussies verzandden in heilloze verwarring. Begrippen als God en een onsterfelijke ziel bleken, tot ontzetting van Xaverius en de zijnen, in het boeddhisme helemaal niet te bestaan. Anderzijds begrepen de Japanners maar niet waar hij zo moeilijk en vasthoudend over deed. Ten slotte concludeerde Xaverius dat dit een zet van de duivel was. De duivel had geprobeerd hen het gras voor de voeten weg te maaien door iets neer te zetten wat alles weg had van een religie, maar er bij nader toezien helemaal geen was. Op een dag zag Xaverius in een soto zenklooster de monniken zitten in zazen. Hij was onder de indruk van hun stilte en discipline. Hij dacht natuurlijk dat ze mediteerden. Meditatie is een belangrijk onderdeel van Ignatius’ spirituele oefeningen, een praktijk die dezelfde periode officieel door de paus in Rome erkend werd. Meditatie betekent overwegen, overpeinzen. Toen Xaverius aan Ninshitsu, de abt van het zenklooster, vroeg waar de monniken aan dachten bij hun oefening, begon deze te lachen en antwoordde, in onvervalste zenstijl: “Sommigen denken aan hoeveel geld ze gekregen hebben, anderen aan hoe ze aan betere kleren kunnen komen, nog anderen aan hun vakantie of een ander tijdverdrijf. Kortom, niemand denkt aan iets belangrijks.” Voor Xaverius was dit een onbegrijpelijk antwoord. Wat wij achteraf begrijpen is dat de monniken helemaal niet mediteerden, toch niet in de betekenis die het woord tot dan had. Merkwaardig genoeg zijn we wel het woord meditatie hiervoor blijven gebruiken. De term ‘mindfulness-training’ dekt veel meer de lading. De filologen: de creatie van het boeddhisme Hoe had Franciscus Xaverius kunnen weten dat hij met boeddhistische monniken te maken had? Het boeddhisme was in Europa helemaal niet bekend. Wat missionarissen op hun ontdekkingsreizen tegenkwamen waren verschillende vormen van ‘idolatrie’. Overal zagen ze afbeeldingen van goden en de verering ervan. Ze hadden maar weinig interesse voor deze heidense praktijken. Ze probeerden de mensen te bekeren en hen ertoe aan te zetten hun ‘afgodenbeelden’ te vernietigen. Interesse was er wel van de filologen die ontdekten dat het Sanskriet een rijke cultuurtaal was die behoorde tot dezelfde talengroep als de meeste Europese talen. Het is pas in het begin van de 19de eeuw dat Eugène Burnouf door vergelijking van nooit eerder vertaalde teksten ontdekte dat een aantal van deze tradities in nauw verband met elkaar stonden. In het in 1844 gepubliceerde ’Histoire du Bouddhisme Indien’ identificeerde hij deze teksten en tradities als ‘boeddhistisch’. Hij toonde aan dat de Boeddha niet één van de vele goden uit het Indiase pantheon was, maar een historische figuur, die ongeveer 500 v. Chr. in Noord-India geleefd heeft. Hiermee creëerde hij, met filologische argumenten iets wat nooit eerder bestaan had: ‘het boeddhisme’. De verschillende boeddhistische tradities hadden zichzelf nooit als een eenheid gezien, als ze al van elkaars bestaan op de hoogte waren. Het woord ‘boeddhist’ bestond in geen enkele Aziatische taal. Het boeddhisme ontstond als een taalkundige realiteit en er kwam een golf van vertalingen van teksten op gang. Maar door gebrek aan contact met de levende tradities waar deze teksten deel van uitmaken, begreep niemand waar deze teksten over gingen. Stel je voor dat iemand zich bezig houdt met het vertalen van handleidingen van videorecorders zonder ooit een videorecorder van dichtbij gezien te hebben. Het resultaat kan, hoe filologisch correct en interessant ook, alleen maar betekenisloos zijn. Meestal werden de boeddhistische teksten gezien als een soort nihilistische metafysica. Wat onbekend is, leent zich bijzonder goed voor projecties, dus gingen westerse denkers er hun romantische ideeën aan toeschrijven. Het oriëntalisme ontstond met een idealisering van het Oosten als de bakermat van wijsheid. De newagebeweging is hier een typische exponent van. We lopen het risico uit het oog te verliezen dat oosterse wijsheid in het Oosten even marginaal is als westerse wijsheid in het Westen. Anderen ervaarden dit, kunstmatig gecreëerde, blok als een bedreiging. In 1894 liet keizer Wilhelm van Pruisen een schilderij maken met als titel: ‘Het Gele Gevaar’. Het stelt de aartsengel Michaël en de Walkuren voor (een merkwaardige mix van christelijke en Germaanse mythologie) die met getrokken zwaard een in de verte opduikende boeddha opwachten. De psychologen: recente ontwikkelingen Het gebruik van buskruit was meteen duidelijk. Voor mindfulness was dat blijkbaar niet zo. De geschiedenis die we geschetst hebben verklaart waarom. Noch de bekeringsijver van de missionarissen, noch de uit hun context gerukte vertalingen van de filologen (hoe verdienstelijk ook op wetenschappelijk vlak) brachten licht in het duister. Het is pas in de tweede helft van vorige eeuw dat we een hele andere ontwikkeling zagen. Westerlingen trokken naar Azië om er een authentieke boeddhistische opleiding te volgen. In een omgekeerde beweging kwamen er Aziatische leraars naar Europa en Amerika en stelden westerlingen in staat om hier in het boeddhisme te trainen. Deze ontwikkeling was maar mogelijk door de bereidheid van beide kanten om de grote culturele kloof te overbruggen en tot wederzijds begrip te komen. Een moeizaam proces. Ondertussen kennen we tweede, derde en volgende generaties westerse boeddhistische leraars die hun training volledig in het Westen gehad hebben. Het huidige westerse boeddhisme is een onafhankelijke en volwaardige westerse traditie geworden. Een ander gevolg hiervan is dat er een generatie ontstaat die én een academische opleiding heeft én een degelijke boeddhistische training. Dit is de voedingsbodem die toelaat dat boeddhistische inzichten het wetenschappelijke denken binnenkomen. Mindfulness is een typisch product van het hedendaags westers boeddhisme. Het is vooral de in Frankrijk als banneling wonende boeddhistische leraar Thich Nhat Hanh die er het kernbegrip van het boeddhisme van gemaakt heeft. Oorspronkelijk is mindfulness een mogelijke vertaling van het pali sati. Door de nadruk die Thich Nhat Hanh er ging op leggen, daarin gevolgd door mensen als de westerse leraar en academicus Jon Kabat-Zinn, heeft het woord een ruimere betekenis gekregen. Het is metoniem geworden voor zowel de leer als de beoefening ervan en de vrucht ervan. Een andere belangrijk ontwikkeling in de vorige eeuw is het ontstaan van de psychologie. Traditioneel wordt het ontstaan de westerse psychologie gedateerd in 1890 met het magistrale werk van William James: Principles of Psychology. Hij weet van in het begin het centrale probleem van de psychologie bloot te leggen, zonder er evenwel zelf een antwoord op te bieden: ‘Hoe komen we tot een objectieve studie van de subjectieve beleving?’. De hele westerse wetenschap en filosofie tot dan waren er op gericht de subjectieve waarneming uit te sluiten, zodat we konden komen tot een beschrijving van de werkelijkheid die onafhankelijk is van het persoonlijk perspectief van een waarnemer. In de wetenschap is er idealiter geen plaats voor meningen of gevoelens. Wellicht heeft het contact met het Oosten mede een rol gespeeld in het ontstaan van de psychologie. Het Westen heeft het objectieve waarnemen vanuit een derde persoonsperspectief tot het uiterste gecultiveerd. De aarde lijkt wel plat, maar in werkelijkheid is ze rond. Het conceptuele heeft voorrang op de subjectieve ervaring. Het boeddhisme daarentegen heeft een eeuwenlange traditie van het onderzoek van het eerste persoonsperspectief. Wat gebeurt er als ik ga zitten en onbevangen kijk naar mijn ervaring zonder mij te verliezen in concepten en generalisaties? Concepten zijn bruikbare dingen, maar mogen niet met de ervaren werkelijkheid verward worden. Dit is een bron van veel misverstanden bij het lezen van boeddhistische teksten. Wij vatten een tekst automatisch als ontologisch op, als gaande over de objectieve werkelijkheid. Een boeddhistische tekst zal steeds gaan over onze ervaring van de werkelijkheid. Een uitspraak als: “Zie de wereld als een luchtspiegeling”, zegt niets over de objectieve wereld maar over hoe wij haar ervaren. Het is niet dat alles illusie is, wel dat we de neiging hebben om ons over alles illusies te maken. We hebben een eeuw met dit probleem van de objectieve studie van de subjectieve ervaring moeten worstelen. Na omzwervingen doorheen psychoanalyse en behaviorisme zien we met de cognitieve psychologie voor het eerst een begin van oplossing. Het is niet voor niets dat het uitgerekend de cognitieve psychologie is die nu het idee van mindfulness probeert te integreren. Mindfulness De relaxatierespons voorbij Mindfulness-training bestaat uit twee elementen: stoppen en kijken. Stoppen is het preboeddhistische element. We kennen het al langer onder de vorm van relaxatie. Ook relaxatie vindt zijn oorsprong in oosterse meditatietechnieken. Relaxatie is eigenlijk bijzonder onwesters. ‘Ledigheid is het oorkussen van de duivel’, geldt in het Westen. Het is maar in onze overstresste wereld dat het belang van relaxatie duidelijk is geworden. Schulz schrijft hoe hij zijn autogene training rechtstreeks uit de yoga overgenomen heeft. De ‘look and feel’ is nog een beetje oosters. Hij maakt gebruik van suggesties om ontspanning op te roepen. Met Jacobson’s progressieve relaxatie krijgt relaxatie een meer westers karakter en een (pseudo)wetenschappelijke verklaring. Jacobson nam aan dat mensen leren mentaal te ontspannen door te leren hun spieren bewust te ontspannen. In progressieve relaxatie worden verschillende spiergroepen afwisselend intentioneel aangespannen en dan weer losgelaten. Deze methode heeft haar werkzaamheid bewezen, maar de theorie ervan gaat volledig voorbij aan het feit dat spiertonus en het intentioneel aanspannen van een spier neurofysiologisch op een totaal ander mechanisme berusten. Een meer aanvaardbare theorie kwam van Benson met zijn ‘relaxation respons’ die ontspanning ziet als een onconditionele respons op een eenvoudige stimulus. Het maakt daarbij verder niet uit wat de aard van de stimulus is. De stimulus moet voor het subject wel interessant genoeg zijn om er ondanks zijn monotonie de aandacht te kunnen op te concentreren. Het richten van de aandacht op een mantra, zoals bij TM (transcendente meditatie), op een beweging zoals bij progressieve relaxatie, of een eenvoudige activiteit, zoals in de tuin werken, roept dezelfde relaxatierespons op. In de boeddhistische meditatietechnieken zijn concentratie en relaxatie geen doel op zich maar een opstap naar mindfulness. “Je temt een wild paard niet om er een tamme ouwe knol van te maken, maar om er mee te kunnen rijden”, zegt men in zen. In deze vergelijking ligt het hele verschil tussen relaxatie en mindfulness-training. Er is niets mis met relaxatie. Het is zelfs noodzakelijk om je bij momenten uit de drukte terug te trekken. De boog kan niet altijd gespannen staan. Maar als je verdrietig bent of blij, als je woedend bent of smoorverliefd, als je huis in brand staat of je hebt net de lotto gewonnen, dan is relaxatie niet echt aan de orde. Als het ons zou lukken in die ogenblikken perfect te ontspannen, dan lopen we het risico dat de intensiteit van het leven ons helemaal ontgaat. Het is niet de bedoeling om een perfecte zombie te worden. Soms staat de boog gespannen. Mindfulness als kwaliteit van aandacht Relaxatie richt je aandacht en haalt je daarmee even uit de werkelijkheid, mindfulness brengt je er weer middenin. Mindfulness is een bijzondere kwaliteit van aandacht. • De aandacht is open en onbevangen. Aandacht is gewoonlijk selectief. Sommige ervaringen krijgen een voorkeursbehandeling en andere worden naar de achtergrond gedrukt. Mindfulness streeft er naar alle inkomende ervaringen gelijk te behandelen en dezelfde aandacht te geven. • De aandacht is mild en niet oordelend. Open aandacht zonder mildheid zou zonder meer een vorm van wreedheid zijn. Er komt zoveel in je aandacht op, gewenste dingen maar ook gedachten, gevoelens en indrukken die je helemaal niet zo ziet zitten. Het is belangrijk hierbij een milde niet oordelende houding aan te nemen. • Indrukken, gedachten en gevoelens worden gezien als gebeurtenissen. Je bent je gedachten niet. Wat er aan gedachten of andere inhouden opkomt, wordt gezien als iets dat gebeurt, zonder dat je je er mee identificeert. • Niet de inhoud, maar het proces is belangrijk. In psychotherapie staat meestal de inhoud van gedachten en andere mentale gebeurtenissen op de voorgrond. Bij mindfulness is de gebeurtenis an sich belangrijk en wordt op de inhoud niet verder ingegaan. Het voortdurend in flux zijn van je geest is het eerste dat daarbij opvalt. Beetje bij beetje ontstaat er ook inzicht in de relaties tussen de verschillende mentale inhouden. De effecten van het trainen van mindfulness kan je in vier punten samenvatten. • Het is prettig. Relaxatie en mindfulness-training zijn beide prettig, maar op een andere manier. Ze verhouden zich tot elkaar als zonnebaden tot sporten. Mindfulness-training vraagt meer discipline, maar het kan een intens gevoel van bevrediging geven. • Het leert je de werkelijkheid beter kennen. Door onbevangen aandachtig aanwezig te zijn bij wat er gebeurt, leer je jezelf en de wereld beter kennen. Je ziet het spel van actie en reactie. Je ziet ook jezelf bezig en je wordt vertrouwd met je eigen automatische reacties. • Het helpt automatismen voorkomen. Het Engels laat toe een onderscheid te maken tussen ‘to react’ en ‘to respond’. In het eerste is de reactie reflexmatig en automatisch. In het tweede geval is er een moment van aandacht tussen stimulus en respons, hetgeen ruimte maakt voor keuzevrijheid. Dit is bijvoorbeeld van belang wanneer stressvolle stimuli oude depressieve patronen dreigen te activeren. • Zelfhelend vermogen. Mindfulness-training bevordert veranderingsprocessen, maar dan wel op een heel andere manier dan psychotherapie. In de dialoog eigen aan psychotherapie wordt het proces van verandering geleid, benoemd, vormgegeven. Door mindfulness ontstaat een spontane openheid die ruimte maakt voor verandering, zonder dat je van tevoren weet waar die verandering toe leidt. Therapeutische toepassingen Uit het voorgaande moge al blijken dat mindfulness meer geschikt is voor de ‘wilde paarden’, voor die problemen en situaties waar relaxatie niet echt aan de orde is en maar beperkt succes zou hebben. Aan het University of Massachusetts Medical Center startte Kabat-Zinn met een acht weken durend stressreductieprogramma, Mindfulness Based Stress Reduction (MBSR), dat ondertussen door veel algemene ziekenhuizen overgenomen is. Het richt zich zowel op het omgaan met stress veroorzaakt door ernstig lichamelijk ziek zijn, als op stress die zelf oorzaak is van lichamelijke klachten. Studies toonden gunstige effecten bij pijn, bij angst, bij chronische vermoeidheid en op het emotioneel welbevinden bij ernstige ziekten als kanker. Mindfulness-training is het basisingrediënt van Linehan’s Dialectical Behavior Therapy voor mensen met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Zij kenmerkt borderlinepersoonlijkheidsstoornis als een ‘fobie voor hevige emoties’. Zij gebruikt verschillende vormen van mindfulness-training om patiënten te leren omgaan met hun emotionele reacties. Observeren, beschrijven en participeren zijn hierbij belangrijke ‘mindfulness skills’. Haar studie is een van de weinig gecontroleerde studies in de behandeling van borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Na 1 jaar toonden de meeste patiënten nog een significante verbetering vergeleken met de controle groep die ‘therapy as usual’ kreeg. Wat bied je aan mensen die hersteld zijn van een depressie en dus geen behandelbare klachten meer hebben, maar waarvan je wel weet dat ze een grote kans hebben op recidief. Teasdale, Segal en Williams boden aan deze patiënten het programma van Kabat-Zinn, onder de noemer Mindfulness Based Cognitive Therapy (MBCT). In een vergelijkende studie vonden ze dat in de groep die drie of meer depressies doormaakte de kans op recidief na een jaar zakte van 66% naar 39%. Het theoretisch uitgangspunt is dat mindfulness training leert om triggers die depressieve schemata op gang brengen, beter te onderkennen. Zo kan voorkomen worden dat het depressieve schema op gang komt en tot een klinische depressie leidt. Ondertussen loopt er ook onderzoek naar de toepassing bij verschillende problemen, zoals chronische vermoeidheid, angstklachten en de emotionele gevolgen van chronische ziekten. Williams vertelt dat hij aanvankelijk weerstand had tegen deze methode, omdat ze een andere therapeutische relatie veronderstelt. Mindfulness kan enkel aangeleerd worden door iemand die zelf intensief in de methode getraind is. De rol van de therapeut is hier meer te vergelijken met die van een kliminstructeur. Als je kliminstructeur wil worden, moet je zelf heel wat klimmen en geklommen hebben, weet je uit eigen ervaring wat het betekent te klimmen en waar de valkuilen liggen. En als je het wilt doorgeven, moet je mee de berg op. Een ander belangrijk verschil met psychotherapie is dat hier niet op de inhoud, maar op het proces ingegaan wordt. Wanneer in een MBSR-training iemand vertelt dat hij heel verdrietig geweest is, zal de trainer niet vragen naar waarover het verdriet ging, maar naar hoe hij ermee is omgegaan. Dat maakt de aard van verandering minder voorspelbaar. Van twee mensen met kanker die een mindfulness-training volgden, omdat ze zoveel last hadden van moeheid, zei de eerste: “Ik ben nog altijd even moe, maar er komt nu veel meer uit mijn handen.” De ander zei, onafhankelijk van de eerste: “Ik ben nog steeds even moe, maar ik doe nu veel minder en ik geniet er zoveel meer van.” Derde keer goede keer? “Tradition is like a container, it both preserves and conceals”, zegt Dennis Genpo Merzel Roshi. Verpakkingen zijn onmisbaar, maar ze leiden ook de aandacht af van de inhoud. De eerste contacten tussen het Westen en het boeddhisme waren confrontaties tussen containers, tussen verpakkingen. Het is pas nu dat de inhoud zich begint te tonen. Is deze keer met de invoering van boeddhistische praktijken in psychologie en geneeskunde ook meteen de goede toon getroffen? Terug naar het begin In één van de oude boeddhistische teksten confronteren dorpelingen, de Kalamas, de Boeddha met de volgende vraag: “Voortdurend komen hier leraars langs. Eén voor één vertellen ze dat zij de waarheid verkondigen en dat wat anderen verkondigen onzin is. Wie moeten wij nu geloven?” De Boeddha antwoordt: “Ik begrijp jullie verwarring. Wel, ga niet voort op traditie, op geschriften, op autoriteit of op filosofie.” In één klap wordt hier heel wat van tafel geveegd wat wij traditioneel met religie verbinden: traditie, leergezag, filosofie, schrift... De Boeddha stelt niet dat er met die dingen iets mis is, maar ze bieden geen valide argumenten voor of tegen een leer. Wat is dan wel een argument? De Boeddha vervolgt: “Wanneer je zelf ziet dat het beoefenen van een leer lijden tot gevolg heeft, verwerp hem dan. Als je zelf ziet dat het beoefenen van een leer welzijn tot gevolg heeft, aanvaard hem dan.” Lijden en welzijn vormen het fundamentele uitgangspunt van het boeddhisme. De Boeddha spreekt de mensen aan in hun eigen vermogen om het zelf uit te zoeken en te oordelen. Daarom wordt deze passage wel eens het boeddhistisch handvest van het vrij onderzoek genoemd. Het gaat niet om een theorie, een levensbeschouwing of een geloof, maar om een praktijk die beoefend kan worden. Mindfulness is een moderne vertaling van deze praktijk. Het zijn de effecten van de praktijk (lijden of welzijn) die haar valideren. Lang voor het ontstaan van de moderne wetenschap, formuleert de Boeddha zijn leer al als een toetsbare hypothese. Bevrijding? ‘Zoals de oceanen vele schatten herbergen, maar slechts één smaak hebben, die van zout, zo herbergt de dharma vele schatten maar heeft ze slechts één smaak, die van bevrijding.’ Houdt mindfulness-training zoals we dat nu in een therapeutische context zien ontstaan ook bevrijding in? In dezelfde toespraak tot de Kalama’s legt de Boeddha uit hoe begeerte, afkeer en verwarring lijden veroorzaken. Bevrijding hiervan leidt tot liefde, mededogen, vreugde en onbevangenheid. Deze ethische kant van de medaille blijft in het huidige mindfulness-discours impliciet. Het kan twee kanten op. De therapeutische toepassingen van mindfulness kunnen de praktijk ervan uithollen tot een louter technische aangelegenheid. Of het menselijke warme element komt met de praktijk meer uit de verf. De tijd zal het uitwijzen. Pas in het laatste geval zullen we van een gelukte poging tot integratie van het boeddhisme in het Westen kunnen spreken. Literatuur • Batchelor, Stephen. The Awakening of the West: The Encounter of Buddhism and Western Culture. Berkeley: Parallax Press, 1994 • Jon Kabat-Zinn, Full Catastrophe Living: Using the Wisdom of Your Body and Mind to Face Stress, Pain, and Illness, Delta, 1990 • Marsha Linehan, Cognitive-Behavioral Treatment of Borderline Personality Disorder, Guilford Press 1993 • Zindel Segal, J. Mark Williams, John Teasdale, Mindfulness-Based Cognitive Therapy for Depression: A New Approach to Preventing Relapse, Guilford Press 2001 • http://www.levenindemaalstroom.be Artikel http://www.nieuws.leidenuniv.nl/index.php3?c=904 Mindfulness: hype of hulpmiddel? Mindfulness is een techniek om anders om te gaan met storende gedachten. Studenten kunnen deze inzetten als ze er steeds onzeker over zijn of ze hun studie wel aankunnen. Is Mindfulness een hype of een effectief hulpmiddel? Boeddhisme Rob Topman, studentenpsycholoog bij de Universiteit Leiden, begrijpt het wel. De principes van Mindfulness vinden hun oorsprong in het boeddhisme. En dat roept al snel de associatie op met oosterse zweverigheid. ‘Maar we hadden er nooit iets mee gedaan als de effectiviteit niet door onderzoek was ondersteund. Niks zweverigheid, het gaat om oefeningen doen, om trainen.’ Er is een verband tussen de onzekerheid van studenten en allerlei andere verschijnselen zoals persoonlijke onzekerheid, perfectionisme, faalangst, stress door de BSAeisen en tentamenvrees. Akelig stemmetje Een mens kan zichzelf behoorlijk dwars zitten. Een zekere spanning voor een tentamen of andere proeve van bekwaamheid is juist goed, dat scherpt de geest. Maar bij sommige mensen slaat de spanning door in een akelig stemmetje dat blijft zeggen: je kunt het niet, je kunt het niet! Dat kan een redelijk te onderdrukken verschijnsel zijn, maar ook resulteren in een apocalyps van blinde paniek en black out. Volgens Topman is er een flinke groep studenten die met dit probleem kampt. ‘Daar zijn veel goede studenten bij die nog nooit voor een tentamen zijn gezakt. Ondanks dat ze zich goed voorbereiden en Het effect van de Mindfulness-techniek nergens bang voor hoeven zijn, blijven ze last is een vredige geest. houden van angst.’ Bewustwording Tot voor enige tijd was cognitieve gedragstherapie, waarvan de Rationeel Emotieve Therapie (RET) het bekendste voorbeeld is, hét antwoord op faalangst. Deze therapie gaat er vanuit dat negatieve gedachten en gevoelens om te buigen zijn in positieve. Mindfulness gaat uit van een heel andere benadering: het juist laten komen van alle gedachten, positief of negatief. Vervolgens is het de bedoeling ze te onderzoeken, er vragen bij te stellen. Is het wel echt zo dat ik het niet kan? Dit gebeurt in een meditatieve setting. Het gaat niet om concentratie op de negatieve gedachten maar om bewustwording van het hier en nu, van alle gedachten die spontaan opkomen. En die, dat is één van leeraspecten, ook weer vanzelf verdwijnen. Er is geen noodzaak een probleem meteen op te lossen, de attitude is to let go, ervaren en loslaten. Relativeren Het effect van de oefeningen is dat iemand een relativerender, vriendelijker kijk op zichzelf en de wereld krijgt en dat de negatieve gedachten hanteerbaar worden of ophouden. Mindfulness wordt op de Universiteit Leiden niet onder begeleiding aangeboden: studenten worden er, bijvoorbeeld tijdens een workshop over het oplossen van studieproblemen, mee in contact gebracht en kunnen op de site van Studentenzaken een vragenlijst vinden aan de hand waarvan ze kunnen bepalen of er iets aan kunnen hebben, en oefeningen en die ze thuis kunnen doen. Wel staan op de site verwijzingen naar professionele Mindfulness-trainers. De ene reeks thuisoefeningen die op de site staat heet Lichaamsverkenning, de andere Zitmeditatie. Lichaamsverkenning maakt onderdeel uit van de techniek omdat emoties altijd een fysieke component hebben: bij angst gaat het lichaam reageren en komen er allerlei processen op gang. Oud principe Topman schreef vorig jaar voor het blad Gedragstherapie een artikel over Mindfulness. De techniek – in uitgebreide vorm ook bruikbaar als therapie - kreeg in 2002 onder psychologen bekendheid door het boek Mindfulness-based cognitive therapy for depression (Segal, Williams & Teasdale, 2002). Het boek leverde een gedetailleerd protocol op. De auteurs publiceren al zeker sinds 1995 over het onderwerp. Topman zocht verder en stuitte op literatuur waarin het begrip Mindfulness niet voorkomt maar wel het principe. Uit zijn eigen archief diepte hij een artikel op uit 1979 van Ada Herbst: ‘Zen en psychotherapie’. Zij was docente bij de postacademische opleiding ‘Meditatie en psychotherapie’. Topman: ‘Herbsts beschrijving van het begrip ‘innerlijke attitude’ lijkt erg op Mindfulness.’ Topman concludeert in zijn artikel: ‘Mindfulness en meditatie zijn betrekkelijk nieuwe begrippen in de gedragstherapie, maar de relatie met psychotherapie in het algemeen wordt al jarenlang beschreven.’ Om deze reden én vanwege de effectiviteit, denkt Topman ook niet dat het om een hype gaat. Ontvankelijke studenten Studenten zijn erg ontvankelijk voor het toepassen van de techniek van Mindfulness, merkt Topman. ‘Ik heb maar één keer meegemaakt dat een studente er niet aan wilde omdat ze de techniek raar vond. Doorgaans vinden studenten het heel normaal.’ De site over Mindfulness die sinds half december op het net staat, heeft alleen al in februari 450 hits gehad, en de oefeningen 362. Eigen waarneming van Topman heeft hem er inmiddels van overtuigd dat Mindfulness werkt: studenten hebben er onmiskenbaar baat bij. Links Meer informatie over Mindfulness Voor een andere kijk op Mindfullnes: Winnie de Poeh en de Vrees voor het Multiple Choicetentamen (4 april 2006/CH) BOEKEN VAN EDEL MAEX Mindfulness In de maalstroom van je leven Edel Maex - Mindfulness, zo luidt het nieuwe basiswoord voor wie beter wil leren omgaan met de onvermijdelijke stress van het leven. - Mindfulness vindt zijn oorsprong in boeddhistische meditatietechnieken. In plaats van voortdurend toe te leven naar doelen die ver in de toekomst liggen, betekent Mindfulness met een milde open aandacht aanwezig zijn bij wat nu is. - In Mindfulness leer je hoe je steeds weer de rust en helderheid in jezelf kunt opzoeken. Ook wanneer het leven je deze rust niet gunt, leer je zo goed mogelijk om te gaan met wat zich aandient. - Edel Maex, psychiater in het ZNA Middelheim, Antwerpen, geeft al jaren, aan steeds grotere groepen mensen, trainingen in Mindfulness. Als je zelf al aan de slag wil met enkele geluidsfragmenten.: http://www.lannoo.be/content/lannoo/mindfulness/index.jsp 1. Bodyscan (6,9 MB) 2. Zitten (6,9 MB) 3. Bestaansrecht (6,9 MB) Als je meer wil lezen over het boeddhisme, waar mindfulness training haar oorsprong vindt ‘Een kleine inleiding in het boeddhisme’ Edel Maex Lannoo, september 2005 Als je verder wil oefenen. Als je werken met beelden je aanspreekt. Als je zelf aan de slag wil met de bijhorende Cd. Internetsites i.v.m. mindfulness http://www.mindfulness.be/NL/ http://en.wikipedia.org/wiki/Mindfulness http://www.mindfulness.com/ http://www.leidenuniv.nl/ics/sz/so/mind/aandacht.htm (met testje en oefeningen) http://www.leren.nl/rubriek/wetenschap/psychologie/mindfulness/ http://www.simplifylife.nl/simp-nieuws0610_01.asp (mindfulness simpel uitgelegd) http://www.urbandharma.org/udharma4/mpe.html (Mindfulness in gewone-mensentaal (Engels) - Een online boek over meditatie en mindfulness) http://www.nouddehaas.nl/mindfulness.htm http://www.levenindemaalstroom.be/Mindfulness.html http://www.43folders.com/2006/04/07/mindfulness/ http://www.123test.nl/mindfulness/ (mindfulltest) http://www.mindfulnessbell.org/14trainings.htm Interview met Edel Maex op Studio Brussel http://internetradio.vrt.be/radiospeler/v2_prod/wmp.html?qsbrand=41&qsODfile=/internetrad io_master/productiesysteem2/programma_od/41_buddha_070523.xml