De nieuwe werkkostenregeling is van kracht per 1 januari 2015. Hoe ga ik als werkgever om met personeelsfeesten, maaltijden, parkeren en geschenken? Een personeelsfeest, een receptie of jubileum op de werkplek valt onder de nihilwaardering. Maar wanneer is er sprake van een werkplek? De werkplek is de plaats waarvoor de werkgever arboverantwoordelijk is. Met ingang van 1 januari 2015 is de WKR uitgebreid met een concernregeling. Voor de werkplekdefinitie bij personeelsfestiviteiten wordt dit nader geregeld in artikel 3.7, tweede lid van de Uitvoeringsregeling Loonbelasting 2011. In afwijking van de algemene werkplekdefinitie wordt voor personeelsfestiviteiten met een gezamenlijk karakter onder werkplek verstaan: alle werkplekken van werknemers van de inhoudingsplichtige of een met de inhoudingsplichtige in concernverband (lees 95% of meer) opererende inhoudingsplichtige. In een beleidsbesluit van 23 juni 2014, BLKB2014/1033M was aangegeven dat de nihilwaardering ook gold voor werknemers van andere vestigingen, locaties of kantoren, maar uitdrukkelijk niet gold voor werknemers van verbonden vennootschappen (1/3 belang). Dit beleidsbesluit is recent vervangen door het beleidsbesluit van 17 december 2014, BLKB2014/1894M. Omdat de werkplek per 1 januari 2015 is gecodificeerd, hoeft de goedkeuring niet meer in het nieuwe beleidsbesluit opgenomen te worden. Voor de maaltijden meldt de Nieuwsbrief Loonheffingen 2015 dat het normbedrag voor 2015 is verhoogd naar € 3,20 (2014 € 3,15). Maaltijden kunnen op diverse manieren aan de orde zijn binnen de WKR. Mogelijkheden zijn: intermediaire kosten (= geen loon) een gerichte vrijstelling (en dus onbelast) bij tijdelijk verblijf in het kader van de dienstbetrekking/maaltijden met een meer dan bijkomstig zakelijk karakter loon in natura voor de maaltijd die op de werkplek wordt ge- of verbruikt en die gemeld normbedrag kent. Een voorbeeld van de eerste twee mogelijkheden is het zakelijke etentje van de werknemer met een klant. De kosten voor de maaltijd van de klant zijn intermediaire kosten. Het deel van de rekening voor de maaltijd van de werknemer valt onder de gerichte vrijstelling. De hele nota kan onbelast worden vergoed. Het normbedrag voor loon in natura is alleen van toepassing op de verstrekte maaltijd (op de werkplek) en niet op een vergoeding van maaltijdkosten. Parkeren. Voor parkeerkosten is van belang met welke auto wordt gereden en waar wordt geparkeerd. Wordt met de auto van de zaak gereden, dan vallen parkeerkosten onder de intermediaire kosten (geen loon). Wordt met de eigen auto gereden dan vallen parkeerkosten op/bij de werkplek onder de nihilwaarderingen (loon in natura). Voor de werkplek is van belang of de werkgever arboverantwoordelijkheid draagt. In het Besluit van 17 december 2014 wordt dit als volgt verwoord: “Een parkeerplaats of garage op het bedrijfsterrein van een werkgever kan als algemene ruimte deel uitmaken van een werkplek indien deze (ook) toegankelijk is voor werknemers”. Vergoeding van parkeerkosten/ verstrekking van een abonnement buiten de werkplek voor de eigen auto valt in het 1,2% forfait (of kan individueel worden verloond als daarvoor gekozen wordt). NB. De vergoeding van parkeerkosten wordt geacht te zijn begrepen in de onbelaste km-vergoeding van € 0.19 p.km. De parkeerboete (lees: naheffing parkeerbelasting) of kosten wielklem is geregeld in de artikelen 234 en 235 van de Gemeentewet. In artikel 31, vierde lid, onderdeel c, van de Wet LB, worden vergoedingen voor boetes, de naheffing parkeerbelasting/kosten wielklem als ‘verplicht loon’ aangemerkt. Het maakt uit wie de kentekenhouder is van de (bestel)auto en aan wie de boete is opgelegd. In het Handboek Loonheffingen 2014 staat vermeld dat “verkeersboeten die u zelf (lees: werkgever) hebt gekregen en die u niet op uw werknemers verhaalt” ondergebracht mogen worden als eindheffingsloon in de vrije ruimte (forfait). Dit is anders voor boeten die op naam van de werknemer zijn gesteld en door de werkgever rechtstreeks worden betaald, of aan de werknemer worden vergoed. Deze vergoeding is verplicht loon die niet in de vrije ruimte kan worden gebracht. Met ingang van 2015 is een buitenlandse boete gelijkgesteld aan de Nederlandse boete. Geschenken Onder de overgangsregeling bestonden eindheffingsmogelijkheden voor de geschenkenregeling bij feestdagen, verjaardag etc. (eindheffing van 20% met een max. van € 70 per jaar per werknemer) en een regeling voor verstrekkingen van max. € 136 per keer en ten hoogste € 272 per jaar (eindheffing tegen tabeltarief). Beide eindheffingsmogelijkheden zijn vervallen onder de werkkostenregeling. Dergelijke geschenken/verstrekkingen vallen dus onder het forfait, tenzij er voor gekozen wordt deze individueel te verlonen. Soms is echter geen sprake van loon. Dat is volgens het Besluit van 17 december 2014 het geval als er sprake is van een attentie die los staat van de dienstbetrekking en wordt gegeven uit wellevendheid, sympathie of piëteit of op grond van een persoonlijke relatie. De Belastingdienst neemt in elk geval aan dat geen sprake is van loon als een werkgever diens werknemer een persoonlijke attentie geeft in situaties waarin ook anderen dan een werkgever een dergelijke attentie plegen te geven bij de desbetreffende gelegenheid en 1) het geen geld of waardebonnen betreft en 2) de attentie niet een factuurwaarde inclusief btw heeft die hoger is dan € 25. Aan dit standpunt kunt u vertrouwen ontlenen. Voor attenties met een hogere factuurwaarde of bij cadeaubonnen blijft staan dat de werkgever het aannemelijk moet kunnen maken dat geen sprake is van loon.