Zelfs met zware tegenslagen kunnen we leren omgaan

advertisement
MINDFULNESS, OMGAAN MET MOEILIJKE EN STRESSVOLLE ERVARINGEN:
ACHTERGRONDINFORMATIE
Interview met Dr. Edel Maex
http://www.knack.be/kanaal/mensen/--039-zelfs-met-zware-tegenslagen-kunnen-we-lerenomgaan--039-/site72-section9-article5681.html
'Zelfs met zware tegenslagen kunnen we leren omgaan'
04/07/2007
Edel Maex is psychiater en zenboeddhist. Ruim tien jaar geleden introduceerde hij de
zogenaamde mindfulnesstrainingen in ons land, een meditatietechniek die de terugval in een
depressie mee kan helpen voorkomen.
Edel Maex is psychiater in het Antwerpse Middelheim Ziekenhuis. Bij een breder publiek is
hij vooral bekend als de man die de zogenaamde mindfulnesstraining in ons land
introduceerde: een in het boeddhisme gewortelde meditatietechniek die onder meer een
terugval in depressie kan helpen voorkomen. Van zijn boek Mindfulness werden ondertussen
ruim 12.000 exemplaren verkocht, en de belangstelling blijft groeien.
Hoe zou u mindfulness definiëren?
MAEX: Het is erg moeilijk om de term letterlijk te vertalen. Het woord vindt z'n oorsprong in
het boeddhisme, maar leidt nu al enkele decennia een eigen leven. Ik noem het: een milde,
open aandacht. Wat doen we met onze ellende, onze pijn, ons verdriet? Eerst proberen we dat
zoveel mogelijk te negeren, te doen alsof het er niet is. Dat is een valkuil, want het is nu
eenmaal onmogelijk om alle pijn uit ons systeem te krijgen. Er is ook een ándere valkuil: dat
we te sterk opgaan in onze ellende, waardoor we er ons keer op keer in verliezen. Wat
mindfulness doet, is de middenweg beoefenen: aandacht geven aan de dingen, zonder ze te
negeren maar ook zonder je te laten meeslepen. Wie met een milde, open aandacht naar het
verdriet kijkt, behoudt de vrijheid om ermee om te gaan, blijft zelf aan het stuur zitten, hoeft
zich niet te laten meesleuren in de meest wanhopige, radeloze of depressieve toestanden.
Waarom worden zo veel mensen depressief?
MAEX: Ik weet het zelf niet. De prevalentie op wereldschaal, dus het aantal mensen dat
momenteel de ziekte heeft, is ongeveer 4 procent. Komt het echt vaker voor, of lijkt dat alleen
maar zo omdat we het sneller en beter opmerken? De meningen daarover zijn verdeeld. Ik
vraag mij soms ook af in welke mate we iets pathologiseren dat gewoon tot de condition
humaine behoort. Misschien hoort het er gewoon bij dat we in de loop van ons leven door een
aantal moeilijke periodes heen gaan.
Wanneer spreekt men van een depressie?
MAEX: Iemand heeft een depressie als hij of zij beantwoordt aan de zogenaamde DSMcriteria, de symptomen die worden beschreven in de Diagnostic and Statistical Manual for
Mental Disorders . Laat ik het zo eenvoudig mogelijk uitleggen. Een normale stemming
schommelt, iedereen heeft goede en slechte dagen. Als iemand geen goede dagen meer heeft,
en altijd in een sombere stemming is, of nergens meer van kan genieten, dan kan er sprake
zijn van een depressie. Je kunt niet de ene dag wel en de andere dag niet depressief zijn, dat
ben je pas als je stemming niet meer schommelt en je weken- of maandenlang in het dal blijft
vastzitten. Daar komen dan nog andere symptomen bij, zoals slapeloosheid, schuldgevoelens,
onrust enzovoort.
Is de oplossing altijd een combinatie van pillen én praten?
MAEX: Vaak wel. Er kan veel menselijk leed voorkomen worden door mensen medicatie te
geven. Maar er zijn ook vormen van psychotherapie die kunnen helpen. Als je even
vastgelopen bent en je raakt er zelf nog uit, des te beter. Maar soms is het goed om sowieso
hulp te zoeken. Het is trouwens niet zo dat iemand met een depressie automatisch
antidepressiva moet nemen. Soms kunnen een paar goede gesprekken de depressie al in
beweging brengen. Soms kunnen mensen pas in gesprek raken als ze eerst een tijdje
antidepressiva hebben genomen. Alleen maar pillen nemen is volgens mij nooit een goed idee.
Je moet hoe dan ook met iemand praten om te bekijken of je niet anders met een aantal dingen
in je leven moet leren omgaan.
Hoe helpt mindfulnesstraining precies?
MAEX: Mindfulness is geen behandeling. Het geneest geen depressies. Het is trouwens niet
mogelijk om ermee te beginnen als je midden in een depressie zit - als je aan het verdrinken
bent, is het niet het aangewezen moment om een nieuwe zwemslag te leren. Wat mindfulness
doet, is een terugval voorkomen. Dat is ondertussen in een aantal studies aangetoond. We
wisten al lang dat mensen die depressief zijn geweest een grote kans hebben om terug te
vallen. Dikwijls kan één moeilijke dag, of een pijnlijke gebeurtenis, voldoende zijn om de
hele cascade opnieuw op gang te brengen. Het kan iets kleins zijn dat je weer helemaal
meesleept in alle cognitieve en emotionele patronen die eigen zijn aan een depressie.
Onderzoekers vroegen zich al lang af hoe ze daar iets aan konden doen. Mindfulness helpt, is
ondertussen gebleken. Het is een methode die je leert om te zien dat één slechte dag niet het
begin van een nieuwe depressie hoeft te zijn.
Hoe begin ik eraan?
MAEX: Ga zitten en kijk wat er gebeurt. Het kan helpen om uw ademhaling te volgen. Dat
zal zichtbaar maken wat er gebeurt. U zult namelijk merken dat uw geest voortdurend afgeleid
wordt, dat u uw aandacht niet ononderbroken bij uw ademhaling kunt houden. U begint aan
andere dingen te denken. Door stil te blijven zitten, zult u zich heel bewust worden van
datgene waaraan u zit te denken, van datgene wat u voelt - wat uw geest probeert te grijpen,
of wat uw geest niet probeert te grijpen. Zo zult u stilaan - ik ga nu even snel door de bocht merken dat er iets ontstaat van een openheid, die aan al dat voelen en denken en merken
voorafgaat. Die openheid is als een soort schaal waarin uw gedachten en gevoelens zich
bevinden. En op die manier behoudt u de vrijheid om ermee om te gaan, kunt u er met een
milde en open aandacht naar kijken, met humor en afstand. Zo hoeft u veel minder te lijden
onder die gedachten en gevoelens. U neemt het lijden waar.
Hoe raakt men dan van het lijden verlost?
MAEX: Niet! (glimlacht) U gaat er alleen op een heel andere manier mee om. In plaats van
op een krampachtige manier tegen het lijden te vechten óf erdoor te worden meegesleurd, kun
je het toelaten, in het besef dat het erbij hoort.
Wat is uw definitie van geluk?
MAEX: Misschien is een mogelijke definitie: het vermogen om blij te zijn met blije dingen
en verdrietig met verdrietige dingen. In plaats van altijd alleen maar de blije dingen te willen
maximaliseren en het verdriet te willen uitbannen. Het vermogen om met een onbevangen
aandacht de golfslag van het leven mee te maken, in het besef dat er altijd ups en downs
zullen zijn. Dat er altijd iets is. Als iemand met die openheid in het leven staat, zal hij of zij
natuurlijkerwijze veel liefdevoller en vriendelijker met de wereld omgaan. Je zult het minder
nodig hebben om alles voor jezelf te houden, omdat je weet dat dáár het geluk niet zit. Je zult
merken dat geven veel gelukkiger maakt dan alles krampachtig bij te houden.
Joël De Ceulaer
http://www.levenindemaalstroom.be/Interview.html
Mediteren tegen depressie
Door Sybille Decoo
(De Morgen, 02.02.05)
Wie ooit in een zware depressie terechtkwam, heeft veel kans om te hervallen.
Psychotherapie kan dat vaak niet tegenhouden. Mensen worden het ook beu om
antidepressiva te slikken en beginnen weer met hun gezondheid te sukkelen. Met de
mindfulness-training, een techniek die ook naar België is overgewaaid, is daar iets op
gevonden. Het is de meditatie die het hem doet, met dank aan het boeddhisme.
Hoe ga je een hollende, zieke, gestreste of ontredderde geest te lijf met de geest zelf? Het is
een paradox waarmee psychologen en psychotherapeuten dagelijks worstelen. Het is de reden
waarom er zoveel verschillende stromingen bestaan binnen de psychotherapie: praten,
analyseren, rollen spelen, associëren, confronteren, alles wordt uitgeprobeerd, met wisselend
succes.
Voor de depressieven bood de farmaceutische wereld een ontsnappingsroute met Prozac en
andere antidepressiva. Ze zijn een hoogst welkome opluchting voor wie zwaar depressief is,
maar lossen het probleem niet op. Wie ermee stopt, heeft weer evenveel kans om te hervallen.
"Daar wilden wij iets op vinden", zegt Oxford-professor en klinisch psycholoog Mark
Williams. "Wij wilden het grote probleem oplossen dat in elk depressie-onderzoek naar boven
komt, namelijk dat eens men zwaar depressief is geweest, er een zeer grote kans bestaat om
het opnieuw te worden."
Hij vond een antwoord in de mindfulness-training, die door de Amerikaan Jon Kabat-Zinn uit
oosterse meditatietechnieken werd ontwikkeld en met succes wordt toegepast om angst en
stress te verminderen en mensen te leren omgaan met chronische pijn. Williams onderzocht
het effect ervan op mensen die een depressie hebben gehad. Na een jaar bleek slechts 36
procent hervallen te zijn terwijl uit eerder onderzoek was gebleken dat dit normaal 70 procent
is.
We troffen Mark Williams aan de Antwerpse universiteit, waar hij door het Universitair
Centrum Sint-Ignatius Antwerpen (Ucsia) was uitgenodigd voor een lezing over het
onderwerp, samen met de Belgische psychiater Edel Maex, die de techniek in Vlaanderen
introduceerde.
Maex heeft zijn pogingen om een Nederlands equivalent voor het Engelse woord te vinden
gestaakt. 'Aandacht', 'gerichtheid', 'achtzaamheid', geen van die termen dekt de volledige
lading. Misschien komt 'gewaar zijn' er nog het dichtste bij. Dat de oplossing ook bij deze
methode via 'the mind', de geest, wordt gezocht, is duidelijk uit de term, maar het verschil met
klassieke psychotherapieën is groot. Maex: "Mindfulness is begonnen als een vertaling van de
boeddhistische term 'sati', die aandacht betekent, maar het heeft al lang een veel bredere
betekenis gekregen. Het is zowel een methode als het effect van die methode: met open
aandacht in de werkelijkheid staan. Mindfulness slaat op een bepaalde kwaliteit van aandacht:
een milde, open, niet-oordelende aandacht over wat zich hier en nu aandient. Dat is heel
anders dan hoe onze aandacht zich doorgaans gedraagt: wispelturig en selectief, zowel voor
positieve als negatieve zaken."
Stel, je maakt aanstalten om te parkeren en een onverlaat pikt voor je neus de plek in. Je kunt
razend uit je auto stappen, de chauffeur in kwestie de huid vol schelden of in elkaar timmeren.
Maex: "Mindfulness leert je dat je de vrijheid hebt om er op een andere manier mee om te
gaan". Bijvoorbeeld: er rustig bij blijven en denken: "ach", en de vrede in je hoofd bewaren.
"Dat gaat ook op wanneer je overvallen wordt door moeilijke gedachten, vervelende
stemmingen, gepieker, wanneer iemand je kwetst, beledigt of in de steek laat", zegt Maex. Als
kenner en beoefenaar van het boeddhisme zat Edel Maex al langer aan de meditatie. "Het
heeft mij enorm geholpen bij het omgaan met alle miserie waar ik in mijn job mee
geconfronteerd word. Ik wou het introduceren in mijn werk als psychiater omdat ik het niet
fair vond om het beste voor mezelf te houden, maar ik had geen idee hoe ik het moest
overbrengen. Gelukkig stootte ik op het werk van Kabat-Zinn, die vanuit hetzelfde idee een
training had ontwikkeld. Bovendien was er al wetenschappelijk onderzoek naar verricht."
Maex volgde een opleiding aan diens centrum in de Amerikaanse staat Massachusetts en
introduceerde de techniek in het Middelheimziekenhuis, aanvankelijk enkel bij
kankerpatiënten, om hen te leren met de ziekte om te gaan.
De doorbraak voor de mindfulness-training kwam er toen Mark Williams zijn successen ter
voorkoming van depressie publiceerde. "Toen wij naar Kabat-Zinn trokken, waren wij
sceptisch omdat de techniek op meditatie gebaseerd is en wij er vooral op uit waren de
gedragstherapie te ontwikkelen. Toen zagen we gelijkenissen: ook Kabat-Zinn leerde mensen
te zien dat gedachten maar gedachten zijn en dat je ze kunt laten gaan. Maar er is een
fundamenteel verschil: gedragstherapie probeert het probleem te analyseren en dan te
veranderen. In meditatie gaat het niet over analyse noch over verandering maar over
aanvaarding, helder kijken naar wat er hier en nu in je omgaat, en loslaten. We denken te veel.
We broeden en piekeren en dat trekt ons naar beneden", zegt Williams.
Leren 'mindful' te zijn gebeurt in groepssessies van twee uur per week gedurende acht weken,
waarna men de technieken in zijn leven integreert. Niet dat men dan als volleerde zenmeesters
de oogbollen wegdraait naar het nirvana of met een kaarsvlam de blik fixeert. In plaats van op
één punt te focussen wordt in mindfulness de aandacht getraind met de bedoeling de
geestelijke blik te verruimen. De aandacht wordt niet op een mantra of object gevestigd, maar
op de ademhaling en het lichaam. Ook lichte yoga-oefeningen worden daartoe gebruikt.
"De bedoeling is te vertragen en bewust te zijn in het hier en nu. Mensen doen te veel zaken
op automatische piloot. Bij de training ontdekt men dat de geest vaak afdrijft. Men leert de
sensaties in het lichaam ontdekken en aanvaarden, onthecht te observeren, niet oordelend te
denken, mild te zijn. Dat er niets is om naar te streven of tegen te vechten", zegt Williams.
Behalve dat de techniek werkt en economisch is voor de gezondheidszorg (gemiddeld
spendeert een trainer in totaal slechts drie tot vijf uur per individu), wordt ze ook gelauwerd
om het neveneffect van een kwaliteitsvoller bestaan. Williams: "Mensen zeggen dat ze een
innerlijke wijsheid vinden. Mindfulness doet veel meer dan wapenen tegen depressie. Men
ontdekt een zin van welzijn en verbondenheid. Dat is een rechtstreeks effect van de
benadering in meditatie om de dingen te nemen zoals ze zijn, eerder dan zoals men zou willen
dat ze zijn. Ook al is een probleem pijnlijk, na verloop van tijd merkt men dat er vrede
gevonden kan worden in het centrum van de pijn."
Dat is ook wetenschappelijk aangetoond. Elke mens vertoont, al naargelang de
omstandigheden, reflexen van vermijding of benadering, die de hersenen in heel verschillende
configuraties brengen. Men ontdekte dat bij mensen die de mindfulness-technieken onder de
knie hadden, de hersenen in de configuratie van openheid, benadering en verwelkoming
bleven, ook al waren ze blootgesteld aan negatieve materie.
"Stress, pijn en depressie vernauwen de aandacht, brengen alles terug tot die ene kwestie. Dat
houdt het probleem in stand. De meeste therapieën behandelen het probleem maar niet dat
vernauwen. In meditatie is de benadering: vergeet dat even en open uw blikveld. Op de duur
is het probleem er als het ware niet meer, ervaren mensen meer ruimte om ermee om te gaan.
Ze aanvaarden dat de dingen veranderen: verdriet en pijn komen en gaan en hoeven niet zo
nodig aangepakt te worden", zegt Williams.
Mindfulness-training wordt toegepast bij een sluimerende depressie, niet wanneer men er
volop in zit. Edel Maex: "Pijn moet soms zijn werk doen. Er zijn momenten waarin verdriet,
angst of stress zo sterk zijn dat zitten en mediteren niet werkt, of dat het niet lukt om mensen
iets aan te leren. Het kan het probleem op zo'n moment zelfs erger maken."
De mindfulness-training is intussen aan een opmars bezig. Williams: "Alle therapeuten
moeten zelf een praktijk van meditatie onderhouden. Ik verwachtte dus dat maar een
minderheid van psychologen daartoe bereid zou zijn, maar ik heb ongelijk gekregen. Zelfs
The National Institute of Clinical Excellence, het Britse overheidsagentschap dat de normen
bepaalt van wat aanvaardbaar is in de gezondheidszorg, raadt gedragstherapie op basis van
mindfulness aan voor het voorkomen van depressie. De training wordt terugbetaald maar er
zijn nog niet veel mensen die ze kunnen geven." Net als Mark Williams in Groot-Brittannië
leidt Edel Maex in België daar psychologen en psychiaters voor op.
Dat er veel zelfdiscipline bij komt kijken hoeft geen betoog en Mark Williams heeft er geen
moeite mee toe te geven dat hij er jaren over deed om meditatie een vaste plek te geven in zijn
dagelijks leven. "Maar mijn patiënten doen het beter dan ik: ze zijn gemotiveerd door hun
lijden."
Volgens Edel Maex kan iedereen mindfulness aanleren, "op voorwaarde dat men een zekere
verantwoordelijkheid kan nemen voor zichzelf. Bij psychotici of drugsverslaafden is het
moeilijk, maar als men hen kan bereiken in hun gevoel voor verantwoordelijkheid, dan kan
het."
Artikel
http://blog.seniorennet.be/jules/archief.php?ID=1957
Mindfulness meditatie in ziekenhuizen
- Een gesprek met Dokter David Dewulf Lut Van Schoors
Meditatie lijkt veelbelovend te zijn, als aanvulling op de klassieke behandeling in de
geneeskunde, psychologie en psychiatrie.
Een combinatie van boeddhistische meditatie en klassieke psychologie (training van aandacht
en bewustwording) leert een andere manier om met pijn, lijden en ziekte om te gaan.
Uitgebreid wetenschappelijk onderzoek wordt verricht aan het universitair ziekenhuis te Gent.
Steeds meer mensen vinden hun weg naar deze training, doorverwezen door psychologen,
dokters en vorige deelnemers.
Dokter David Dewulf biedt een 8-lessen programma aan dat westerse psychologie met
mindfulness-meditatietechnieken combineert.
Dit lijkt zeer efficiënt te zijn bij o.a. de behandeling van depressie en pijnklachten.
Alhoewel de kern van het programma zich steunt op de ‘4 fundaties van mindfulness’ en dr.
Dewulf jarenlang training heeft gevolgd bij verschillende lama´s en andere oosterse meditatieen dharma leraren, verbindt hij zich niet met één of ander meester of systeem en noemt hij
zichzelf ook geen boeddhist.
Hij stelt dat je alleen maar leerling kunt zijn van jezelf, dat een leer enkel waarde heeft
wanneer je die in het diepste van jezelf herkent als waarheid.
Je overgeven aan een goeroe kan tijdelijk belangrijk zijn, maar betekent uiteindelijk je
innerlijke kracht weggeven en je verlaten op een mentaal construct, wat het tegendeel is van
wat mindfulness beoogt.
David Dewulf wijdt zich volledig aan de verdere verspreiding van deze meditatievorm in de
westerse wetenschappelijk georiënteerde wereld.
“Ik beschouw mijn werk als een levensmissie, de uitdrukking van ‘the choiceless awareness’
die ik in mezelf aanvoel, ik wil delen wat ik in mijn leven als deugddoend en heilzaam heb
ervaren.”
David noemt zichzelf veeleer ‘lesgever’ dan therapeut.
Zijn methode heeft wel therapeutische effecten, maar is er in de eerste plaats op gericht
mensen te herstellen via de herkenning van hun eigen kracht en de acceptatie van wie ze in
wezen zijn.
“Therapie zou beteken dat het niet goed is waar ik nu ben en dat ik ‘elders’ heil zou moeten
vinden. Mindfulness betekent echter op een andere manier kijken naar mezelf: met zachtheid
en aanvaarding, het gaat in essentie om niet-oordelende, niet-reactieve aandacht te geven
aan je ervaringen en zo ruimte en acceptatie te vinden voor wie je hier en nu bent.”
Het zijn dan ook niet alleen patiënten die deelnemen, ook psychologen, psychiaters,
huisvrouwen en zakenmensen tonen interesse.
Het mirakel van mindfulness
Mindfulness opent de poort naar een dieper gewaarzijn, naar een innerlijke vrede en wijsheid.
In de plaats van voortdurend allerhande doelen na te streven, in de plaats van het punt van
geluk altijd naar de toekomst te verschuiven, ontdekken we dat het geluk hier is of nergens.
‘There is no way to happiness, happiness is the way’.
Er is alleen maar het nu, zelfs de toekomst komt altijd als het nu.
Ook het verleden was ooit ‘nu’.
We leren de mensen los te komen en afstand te nemen van het alsmaar reproduceren en
herkauwen van vroegere gebeurtenissen.
En contact te nemen met de eenvoud en de schoonheid van dit moment.
Er is de pijn en we willen daarvoor geen afleiding zoeken.
We zien de pijn en we gaan er zacht contact mee zoeken, we laten toe dat ze er is, scheppen
een medium waarbinnen de pijn op haar eigen ritme lente, zomer, herfst en winter kent en
weer kan verdwijnen.
‘Je kunt in chronische pijn leven en toch gelukkig zijn’.
Pijn is wat je echt ervaart, hier en nu als fysieke pijn.
Lijden, is datgene wat ons bewustzijn daar allemaal rond creëert, allemaal steeds weer
herhaalt en zo in stand houdt.
We willen dat proces herkennen en onze aandacht herrichten.
Dat betekent niet dat je gelukkig bent met de pijn, maar dat je er vrede mee hebt gevonden.
Je ziet dat er meer is dan de pijn.
Als je echt opgenomen bent in lijden zie je alleen maar de pijn en filter je de wereld alleen
maar door je pijn, zie je alles alleen maar door je pijn.
Wij realiseren : er is pijn én er is ook meer.
Tezelfdertijd zien we de mooie dingen van het leven, zullen we daar ook van genieten en zo
staan we ook open voor de dualiteit.
We leren de innerlijke spanning zien zoals ze is, we leren die toe te laten en dat op zich geeft
een natuurlijke ontspanning in onze reactieve geest.
Als we stoppen met het opbouwen van weerstand, gaat de spanning heel dikwijls vanzelf weg.
En als ze niet weggaat, leren we er vrede mee nemen.
We worden minder opgenomen in hoe het zou moeten zijn of hoe het niet mag zijn of in wat
er misgelopen is in het verleden, waarin je allerhande redenen meent te vinden die je nu het
recht geven om je een slachtoffer te voelen of te klagen, maar die je situatie niet positief
aanpakken.
Het vraagt dikwijls moed om de weg van transformatie en emotionele heling te bewandelen,
omdat het veronderstelt dat je loslaat !
De efficiëntie van mindfulness meditatie
De efficiëntie van de training is o.a. dat mensen leren zich minder te identificeren met hun
emoties en overtuigingen.
Ze leren er een lossere relatie mee aan te gaan en staan daardoor op een vrijere en meer
aanvaardende manier in het leven.
Ze zien dat er overal waarheid in zit en dat ieder mens ‘zijn eigen waarheid’ heeft.
Het gaat niet langer meer over ‘of / of’ maar over ‘en / en’.
Cursisten die bijvoorbeeld veel boosheid of agressie voelen, worden op die manier echt
geholpen; ze kunnen die emoties of de obsessieve relatie die ze ermee zijn aangegaan
verzachten.
Telkens opnieuw leren we loslaten en telkens opnieuw doen we dat met de glimlach.
Uiteindelijk blijken bepaalde emotionele herinneringen ons minder in de greep te hebben en
draag je minder emotionele bagage mee.
Verlichting zie ik dan ook letterlijk : je wordt lichter.
Je draagt minder irritatie en wrok mee, minder emoties.
De training blijkt zeer efficiënt te zijn voor mensen die lijden aan depressies.
Patiënten die er al drie hebben meegemaakt blijken zeer gevoelig te zijn (80 % kans) om weer
te hervallen.
‘Voor mensen die de training volgden blijkt dat de kans om te hervallen in depressie
gehalveerd wordt’.
Voor acute depressie is de beste behandeling klassieke psychotherapie, omdat de mensen dan
niet in staat zijn de oefeningen te doen.
Maar wanneer ze hersteld zijn is het een doeltreffende manier om een volgende depressie te
vermijden.
Als je weet dat depressie het hoofdprobleem van de westerse maatschappij wordt, is de
bijdrage die we hieraan kunnen leveren toch wel zeer belangrijk.
Meditatiebehandeling kan wellicht binnenkort deel gaan uitmaken van de standaardtherapie
en -behandeling.
Een wetenschappelijk onderzochte training
De methode wordt ‘Mindfulness Based Cognitive Therapy’ ( MBCT) genoemd en die is voor
85 tot 90 % gebaseerd op de therapie van Jon Kabat-Zinn, maar nog iets meer gestructureerd
door de aanwezigheid van cognitieve technieken en een ‘welzijnsplan’.
De training loopt over acht weken en wordt progressief opgebouwd.
Elke week heeft een specifiek thema.
Les één gaat bijvoorbeeld over de ‘automatische piloot’, je leert bedachtzaam te zijn op het
feit dat je alles automatisch doet, zonder erbij na te denken.
Het nadeel is dat je daardoor vaak je stemming niet onder controle hebt.
“Er is geen grotere vijand dan je eigen ongetrainde geest” zei ooit één van mijn leraren.
Je leert contact maken met de ademhaling en met je lichaam via de bodyscan.
Les twee leert je omgaan met de barrières van meditatie (gebrek aan tijd, pijn, gestoord
worden, innerlijke spanning en onrust, ...).
De derde les gaat over aanwezig blijven in je lichaam tijdens de yogaoefeningen.
De verdere lessen gaan o.a. over ‘toelaten en laten zijn’, contact maken met een ruimer
gewaarzijn, communicatie, zelfacceptatie, de relativiteit van gedachten, hoe ik omga met
negatieve gevoelens, de zoektocht naar geluk, welzijn en de kwaliteit van je leven, ...
De cursisten krijgen cd’s mee naar huis, die hen helpen de meditaties te beoefenen gedurende
de week.
Er wordt gevraagd dat ze drie kwartier tot een uur per dag oefenen.
De oefeningen veranderen iedere week en gaan over meditatie, yoga, bodyscan en
exploratieoefeningen.
Het is belangrijk dat de oefeningen consequent worden gedaan, op die manier worden
bepaalde mentale vaardigheden aangeleerd en eigen gemaakt.
‘In feite is de basis de 2500 jaar oude instructies van de Boeddha.’
Men begint er eveneens met bedachtzaamheid op de ademhaling, bedachtzaamheid op het
lichaam, waarna men overgaat naar het leren werken met pijnlijke sensaties bij meditatie,
geluiden, gedachten en emoties in een progressieve opbouw doorheen de acht weken.
Er wordt ook gewerkt rond plezierige en onplezierige ervaringen.
Voor veel mensen is dat een hele openbaring, een fundamentele oefening waarbij de
gewaarwording en de bedachtzaamheid echt worden aangescherpt.
Ze worden zich bewust van datgene wat in de boeddhistische psychologie wordt omschreven
als ‘gehechtheid/aversie/begoocheling’, iets wat in ‘themadagen’ nog verder wordt
uitgewerkt.
Ze ontdekken bijvoorbeeld dat datgene wat plezierig is ook vaak verdriet of angst betekent,
omdat het niet zal blijven duren en men het wil ‘vasthouden’, in de plaats van gewoon te
genieten van het moment.
Anderen ontdekken dat ze zichzelf heel moeilijk het plezier kunnen toelaten en daar komen
we dan aan wat we ‘ruminatie’ noemen.
‘Ruminatie’ gaat over de ervaring die er is en alle gedachten daar rond.
‘Rumineren’ wil zeggen dat men probeert problemen op te lossen door er eindeloos over na te
denken, men richt de aandacht naar binnen, naar negatieve emoties en gedachten, men piekert
constant.
Onderzoek heeft aangetoond dat mensen die op zulke manier proberen hun problemen op te
lossen verder in een neerwaartse spiraal geraken.
Mindfulness kan, via klassieke meditatietechnieken, de mensen vrijmaken van ruminatie.
Ze leren herkennen wanneer ze rumineren en daarbij is vooral belangrijk dat dit gebeurt
zonder dit te oordelen en zo leert men zichzelf volledig te accepteren zoals men nu is.
Men wil immers vaak ‘zichzelf zijn’ door iemand anders te zijn dan men nu is.
Mindfulness leert niet meer te oordelen en jezelf te aanvaarden zoals je nu bent, waar je ook
bent, wie je ook bent.
Of zoals ook de titel van een boek zegt : ‘Being nobody, going nowhere’ - cfr. :
http://www.amazon.com/Being-Nobody-Going-Nowhere-Meditations/dp/0861710525 -.
Eigenlijk is dit ontdekken dat je al alles bent, hier en nu.
Naast de 8 weken training zijn er nog vervolgdagen, die dieper op de diverse (boeddhistische)
thema’s ingaan.
Zo is er bijvoorbeeld een reeks van drie vervolgdagen die samen horen en waarin
‘gehechtheid, afkeer / aversie en begoocheling’ nader worden onderzocht.
De vervolgdagen zijn bedoeld voor mensen die een zekere meditatie-ervaring achter de rug
hebben (zen of vipassana of mindfulness meditatie).
Mindfulness versus klassieke cognitieve therapie
In de eerste les bijvoorbeeld leren de mensen aandacht geven aan de ademhaling en stellen ze
vast dat dit niet goed lukt, dat ze continu aan het denken zijn en over die gedachten niet echt
veel controle hebben.
Ze springen van de hak op de tak, in het Boeddhisme wordt dat ‘the monkey-mind’ genoemd.
We leren ze een bepaalde focus te kiezen en daar telkens naar terug te keren wanneer ze
vaststellen dat ze ervan afdwalen.
Veel mensen echter gaan zichzelf veroordelen wanneer ze de bewegingen van die ‘apengeest’
vaststellen.
Eén van de vaardigheden die dus worden aangeleerd is, dat wanneer men zich daarvan bewust
wordt, men met mildheid en zonder oordeel kan zeggen ‘dit is de natuur van de geest’.
Je herkent het en feliciteert jezelf: je bent ontwaakt uit het onbewuste proces.
Daarbij probeer je de inhoud van je gedachten niet te veranderen.
Dit staat radicaal tegenover klassieke, cognitieve therapie, waar men zichzelf probeert te
overtuigen van positieve gedachten (bijvoorbeeld : 'ik ben waardevol') en negatieve gedachten
(bijvoorbeeld : 'ik ben waardeloos') uit het leven wil bannen.
In mindfulness doen we dat niet.
De realiteit is dat er altijd momenten zullen zijn dat je jezelf waardeloos vindt en er zullen ook
momenten zijn dat je jezelf waardevol vindt, dat hoort bij de dualiteit van het leven.
Het gaat erom dat je leert hoe je in een depressieve periode jezelf kunt verbinden met je
gedachten, ervaringen en emoties zodat ze je niet overweldigen.
We leren een andere relatie met negatieve gedachten te bewerkstelligen.
We zijn 100 % eerlijk met hoe we ons nu voelen en we kijken er ook naar.
En dat zijn in feite de eerste en de tweede Nobele Waarheid die lijden en ontevredenheid
poneren : er is lijden en er is een oorzaak.
Ergens het niet kunnen aanvaarden dat de dingen zijn zoals ze zijn en ze continu anders
willen.
Daarin zit al de volledige leer van de Boeddha.
Maar wat doet onze ongetrainde, reactieve geest daarmee ?
Ontkennen en wegduwen van wat we onplezierig vinden, afleiding zoeken !
Verschillende onderzoeken (van westerse wetenschappers) tonen echter aan dat het
onderdrukken van onplezierige ervaringen / gedachten en het ‘zoeken van afleiding’ wel een
tijdje werken, maar geen blijvend positief effect hebben.
Het écht kijken naar wat er gebeurt, naar wie we zijn en wat we ervaren en dat ook toelaten,
zorgt daar tegenover voor een diepe emotionele transformatie.
En dat is wat we doen in mindfulness...of zoals Tao zegt : ‘Er is een tijd om vóór te zijn, er is
een tijd om achter te zijn, er is een tijd om vreugde te ervaren, er is een tijd om verdriet te
ervaren...’.
We leren dus open te staan voor de dualiteit van het leven, want op deze aarde vertoeven we
in en zijn we gebonden aan deze dualiteit.
Geen rituelen, geen afgebakend boeddhisme
In mindfulness werken we niet met rituelen.
De Boeddha is niet via rituelen verlicht geraakt, maar via bepaalde mentale trainingen die hij
vastberaden heeft beoefend.
En dat is wat we de mensen leren, los van het idee van boeddhisme.
De Boeddha was geen boeddhist en ik noem mezelf ook geen boeddhist.
'Boeddhisme' is een benaming die achteraf werd gegeven en ik vind het beperkend om alles in
een kadertje te plaatsen.
Of zoals het radicaal wordt uitgedrukt : ‘If you meet the Buddha, kill him’.
Mindfulness is vrij worden van kaders, want we stoppen alles in kaders om ons veilig te
voelen, om de dingen te verstaan, we willen begrijpen uit angst.
Er zijn drie stadia in de bewustwording :



eerst is er de ‘onwetendheid’, waarin we onbewust de neigingen van onze geest
ondergaan.
het tweede stadium is ‘weten’, je krijgt een zeker inzicht in de gang van zaken.
Het gevaar is hier dat dit tot een zekere hoogmoedigheid kan leiden, dat je je beter
gaat voelen dan de mensen rond je of dat je jezelf gaat hechten aan een spirituele leer
of hiërarchie.
het derde stadium is ‘niet-weten’.
Kunnen vrede vinden met niet-weten is het hoogste weten, omdat je op dat moment
open bent voor de wijsheid van dit unieke moment.
Je kunt je niet wapenen voor het volgende moment door je ‘mentaal’ voor te bereiden.
‘De werkelijkheid past niet in een mentaal construct. Elk moment heeft iets totaal unieks en
kunnen we alleen met een open hart creatief tegemoet gaan’.
Panna-Ceela-Samadhi
Gedurende de lessen bespreken we het Achtvoudige Pad niet formeel, maar we bewandelen
het wel.
De oefeningen zijn vooral op samadhi (mentale training) gericht, maar door het feit dat het
Pad een dynamische cirkel is word ik toch gewaar dat er via de training een spontane,
innerlijke ethiek ontstaat.
Het lijkt mij dat mindfulness-meditatie teruggaat naar de echte bron van de boeddhistische
meditatie, nog voor die in rituelen of vakjes werd gestopt en ons echt in contact brengt met
ons diepste zelf.
Er wordt meestal gesproken over het ‘juiste’ spreken of handelen of levensonderhoud
enzovoort, maar dat wordt ook vertaald als het ‘heilzame’ spreken, handelen enz.
Of ook als het ‘harmonieus’ spreken, handelen, ...
Dat laatste lijkt de kern te weerspiegelen, omdat het erop wijst dat je in een bepaalde
harmonie komt met je eigen essentie.
Door de oefeningen te doen komen veel mensen tot een innerlijke verandering omdat er meer
harmonie in hun leven komt.
Het is heel mooi om te zien dat dit op acht weken tijd kan gebeuren en bijna iedereen die de
meditaties beoefent maakt die diepe transformatie mee.
Mijn eigen zoektocht
Mijn belangstelling in meditatie werd reeds gewekt als kind, ik was 10 of 11 jaar en zag op de
televisie hoe er in verschillende landen Nieuwjaar werd gevierd.
Ik zag hoe men hier in het Westen feest vierde, ik zag ook hoe in Amerika dronken
feestvierders in de straten rondliepen en plots was er daar ook een beeld van Japan : ik zag
mensen in meditatie zitten en ervoer dat als een schok doorheen mijn ganse lichaam.
Ik dacht : ‘Wat is dat ?’.
Ik kende het woord ‘meditatie’ niet, maar ik voelde een spontane, diepe interesse.
Op mijn vijftiende ben ik in contact gekomen met tai chi en met yoga.
Alle andere sporten heb ik toen opzijgezet en ik ben me volledig gaan toeleggen op de
beoefening van de klassieke hatha-yoga, krya-yoga en tai chi en tao.
Toen ik zeventien was, voelde ik dat meditatie iets zeer belangrijks zou worden in mijn leven,
meditatie sprak me erg aan, ik ervoer daarin iets zeer fundamenteels.
Maar omdat ik ook een stevige basis wilde, ben ik eerst geneeskunde gaan studeren, met het
vaste idee me na mijn studies in de wereld van de meditatie te begeven.
Dat is inderdaad gebeurd, want ik ben afgestudeerd en daarna ben ik onmiddellijk naar India
getrokken en heb ik mij in de eerste plaats gericht op het Tibetaans Boeddhisme.
Ik voelde me tussen de Tibetanen echt thuis.
Ik volgde verschillende retraites met Tibetaanse lama’s in Nepal en India en kwam ook in
contact met de vipassana-meditatie.
Toch besloot ik gedurende die jaren ook andere vormen van meditatie te beoefenen, zoals
onder andere chakra-meditatie, kundalini-tantra, tantra-yoga, tantrische meditaties.
Ik heb me toen ook in verschillende vormen van New-Age meditaties verdiept zoals ze hier in
het Westen onderwezen worden en die vaak afgeleide vormen van de Indische meditatie zijn.
Ik ben naar China en Thailand geweest om het Taoïsme en de taoïstische meditatie te
bestuderen.
De Chinese bewegingsleer ‘qi-gong’ - cfr. : http://www.weiqi.nl/ - vond ik ongelooflijk
efficiënt, gezien die zowel lichaam als geest versterkt.
Na 5 jaar in het Oosten ben ik naar een aantal Amerikaanse universiteiten getrokken om
Mind/Body Medicine (MBM) te bestuderen.
Meditatie staat centraal in MBM en gezien ik dit ook in de westerse wetenschappelijke stroom
wou integreren, leek mij dat een goede basis.
Er was o.a. Harvard en ‘the Center for Mindfulness’ - cfr. :
http://www.umassmed.edu/cfm/index.aspx -.
Ik ben daar naartoe getrokken en heb de technieken die ik al die jaren in het Oosten had
geleerd en beoefend daar in een wetenschappelijk kader teruggevonden.
Vooral in het Center for Mindfulness werkt men met technieken die zeer sterk aansluiten bij
de vipassana-meditatie – cfr. : http://nl.wikipedia.org/wiki/Vipassana_meditatie -.
En uiteindelijk heb ik, na nog 2 jaar voorbereiding in België, een samenwerking met het UZ
Gent, dienst psychiatrie, kunnen bewerkstelligen waar nu uitgebreid wetenschappelijk
onderzoek loopt.
Plannen voor nu en de toekomst
Op het ogenblik wordt MBCT dus op verschillende plaatsen in Vlaanderen aangeboden.
Er wordt ook gewerkt aan een opleiding voor professionele lesgevers mindfulness.
Dat neem ik heel ernstig, omdat de kwaliteit van de trainingen belangrijk is.
Een jarenlange meditatie-ervaring is bijvoorbeeld essentieel.
In de nabije toekomst, wil ik met een gemotiveerd team een ‘Dharma-huis’ - cfr. :
http://nl.wikipedia.org/wiki/Dharma - oprichten in Vlaanderen, naar het model van het Gayahouse van Christopher Titmus – 'Bodh Gaya' : http://wikipedia.qwika.nl/en2nl/Bodh_Gaya -.
Een locatie waar mensen retraites, cursussen en dagtrainingen in mindfulness, vipassana, zen,
... kunnen volgen.
Heel belangrijk is dat alles onbaatzuchtig en in een open geest gebeurt en daarvoor ben ik nog
op zoek naar medewerkers.
In een volgende fase lijkt het mij essentieel dat mindfulness-training zich uitbreidt naar
scholen, gevangenissen en de juridische wereld.
Je kan dit voor een stuk idealisme noemen; ik doe het ook omdat ik het zo belangrijk vind,
omdat ik zelf zoveel aan mindfulness heb, omdat ik merk dat ook anderen er zoveel nood aan
hebben en daarom wil ik dit aanbieden aan zoveel mogelijk mensen.
Geïnteresseerd in een training ?
Wie meer wil weten over Dr. David Dewulf en zijn trainingen en opleidingen kan terecht op :
- training van aandacht & bewustwording : www.mindfulness.be
- uitgebreide wetenschappelijke informatie : www.mindbody.be
- specifiek onderzoek naar depressie : www.mbct.be -.
Cfr. :
- http://www.jikoji.com/eko/eko-101-110/eko10207.asp
- http://www.mindfulness.be/nl/doc/art_mfn_in_ziekenhuis.pdf
Persbericht
http://www.zna.be/Nav%201/Pers/2006/2006%2005%2008%20z%20Leer%20stress%20zelf
%20in%20de%20hand%20te%20houden%20%20boek%20Edel%20Maex%20Mindfulness.pdf
Ziekenhuis
Netwerk
Antwerpen
Leopoldstraat 26
2000 Antwerpen
tel: 03 234 41 11
www.zna.be
Persbericht
8 mei 2006
Burnout, stress, spanning, angst en depressie verstoren de dagelijkse routine van meer
en meer Vlamingen. Dr. Edel Maex, psychiater in het Antwerpse ZNAMiddelheim
Ziekenhuis, geeft al jaren ‘mindfulness trainingen’ – een effectieve methode waarmee hij
mensen via meditatie leert omgaan met de onvermijdelijke stress van het leven.
Binnenkort kan iedereen kennis nemen van deze methode én ook zelf met oefeningen
aan de slag gaan via zijn boek ‘Mindfulness. In de maalstroom van je leven’, dat begin
mei verschijnt.
Volgens de dit jaar gehouden nationale gezondheidsenquête heeft een op acht Vlamingen last
van psychische problemen zoals depressie, stress of chronische vermoeidheid. Zij
functioneren daardoor voor langere of kortere periode niet goed – blijven thuis van het werk
of zijn minder beschikbaar voor hun gezin.
‘Stress is onvermijdelijk,’ zegt dr. Edel Maex. ‘Niet alleen ziekte maar ook andere
gebeurtenissen kunnen een belangrijke oorzaak zijn van stress: drukte op het werk, moeten
presteren, scheidingen,…. Stress kan dus klachten veroorzaken of doen toenemen. Maar de
hevigheid van psychologische en lichamelijke gevolgen van stress wordt vooral bepaald door
de manier waarop je er mee omgaat. Via de ‘mindfulness-methode’ leren we mensen hoe zij
dit door eenvoudige oefeningen voor een belangrijk deel zelf in handen kunnen nemen. We
leren de mensen om tijdig de signalen van hun lichaam te herkennen en ermee om te gaan.’
‘Mindfulness’ – voluit Mindfulness Based Stress Reduction (MBSR) - vindt zijn oorsprong in
boeddhistische meditatietechnieken en integreert die technieken en yoga-oefeningen met
Westerse kennis over stressmechanismen. MBSR is ontwikkeld door Jon Kabat-Zinn van het
Universty of Massachusetts Medical Center en werkt goed bij de aanpak van stress en
spanning, angst en depressie, pijn, burnout en ziekte en biedtin sommige gevallen een zinvol
alternatief voor geneesmiddelen.
Depressieherval
Wetenschappers toonden aan dat door te mediteren ook depressieherval met de helft kan
verminderen. Uit cijfers van de eerdergenoemde nationale gezondheidsenquête blijkt dat
twintig procent van de mensen die eens leden aan depressies binnen drie jaar hervalt. Een
reden waarom ook Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Inge Vervotte
(CD&V), onlangs aankondigde geld vrij te zullen maken om mensen die al meerdere
depressies meemaakten te laten deelnemen aan meditatieprogramma’s. In de deze week door
de minister gelanceerde campagne ‘Fit inje hoofd, goed in je vel’ probeert ze problemen met
depressies, stress uit de taboesfeer te halen en mensen te stimuleren om preventief om te gaan
met stress.
ZNA Middelheim helpt stress en depressie te verminderen via ‘Mindfulness-methode’:
‘Leer stress zelf in de hand te houden’
Stresskliniek
Dr. Edel Maex was de eerste die de MBSR-methode circa tien jaar geleden in België introduceerde en geeft al
jaren trainingen in de ZNA stresskliniek. Het gaat daarbij zowel over stress veroorzaakt door ernstige
lichamelijke ziekten, over klachten die mede door stress veroorzaakt worden of een combinatie van beiden.
Vorig jaar telde deze training zo’n 300 deelnemers.
Met het boek hoopt hij de methode toegankelijk te maken voor een breder publiek.
Mindfulness. In de maalstroom van je leven. Auteur: Edel Maex. Uitgeverij Lannoo, ISBN 90-209-6516-6,
17,95 euro. Het boek is vanaf 4 mei verkrijgbaar bij de boekhandel.
Meer informatie:
Dr. Edel Maex, liasonpsychiater, ZNA Middelheim Tel. 03 280 35 51 E-mail: [email protected]
Renée Willems
Woordvoerder ZNA
Tel. 03 234 45 11
E-mail: [email protected]
ZiekenhuisNetwerk Antwerpen (ZNA), de grootste gezondheidszorgorganisatie van België, wil
toegankelijke en kwaliteitsvolle gezondheidszorg bieden voor iedere patiënt. De groep omvat 3 algemene
ziekenhuizen, 7 dagcentra en 6 gespecialiseerde ziekenhuizen. ZNA stelt zo’n 6.000 mensen tewerk,
waaronder 600 artsen, die dagelijks zo’n 6.000 patiënten verzorgen.
ZNA omvat:
3 algemene ziekenhuizen met een uitgebreid medisch aanbod in Noord, Centrum en Zuid (ZNA Jan Palfijn,
ZNA Stuivenberg/Sint-Erasmus en ZNA Middelheim)
7 dagcentra voor daghospitalisatie, raadplegingen en medisch-technische onderzoeken (ZNA Hoge Beuken,
ZNA Jan Palfijn, ZNA Koningin Paola Kinderziekenhuis, ZNA Middelheim, ZNA Sint-Elisabeth, ZNA SintErasmus en ZNA Stuivenberg)
6 gespecialiseerde ziekenhuizen met een zorgaanbod afgestemd op specifieke patiëntengroepen als bejaarden,
kinderen en psychiatrische patiënten (ZNA Hoge Beuken, ZNA Joostens, ZNA Koningin Paola
Kinderziekenhuis, ZNA Psychiatrisch Ziekenhuis Stuivenberg, ZNA Sint-Elisabeth, ZNA Universitair Centrum
voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie Antwerpen)
ZiekenhuisNetwerk Antwerpen (ZNA) is een nieuwe organisatie, met een nieuw gelaat. ZNA is opgericht door
OCMW Antwerpen, Stad Antwerpen en een vzw van geneesheren-specialisten werkzaam in onze ziekenhuizen.
De naam van onze organisatie is ZNA.
Colums van Edel Maex in de Nieuwsbrief van de School voor Comparatieve Filosofie
Antwerpen
http://www.scfa.be/?cat=teksten&subcat=nieuwsbrief&pag=column
Nieuwsbrief 4 - september 2001
In de pali-canon, de oudste boeddhistische teksten, vertelt de Boeddha een mythe over een
wijze koning die de wereld regeert. Generaties opvolgers volgen zijn voorbeeld en alles gaat
goed. Tot er een opvolger komt die besluit het anders te doen. Deze koning laat zich leiden
door begeerte, afkeer en onwetendheid. Van dan af loopt het mis. De problemen beginnen
wanneer de koning niet langer aan de armen geeft. Zo laat hij toe dat er een kloof ontstaat
tussen arm en rijk. Een cascade van onheil komt op gang en sleurt de hele mensheid mee.
Het geweld waarvan we de voorbije maanden getuige zijn, maakt ons duidelijk dat er in 2500
jaar maar weinig veranderd is. In onze globale samenleving is de kloof tussen rijk en arm
schrijnend. Het westers pleidooi voor het respecteren van mensenrechten wordt hoe langer
hoe meer een pleidooi voor het recht van de ene om in overbodige luxe te leven terwijl de
andere sterft van honger. Sociale ongelijkheid als het hoogste goed. Als Bin Laden verkondigt
dat de Verenigde Staten, en daarmee het hele Westen, met de recente terreuracties alleen maar
een koekje van eigen deeg krijgen, valt daar helaas niets tegen in te brengen. Niet dat dat het
terrorisme legitimeert. Niets kan terrorisme legitimeren. Maar het maakt het terrorisme wel
begrijpelijk en voorspelbaar.
Het Westen en de Islam wereld, elk met het gelijk aan zijn kant. Een explosieve situatie.
Weinig is erger dan gelijk hebben. Als je ongelijk hebt hou je tenminste op een gegeven
ogenblik op. Gelijk hebben is eindeloos. Twee werelden, met het gelijk aan hun kant, die vast
besloten zijn het kwaad uit te roeien en die geweld niet alleen als een valabele maar zelfs als
de preferentiële optie zien.
Al meer dan 2500 jaar weten we dat het in stand houden van armoede leidt tot geweld. Al
meer dan 2500 jaar weten we dat geweld alleen maar leidt tot meer geweld. Moslims en
boeddhisten, christenen en joden weten dit. Met het voor de mensheid zo typische gebrek aan
historisch inzicht herhalen we wat in 2500 jaar geschiedenis nog nooit gewerkt heeft.
Jack Kornfield vertelt hoe de boeddhistische monnik Mahagosananda in een
vluchtelingenkamp van de Rode Khmer in Cambodja een dienst leidde. Ondanks
doodsbedreigingen was een grote massa mensen aanwezig, één voor één getekend door het
geweld en het lijden van de oorlog. Na de traditionele gezangen begon Mahagosananda het
bekende vers uit de dhammapada te reciteren, keer op keer:
Haat houdt nooit op door haat
maar wordt alleen genezen door liefde.
Dit is een oude en eeuwige wet.
Edel Maex
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------Nieuwsbrief 1 - maart 2003
Wat zijn in onze wereld nog de bronnen van ethiek? Het is een open vraag. Als we het
probleem analyseren vanuit het kader dat de boeddhistische Kalama Sutta ons biedt, zien we
dat menselijk gedrag gedreven wordt door begeerte, afkeer en onbewustheid. Tot daar loopt
de analyse gelijk met die van de moderne psychologie. Maar er is meer. In de mate dat
iemand bevrijd is van begeerte, afkeer en onbewustheid, straalt hij liefde, mededogen,
vreugde en onbevangenheid uit en wordt hij in zijn handelen hierdoor gedreven. Anders dan
in de psychologie vinden we hier het expliciete besef dat de mens niet volledig door begeerte,
afkeer en onbewustheid bepaald wordt en dat er nog iets anders is. In het Christendom heet
dit andere liefde. Verschillende religieuze en levensbeschouwelijke tradities
vertegenwoordigen dit andere, het goede in de mens.
Maar wie vertegenwoordigt in onze wereld dit goede nog? De verschillende zuilen en tradities
hebben afgedaan. De kerk ijlt nog na door ons op een verwijtende moraliserende toon te
roepen dat deze wereld alleen maar aan zichzelf denkt. Maar ze slaagt er niet in de mensen in
hun hart te raken en het goede in de mens aan te spreken. De moraliserende toon roept alleen
maar weerstand op.
Alle culturen, inclusief de onze, hebben hun schatten van verhalen die voorbeelden bieden
van het goede in de mens. De bijbel, de parabels, de Bhagavad Gita, de jatakas’s .... verhalen
die door iedereen gekend waren en die het goede in de common sense aanwezig stelden.
Kijken we naar de verhalen in onze wereld: ‘Mooi en Meedogenloos’, ‘De Kampioenen’,
‘Westenwind’ ... moeten we het daar dan mee doen?
Blijft de open vraag: Wie vertegenwoordigt het goede nog? Kan een maatschappij blijven
functioneren zonder zichtbare instantie die het andere vertegenwoordigt? Een politieke partij
die tot ethisch reveil meent te moeten oproepen hangt de stad vol affiches: ‘Eigen volk eerst!’.
Niets anders dan schaamteloos egoïsme. OK, we zijn allemaal egoïstisch, maar het zo open en
bloot propageren. Wie krijgt het schaamrood op de kaken? Ga je zo criminaliteit bestrijden,
door de basis van criminaliteit, ongebreideld egoïsme, te propageren?
Dus blijft de open vraag: Wie vertegenwoordigt in deze wereld het goede nog? Wie helpt de
mensen het goede in hun hart te cultiveren?
Edel Maex
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------Nieuwsbrief 2 - april 2004
Column
dr. E.Maex
Een arts vroeg mij: Mogen boeddhisten een orgaantransplantatie krijgen? De absurditeit van
zijn vraag zette mij aan het denken. Van uit zijn ervaring gezien is de vraag logisch. Hij wordt
regelmatig geconfronteerd met mensen die soms levensnoodzakelijke ingrepen weigeren om
levensbeschouwelijke redenen. Voor hem is het boeddhisme een levensbeschouwing als een
andere.
Voor mij is de vraag absurd omdat het boeddhisme daar helemaal niet over gaat. Zelfs de term
boeddhist voelt al vreemd aan. Ook al zie ik mezelf als een beoefenaar van het boeddhisme,
toch zal ik mij nooit boeddhist noemen.
Bij het denken over de achtergronden van zijn vraag realiseerde ik mij dat het boeddhisme
meer verschilt van de monotheïstisch religies en het vrijzinnig humanisme dan de
monotheïstisch religies en het vrijzinnig humanisme van elkaar verschillen. Vanuit het
standpunt van het boeddhisme gezien zijn geloof en vrijzinnigheid maar variaties op dezelfde
thema's, thema's die in het boeddhisme niet als dusdanig aanwezig zijn. Laat mij toe even de
rol van een naïeve buitenstaander in te nemen en naar de westerse levensbeschouwing te
kijken. Vier thema’s springen in het oog:
1. een ultieme autoriteit
Voor het monotheïsme is dit God (met hoofdletter). De visie op en de inkleuring van dit
begrip varieert sterk tussen de verschillende religies, maar het principe blijft. In het
humanisme is de secularisatie en abstrahering van dit begrip het sterkst doorgevoerd en
evolueert het naar de kritische rationaliteit als ultieme autoriteit.
2. identiteit als hoogste goed
De westerse levensbeschouwingen hebben iets met identiteit. Het is het hoogste goed. In de
bijbelse traditie ligt deze identiteit bij het volk. God is de God van Israël, van het Joodse volk.
In de middeleeuwen komt de persoonlijke relatie met God op de voorgrond. Het gaat nu om
de individuele ziel. Het eeuwig leven wordt het te bereiken ideaal, de dood het kwaad bij
uitstek. In het humanisme verschuift de nadruk nog verder naar het individu en naar het
onmiddellijke. De individuele autonomie wordt nu het hoogste goed.
3. een imperatief op vlak van levensbeschouwing en ethiek.
De conceptualisering van de ultieme autoriteit en van het hoogste goed kan dan wel
evolueren, de imperatief die er van uitgaat is dezelfde gebleven. Of een ethisch gebod nu
uitgaat van de wil van God of rationeel gefundeerd is, de dwingende kracht die het heeft is
niet anders. Het geloof in de wetenschap als fundament van ons wereldbeeld is niet minder
sterk dan het geloof in de goddelijke openbaring.
4. het conflict tussen deugd en geluk
De Westerse ethiek wordt gedomineerd door een conflict tussen zelf en ander. Het is of
betrokken zijn op het eigen geluk of zich richten op het geluk van de ander. De oude
opvatting van deugd is het eigen geluk opzij zetten voor dat van een ander. Het moderne
ideaal is zoeken naar een evenwicht tussen beide.
Voor wie niet van binnenuit bekend is met het boeddhisme, klinkt dit wellicht bevreemdend
omdat deze thema's voor de klassieke westerse levensbeschouwingen zo vanzelfsprekend zijn.
Wat is het boeddhisme dan wel, als het daar allemaal niet over gaat?
Het boeddhisme gaat over lijden. Het probeert er geen verklaring voor te vinden of er zin aan
te geven. Vanuit de simpele vaststelling stelt het zich de vraag: gegeven het lijden, hoe
kunnen we er zo goed mogelijk mee omgaan? Als je vanuit het boeddhisme al iets over dit
probleem van orgaantransplantatie zal kunnen zeggen is het met de vraag: denk je dat je met
deze ingreep menselijk lijden kan verminderen? Zo ja, waar doe je dan moeilijk over?
Hoe gaat het boeddhisme om met de thema's die we hier als typisch voor de monotheïstische
religies en het vrijzinnig humanisme beschreven hebben?
1. Het boeddhisme kent geen ultieme autoriteit. De Boeddha is een leraar. Hij is een mens die
net als alle andere mensen met het lijden geconfronteerd werd en er een antwoord op zocht.
De relatie van een beoefenaar tot de Boeddha is als tot een goede leraar. Respect en
dankbaarheid vloeien hier natuurlijk uit voort. Afbeeldingen van de Boeddha, inclusief de
complexe iconografie die later volgde kunnen best begrepen worden als verzinnebeeldingen
van de mentale toestanden en attitudes die bij de beoefening horen. Beelden drukken iets uit,
maar worden niet vereerd.
2. de obsessie voor identiteit wordt in het boeddhisme gezien als een grote bron van lijden.
Ver hoeven we niet te kijken om te merken dat de grote en kleine conflicten om ons heen,
vaak het gevoel van identiteit als inzet hebben. Boeddhist 'zijn' draagt iets van een
contradictie in zich. Het boeddhisme beoefenen is een meer toepasselijke uitdrukking.
3. 'Moeten' is echt niet aan de orde in het boeddhisme. Het boeddhisme biedt een weg voor
wie er aan geïnteresseerd is, maar zal die weg aan niemand opdringen. Er valt ook niets te
geloven, enkel iets uit te proberen. Het boeddhisme kan dan ook niet echt een
levensbeschouwing of overtuiging genoemd worden. Van nature staat het kritisch tegenover
iedere vorm van beschouwing, laat staan overtuiging.
Ook ethiek, één van de peilers van het boeddhisme, is geen kwestie van moeten. Er is geen
autoriteit om regels uit te vaardigen. Ethiek in het boeddhisme is altijd onmiddellijk aan lijden
gerelateerd. Niets is intrinsiek goed of slecht. Ethiek in het boeddhisme is niet prescriptief
maar descriptief. Ethische regels in het boeddhisme dragen steeds de structuur in zich van 'als
je geen lijden wil veroorzaken voor jezelf en anderen, dan ...'.
4 in het boeddhisme is het idee van geluk tenkoste van het geluk van een ander een
contradictio in terminis. Deugden als liefde en mededogen impliceren vanzelfsprekend zelf
én ander. De principiële scheiding tussen zelf en ander wordt gezien als een bron van lijden
(voor, uiteraard, zelf en ander.) Zoals reeds eerder uitgelegd komen daarmee onze twee
betekenissen van goed, deugdzaam en gelukkig, samen te vallen.
Edel Maex
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Nieuwsbrief 2 - april 2005
Column
dr. E.Maex
In 1549 zette Franciscus Xaverius als eerste missionaris voet aan wal in het pas ontdekte
Japan. Hij zou er 27 maanden blijven. Zijn eerste indrukken en interpretaties zijn in zijn
brieven bewaard gebleven. Ze vormen niet meer dan een anekdote in de geschiedenis van het
contact van het Westen met het boeddhisme, maar het is wel een heel typerende anekdote.
Veel van de toen ontstane misverstanden worden nu pas uitgeklaard.
Franciscus Xaverius had al gauw contact met boeddhistische monniken. Een tijd lang dacht
hij te maken te hebben met Nestoriaanse christenen. Hij gebruikte aanvankelijk het Japanse
woord Dainichi, naam van de centrale Boeddha figuur in het Shingon boeddhisme, als
vertaling voor God. De japanners van hun kant, horend dat hij vanuit Goa in India kwam,
dachten te maken te hebben met een boeddhistische monnik uit een voor hun onbekende
traditie. Het is maar in de mate dat de taalbarrière opgeheven werd en ze elkaar begonnen te
verstaan, dat het ze ophielden mekaar te verstaan. Theologische discussies verzandden in
heilloze verwarring. Begrippen als God en een onsterfelijke ziel bleken in helemaal niet te
bestaan. Anderzijds begrepen de Japanners maar niet waar hij zo moeilijk en vasthoudend
over deed. Tenslotte concludeerde Xaverius dat dit een zet van de duivel was. De duivel had
geprobeerd hen het gras voor de voeten weg te maaien door iets neer te zetten wat alles weg
had van een religie, maar er bij nader toezien helemaal geen was.
Op een dag zag Franciscus Xaverius in een Soto Zenklooster de monniken zitten in zazen. Hij
was onder de indruk van hun stilte en discipline. Hij dacht natuurlijk dat ze mediteerden.
Meditatie is een belangrijk onderdeel van Ignatius’ spirituele oefeningen, een praktijk die
dezelfde periode officieel door de paus in Rome erkend werd. Meditatie betekent overwegen,
overpeinzen. Toen Xaverius aan Ninshitsu, de abt van het Zenklooster, vroeg waar de
monniken aan dachten bij hun oefening, begon deze te lachen en antwoordde, in onvervalste
Zen-stijl: ‘Sommigen denken aan hoeveel geld ze gekregen hebben, anderen aan hoe ze aan
betere kleren kunnen komen, nog anderen aan hun vakantie of een ander tijdverdrijf. Kortom,
niemand denkt aan iets belangrijks.’ Voor Franciscus Xaverius was dit een heel onbegrijpelijk
antwoord. Wat wij achteraf begrijpen is dat de monniken helemaal niet mediteerden, toch niet
in de betekenis die het woord tot dan had. Merkwaardig genoeg zijn we wel het woord
meditatie hiervoor blijven gebruiken. De moderne term ‘mindfulness training’ dekt veel meer
de lading.
Hoe had Xaverius kunnen weten dat hij met boeddhistische monniken te maken had? Het
boeddhisme was in Europa helemaal niet bekend. Wat missionarissen op hun
ontdekkingsreizen tegenkwamen waren verschillende vormen van ‘idolatrie’. Overal zagen ze
afbeeldingen van goden en de verering ervan. Ze hadden maar weinig interesse voor deze
heidense praktijken. Ze probeerden de mensen te bekeren en hen ertoe aan te zetten hun
‘afgodenbeelden’ te vernietigen.
Interesse was er wel van de filologen die ontdekten dat het Sanskriet een rijke cultuurtaal was
die behoorde tot dezelfde talengroep als de meeste Europese talen. Het is pas in het begin van
de 19de eeuw dat Eugène Burnouf door vergelijking van nooit eerder vertaalde teksten
ontdekte dat een aantal van deze tradities in nauw verband met elkaar stonden. In het in 1844
gepubliceerde ’Histoire du Bouddhisme Indien’ identificeerde hij deze teksten en tradities als
‘boeddhistisch’. Hij toonde aan dat de Boeddha niet één van de vele goden uit het Indiase
pantheon was, maar een historische figuur, die ongeveer 500 v.Chr. in Noord-India geleefd
heeft. Hiermee creëerde hij, met filologische argumenten iets wat nooit eerder bestaan had:
‘het boeddhisme’. De verschillende boeddhistische tradities hadden zichzelf nooit als een
eenheid gezien, als ze al van elkaars bestaan op de hoogte waren. Het woord ‘boeddhist’
bestond in geen enkele Aziatische taal.
Het boeddhisme ontstond al een taalkundige realiteit en er kwam een golf van vertalingen van
teksten op gang. Maar door gebrek aan contact met de levende tradities waar deze teksten deel
van uitmaken, begreep niemand waar deze teksten over gingen. Stel je voor dat iemand zich
bezig houdt met het vertalen van handleidingen van videorecorders zonder ooit een
videorecorder van dichtbij gezien te hebben. Het resultaat kan, hoe filologisch correct en
interessant ook, alleen maar nonsens zijn. Meestal werden de boeddhistische teksten gezien
als een soort nihilistische metafysica. Wat onbekend is leent zich bijzonder goed voor
projecties, dus gingen Westerse denkers er hun romantische ideeën aan toeschrijven. Het
oriëntalisme ontstond met een idealisering van het Oosten als de bakermat van wijsheid. De
New Age beweging is hier een typische exponent van. We lopen het risico uit het oog te
verliezen dat oosterse wijsheid in het Oosten even marginaal is als westerse wijsheid in het
Westen.
Anderen ervaarden dit, kunstmatig gecreëerde, blok als een bedreiging. In 1894 liet Keizer
Wilhelm van Pruisen een schilderij maken met als titel: het gele gevaar. Het stelt de
aartsengel Michaël en de Walkuren voor (een merkwaardige mix van christelijke en
Germaanse mythologie) die met getrokken zwaard een in de verte opduikende Boeddha
opwachten.
Noch de bekeringsijver van de missionarissen, noch de uit hun context gerukte vertalingen
van de filologen (hoe verdienstelijk ook op wetenschappelijk vlak) brachten licht in het
duister.
Het is pas in de tweede helft van vorige eeuw dat we een hele andere ontwikkeling zagen.
Westerlingen trokken naar Azië om er een authentieke boeddhistische opleiding te volgen. In
een omgekeerde beweging kwamen er Aziatische leraars naar Europa en Amerika en stelden
westerlingen in staat om hier in het boeddhisme te trainen. Deze ontwikkeling was maar
mogelijk door de bereidheid van beide kanten om de grote culturele kloof te overbruggen en
tot wederzijds begrip te komen. Een moeizaam proces. Ondertussen kennen we tweede, derde
en volgende generaties westerse boeddhistische leraars die hun training volledig in het
Westen gehad hebben. Het huidige westerse boeddhisme is een onafhankelijke en
volwaardige westerse traditie geworden.
Edel Maex
Artikel
http://www.buddhism.be/index2.php?option=com_content&do_pdf=1&id=13
Het goede leven - Het boeddhisme als praktijk
zondag 29 april 2007
door Edel Maex *
Het boeddhisme
Het boeddhisme wordt beschouwd als een van de grote wereldreligies. Maar wat is een
religie? De verschillende religies en wereldbeschouwingen zijn er nooit in geslaagd tot een
gemeenschappelijke definitie van religie te komen. Katholiek ben je door een ritueel (het
doopsel), Jood door geboorte, vrijzinnig humanist (wat voor sommigen ook een religie is)
door je levensovertuiging.
Maar hoe word je boeddhist? Stephen Batchelor 1 merkt op dat de term boeddhist in de
Aziatische talen niet eens voorkomt. Het probleem is dat we onwillekeurig alle religies in de
mal leggen van het ons bekende christendom en meer specifiek nog van de katholieke kerk.
'Het boeddhisme' als begrip is de creatie van westerse filologen die de historische
en inhoudelijke banden ontdekten tussen een aantal verschillende 'boeddhistische' teksten en
tradities. Als een Tibetaanse lama over het boeddhisme spreekt, spreekt hij eigenlijk over iets
anders dan wanneer een Theravada monnik dat doet. Tot voor kort wisten zij niet eens van
mekaars bestaan af. Het is pas nu in het Westen dat de verschillende tradities mekaar
ontmoeten. Dat neemt niet weg dat er tussen de verschillende boeddhistische tradities grote en
wezenlijke overeenkomsten zijn. Als we in de rest van deze tekst toch de term boeddhisme
gebruiken dan verwijzen we daarmee niet naar één specifiek traditie maar naar de
gemeenschappelijke elementen die we in de verschillende tradities en in het opkomend
westers boeddhisme terugvinden.
Wie moeten wij geloven?
In één van de oude Boeddhistische teksten 2 confronteren dorpelingen, de Kalamas, de
Boeddha met de volgende vraag: Voortdurend komen hier leraars langs. Eén voor één
vertellen ze dat zij de waarheid verkondigen en dat wat anderen verkondigen onzin is. Wie
moeten wij nu geloven? De vraag klinkt ons heel modern in de oren. Er is blijkbaar in
2500 jaar niet zoveel veranderd.
De Boeddha antwoordt: Ik begrijp jullie verwarring. Wel, ga niet voort op traditie, op
geschriften, op autoriteit of op filosofie.
In één klap wordt hier heel wat van tafel geveegd wat wij traditioneel met religie verbinden:
traditie, leergezag, filosofie, schrift... De Boeddha stelt niet dat er met die dingen iets mis is,
maar ze bieden geen valide argumenten voor of tegen een leer.
Wat is dan wel een argument? De Boeddha vervolgt: Wanneer je zelf ziet dat het beoefenen
van een leer lijden tot gevolg heeft, verwerp hem dan. Als je zelf ziet dat het beoefenen van
een leer geluk tot gevolg heeft, aanvaard hem dan.
Het eerste opvallende element in dit antwoord is dat de Boeddha de mensen aanspreekt in hun
eigen vermogen om het zelf uit te zoeken en te oordelen. Daarom wordt deze passage wel
eens het boeddhistisch handvest van het vrij onderzoek genoemd. Een tweede element is dat
het niet gaat om een theorie, een levensbeschouwing of een geloof maar om een praktijk die
beoefend kan worden. Een derde element is dat het de effecten van die praktijk (lijden of
welzijn) zijn die haar valideren.
Het boeddhisme is dus geen geloof, geen filosofie, geen identiteit. Het is een praktijk over het
omgaan met lijden. 'Ik leer alleen over lijden en het opheffen van lijden' 3 zegt de Boeddha.
Dit wordt uitgedrukt in de formule van de vier edele waarheden. De eerste edele waarheid is
de waarheid van het lijden. Het is een eenvoudige vaststelling. Het is geen dogma. Nergens
staat dat alles lijden is. Er zijn ook heel veel leuke dingen, maar er is lijden in ons leven en dat
van onze medemensen. Hoe we het ook draaien of keren. Het boeddhisme doet geen enkele
moeite om die waarheid te verbloemen of er een draai aan te geven. Geen valse hoop, geen
misplaatste poging tot zingeving. Het is gewoon zo: we worden geboren, worden oud, worden
ziek en gaan dood. We worden gefrustreerd omdat we krijgen wat we niet willen of niet
krijgen wat we wel zouden willen.
Begeerte, afkeer en verwarring
Het antwoord van de Boeddha op de vraag van de Kalamas roept natuurlijk nieuwe vragen op.
Wat veroorzaakt lijden? Welke praktijken hebben welzijn tot gevolg? De Boeddha vervolgt
zijn betoog: ‘ Als iemand handelt gedreven door begeerte, afkeer en verwarring heeft
dat dan lijden of welzijn voor gevolg?’ Voor de Kalamas is duidelijk dat
begeerte, afkeer en verwarring lijden veroorzaken.
Begeerte, afkeer en verwarring zijn in het Boeddhisme een klassieke triade. Een concreet
relationeel voorbeeld kan voor ons het punt verhelderen. Stel dat iemand je alleen maar
benadert vanuit begeerte, afkeer en verwarring. Dat wil zeggen vanuit de vraag wat heb ik aan
deze persoon, past hij in mijn kraam, wat kan ik van hem gedaan krijgen, brengt het mij
geld op, macht, kan ik er mee naar bed, of staat zijn gezicht mij niet aan, kan hij mij
dwarsbomen, wil hij iets van mij? Het is duidelijk dat een dergelijk contact hoogst onprettig
is. In de mate dat deze persoon zijn bedenkingen in concrete handelingen omzet loop je
daarbij het gevaar op alle mogelijke manieren misbruikt te worden. Maar ook voor de persoon
in kwestie is het een bron van lijden. Hij leeft in een constante toestand van oorlog, ieder
contact is een machtsstrijd waarin hij kan winnen of zelf het onderspit delven en misbruikt
worden. Buiten de korte en incidentele momenten van onmiddellijke behoeftebevrediging is
er geen rust of welbehagen.
De tweede edele waarheid is de waarheid van de oorzaak van het lijden. Deze oorzaak wordt
aangeduid als de dorst. Dorst staat hier metonym voor de net besproken triade van begeerte,
afkeer en verwarring. Een modernere vertaling zou kunnen zijn: onze behoeftigheid. Het gaat
hier niet om onze objectieve behoeften maar om de manier waarop we met die behoeften
omgaan.
Het besef hier is dat geluk geen kwestie is van behoeftebevrediging. Integendeel, het
krampachtig zoeken naar bevrediging van behoeften is de oorzaak bij uitstek van lijden dat
wij onszelf en anderen aandoen. Ook het idee dat iemand gelukkig kan worden ten koste van
het lijden van een ander wordt hiermee als een illusie van de hand gedaan.
Vrijheid
Wat is dan bron van welzijn? De Boeddha vervolgt: 'In de mate dat iemands gedrag niet
gedreven is door begeerte, afkeer en verwarring zal hij spontaan liefde, mededogen, blijheid
en onbevangenheid uitstralen'.
Deze vier karakteristieken van de bevrijding zijn de vertaling van een geijkte formule in het
Pali4 die nadere verduidelijking verdient:
- De Pali-term metta, die hier vertaald wordt als liefde, is in wezen een verlangen, met name
het verlangen dat het goed gaat. De vergelijking wordt gemaakt met een moeder die een kind
in haar armen draagt. Haar verlangen is dat het het kind goed gaat.
- Mededogen (karuna) is een wat verouderde term die gebruikt wordt omdat het letterlijk
correcte mede-lijden een neerbuigende connotatie heeft in het Nederlands. (Vreemd dat het
Nederlands geen woord heeft om het Engelse compassion te vertalen en alleen maar pity
kent.) Het is het geraakt zijn door het lijden van de ander.
- Blijheid (mudita) verwijst naar blij zijn met. Het is het vermogen om te appreciëren wat er
is.
- Onbevangenheid (upekkha) betekent een onpartijdige aandacht die de blik niet afwendt van
het onprettige en niet wanhopig op zoek is naar het prettige.
Om het weer wat concreter te maken: Mensen die een ernstige ziekte krijgen als kanker
komen vaak tot de ontdekking dat ze plots vrienden verliezen. Mensen die bang zijn, niet
weten wat te zeggen. Voor sommige mensen zijn ze in hun lijden plots niet meer interessant.
Tegelijkertijd ervaren ze vaak vriendschap uit onverwachte hoek. Mensen bij wie ze wel
terechtkunnen en van wie ze belangeloos steun krijgen. Als iemand met kanker bij jou komt
zal je, in de mate dat je vrij bent van begeerte afkeer en verwarring, hopen dat het hem goed
gaat (metta), geraakt zijn als hij met slecht nieuws komt (karuna), desondanks blij zijn met
zijn aanwezigheid (mudita) en wat ook zijn verhaal is bereid zijn te luisteren (upekkha), zowel
naar zijn hoop als zijn wanhoop, zijn pijn en zijn opluchting. In sommige boeddhistische
tradities spreekt men hier van de boeddhanatuur. Het is niets anders dan onze fundamentele
menselijkheid 5.
De derde edele waarheid is de waarheid van het opheffen van de dorst. Onze traditionele
psychologie kent de dorst en de triade van begeerte, afkeer en verwarring ook. De
psychoanalyse spreekt van lust, onlust en onbewuste. De gedragstherapie van beloning, straf
en irrationele cognities. Het wezenlijke verschil is dat de psychologie al ons gedrag erdoor
probeert te verklaren. Het Boeddhisme daarentegen stelt de mogelijkheid van bevrijding, dat
wil zeggen van gedrag dat niet hierdoor bepaald wordt.
Het pad
Welke weg leidt tot bevrijding? De vierde edele waarheid is waarheid van het pad naar
bevrijding. Het is het achtvoudige pad. De acht elementen van het pad vormen geen
opeenvolgende stappen maar wel een organisch onderling afhankelijk geheel. Traditioneel (en
daarmee wat overzichtelijker) worden ze samengevat in drie groepen: deugd, meditatie,
inzicht.
De ingang tot het pad is het inzicht. In een eerste fase komt het neer op voldoende vertrouwen
in de redelijkheid van de voorgestelde weg en de intentie hem op zijn minst een kans te
geven. Het is te vergelijken met het vertrouwen dat een patiënt in zijn arts heeft. Hij weet nog
niet of het medicijn zal werken maar, met een gezonde kritische instelling, heeft hij voldoende
vertrouwen in de arts om het uit te proberen. Het belangrijkste inzicht hierbij is het besef van
eigen verantwoordelijkheid.
Hiermee komen we bij de deugd. Ethiek in het Boeddhisme heeft niet hetzelfde moraliserende
karakter dat wij in onze westerse religies kennen. In een eerste fase is de ethiek beschrijvend.
Bepaalde vormen van gedrag als doden, stelen, liegen, seksueel misbruik veroorzaken lijden
zowel voor de dader als voor het slachtoffer. Er is geen notie van gestraft worden voor
wandaden, wel een besef van het dragen van verantwoordelijkheid en het ondervinden van de
consequenties van je eigen gedrag. Dit is wat in het boeddhisme met karma bedoeld wordt. De
ethische regels beschrijven de grenzen waar je best niet overheen gaat als je geen onheil (voor
jezelf en de ander) wilt veroorzaken.
De volgende stap is meditatie. Er wordt wellicht nergens in het boeddhisme meer gemediteerd
dan in het kersverse westerse boeddhisme. Dit komt omdat het boeddhisme hier populair
geworden is in de periode van bewustzijnsverruiming, hallucinogenen en een explosie van
algemene interesse in de psychologie. Dit geeft een vertekend beeld. Het is een feit dat
boeddhistische meditatievormen bruikbaar zijn als stressreductie of als middel tot
bevordering van de zelfkennis. Meditatie is maar een boeddhistische praktijk als het organisch
ingebed is in het achtvoudige pad, dat wil zeggen als het gedragen en gemotiveerd wordt door
inzicht en deugd.
Meditatie in het boeddhisme is de plek bij uitstek van het vrije onderzoek. Het is het labo, de
microscoop waarin de vier edele waarheden minutieus onderzocht kunnen worden. In
onvervalste 'reality-tv zie je in de meditatie hoe lijden ontstaat en hoe bevrijding mogelijk is.
Je moet maar een paar minuten proberen op je adem te letten om te merken hoe je geest
telkens weer afdwaalt gedreven door begeerte, afkeer en verwarring. In de mate waarin je
leert om in die verwarring met een milde open aandacht aanwezig te blijven, ontdek je de
mogelijkheid van bevrijding.
Uit dit onderzoek groeit inzicht. Wat eerst kritisch vertrouwen was in de ervaring van een
ander wordt eigen ervaring en eigen inzicht. Dit inzicht maakt de absurditeit van onethisch
gedrag steeds duidelijker. Wat eerst het volgen van voorschriften was wordt steeds meer een
spontane vanzelfsprekendheid. Waarom zou je nog langer doen wat jezelf en anderen pijn
doet, als je beter weet?
De vruchten die je ervaart op het pad vormen op zich de motivatie om verder te gaan met je
meditatie en een alsmaar diepgaander onderzoek van de oorzaken van lijden en welbevinden.
Hetgeen steeds dieper eigen inzicht veroorzaakt, hetgeen ….. De cirkel is eindeloos
besluit
De filosoof Leo Apostel, die zelf intensief Zen beoefende, stelde voor om ieder mensenleven
te zien als een experiment in ethiek. Zoals in de traditie van de westerse wetenschap kan je
daarbij verder bouwen op de ervaringen uit de experimenten van je voorgangers. Anderzijds
hebben talloze studenten natuurkunde de experimenten van Newton, met het boek in de hand,
overgedaan en zo inzicht verworven in de fundamentele wetten van de natuurkunde. Ook de
Boeddha stelt ons een experiment voor. Het start met het zelf verantwoordelijkheid opnemen
voor het eigen leven. Het experiment wordt kernachtig samengevat in het vers van de
Dhammapada:
Het kwade laten
Doen wat heilzaam is
De geest zuiveren
Dat is de leer van de Boeddhas 6
Van de boeddhistische praktijk wordt in de teksten gezegd dat ze:’ goed is in het
begin, goed in het midden en goed in het einde.’ Het pad draagt zijn vruchten van in
het begin. Het boeddhisme is een traditie van monniken en leken. Er wordt niet verwacht dat
je dagelijks uren lang zittend op een kussen doorbrengt, al bestaat die mogelijkheid.
Ook het pad aanvangen en in je dagelijkse leven fundamentele menselijkheid cultiveren, is
zinvol en bevrijdend. (Zonder dit laatste heeft zitten op een kussen overigens geen enkele
zin.) De boeddhistische tradities hebben zich steeds weer verzet tegen de onvermijdelijke
neiging om het één hoger te waarderen dan het ander.
Als westerlingen zijn we opgevoed met het idee van de onverenigbaarheid van de twee
betekenissen van ‘het goede leven’. Er is goed leven in de betekenis van
deugdzaam leven en er is goed leven in de betekenis van genieten van het leven. De meest
boeiende en verrassende uitkomst van het boeddhistische experiment is dat beide
betekenissen van goed, als twee kanten van een medaille, volkomen blijken samen te vallen.*
Edel Maex is psychiater in het Algemeen Ziekenhuis Middelheim te Antwerpen. Hij is een
beoefenaar van Zen en lid van de Raad van bestuur van de BUB. Deze tekst is aan zijn boek
Een kleine inleiding in het boeddhisme, lannoo, 2005 ontleend.
1 Stephen Batchelor, The Awakening of the West: The Encounter of Buddhism and Western
Culture, Parallax 1994
2 Deze tekst volgt de structuur zoals we die terug vinden in de Kalama Sutta (AN 65)en de
Dhammacakkapavattana Sutta (SN LVI.11). De suttas worden niet letterlijk geciteerd maar
vrij weergegeven waarbij toch getracht wordt zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke
betekenis te blijven.
3 SN XXII.86
4 Het Pali is een taal verwant aan het Sanskriet waarin de oudste boeddhistische geschriften
bewaard zijn gebleven.
5 Han F. de Wit, De verborgen bloei: over de psychologische achtergronden van spiritualiteit,
Kok Agora
6 Dhammapada 183
Artikel
http://www.uvv.be/uvv5/pub/cante/bwz/pdf/05.pdf
Maex, E. (2007). Mindfulness. Antenne, maart 2007, 17-21
De voorbije jaren is mindfulness als een nieuw begrip het psychologisch vocabularium
binnengeslopen. Mindfulness is een bijzondere manier om de aandacht te hanteren. Het
vindt zijn voornaamste toepassingen in het omgaan met moeilijke en stressvolle ervaringen.
Is ‘mindfulness’ oosters?
Bij Francis Bacon (1561-1626), een van de grondleggers van de moderne wetenschap en
gekend door zijn slagzin: ‘Kennis is macht’, lezen we: “De gevolgen van ontdekkingen komen
nergens duidelijker tot uiting dan in drie uitvindingen die de oudheid niet kende en waarvan
de oorsprong, hoewel recent, duister en onbekend is, namelijk de boekdrukkunst,
het buskruit en de magneet.”
Ondertussen weten we dat deze drie ontdekkingen uit China stammen. Door het vanaf de 16de
eeuw toenemend contact met het Verre Oosten zijn onvermijdelijk heel wat oosterse
concepten en technieken ons dagelijks leven binnengeslopen. Meer dan we op het eerste zicht
vermoeden, omdat vele hiervan ons ondertussen perfect alledaags en westers overkomen. De
psychologie vormt hier geen uitzondering op. Mindfulness is het basisprincipe van alle
boeddhistische meditatievormen en heeft dus ook oosterse roots. De vraag blijft wel waarom
het Westen zo snel het buskruit overgenomen heeft en mindfulness pas meer dan 500 jaar
later zijn intrede doet.
De ontdekking van mindfulness
De theologen: een valse start
Als Francis Bacon over moderne communicatiemiddelen had kunnen beschikken, dan had hij
een antwoord gehad. Op het ogenblik dat hij deze zinnen schreef, waren de contacten van
Europa met het Verre Oosten volop aan de gang. In 1549 zette Franciscus Xaverius als eerste
missionaris voet aan wal in het pas ontdekte Japan. Hij zou er 27 maanden blijven. Zijn eerste
indrukken en interpretaties zijn in zijn brieven bewaard gebleven. Ze vormen niet meer dan
een anekdote in de geschiedenis van het contact van het Westen met het boeddhisme, maar
het is wel een heel typerende anekdote. Veel van de toen ontstane misverstanden worden nu
pas uitgeklaard.
Xaverius had al gauw contact met boeddhistische monniken. Een tijd lang dacht hij te maken
te hebben met nestoriaanse christenen. Hij gebruikte aanvankelijk het Japanse woord
Dainichi, naam van de centrale Boeddha-figuur in het shingon boeddhisme, als vertaling voor
God. De Japanners van hun kant, horend dat hij vanuit Goa in India kwam, dachten te maken
te hebben met een boeddhistische monnik uit een voor hun onbekende traditie. Het is maar in
de mate dat de taalbarrière opgeheven werd en ze elkaar begonnen te begrijpen, dat ze
ophielden mekaar te verstaan. Theologische discussies verzandden in heilloze verwarring.
Begrippen als God en een onsterfelijke ziel bleken, tot ontzetting van Xaverius en de zijnen,
in het boeddhisme helemaal niet te bestaan. Anderzijds begrepen de Japanners maar niet waar
hij zo moeilijk en vasthoudend over deed. Ten slotte concludeerde Xaverius dat dit een zet
van de duivel was. De duivel had geprobeerd hen het gras voor de voeten weg te maaien door
iets neer te zetten wat alles weg had van een religie, maar er bij nader toezien helemaal geen
was.
Op een dag zag Xaverius in een soto zenklooster de monniken zitten in zazen. Hij was onder
de indruk van hun stilte en discipline. Hij dacht natuurlijk dat ze mediteerden. Meditatie is een
belangrijk onderdeel van Ignatius’ spirituele oefeningen, een praktijk die dezelfde periode
officieel door de paus in Rome erkend werd. Meditatie betekent overwegen, overpeinzen.
Toen Xaverius aan Ninshitsu, de abt van het zenklooster, vroeg waar de monniken aan
dachten bij hun oefening, begon deze te lachen en antwoordde, in onvervalste zenstijl:
“Sommigen denken aan hoeveel geld ze gekregen hebben, anderen aan hoe ze aan betere
kleren kunnen komen, nog anderen aan hun vakantie of een ander tijdverdrijf. Kortom,
niemand denkt aan iets belangrijks.” Voor Xaverius was dit een onbegrijpelijk antwoord. Wat
wij achteraf begrijpen is dat de monniken helemaal niet mediteerden, toch niet in de betekenis
die het woord tot dan had. Merkwaardig genoeg zijn we wel het woord meditatie hiervoor
blijven gebruiken. De term ‘mindfulness-training’ dekt veel meer de lading.
De filologen: de creatie van het boeddhisme
Hoe had Franciscus Xaverius kunnen weten dat hij met boeddhistische monniken te maken
had? Het boeddhisme was in Europa helemaal niet bekend. Wat missionarissen op hun
ontdekkingsreizen tegenkwamen waren verschillende vormen van ‘idolatrie’. Overal zagen ze
afbeeldingen van goden en de verering ervan. Ze hadden maar weinig interesse voor deze
heidense praktijken. Ze probeerden de mensen te bekeren en hen ertoe aan te zetten hun
‘afgodenbeelden’ te vernietigen.
Interesse was er wel van de filologen die ontdekten dat het Sanskriet een rijke cultuurtaal was
die behoorde tot dezelfde talengroep als de meeste Europese talen. Het is pas in het begin van
de 19de eeuw dat Eugène Burnouf door vergelijking van nooit eerder vertaalde teksten
ontdekte dat een aantal van deze tradities in nauw verband met elkaar stonden. In het in 1844
gepubliceerde ’Histoire du Bouddhisme Indien’ identificeerde hij deze teksten en tradities als
‘boeddhistisch’. Hij toonde aan dat de Boeddha niet één van de vele goden uit het Indiase
pantheon was, maar een historische figuur, die ongeveer 500 v. Chr. in Noord-India geleefd
heeft.
Hiermee creëerde hij, met filologische argumenten iets wat nooit eerder bestaan had: ‘het
boeddhisme’. De verschillende boeddhistische tradities hadden zichzelf nooit als een eenheid
gezien, als ze al van elkaars bestaan op de hoogte waren. Het woord ‘boeddhist’ bestond in
geen enkele Aziatische taal.
Het boeddhisme ontstond als een taalkundige realiteit en er kwam een golf van vertalingen
van teksten op gang. Maar door gebrek aan contact met de levende tradities waar deze
teksten deel van uitmaken, begreep niemand waar deze teksten over gingen. Stel je voor dat
iemand zich bezig houdt met het vertalen van handleidingen van videorecorders zonder ooit
een videorecorder van dichtbij gezien te hebben. Het resultaat kan, hoe filologisch correct en
interessant ook, alleen maar betekenisloos zijn. Meestal werden de boeddhistische teksten
gezien als een soort nihilistische metafysica.
Wat onbekend is, leent zich bijzonder goed voor projecties, dus gingen westerse denkers er
hun romantische ideeën aan toeschrijven. Het oriëntalisme ontstond met een idealisering van
het Oosten als de bakermat van wijsheid. De newagebeweging is hier een typische exponent
van. We lopen het risico uit het oog te verliezen dat oosterse wijsheid in het Oosten even
marginaal is als westerse wijsheid in het Westen.
Anderen ervaarden dit, kunstmatig gecreëerde, blok als een bedreiging. In 1894 liet keizer
Wilhelm van Pruisen een schilderij maken met als titel: ‘Het Gele Gevaar’. Het stelt de
aartsengel Michaël en de Walkuren voor (een merkwaardige mix van christelijke en
Germaanse mythologie) die met getrokken zwaard een in de verte opduikende boeddha
opwachten.
De psychologen: recente ontwikkelingen
Het gebruik van buskruit was meteen duidelijk. Voor mindfulness was dat blijkbaar niet zo.
De geschiedenis die we geschetst hebben verklaart waarom. Noch de bekeringsijver van de
missionarissen, noch de uit hun context gerukte vertalingen van de filologen (hoe
verdienstelijk ook op wetenschappelijk vlak) brachten licht in het duister.
Het is pas in de tweede helft van vorige eeuw dat we een hele andere ontwikkeling zagen.
Westerlingen trokken naar Azië om er een authentieke boeddhistische opleiding te volgen.
In een omgekeerde beweging kwamen er Aziatische leraars naar Europa en Amerika en
stelden westerlingen in staat om hier in het boeddhisme te trainen. Deze ontwikkeling was
maar mogelijk door de bereidheid van beide kanten om de grote culturele kloof te
overbruggen en tot wederzijds begrip te komen. Een moeizaam proces. Ondertussen kennen
we tweede, derde en volgende generaties westerse boeddhistische leraars die hun training
volledig in het Westen gehad hebben. Het huidige westerse boeddhisme is een
onafhankelijke en volwaardige westerse traditie geworden.
Een ander gevolg hiervan is dat er een generatie ontstaat die én een academische opleiding
heeft én een degelijke boeddhistische training. Dit is de voedingsbodem die toelaat dat
boeddhistische inzichten het wetenschappelijke denken binnenkomen.
Mindfulness is een typisch product van het hedendaags westers boeddhisme. Het is vooral de
in Frankrijk als banneling wonende boeddhistische leraar Thich Nhat Hanh die er het
kernbegrip van het boeddhisme van gemaakt heeft.
Oorspronkelijk is mindfulness een mogelijke vertaling van het pali sati. Door de nadruk die
Thich Nhat Hanh er ging op leggen, daarin gevolgd door mensen als de westerse leraar en
academicus Jon Kabat-Zinn, heeft het woord een ruimere betekenis gekregen. Het is
metoniem geworden voor zowel de leer als de beoefening ervan en de vrucht ervan.
Een andere belangrijk ontwikkeling in de vorige eeuw is het ontstaan van de psychologie.
Traditioneel wordt het ontstaan de westerse psychologie gedateerd in 1890 met het magistrale
werk van William James: Principles of Psychology. Hij weet van in het begin het centrale
probleem van de psychologie bloot te leggen, zonder er evenwel zelf een antwoord op te
bieden: ‘Hoe komen we tot een objectieve studie van de subjectieve beleving?’. De hele
westerse wetenschap en filosofie tot dan waren er op gericht de subjectieve waarneming
uit te sluiten, zodat we konden komen tot een beschrijving van de werkelijkheid die
onafhankelijk is van het persoonlijk perspectief van een waarnemer. In de wetenschap is
er idealiter geen plaats voor meningen of gevoelens.
Wellicht heeft het contact met het Oosten mede een rol gespeeld in het ontstaan van de
psychologie. Het Westen heeft het objectieve waarnemen vanuit een derde
persoonsperspectief tot het uiterste gecultiveerd. De aarde lijkt wel plat, maar in werkelijkheid
is ze rond. Het conceptuele heeft voorrang op de subjectieve ervaring. Het boeddhisme
daarentegen heeft een eeuwenlange traditie van het onderzoek van het eerste
persoonsperspectief. Wat gebeurt er als ik ga zitten en onbevangen kijk naar mijn ervaring
zonder mij te verliezen in concepten en generalisaties? Concepten zijn bruikbare dingen, maar
mogen niet met de ervaren werkelijkheid verward worden. Dit is een bron van veel
misverstanden bij het lezen van boeddhistische teksten. Wij vatten een tekst automatisch als
ontologisch op, als gaande over de objectieve werkelijkheid. Een boeddhistische tekst zal
steeds gaan over onze ervaring van de werkelijkheid. Een uitspraak als: “Zie de wereld als een
luchtspiegeling”, zegt niets over de objectieve wereld maar over hoe wij haar ervaren. Het is
niet dat alles illusie is, wel dat we de neiging hebben om ons over alles illusies te maken.
We hebben een eeuw met dit probleem van de objectieve studie van de subjectieve ervaring
moeten worstelen.
Na omzwervingen doorheen psychoanalyse en behaviorisme zien we met de cognitieve
psychologie voor het eerst een begin van oplossing. Het is niet voor niets dat het uitgerekend
de cognitieve psychologie is die nu het idee van mindfulness probeert te integreren.
Mindfulness
De relaxatierespons voorbij
Mindfulness-training bestaat uit twee elementen: stoppen en kijken. Stoppen is het
preboeddhistische element. We kennen het al langer onder de vorm van relaxatie.
Ook relaxatie vindt zijn oorsprong in oosterse meditatietechnieken. Relaxatie is eigenlijk
bijzonder onwesters. ‘Ledigheid is het oorkussen van de duivel’, geldt in het Westen. Het is
maar in onze overstresste wereld dat het belang van relaxatie duidelijk is geworden.
Schulz schrijft hoe hij zijn autogene training rechtstreeks uit de yoga overgenomen heeft. De
‘look and feel’ is nog een beetje oosters. Hij maakt gebruik van suggesties om ontspanning op
te roepen. Met Jacobson’s progressieve relaxatie krijgt relaxatie een meer westers karakter en
een (pseudo)wetenschappelijke verklaring. Jacobson nam aan dat mensen leren mentaal te
ontspannen door te leren hun spieren bewust te ontspannen. In progressieve relaxatie worden
verschillende spiergroepen afwisselend intentioneel aangespannen en dan weer losgelaten.
Deze methode heeft haar werkzaamheid bewezen, maar de theorie ervan gaat volledig voorbij
aan het feit dat spiertonus en het intentioneel aanspannen van een spier neurofysiologisch op
een totaal ander mechanisme berusten.
Een meer aanvaardbare theorie kwam van Benson met zijn ‘relaxation respons’ die
ontspanning ziet als een onconditionele respons op een eenvoudige stimulus. Het maakt
daarbij verder niet uit wat de aard van de stimulus is. De stimulus moet voor het subject wel
interessant genoeg zijn om er ondanks zijn monotonie de aandacht te kunnen op te
concentreren. Het richten van de aandacht op een mantra, zoals bij TM (transcendente
meditatie), op een beweging zoals bij progressieve relaxatie, of een eenvoudige activiteit,
zoals in de tuin werken, roept dezelfde relaxatierespons op.
In de boeddhistische meditatietechnieken zijn concentratie en relaxatie geen doel op zich
maar een opstap naar mindfulness. “Je temt een wild paard niet om er een tamme ouwe knol
van te maken, maar om er mee te kunnen rijden”, zegt men in zen. In deze vergelijking ligt
het hele verschil tussen relaxatie en mindfulness-training. Er is niets mis met relaxatie. Het is
zelfs noodzakelijk om je bij momenten uit de drukte terug te trekken. De boog kan niet altijd
gespannen staan. Maar als je verdrietig bent of blij, als je woedend bent of smoorverliefd, als
je huis in brand staat of je hebt net de lotto gewonnen, dan is relaxatie niet echt aan de orde.
Als het ons zou lukken in die ogenblikken perfect te ontspannen, dan lopen we het risico dat
de intensiteit van het leven ons helemaal ontgaat. Het is niet de bedoeling om een perfecte
zombie te worden. Soms staat de boog gespannen.
Mindfulness als kwaliteit van aandacht
Relaxatie richt je aandacht en haalt je daarmee even uit de werkelijkheid, mindfulness brengt
je er weer middenin. Mindfulness is een bijzondere kwaliteit van aandacht.
• De aandacht is open en onbevangen. Aandacht is gewoonlijk selectief. Sommige ervaringen
krijgen een voorkeursbehandeling en andere worden naar de achtergrond gedrukt.
Mindfulness streeft er naar alle inkomende ervaringen gelijk te behandelen en dezelfde
aandacht te geven.
• De aandacht is mild en niet oordelend. Open aandacht zonder mildheid zou zonder meer een
vorm van wreedheid zijn. Er komt zoveel in je aandacht op, gewenste dingen maar ook
gedachten, gevoelens en indrukken die je helemaal niet zo ziet zitten. Het is belangrijk hierbij
een milde niet oordelende houding aan te nemen.
• Indrukken, gedachten en gevoelens worden gezien als gebeurtenissen. Je bent je gedachten
niet. Wat er aan gedachten of andere inhouden opkomt, wordt gezien als iets dat gebeurt,
zonder dat je je er mee identificeert.
• Niet de inhoud, maar het proces is belangrijk. In psychotherapie staat meestal de inhoud van
gedachten en andere mentale gebeurtenissen op de voorgrond. Bij mindfulness is de
gebeurtenis an sich belangrijk en wordt op de inhoud niet verder ingegaan. Het voortdurend in
flux zijn van je geest is het eerste dat daarbij opvalt. Beetje bij beetje ontstaat er ook inzicht in
de relaties tussen de verschillende mentale inhouden.
De effecten van het trainen van mindfulness kan je in vier punten samenvatten.
• Het is prettig.
Relaxatie en mindfulness-training zijn beide prettig, maar op een andere manier. Ze
verhouden zich tot elkaar als zonnebaden tot sporten. Mindfulness-training vraagt meer
discipline, maar het kan een intens gevoel van bevrediging geven.
• Het leert je de werkelijkheid beter kennen.
Door onbevangen aandachtig aanwezig te zijn bij wat er gebeurt, leer je jezelf en de wereld
beter kennen. Je ziet het spel van actie en reactie. Je ziet ook jezelf bezig en je wordt
vertrouwd met je eigen automatische reacties.
• Het helpt automatismen voorkomen.
Het Engels laat toe een onderscheid te maken tussen ‘to react’ en ‘to respond’. In het eerste is
de reactie reflexmatig en automatisch. In het tweede geval is er een moment van aandacht
tussen stimulus en respons, hetgeen ruimte maakt voor keuzevrijheid. Dit is bijvoorbeeld van
belang wanneer stressvolle stimuli oude depressieve patronen dreigen te activeren.
• Zelfhelend vermogen.
Mindfulness-training bevordert veranderingsprocessen, maar dan wel op een heel andere
manier dan psychotherapie. In de dialoog eigen aan psychotherapie wordt het proces van
verandering geleid, benoemd, vormgegeven. Door mindfulness ontstaat een spontane
openheid die ruimte maakt voor verandering, zonder dat je van tevoren weet waar die
verandering toe leidt.
Therapeutische toepassingen
Uit het voorgaande moge al blijken dat mindfulness meer geschikt is voor de ‘wilde paarden’,
voor die problemen en situaties waar relaxatie niet echt aan de orde is en maar beperkt succes
zou hebben.
Aan het University of Massachusetts Medical Center startte Kabat-Zinn met een acht weken
durend stressreductieprogramma, Mindfulness Based Stress Reduction (MBSR), dat
ondertussen door veel algemene ziekenhuizen overgenomen is. Het richt zich zowel op het
omgaan met stress veroorzaakt door ernstig lichamelijk ziek zijn, als op stress die zelf oorzaak
is van lichamelijke klachten. Studies toonden gunstige effecten bij pijn, bij angst, bij
chronische vermoeidheid en op het emotioneel welbevinden bij ernstige ziekten als kanker.
Mindfulness-training is het basisingrediënt van Linehan’s Dialectical Behavior Therapy voor
mensen met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Zij kenmerkt
borderlinepersoonlijkheidsstoornis als een ‘fobie voor hevige emoties’. Zij gebruikt
verschillende vormen van mindfulness-training om patiënten te leren omgaan met hun
emotionele reacties. Observeren, beschrijven en participeren zijn hierbij belangrijke
‘mindfulness skills’. Haar studie is een van de weinig gecontroleerde studies in de
behandeling van borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Na 1 jaar toonden de meeste
patiënten nog een significante verbetering vergeleken met de controle groep die ‘therapy as
usual’ kreeg.
Wat bied je aan mensen die hersteld zijn van een depressie en dus geen behandelbare klachten
meer hebben, maar waarvan je wel weet dat ze een grote kans hebben op recidief. Teasdale,
Segal en Williams boden aan deze patiënten het programma van Kabat-Zinn, onder de noemer
Mindfulness Based Cognitive Therapy (MBCT). In een vergelijkende studie vonden ze dat in
de groep die drie of meer depressies doormaakte de kans op recidief na een jaar zakte van
66% naar 39%. Het theoretisch uitgangspunt is dat mindfulness training leert om triggers die
depressieve schemata op gang brengen, beter te onderkennen. Zo kan voorkomen worden dat
het depressieve schema op gang komt en tot een klinische depressie leidt. Ondertussen loopt
er ook onderzoek naar de toepassing bij verschillende problemen, zoals chronische
vermoeidheid, angstklachten en de emotionele gevolgen van chronische ziekten.
Williams vertelt dat hij aanvankelijk weerstand had tegen deze methode, omdat ze een andere
therapeutische relatie veronderstelt.
Mindfulness kan enkel aangeleerd worden door iemand die zelf intensief in de methode
getraind is. De rol van de therapeut is hier meer te vergelijken met die van een
kliminstructeur. Als je kliminstructeur wil worden, moet je zelf heel wat klimmen en
geklommen hebben, weet je uit eigen ervaring wat het betekent te klimmen en waar de
valkuilen liggen. En als je het wilt doorgeven, moet je mee de berg op.
Een ander belangrijk verschil met psychotherapie is dat hier niet op de inhoud, maar op het
proces ingegaan wordt. Wanneer in een MBSR-training iemand vertelt dat hij heel verdrietig
geweest is, zal de trainer niet vragen naar waarover het verdriet ging, maar naar hoe hij ermee
is omgegaan. Dat maakt de aard van verandering minder voorspelbaar.
Van twee mensen met kanker die een mindfulness-training volgden, omdat ze zoveel last
hadden van moeheid, zei de eerste: “Ik ben nog altijd even moe, maar er komt nu veel meer
uit mijn handen.” De ander zei, onafhankelijk van de eerste: “Ik ben nog steeds even moe,
maar ik doe nu veel minder en ik geniet er zoveel meer van.”
Derde keer goede keer?
“Tradition is like a container, it both preserves and conceals”, zegt Dennis Genpo Merzel
Roshi. Verpakkingen zijn onmisbaar, maar ze leiden ook de aandacht af van de inhoud. De
eerste contacten tussen het Westen en het boeddhisme waren confrontaties tussen containers,
tussen verpakkingen. Het is pas nu dat de inhoud zich begint te tonen. Is deze keer met de
invoering van boeddhistische praktijken in psychologie en geneeskunde ook meteen de goede
toon getroffen?
Terug naar het begin
In één van de oude boeddhistische teksten confronteren dorpelingen, de Kalamas, de Boeddha
met de volgende vraag: “Voortdurend komen hier leraars langs. Eén voor één vertellen ze dat
zij de waarheid verkondigen en dat wat anderen verkondigen onzin is. Wie moeten wij nu
geloven?” De Boeddha antwoordt: “Ik begrijp jullie verwarring. Wel, ga niet voort op traditie,
op geschriften, op autoriteit of op filosofie.”
In één klap wordt hier heel wat van tafel geveegd wat wij traditioneel met religie verbinden:
traditie, leergezag, filosofie, schrift... De Boeddha stelt niet dat er met die dingen iets mis is,
maar ze bieden geen valide argumenten voor of tegen een leer.
Wat is dan wel een argument? De Boeddha vervolgt: “Wanneer je zelf ziet dat het beoefenen
van een leer lijden tot gevolg heeft, verwerp hem dan. Als je zelf ziet dat het beoefenen van
een leer welzijn tot gevolg heeft, aanvaard hem dan.”
Lijden en welzijn vormen het fundamentele uitgangspunt van het boeddhisme. De Boeddha
spreekt de mensen aan in hun eigen vermogen om het zelf uit te zoeken en te oordelen.
Daarom wordt deze passage wel eens het boeddhistisch handvest van het vrij onderzoek
genoemd. Het gaat niet om een theorie, een levensbeschouwing of een geloof, maar om
een praktijk die beoefend kan worden. Mindfulness is een moderne vertaling van deze
praktijk. Het zijn de effecten van de praktijk (lijden of welzijn) die haar valideren. Lang voor
het ontstaan van de moderne wetenschap, formuleert de Boeddha zijn leer al als een toetsbare
hypothese.
Bevrijding?
‘Zoals de oceanen vele schatten herbergen, maar slechts één smaak hebben, die van zout, zo
herbergt de dharma vele schatten maar heeft ze slechts één smaak, die van bevrijding.’
Houdt mindfulness-training zoals we dat nu in een therapeutische context zien ontstaan ook
bevrijding in? In dezelfde toespraak tot de Kalama’s legt de Boeddha uit hoe begeerte,
afkeer en verwarring lijden veroorzaken. Bevrijding hiervan leidt tot liefde, mededogen,
vreugde en onbevangenheid.
Deze ethische kant van de medaille blijft in het huidige mindfulness-discours impliciet. Het
kan twee kanten op. De therapeutische toepassingen van mindfulness kunnen de praktijk
ervan uithollen tot een louter technische aangelegenheid. Of het menselijke warme element
komt met de praktijk meer uit de verf. De tijd zal het uitwijzen. Pas in het laatste geval zullen
we van een gelukte poging tot integratie van het boeddhisme in het Westen kunnen spreken.
Literatuur
• Batchelor, Stephen. The Awakening of the West: The Encounter of Buddhism and Western
Culture. Berkeley: Parallax Press, 1994
• Jon Kabat-Zinn, Full Catastrophe Living: Using the Wisdom of Your Body and Mind to
Face Stress, Pain, and Illness, Delta, 1990
• Marsha Linehan, Cognitive-Behavioral Treatment of Borderline Personality Disorder,
Guilford Press 1993
• Zindel Segal, J. Mark Williams, John Teasdale, Mindfulness-Based Cognitive Therapy for
Depression: A New Approach to Preventing Relapse, Guilford Press 2001
• http://www.levenindemaalstroom.be
Artikel
http://www.nieuws.leidenuniv.nl/index.php3?c=904
Mindfulness: hype of hulpmiddel?
Mindfulness is een techniek om anders om te gaan met storende gedachten. Studenten kunnen
deze inzetten als ze er steeds onzeker over zijn of ze hun studie wel aankunnen. Is
Mindfulness een hype of een effectief hulpmiddel?
Boeddhisme
Rob Topman, studentenpsycholoog bij de Universiteit Leiden, begrijpt het wel. De principes
van Mindfulness vinden hun oorsprong in het boeddhisme. En dat roept al snel de associatie
op met oosterse zweverigheid. ‘Maar we hadden er nooit iets mee gedaan als de effectiviteit
niet door onderzoek was ondersteund. Niks zweverigheid, het gaat om oefeningen doen, om
trainen.’ Er is een verband tussen de onzekerheid van studenten en allerlei andere
verschijnselen zoals persoonlijke onzekerheid, perfectionisme, faalangst, stress door de BSAeisen en tentamenvrees.
Akelig stemmetje
Een mens kan zichzelf behoorlijk dwars zitten. Een zekere spanning voor een tentamen of
andere proeve van bekwaamheid is juist goed, dat scherpt de geest.
Maar bij sommige mensen slaat de spanning door in
een akelig stemmetje dat blijft zeggen: je kunt het
niet, je kunt het niet! Dat kan een redelijk te
onderdrukken verschijnsel zijn, maar ook resulteren
in een apocalyps van blinde paniek en black out.
Volgens Topman is er een flinke groep studenten die
met dit probleem kampt. ‘Daar zijn veel goede
studenten bij die nog nooit voor een tentamen zijn
gezakt. Ondanks dat ze zich goed voorbereiden en
Het effect van de Mindfulness-techniek
nergens bang voor hoeven zijn, blijven ze last
is een vredige geest.
houden van angst.’
Bewustwording
Tot voor enige tijd was cognitieve gedragstherapie, waarvan de
Rationeel Emotieve Therapie (RET) het bekendste voorbeeld is, hét
antwoord op faalangst. Deze therapie gaat er vanuit dat negatieve
gedachten en gevoelens om te buigen zijn in positieve. Mindfulness gaat
uit van een heel andere benadering: het juist laten komen van alle
gedachten, positief of negatief. Vervolgens is het de bedoeling ze te
onderzoeken, er vragen bij te stellen. Is het wel echt zo dat ik het niet
kan? Dit gebeurt in een meditatieve setting. Het gaat niet om concentratie op de negatieve
gedachten maar om bewustwording van het hier en nu, van alle gedachten die spontaan
opkomen. En die, dat is één van leeraspecten, ook weer vanzelf verdwijnen. Er is geen
noodzaak een probleem meteen op te lossen, de attitude is to let go, ervaren en loslaten.
Relativeren
Het effect van de oefeningen is dat iemand een relativerender, vriendelijker kijk op zichzelf
en de wereld krijgt en dat de negatieve gedachten hanteerbaar worden of ophouden.
Mindfulness wordt op de Universiteit Leiden niet onder begeleiding aangeboden: studenten
worden er, bijvoorbeeld tijdens een workshop over het oplossen van studieproblemen, mee in
contact gebracht en kunnen op de site van Studentenzaken een vragenlijst vinden aan de hand
waarvan ze kunnen bepalen of er iets aan kunnen hebben, en oefeningen en die ze thuis
kunnen doen. Wel staan op de site verwijzingen naar professionele Mindfulness-trainers.
De ene reeks thuisoefeningen die op de site staat heet Lichaamsverkenning, de andere
Zitmeditatie. Lichaamsverkenning maakt onderdeel uit van de techniek omdat emoties altijd
een fysieke component hebben: bij angst gaat het lichaam reageren en komen er allerlei
processen op gang.
Oud principe
Topman schreef vorig jaar voor het blad Gedragstherapie een artikel over Mindfulness. De
techniek – in uitgebreide vorm ook bruikbaar als therapie - kreeg in 2002 onder psychologen
bekendheid door het boek Mindfulness-based cognitive therapy for depression (Segal,
Williams & Teasdale, 2002). Het boek leverde een gedetailleerd protocol op. De auteurs
publiceren al zeker sinds 1995 over het onderwerp. Topman zocht verder en stuitte op
literatuur waarin het begrip Mindfulness niet voorkomt maar wel het principe. Uit zijn eigen
archief diepte hij een artikel op uit 1979 van Ada Herbst: ‘Zen en psychotherapie’. Zij was
docente bij de postacademische opleiding ‘Meditatie en psychotherapie’. Topman: ‘Herbsts
beschrijving van het begrip ‘innerlijke attitude’ lijkt erg op Mindfulness.’
Topman concludeert in zijn artikel: ‘Mindfulness en meditatie zijn betrekkelijk nieuwe
begrippen in de gedragstherapie, maar de relatie met psychotherapie in het algemeen wordt al
jarenlang beschreven.’ Om deze reden én vanwege de effectiviteit, denkt Topman ook niet dat
het om een hype gaat.
Ontvankelijke studenten
Studenten zijn erg ontvankelijk voor het toepassen van de techniek van Mindfulness, merkt
Topman. ‘Ik heb maar één keer meegemaakt dat een studente er niet aan wilde omdat ze de
techniek raar vond. Doorgaans vinden studenten het heel normaal.’ De site over Mindfulness
die sinds half december op het net staat, heeft alleen al in februari 450 hits gehad, en de
oefeningen 362.
Eigen waarneming van Topman heeft hem er inmiddels van overtuigd dat Mindfulness werkt:
studenten hebben er onmiskenbaar baat bij.
Links
Meer informatie over Mindfulness
Voor een andere kijk op Mindfullnes: Winnie de Poeh en de Vrees voor het Multiple Choicetentamen
(4 april 2006/CH)
BOEKEN VAN EDEL MAEX
Mindfulness
In de maalstroom van je leven
Edel Maex
- Mindfulness, zo luidt het nieuwe basiswoord voor wie beter wil leren omgaan met de
onvermijdelijke stress van het leven.
- Mindfulness vindt zijn oorsprong in boeddhistische meditatietechnieken. In plaats van
voortdurend toe te leven naar doelen die ver in de toekomst liggen, betekent Mindfulness met
een milde open aandacht aanwezig zijn bij wat nu is.
- In Mindfulness leer je hoe je steeds weer de rust en helderheid in jezelf kunt opzoeken. Ook
wanneer het leven je deze rust niet gunt, leer je zo goed mogelijk om te gaan met wat zich
aandient.
- Edel Maex, psychiater in het ZNA Middelheim, Antwerpen, geeft al jaren, aan steeds
grotere groepen mensen, trainingen in Mindfulness.
Als je zelf al aan de slag wil met enkele geluidsfragmenten.:
http://www.lannoo.be/content/lannoo/mindfulness/index.jsp
1. Bodyscan (6,9 MB)
2. Zitten (6,9 MB)
3. Bestaansrecht (6,9 MB)
Als je meer wil lezen over het boeddhisme,
waar mindfulness training haar oorsprong vindt
‘Een kleine inleiding in het boeddhisme’
Edel Maex
Lannoo, september 2005
Als je verder wil oefenen.
Als je werken met beelden je aanspreekt.
Als je zelf aan de slag wil met de bijhorende Cd.
Internetsites i.v.m. mindfulness
http://www.mindfulness.be/NL/
http://en.wikipedia.org/wiki/Mindfulness
http://www.mindfulness.com/
http://www.leidenuniv.nl/ics/sz/so/mind/aandacht.htm (met testje en oefeningen)
http://www.leren.nl/rubriek/wetenschap/psychologie/mindfulness/
http://www.simplifylife.nl/simp-nieuws0610_01.asp (mindfulness simpel uitgelegd)
http://www.urbandharma.org/udharma4/mpe.html (Mindfulness in gewone-mensentaal
(Engels) - Een online boek over meditatie en mindfulness)
http://www.nouddehaas.nl/mindfulness.htm
http://www.levenindemaalstroom.be/Mindfulness.html
http://www.43folders.com/2006/04/07/mindfulness/
http://www.123test.nl/mindfulness/ (mindfulltest)
http://www.mindfulnessbell.org/14trainings.htm
Interview met Edel Maex op Studio Brussel
http://internetradio.vrt.be/radiospeler/v2_prod/wmp.html?qsbrand=41&qsODfile=/internetrad
io_master/productiesysteem2/programma_od/41_buddha_070523.xml
Download