Schoolplan Gerardus Majella 2007-2011

advertisement
Schoolplan Gerardus Majella 2011-2015
Stichting Katholiek Onderwijs “Lek en IJssel”
Algemeen directeur
R. van Harten
Stafbureau
Postbus 377
3400 AJ IJsselstein
tel: 030 – 6868444
e-mail: [email protected]
Voorzitter
J. Nieuwenhuis
Phobos 9
3402 JJ IJsselstein
Tel: 030-6884453
Email: [email protected]
Cabauwsekade 51a 3411 ED Lopik
: 0348 – 551428
@: [email protected]
Directeur: Floris Velis
Inhoudsopgave
0. Voorwoord
1. Inleiding
2. Onze school
3. Visie van het bevoegd gezag
4. Het schoolontwikkelingsplan
5. Onderwijskundig beleid
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
2.1
2.2
2.3
4.1.
4.2
4.2.1
4.2.2
4.2.3
4.2.4
4.2.5
4.2.6
4.3
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.4
4.5
4.5.1
5.1
5.1.1
5.1.2
5.1.3
5.1.4
5.1.5
5.2.
5.3
5.4
6. Personeelsbeleid
7. Zorg voor kwaliteit
8. Andere zaken
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
6.1
7.1
7.2
7.3.
7.4
8.
1
2
3
4
5
Voorwoord
Doelen van het plan
Functies van het plan
Procedure plan
Verwijzingen
Bronnen
Status
Evaluatie van het plan
Huidige situatie
Leerling- en ouderpopulatie
Omstandigheden
Visie van de stichting Lek & IJssel
Waar we voor staan
De externe ontwikkelingen
Nieuwbouw
Ouders
Rijksoverheid
Onderwijs
Lokale overheid
Stichting Lek & IJssel
Interne sterkte – zwakte analyse
Rapport van de inspectie
Gesprekken met leerkrachten
Het leerlingvolgsysteem
Acties n.a.v. conclusies schoolplan ‘03/’07
Do; Wat we willen gaan doen
Nieuwe ontwikkelingsgebieden
Actief burgerschap en sociale inegratie
Onderwijskundige doelen en art. 8
De sociale en emotionele ontwikkeling
Verstandelijke ontwikkeling
Ontwikkeling van de creativiteit
Lichamelijke vaardigheden
Culturele vaardigheden
Vak- en vormingsgebieden
Overzicht
Verantwoordelijkheden bij
schoolzwemmen in de gemeente Lopik
Doelstelling
Doelen kwaliteitszorg
Inrichting kwaliteitszorg
Zorg voor de leerling
Kinderen met een onderwijsbeperking
Verwijzingen
Formulier instemming MR
Vaststelling schoolplan
Beleid rugzakleerlingen
Visie op de brede school in Cabauw
Verantwoording meerjareninvestering
-2-
3
3
4
4
4
4
4
5
6
6
6
7
8
8
8
8
9
9
9
9
10
10
10
11
11
12
12
12
17
17
17
18
18
18
18
22
29
31
32
32
32
34
36
37
38
39
41
56
0. Voorwoord
De indeling van het schoolplan 2011-2015 is afgestemd op beleidsterreinen die wij relevant vinden
voor onze schoolontwikkeling. Deze beleidsterreinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg. Dit
betekent, dat wij deze beleidsterreinen:
Beschrijven
Periodiek (laten) beoordelen
Borgen of verbeteren
Wat beloven we? [zie schoolplan]
Doen wij wat we beloven?
Wat moeten wij borgen? Wat verbeteren?
De onderscheiden beleidsterreinen komen (deels) overeen met de kwaliteitsaspecten die de Inspectie
van het Onderwijs onderscheidt in haar toezichtskader.
Het zijn met name de leerkrachten die uitvoering geven aan het opgestelde beleid.
Goed personeelsbeleid is daarom heel belangrijk. Het gaat dan vooral over de vraag: hoe draagt het
personeelsbeleid van de school/stichting bij aan het realiseren van de onderwijskundige doelen?
Speerpunten in ons personeelsbeleid zijn: het welbevinden van de werknemers en het stimuleren van
de persoonlijke ontwikkeling alsmede de zorg om de kennis van het zittende team over te dragen aan
nieuwe teamleden. Dit laatste punt omdat de helft van het personeel 50+ is.
Voor de persoonlijke ontwikkeling van de werknemers werken we met bekwaamheidsdossiers.
In het schoolplan zijn hoofdstukken opgenomen (zie inhoudsopgave) die nader ingaan op de doelen
die we stellen ten aanzien van de genoemde beleidsterreinen.
1. Inleiding
1.1 Doelen van het schoolplan
De doelen van dit schoolplan zijn:
Als Stichting Lek en IJssel in overleg met betrokkenen vaststellen wat voor de komende
vier jaar, vanaf 1 augustus 2011, het personeelsbeleid, het onderwijskundig beleid en
het beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg is. Hierbij dragen de directies, teams en
medezeggenschapsraden zorg voor een passende invulling van het onderwijskundig
beleid en het beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg in hun situatie.
In samenwerking met de directies zal het Bestuur zich meer richten op het scheppen
van de voorwaarden voor en de samenhang tussen de verschillende beleidsterreinen;
Als directie, team en medezeggenschapsraad vaststellen wat voor de periode van 1
augustus 2011 t/m 31 juli 2015 voor de desbetreffende school noodzakelijk is om tot
een kwaliteitsversterking of verbetering te komen;
Het beleid zo vast te stellen dat het gebruikt kan worden voor planmatige
schoolontwikkeling o.a. door middel van meerjarenplanningen;
Voldoen aan de wettelijke verplichting te beschikken over een schoolplan.
1.2 Functies van het plan
Dit schoolplan zal fungeren als:
1. Uitgangspunt voor overleg met alle betrokkenen;
2. Uitgangspunt voor de planning per schooljaar;
-3-
3. Uitgangspunt voor kwaliteitsverbetering;
4. Verantwoordingsdocument voor ouders en overheid.
1.3 Procedure voor het opstellen en vaststellen van het plan
Dit schoolplan is opgesteld door de directeur van de Gerardus Majella, in overleg met de algemeen
directeur van de Stichting Lek en IJssel. Voor de definitieve vaststelling is het schoolplan ter
goedkeuring (en instemming) voorgelegd aan de MR van De Gerardus Majella.
De Stichting Lek en IJssel is het bevoegd gezag van:
Agnesschool
IJsselstein
brinnummer: 11EU
De Ark
IJsselstein
brinnummer: 27XF
De Ark van Noach
IJsselstein
brinnummer: 25KJ
RKBS De Opstap
IJsselstein
brinnummer: 23UH
Paulusschool
IJsselstein
brinnummer: 09XS
Nicolaasschool
IJsselstein
brinnummer: 09AV
Jan Bunnikschool
Lopik
brinnummer: 06LI
Gerardus-Majella
Lopik
brinnummer: 08ND
De Zomergaard
Lopik
brinnummer: 08EC
De St. Victorschool
Benschop
brinnummer: 03YO
Wegwijzer
Vianen
brinnummer: 06KO
Egbertus
Vianen
brinnummer: 08MO
De Fatimaschool
IJsselstein
brinnummer: 10QC
SBO De Wenteltrap
IJsselstein
brinnummer: 04DR
Praktijkschool De Baanbreker IJsselstein
brinnummer: 07BM
1.4 Verwijzingen
In dit schoolplan wordt verwezen naar:
De schoolgids van de Gerardus Majella 2011-2013;
Visiedocument van Stichting Lek en IJssel voor de periode 2011-2015:“Professionals voor
ouder en kind”;
Handboek Personeelsbeleidsplan van Stichting Lek en IJssel;
Bestuursformatieplan van Stichting Lek en IJssel 2011-2015;
Directiestatuut Stichting Lek en IJssel;
Schoolplannen van de basisscholen van de Stichting Lek en IJssel.
1.5 Bronnen
Bij het maken van dit schoolplan zijn teksten uit de volgende bronnen gebruikt:
1.
Visiedocument van Stichting Lek en IJssel voor de periode 2011-2015:
“professionals voor ouder en kind”;
2.
Bestuursformatieplan van Stichting Lek en IJssel 2011-2015;
3.
Eigen schooldocumenten die in de periode 2009-2011 zijn ontwikkeld.
1.6 Status van het plan
Het plan is in eerste instantie door de directeur geschreven. Het is in zijn geheel met het team
besproken en, daar waar nodig, aangepast. Dit document wordt gedragen door het team. Vorm en
inhoud zijn mede bepaald door afspraken binnen het directieberaad van Stichting Lek en IJssel.
Vervolgens is het door de medezeggenschapsraad besproken en van commentaar voorzien. Alle open aanmerkingen zijn vervolgens verwerkt tot het document dat nu voor u ligt.
Dit schoolplan is na instemming van de MR vastgesteld door het Bestuur.
Het plan blikt terug op de periode augustus 2009 - juli 2011 en kijkt vooruit op de periode
-4-
augustus 2011 – augustus 2015.
1.7 Evaluatie van het plan
Het schoolplan wordt tijdens het directieoverleg besproken en minstens tweemaal per jaar als
evaluatiemoment op de agenda geplaatst van de teamvergadering en het overleg tussen de intern
begeleider en de directeur. Noodzakelijke wijzigingen in beleid en externe ontwikkelingen zullen
aanleiding zijn om delen van het plan bij te stellen.
Bij het evalueren van de jaarplanning op schoolniveau zal bekeken worden of het schoolplan
om aanpassingen vraagt. De uitwerking van de plannen zal inhoudelijk binnen de school
besproken worden en leiden tot kwalitatieve verbeteracties. Door gebruik te maken van de cirkel van
Deming en het daarbij horende PDCA-model1 zal planmatig aan de kwaliteitsverbetering worden
gewerkt.
Wij zien dit schoolplan als het beleidsdocument van de school, maar daarnaast ook als
verantwoordingsdocument naar de inspectie, het bestuur maar ook naar het team, de
medezeggenschapsraad en de ouders. Door al deze functies zal dit schoolplan de kwaliteit van ons
onderwijs vergroten.
Floris Velis, directeur.
1
PDCA = Plan Do Check Act; cyclisch model om ervoor te zorgen dat processen volledig doorlopen worden
-5-
2. Onze school
2.1 Huidige situatie
De basisschool Gerardus Majella is een katholieke basisschool die momenteel 96 leerlingen telt en
gelegen in het kleine dorp Cabauw. Cabauw ligt in de gemeente Lopik en in het zuidwestelijke deel
van de provincie Utrecht. Voor een beschrijving van de belangrijkste kenmerken: zie schoolgids 20112013.
We werken op de Gerardus-Majella met gecombineerde jaarklassen. We hebben een bewuste keuze
gemaakt om te werken met Coöperatief Cluster Onderwijs. Niet vanwege organisatorische zaken
maar om onderwijskundige redenen. Bij Coöperatief Cluster Onderwijs zijn drie groepen geclusterd:
namelijk groep 3,4 en 5 en groep 6, 7 en 8. Door efficiënt gebruik te maken van ruimte en
deskundigheid worden de kinderen, al samenwerkend, klaar gemaakt voor de samenleving.
Coöperatief Cluster Onderwijs is een term bedacht door de St. Jozefschool in Lithoijen. Geïnspireerd
door hun verhaal zijn wij in 2010 begonnen met een groep 6/7/8 en starten we in 2011 met ook een
3/4/5. De praktische uitleg van dit onderwijs komt later aan bod.
Ons onderwijs wordt ondersteund door een intern begeleider die hiervoor een dag per week
gereserveerd heeft. RT wordt in elke klas door de leerkracht zelf gegeven. Verder is de school een
plaats waar stagiaires opgeleid worden en proberen we ook plaats te bieden aan een LIO-er.
De leerlingen krijgen minimaal 7520 uur verdeeld over acht jaar.
De schoolvakanties zijn gepland binnen het landelijk vakantierooster, waarbij soms afgeweken wordt
als het overleg binnen de gemeente Lopik en de afstemming op de scholen van voortgezet onderwijs
te Schoonhoven daartoe aanleiding geeft.
De tijdsbesteding per vakgebied is te vinden in de schoolgids en de overzichten (roosters) die de
leerkrachten in hun firstday-map bewaren.
De school is in 2011 gebouwd en voldoet aan de huidige normen. We hebben de beschikking over vier
leslokalen die met elkaar te verbinden zijn, één lokaal voor groep 1 en 2 en een Peuterspeelzaal. Deze
laatste ruimte zal ook in gebruik genomen worden door een fysiotherapeut, een logopedist en de BSO.
Zo kunnen wij ons, met ingang van het schooljaar 2011-2012, met recht een brede school noemen. De
groepen 1 en 2 maken gebruik van zowel een ruim leslokaal als een gedeelte van de centrale ruimte en
op bepaalde tijden de Peuterspeelzaal. De Peuterspeelzaal is voorzien van gymmateriaal. Daar waar
mogelijk zijn computers geplaatst. In groep 4 t/m 8 maakt men gebruik van laptops in een draadloos
netwerk.
2.2 Leerling- en ouderpopulatie
De verhouding van leerlinggewichten 0.0 – 1.20 - 0.30, na aanscherping van de ministeriële regels, is
ongeveer 98% - 2% - 0%. Een deel van de ouders werkt in loondienst of oefent een beroep uit waarbij
lichamelijke arbeid wordt verricht. Hoger opgeleide ouders (universiteit, HBO) komen weinig voor.
De landelijke trend dat beide ouders geheel dan wel gedeeltelijk aan het arbeidsproces deelnemen, is
ook hier steeds meer merkbaar. Bij de ontwikkeling van het nieuwe schoolgebouw in 2011, is rekening
gehouden met deze trend. Dit is terug te zien in een geïntegreerde peuterspeelzaal en de
aanwezigheid van een BSO.
2.3 Overige omstandigheden die de beleidskeuzen beïnvloeden
Omstandigheden die meespelen bij het formuleren van de beleidsvoornemens zijn:
De Gerardus Majellaschool staat in een klein dorp, dat ongeveer 700 inwoners telt. Het is merkbaar
dat de vergrijzing toeslaat. Momenteel is er een projectgroep “De toekomst van Cabauw” actief bezig
met het realiseren van een nieuwbouwproject met koop- en huurwoningen voor starters. In dit project
is ook aandacht voor de bouw van seniorenwoningen. Dit project zal rond 2013 klaar zijn. Met nieuwe
seniorenwoningen verwachten wij dat er ruimte komt voor nieuwe gezinnen in het dorp. Het
-6-
schoolgebouw is in 2011 gerealiseerd. Er is hierbij rekening gehouden met de eisen van
toegankelijkheid, veiligheid en klimaatbeheersing.
-7-
3. Visie van de Stichting Lek & IJssel
De stichting heeft een visiestuk geschreven dat in 2011 gepresenteerd is als het uitgangspunt
voor beleid en ontwikkeling. Dit document, “Professionals voor ouder en kind, 2010-2014”, is de
basis voor de ontwikkeling van het meerjarenbeleid van alle scholen van onze stichting.
De schoolplannen van elke afzonderlijke school zullen gebaseerd zijn op dit visiestuk, maar
zullen kleur en nuancering geven vanuit het eigen onderwijsconcept en eigen keuzes op basis
van (eigen) evaluaties en het gebruik van het eigen diagnose-instrument.
T.a.v. het onderwijskundig concept van onze school:
Wij zien als onze belangrijkste taak de kinderen een goede basis mee te geven voor hun toekomst in
deze maatschappij. Een aantal zaken speelt daarbij een grote rol:
De katholieke identiteit.
Professionaliteit en werken aan kwaliteit
Respect, tolerantie en veiligheid
Onderwijs op maat
Samenwerking
Ouders zijn partner
Veiligheid en sfeer.
Actief burgerschap
Internationalisering
-8-
4. Schoolontwikkelingsplan
Het schoolontwikkelingsplan moet een dynamisch stuk zijn. Het moet op de werkvloer duidelijk
zichtbaar zijn wat er op papier beschreven wordt. Om kritisch te blijven kijken naar onszelf hebben we
het schoolontwikkelingsplan in het PDCA-model beschreven.
4.1 Plan
Waar we voor staan: de missie van onze school.
Het team streeft naar een goede basis van waaruit de kinderen zelfstandiger,
zelfverzekerd en met de nodige kennis en vaardigheden vertrekken van een plaats
waar het plezierig, veilig en vertrouwd was.
4.2 Wat er op ons afkomt? De externe ontwikkelingen.
Wat heeft het beleid beïnvloed en welke omstandigheden zullen invloed hebben op keuzes in beleid,
organisatie en inhoud t.a.v. ons onderwijs?:
4.2.1 Nieuw schoolgebouw
Algemeen:
In schooljaar 2010-2011 is het nieuwe schoolgebouw gerealiseerd waar we vanaf schooljaar 2011-2012
gebruik van zullen maken. Met de bouw van de school is rekening gehouden met het
onderwijsconcept van de school. De vier leslokalen zijn, middels een schuifwand, eenvoudig te
veranderen in twee grote lokalen. Op die manier kan ons coöperatief cluster onderwijs goed gestalte
krijgen. Verder is er een ruime centrale ruimte. Een grote aanwinst voor de school alwaar we
vieringen en voorstellingen met de hele school kunnen beleven. Verder heeft de school beschikking
over een aparte IB/RT ruimte en een ruime koffiekamer, voorzien van moderne keuken die ook door
kinderen gebruikt zal worden. De ruime peuterspeelzaal zal ook dienst doen als ruimte voor de
fysiotherapeut. Verder zal de ruimte verhuurd worden aan lokale verenigingen. De BSO neemt na
schooltijd zijn intrek in de grote centrale ruimte. Er zijn gesprekken gaande om de bibliotheek ook in
deze ruimte te vestigen. De logopedist zal zich vestigen in de IB/RT ruimte waar ook de schoolarts
plaats kan nemen. De brede school in Cabauw is een feit.
Naast onderwijskundige zaken is ook rekening gehouden met de veiligheid van kinderen. Het
gebouw beschikt over een ruime hoeveelheid nooddeuren, heeft een goed werkend brandalarm, heeft
geen opstapjes meer in de school en slechts één trap naar boven.
De speelplaats is qua oppervlakte minder groot dan onze vorige school. Toch is het plein veiliger en
overzichtelijker. Er is gekozen voor uitdagende toestellen op het plein waarbij de kinderen hun
fantasie kunnen gebruiken.
Er is in de school gekozen voor natuurlijke tinten en materialen. Zo betrekken we op een indirecte
wijze de omgeving bij de school. Verderop in dit plan is te lezen hoe wij dit op directe wijze doen.
4.2.2 Ouders
Er is in 2003 een ouderpanel opgestart door Marco van Kats, toenmalig directeur. Helaas is in de loop
van de tijd deze goede gewoonte wat weggevaagd. Wij vinden als team deze vorm van
ouderbetrokkenheid heel belangrijk en zullen deze komende vier jaren het ouderpanel weer in ere
herstellen. Dit zullen we gefaseerd en gedegen aanpakken. Deze groep zal geen inspraakrecht hebben
maar zal meer adviserend zijn of om van gedachten te wisselen over schoolse of maatschappelijke
zaken.
Er komt bij ons een steeds grotere vraag naar opvoedingsondersteuning en inzicht in de
ontwikkelingen en het leerlingvolgsysteem. Voor de opvoedingsvragen proberen we hulp te bieden
door een aantal onderwerpen binnen ons curriculum aan te bieden. Hier vallen onder andere de
sociale vaardighedentraining, de lessen van bureau HALT, drugs- en alcoholvoorlichting vanuit de
-9-
gemeente. Daarnaast starten we in schooljaar 2011-2012 met de ‘Vreedzame School’. Hierbij zal ook
een beroep op ouders gedaan worden in het kader van de sociaal emotionele ontwikkeling van hun
kinderen. Er zullen regelmatig ouderavonden gepland worden waarbij ouders en school elkaar
informeren.
De toenemende vraag naar buitenschoolse opvang heeft geresulteerd in de realisatie hiervan in het
nieuwe schoolgebouw.
4.2.3 Rijksoverheid
Passend onderwijs
Meer aandacht voor jeugd en gezin
Sterke accenten op personeelsbeleid (o.a. taakbeleid, ARBO.)
Ontwikkelingen in het kader van WSNS (o.a. kinderen met een “rugzak”.)
Gevraagde kwaliteitsbewaking (meer aandacht voor resultaten, ook in vergelijking met
andere scholen).
VVE2
Laaggeletterdheid is hoog in deze taalzwakke regio: aandacht voor taal
Aandacht voor het rekenonderwijs
4.2.4 Het onderwijs (en de schoolorganisatie die daarbij hoort) wordt meer en meer gestuurd door
onderzoeksresultaten en - ontwikkelingen (techniek, globalisering, maatschappij enz.)
Uitbreiding gebruik van de Informatie Communicatie Technologie en vaardig zijn in het
gebruik van Word, PowerPoint, vaardig in het gebruik van het toetsenbord
Meer gebruik van internet via adsl (ook huiswerk). Hier op een verantwoorde manier mee
omgaan.
Uitbreiding van de aandacht voor de Engelse taal. Nu wordt er Engelse les gegeven aan groep
1 t/m 8. We willen er naar toe werken dat Engels ook geïntegreerd wordt in andere
vakgebieden: 15% van de lestijd in het Engels.
Een brede school: aandacht voor een doorgaande lijn. Van peuters naar BSO, waarbij de visie
van de school leidend is.
Aandacht voor gezonde voeding en beweging. Dit door middel van het schoolfruitproject,
sportdagen, een vakdocent gym en losse projecten zoals ‘lekker fit’.
Versterking van het waarderend lezen (schoolbibliotheek, tutorlezen)
Openheid in leerlingvolgsysteem (ouders kunnen thuis inloggen). Op dit moment kan dit nog
niet. We streven hier wel naar.
Meer zelfstandig werk op eigen niveau door ICT ontwikkelingen.
Gezonde school zijn m.b.t. de GGD.
4.2.5 Lokale overheid (gemeente Lopik)
Mogelijkheid in de uitbreiding van het aantal senioren- en starterswoningen.
Er is een netwerk voor de jeugdzorg binnen de gemeente Lopik.
Samenwerking peuterspeelzalen en basisscholen.
Er is een centrum voor jeugd en gezin.
Er is een beursvloer waarbij lokale ondernemingen en school gestimuleerd worden om samen
te werken. Dit start in 2011.
4.2.6 Stichting Lek en IJssel en personeel
Uitbreiding beleidsregels en afspraken (integraal personeelsbeleid)
Versterking van het bovenschools management en de organisatie: zie pag.
2
VVE = Vroege Voorschoolse Educatie; Educatieve werkvormen op de peuterspeelzaal om de overgang naar
het basisonderwijs te versoepelen
- 10 -
uitbreiding samenwerking scholen Lopik, Cabauw, Vianen, IJsselstein (ook speciaal basisonderwijs)
op het terrein van consultatie, mobiliteit enz.
Meer parttime banen.
Een feminisering van het personeel
Een veroudering van het zittende personeel op deze school.
4.3 Wat wij kunnen, de interne sterkte/zwakte analyse
Om helder in kaart te kunnen brengen wat er binnen onze organisatie goed gaat en wat voor
verbetering vatbaar zou zijn zullen we het kwaliteitsinstrument KIK (kwaliteit in kaart) in gaan zetten.
In juni 2008 zijn hebben twee teamleden een training gevolgd. Zij zullen samen met de directeur in
2011 een plan opstellen voor de komende vier jaar. Voor een analyse wordt uitgegaan van:
1. het RST rapport van de inspecteur van onderwijs
2. Gesprekken met leerkrachten/teamvergaderingen
3. Resultaten van toetsen door de jaren heen (het leerlingvolgsysteem op groepsniveau)
4.3.1
Het rapport Regulier Schooltoezicht
Op 4 juni 2009 heeft de inspectie in het kader van regulier schooltoezicht onze school bezocht. Het
volledige verslag is te vinden door te surfen naar http://www.onderwijsinspectie.nl of naar onze
website.
De inspecteur kwam tot de conclusie dat “op basisschool Gerardus Majella de kwaliteit van het
onderwijs op de meeste onderdelen op orde is”. En verder: “De leraren leggen duidelijk uit, de lessen
hebben een goede structuur en de sfeer in de groepen is over het algemeen ontspannen en getuigt van
wederzijds respect. Het valt bovendien op dat de leraren hun leerlingen veelvuldig laten
samenwerken”. Er zijn natuurlijk ook verbeterpunten en we realiseren ons dat een bezoek van een
dag niet leidt tot een doorlichting van het totale programma. De zaken die onze aandacht behoeven
op rij gezet:
De leraren stemmen de instructie af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen
De leraren stemmen de verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg
voor de zorgleerlingen
De school voert de zorg planmatig uit
De school gaat de effecten van de zorg na
De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten
De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van
het leren en onderwijzen.
Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
4.3.2 Teamvergaderingen en gesprekken met leerkrachten
De inspectie let tijdens het onderzoek op wat de wetgever bedoeld heeft en of de kwaliteit voldoende
is. Leerkrachten hebben behalve over de invulling van het onderwijs ook opmerkingen en wensen op
het gebied van: aanschaf van leer- en hulpmiddelen, ondersteuning van schoolbegeleiders, enzovoort.
Daarnaast is met het team gesproken over te verwachten ontwikkelingen (zie 4.2 externe
ontwikkelingen) en hoe hier op in te spelen. De vragen of de genoemde aandachtspunten een hoge
prioriteit hebben en of er extra scholing voor noodzakelijk is, zijn ook aan de orde gesteld. Het
volgende is tijdens de vele overlegmomenten verzameld:
- 11 -
De Engelse taal heeft inmiddels een centrale plek gekregen binnen ons onderwijs. Het
enthousiasme van leerlingen, leerkrachten en ouders heeft geleid tot de wens om Engels ook
bij andere vakken te gaan integreren. Ons doel is 15% van de leertijd in het Engels te geven.
Het waarderend lezen heeft een flinke impuls gekregen door de inrichting van een
schoolbibliotheek en het gebruik hiervan iedere ochtend. Het aanvankelijk lezen en het
vervolg in groep 4 heeft ondanks het niveaulezen m.b.v. ouders, het gebruik van de methode
Leestheater en het groepslezen, extra aandacht nodig. Hiervoor wordt advies en begeleiding
gevraagd. Tevens wordt er gebruik gemaakt, voor een periode van 2 maanden per jaar, van
het tutorlezen m.b.v. de leerlingen van groep 7 en 8 en BOV-lezen.
De taalmethode is vervangen door een moderne methode die ook de
woordenschatontwikkeling bevordert.
In 2011 wordt er gestart met een nieuwe methode technisch lezen.
In 2011 wordt er gestart met een nieuwe methode sociaal emotionele ontwikkeling.
Alle klassen zijn voorzien van computers. Er zijn 33 Pc’s en laptops op school aanwezig. Dit is
ruim voldoende om het methodiek onderwijs te ondersteunen. Wel uit het team de wens om
ook over te gaan tot de aanschaf van digitale schoolborden. Dit is in het
meerjareninvesteringsplan opgenomen om te realiseren in nieuwe school.
Het invoeren van aanvullende lessen techniek op wat in de nu gebruikte methode wordt
aangeboden door aanschaf en implementatie van een nieuw pakket.
4.3.3 Het leerlingvolgsysteem (resultaten van toetsen)
Alle resultaten uit het leerlingvolgsysteem (LVS Cito) liggen ter inzage op school. Deze worden
bijgehouden door de interne begeleider. Voor de uitstroomgegevens van onze school verwijs ik naar
de schoolgids
4.3.4 Acties n.a.v. de conclusies uit schoolplan ‘03/’07
De Gerardus Majella heeft middels de methode ‘Hellig Hart’ de katholieke identiteit
teruggebracht binnen het onderwijscurriculum. De Stichting Lek en IJssel heeft ook de
stichting Stimin ingeschakeld die alle scholen binnen de stichting begeleidt op het gebied van
identiteitsbegeleiding.
De GGD heeft de Gerardus Majella tijdens hun jaarlijkse controleronde gecomplimenteerd
over de manier waarop er schoongemaakt wordt. We zijn ons ervan bewust dat dit ook
noodzakelijk is. Het is een oud gebouw, alleen het noodzakelijke onderhoud wordt nog
gepleegd. Dit komt door de reeds eerder vermelde nieuwbouw die in het verschiet ligt.
De medezeggenschapsraad publiceert alle beleidsdocumenten op de website van de school.
Tevens brengt zij jaarlijks een jaarverslag uit met daarin alle acties van het afgelopen jaar.
De ouders zijn over het algemeen tevreden over het continurooster. Er is een behoorlijk
moeizaam proces aan vooraf gegaan. Het continurooster brengt voordelen en nadelen met
zich mee. We proberen voor zowel de positieve als negatieve uitwerkingen oog te hebben.
We kunnen stellen dat het contact met zowel de OR als de MR uitstekend verloopt. Er is
sprake van wederzijds respect en kritiek naar als van de school wordt door alle partijen als
constructief ervaren.
In februari wordt het ouderpanel voortgezet. De Gerardus Majella mag een heel nieuw
schoolgebouw gaan bouwen. Hierbij willen we de ouders van het begin betrekken.
4.4 Do; wat we willen gaan doen?
- 12 -
Het team van De Gerardus-Majella streeft ernaar:
Dat kinderen zich veilig voelen, dat ze vertrouwen hebben in ons, in elkaar en in zichzelf. Een
kind moet zich geborgen en gelukkig voelen. Daarom vinden wij het pedagogisch klimaat erg
belangrijk. Om deze reden hebben we de methode ‘Vreedzame school’ aangeschaft. In
schooljaar 2011-2012 starten wij hiermee.
Dat het onderwijs zo georganiseerd is dat elke leerling zich zonder onderbrekingen kan
ontwikkelen en dat hij/zij daarbij leert met anderen samen te werken. Het Coöperatief Cluster
Onderwijs helpt ons daarbij.
Kinderen te benaderen op een meervoudige intelligente manier. Ieder kind heeft zijn eigen
leerstijl , leertijd en leertempo binnen zijn verschillende ontwikkelingsgebieden. Wij zullen
hier gericht aan werken op gezette tijden.
Om oog te hebben voor de verschillen tussen kinderen. Het team doet haar best om elk kind
op zijn eigen specifieke manier te benaderen en uit te dagen.
Dat kinderen leren niet alleen om dingen te doen, maar ook om zelf te bedenken.
Niet alleen kennis is belangrijk, maar ook de praktische vaardigheden.
Dat kinderen leren omgaan met eigen gevoelens en emoties en ook die van anderen. Onze
gedragsspecialisten helpen hierbij evenals de methode “Vreedzame school”.
Dat kinderen sociale vaardigheden leren die nodig zijn om het werken en spelen met anderen
mogelijk maken.
Dat ieders overtuiging op levensbeschouwelijke gronden en ieders culturele achtergrond
gerespecteerd dient te worden.
Dat kinderen geleerd moeten worden verantwoordelijk te zijn en daarop aanspreekbaar te zijn
Kinderen zich bewust te maken van de wereld buiten de school. Door projecten te doen met
scholen met een totaal andere leerlingpopulatie laten we onze kinderen kennis maken met
sociale integratie.
Kritisch naar het onderwijs te kijken waar wij op de Gerardus Majella voor staan. Onze
kwaliteitszorg moet een dynamisch en cyclisch proces zijn.
Na alle informatie verzameld te hebben, is er voor de komende 4 jaar een overzicht samengesteld
waarin alle actiepunten zijn opgenomen. Hierbij is rekening gehouden met de wensen van de ouders,
het overzicht planning vernieuwing leerstofpakketten, de opmerkingen van leerkrachten en inspectie.
Doelen van: ‘07/’08
‘08/’09
‘09/’10
‘10/’11
Doelen van:
Stichting
‘08/’09
Ouders als partner
‘09/’10
Wet BIO
‘10/’11
Passend onderwijs
Kwaliteitsinstrument
KIK invoeren
Nieuwe taalmethode
implementeren
Evalueren en
borgen kwaliteit
Engels integreren
in andere
vakgebieden
Professionalisering
team
Van visie naar
praktijk; Nieuw
gebouw.
Directeur
Team
‘07/’08
Sociale Veiligheid,
actief burgerschap
Onderwijsvisie
nieuw gebouw
Collegiale consultatie
/ kennismobiliteit
4.5 Nieuwe ontwikkelingsgebieden
4.5.1 Actief burgerschap en sociale integratie
Sinds 1 februari 2006 zijn scholen verplicht aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale
integratie. In de definitie brengt burgerschapsvorming jonge burgers (kinderen, leerlingen) de
basiskennis, vaardigheden en houding bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de
eigen leefomgeving en in de samenleving.
- 13 -
Wettelijke achtergrond:
De opdracht aan scholen om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen is vastgelegd in een
aantal wetsartikelen en luidt:
Het onderwijs:
gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving.
is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie.
is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende
achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.
In de kerndoelen voor het basisonderwijs zijn de volgende omschrijvingen van toepassing:
Kerndoelen mens en samenleving
De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf
en anderen.
De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als
consument.
De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol
van de burger.
De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en
normen.
De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse
multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met
verschillen in opvattingen van mensen.
De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.
Het SLO (Stichting Leerplanontwikkeling) formuleert dat het belangrijk is voor jonge burgers om
kennis te maken met begrippen als democratie, grond- en mensenrechten, duurzame ontwikkeling,
conflicthantering, sociale verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en het omgaan met
maatschappelijke diversiteit. Die kennis moet dan niet alleen uit het boekje komen, maar wordt ook
geleerd door te oefenen in de praktijk.
SLO stelt in de burgerschapsvorming drie domeinen centraal:
democratie – kennis over de democratische rechtstaat en politieke besluitvoering;
democratisch handelen en de maatschappelijke basiswaarden;
participatie – kennis over de basiswaarden en mogelijkheden voor inspraak en vaardigheden
en houdingen die nodig zijn om op school en in de samenleving actief mee te kunnen doen;
identiteit – verkennen van de eigen identiteit en die van anderen; voor welke
(levensbeschouwelijke) waarden sta ik en hoe maak ik die waar?
De vraag die het SLO centraal stelt is op welke wijze je bij kinderen de “bereidheid en het vermogen deel
uit te maken van de gemeenschap en daaraan een actieve bijdrage te leveren” tot ontwikkeling kunt brengen.
Hierbij gaat het om drie dimensies:
- 14 -
vanuit de sociaal culturele dimensie (thuis voelen, familiebanden, relaties en netwerken, taal,
identificatie, verbondenheid en verantwoordelijkheid, waardepatronen)
vanuit de politiek-juridische dimensie (bijvoorbeeld Staatsburgerschap, burgerrechten,
belastingplicht, actief en passief stemrecht, sofi-nummer, politieke participatie)
vanuit de economische dimensie (bijvoorbeeld werk en inkomen, bancaire zaken, sociale
zekerheid)
De school als oefenplaats
De school is een oefenplaats voor goed burgerschap, In de klas, op het schoolplein, in de gymzaal
krijgt de leerling te maken met processen, gedragingen en gebeurtenissen die ook voorkomen in de
echte samenleving. Op school wordt de leerling gestimuleerd voor zijn mening uit te komen en
respect te hebben voor mensen die anders zijn. Hij kan zijn sociale competenties verder ontwikkelen,
wordt zich bewust van zijn sociale rechten en plichten en kan meedenken en meebeslissen. De school
is voor de leerling een venster op de samenleving. De invoering van burgerschapsvorming in het
primair en voortgezet onderwijs is geslaagd als scholen in Nederland zich bewust zijn van hun rol als
oefenplaats van goed burgerschap en als hun onderwijs en schoolcultuur die rol optimaal
ondersteunen.
Wat is nu onze visie op burgerschapskunde?
Onze school wil een school zijn die kansen op een succesvolle deelname aan onze maatschappij
vergroot voor alle kinderen. Ons onderwijs is er op gericht dat we ieder kind mogelijkheden bieden
om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen, zodat het als volwassene een positieve bijdrage kan
leveren aan de verdere ontwikkeling van een multiculturele samenleving.
Ons onderwijs rust op twee pijlers:
 Het sociale en emotionele leren: de vaardigheden die je nodig hebt om goed te kunnen leren,
en om in de samenleving goed te kunnen functioneren (omgaan met elkaar,
verantwoordelijkheid, omgaan met emoties, conflicthantering e.d.)
 Het schoolse leren: nadruk op de basale vaardigheden, als taal, lezen, rekenen en spelling
We willen meer bereiken dan kinderen een goed gevulde rugzak met kennis mee te geven. We leren
onze kinderen ook vaardigheden en attidudes die ze kunnen gebruiken om een betrokken en
verantwoordelijk lid van onze gemeenschap te zijn en te worden.
Wat doen wij nu als school aan actief burgerschap?
Wij hebben op leerlingniveau doelen geformuleerd die voortkomen uit
burgerschapsvorming. Deze doelen vallen uiteen in vier categorieën:
Omgaan met conflicten
Ziet eigen aandeel in conflicten
Kan zich verplaatsen in gezichtspunt van ander
Kan impulsen en boosheid beheersen
Demonstreert probleemoplossingsvaardigheden
Kan anderen helpen conflicten te vermijden
Kan bemiddelen bij een conflict.
Omgang met anderen
Is beleefd en respectvol
Toont empathie/verplaatsen in gezichtspunt ander
Werkt goed samen met anderen
- 15 -
onze visie op
Is bereid aan oplossingen te werken
Is bereid anderen te helpen bij problemen
Denkt na over effect eigen gedrag op anderen.
Kan compromissen sluiten
Verantwoordelijkheid voor groep en gemeenschap
Toont respect voor klas, school en omgeving
Is in staat belangen in de groep of gemeenschap te herkennen
Toont initiatief in zorgen voor de schoolomgeving
Stelt vragen over problemen in gemeenschap en wil helpen
Levert bijdrage aan onderhouden van de gemeenschap.
Open staan voor verschillen
Een open oor voor andere meningen
Zich inleven in een ander, in de cultuur van een ander, in zijn of haar opvattingen
Respect voor andere godsdiensten, levensopvattingen of –stijlen
Aanpassen aan andere gewoonten of regels
Geen vooroordelen over anderen
Tolerant
Hoe geven we dit nu gestalte?
Onze school werkt met de methode ‘Hellig Hart’. Binnen deze methode komen alle bovenstaande
doelen aan bod. Dit gebeurt met verschillende werkvormen. Verder starten we in het schooljaar
‘08/’09 met het geven van een cursus ‘sociale vaardigheden’. Twee leerkrachten worden in het
schooljaar ‘07/’08 opgeleid om deze cursus binnen de school aan te kunnen bieden. Ook komen in de
wereldoriëntatie thema’s aan bod die wij linken aan actief burgerschap en sociale integratie. Hierbij
denken we aan de thema’s: Buitenstaanders, vooroordelen en democratie. Met de leefregels, die we
met de kinderen opstellen, heeft de school een structureel aanbod op het terrein van sociaalemotionele competenties (zoals constructief conflicten oplossen, omgaan met boosheid, omgaan met
diversiteit, empathie en verplaatsen in anderen)
Behalve training in conflictoplossingvaardigheden leren alle betrokkenen in de school op een
positieve manier met elkaar om te gaan, door een hoge standaard neer te zetten wat betreft het gedrag
ten opzichte van elkaar. En tot slot staat het vergroten van de verantwoordelijkheid van leerlingen
voor de klas en de school centraal: de school als een gemeenschap. Leerlingen leren zelf
verantwoordelijkheid te namen voor het oplossen van problemen in de klas en op school. Maar ze
leveren ook een bijdrage aan de gemeenschap door het uitvoeren van taken in de klas en in de school.
De leerlingen van de groepen 6,7 en 8 discussiëren tevens over politieke zaken door middel van het
Koffertje Derde Kamer Ook brengen ze een bezoek aan de Tweede Kamer en wonen daar een debat
bij, zodat ze leren hoe men in de volwassen wereld met elkaar in debat treedt. Daarnaast werken we
met de groepen 7 en 8 regelmatig uit actualiteitenlessen en SchoolTVweekjournaal om de
wereldproblematiek onder de loep te nemen. Tevens is er in de gemeente Lopik een jongerenraad
waar wij aan deelnemen. Verder werken de groepen 5 en 6 met de nieuwtjes van de week. Ook krijgt
in deze groepen de 4 en 5 mei viering extra aandacht.
Met de hele school doen we jaarlijks mee aan verschillende projecten, zodat onze kinderen leren ook
voor andere kinderen wat over te hebben.
- 16 -
In deze lessen en activiteiten komen veel zaken aan de orde die ons inzicht geven in de opvattingen en
atttitudes van onze leerlingen ten aanzien van burgerschap en integratie. Wanneer er nieuwe factoren
blijken te zijn, heeft onze school een aantal protocollen (o.a. pesten) om daarop in te spelen.
Door bovenstaande op te nemen in onze lessen staan de basiswaarden en beginselen van onze
democratische samenleving (vrijheid van meningsuiting, recht op gelijke behandeling,
verdraagzaamheid tegenover andersdenkenden, enzovoort) voortdurend centraal
Kinderen hebben taken en verantwoordelijkheden in de klas, maar ook klasoverstijgend. Onder
andere hierdoor is de school een oefenplaats voor de sociale competenties die in de lessen worden
aangeboden. Leerlingen krijgen de gelegenheid om de aangeleerde competenties te oefenen en toe te
passen in de praktijk.
Hoe verantwoorden wij nu deze visie?
Daarnaast maakt de school gebruik van een leerlingvolgsysteem van Cito. Ook gaan we vanaf ‘08/’09
starten met om de vier jaren een leerlingenquête en leerkrachtenquête af te nemen. Uit deze enquêtes
kunnen we de veiligheidsbeleving onder de leerlingen en leerkrachten in kaart brengen. De resultaten
worden met de leerkrachten en met het hele team besproken. Dit leidt tot passende maatregelen op de
verschillende niveaus. Met cursus sociale vaardigheden wil de school preventief problemen
voorkomen en kinderen vaardiger maken op het gebied van hun sociaal-emotionele ontwikkeling. De
ontwikkeling van een realistisch, positief zelfbeeld is hiervan een onderdeel, evenals het leren
oplossen van grote en kleine conflicten. De school heeft geen leerlingvolgsysteem met betrekking tot
de sociaal-emotionele ontwikkeling. Volgend schooljaar gaan we dan ook op zoek naar een
leerlingvolgsysteem om de sociaal-emotionele ontwikkeling systematisch vast te leggen en te volgen.
- 17 -
5. Onderwijskundig beleid
Onze onderwijskundige doelen zijn in de eerste plaats de doelstellingen zoals die in artikel 8 van de
Wet Primair Onderwijs (W.P.O.) zijn omschreven:
5.1. Onderwijskundige doelen en Artikel 8
Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces
kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het
ontwikkelen van de creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale,
culturele en lichamelijke vaardigheden.
Het onderwijs gaat er mede van uit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving.
Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele
begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling.
Het basisonderwijs, bestemd voor kinderen vanaf vier jaar, is dus verplicht zich te richten op:
De sociale en emotionele ontwikkeling
De verstandelijke ontwikkeling; verwerven van kennis
Het ontwikkelen van de creativiteit
Het verwerven van lichamelijke vaardigheden
Het verwerven van culturele vaardigheden
De sociale en emotionele ontwikkeling
5.1.1 De sociale en emotionele ontwikkeling
In de Wet op het Basisonderwijs wordt gesproken over de emotionele ontwikkeling en het verwerven
van sociale vaardigheden. Wij kiezen voor de term sociaal-emotionele ontwikkeling. Onder sociaalemotionele ontwikkeling wordt verstaan, dat de kinderen leren omgaan met elkaar.
Aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling:
Het samenwerken, het samen spelen, het samen kunnen delen, hulpvaardig zijn
Respect hebben voor elkaar mening en inbreng van anderen
Elkaar de ruimte geven om zelfontdekkend bezig te zijn
Het kunnen oplossen van conflictsituaties
Zich kunnen inleven in gevoelssituaties
Anderen accepteren en respecteren in hun anders zijn
Een gevoel van saamhorigheid
5.1.2
De verstandelijke ontwikkeling/ verwerven van kennis
De school tracht vaardigheden als kritisch vermogen, zelfredzaamheid, solidariteit te stimuleren.
Kennis is deels resultaat van eigen ervaringen, deels overgedragen. Door het aanbieden van kennis
worden de leerlingen voorbereid op de (steeds) veranderende maatschappij. De school begeleidt de
leerprocessen van de kinderen en geeft er vorm aan.
In de huidige maatschappij veroudert kennis snel. Dit betekent voor de school, dat zij voor de basis-leerstof moet uitgaan van de school van nu, mogelijk zelfs die van morgen. De kennis van de leerlingen moet functioneren in de samenleving van morgen.
- 18 -
5.1.3 Het ontwikkelen van de creativiteit
Creativiteit is niet alleen aangeboren, het kan ook ontwikkeld en aangeleerd worden. Het ontwikkelen
van de creativiteit omvat, in ieder geval, alle vak/vormingsgebieden. Aspecten verbonden met de
ontwikkeling van de creativiteit zijn onder meer het ontwikkelen van de creativiteit in ruimere zin:
zelfontdekkend bezig zijn, komen met eigen oplossingen, verschillende oplossingen vinden voor één
probleem, experimenteren, het toepassen van kennis en vaardigheden in uiteenlopende situaties, het
ontwikkelen van creativiteit in de zin van de expressievakken.
5.1.4 Het verwerven van lichamelijke vaardigheden
Het verwerven van lichamelijke vaardigheden is behalve doel op zich ook van belang voor de verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Dit proberen wij extra te stimuleren door
middel van meervoudig intelligentie werkvormen te gebruiken. Ook de methodes ‘Schrijfdans’ en
‘Novoskript’ dragen hier aan bij.
5.1.5 Het verwerven van culturele vaardigheden
Onder culturele vaardigheden wordt verstaan: luisteren, spreken, schrijven, rekenen, gezond gedrag
en sociale redzaamheid. Daarnaast vinden wij het van belang, dat leerlingen:
Zich oriënteren op de maatschappij
Leren omgaan met anderen (respect kunnen opbrengen voor andermans ideeën, meningen,
overtuigingen, levenswijzen, culturen)
In aanraking komen met verschillende vormen van cultuuruitingen
5.2 Vak- en vormingsgebieden
We willen bereiken dat ieder kind via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces, die kennis en
vaardigheden kan verwerven die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend
mens te worden in een multiculturele samenleving. Dit gaat het beste in een omgeving waar de
leerlingen zich veilig en thuis voelen. We zetten ons in op het versterken en verbeteren van het
klassen- en schoolklimaat. De in gebruik zijnde en nog aan te schaffen onderwijsleerpakketten
waarborgen het bovengenoemde leerproces en de wettelijke plicht om aan de kerndoelen te voldoen.
Rekenen/wiskunde
Doelstelling: het onderwijs in rekenen/wiskunde is erop gericht, dat de leerlingen:
Verbanden kunnen leggen tussen het onderwijs in rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld.
Basisvaardigheden verwerven, eenvoudige wiskundetaal begrijpen en toepassen in praktische
situaties.
Reflecteren op eigen wiskundige activiteiten en resultaten daarvan op juistheid controleren.
Eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren opsporen.
Onderzoek- en redeneerstrategieën in eigen woorden beschrijven en gebruiken.
Voor het gebruikte onderwijsleerpakket: zie overzicht pag. 22 e.v.
Nederlands
Doelstelling: het onderwijs in Nederlandse taal is erop gericht, dat de leerlingen:
- 19 -
Vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in
het dagelijkse leven voordoen;
Kennis en inzicht verwerven over betekenis, gebruik en vorm van taal;
Plezier hebben en houden in het gebruiken en beschouwen van taal.
Voor het gebruikte onderwijsleerpakket: zie overzicht pag. 22 e.v.
Engels
Doelstelling: het onderwijs in de Engelse taal is erop gericht, dat de leerlingen:
Vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal op een zeer eenvoudig niveau gebruiken als
communicatiemiddel in contact met mensen die zich van deze taal bedienen;
Kennis hebben van de rol die de Engelse taal speelt in de Nederlandse samenleving en als
internationaal communicatiemiddel.
Plezier hebben in het gebruik van de taal (muziek etc.)
Voor het gebruikte onderwijsleerpakket: zie overzicht pag. 22 e.v.
De wereldoriënterende vakken
In groep 1 en 2 wordt hoofdzakelijk thematisch gewerkt. Uitgangspunt daarbij is de eigen belevingswereld, de ervaring en de waarnemingen die bij voorkeur niet uitsluitend kijken betekenen maar ook
voelen, tillen, ruiken, bewegen, aanraken, betasten, luisteren. De leerlingen leren stap voor stap de
wereld om zich heen kennen en kunnen relaties leggen met ruimte en tijd, met menselijk gedrag, met
de natuur, met de kijk van het kind op zichzelf, bij het leren zien van oorzaak en gevolg en bij het
veroveren van taal als communicatiemiddel.
Aardrijkskunde
Doelstelling: het aardrijkskundeonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen:
Zich een beeld vormen van de aarde en haar belangrijkste regio’s.
Inzicht verwerven in de manier waarop de natuur en het menselijk handelen de ruimtelijke
inrichting beïnvloeden.
Zich enige geografische kennis en vaardigheden eigen maken.
Voor het gebruikte onderwijsleerpakket: zie overzicht pag. 22 e.v.
Geschiedenis
Doelstelling: het geschiedenisonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen:
Zich beelden vormen van in tijd geordende verschijnselen en ontwikkelingen.
Besef krijgen van continuïteit en verandering in het leven en in de geschiedenis van de samenleving
Zich enige historische basisvaardigheden eigen maken.
Kennis en inzicht verwerven omtrent inrichting en structuur van de maatschappij.
Kennis en inzicht verwerven omtrent enige hoofdzaken van en kenmerkende verschillen tussen geestelijke stromingen in de samenleving.
Voor het gebruikte onderwijsleerpakket: zie overzicht pag. 22 e.v.
Natuuronderwijs en bevordering gezond gedrag
- 20 -
Doelstelling: het natuuronderwijs is erop gericht, dat de leerlingen:
Plezier beleven aan het verkennen van de natuur vanuit een kritische en vragende houding en
zorg hebben voor een gezond leefmilieu.
Kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die mensen nodig hebben om op juiste wijze met
de levende en niet-levende natuur om te gaan.
Een onderzoekende en waarderende houding ten opzichte van de natuur en een gezond
leefmilieu ontwikkelt.
Kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezond gedragspatroon dat
past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien.
Voor het gebruikte onderwijsleerpakket: zie overzicht pag. 22 e.v.
Bevordering van sociale redzaamheid waaronder gedrag in het verkeer
Doelstelling: het onderwijs in sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer is erop gericht,
Dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven als consument en als deelnemer
aan het verkeer en groepsprocessen.
Voor het gebruikte onderwijsleerpakket: zie overzicht pag. 22 e.v.
De muzische-expressieve vakken
Muziek en dans
Doelstelling: het muziekonderwijs is erop gericht:
dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te beluisteren, te
beoefenen en om met elkaar over muziek te kunnen praten en op muziek te bewegen.
Voor het gebruikte onderwijsleerpakket: zie overzicht pag. 22 e.v.
Bewegingsonderwijs
Doelstelling: het bewegingsonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen:
Kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om hun bewegingsmogelijkheden te vergroten.
Enige kenmerkende hulpmiddelen en bijbehorende begrippen kunnen gebruiken.
Een positieve houding ontwikkelen, dan wel behouden, met betrekking tot deelname aan de
bewegingscultuur.
Omgaan met elementen als spanning, verlies en winst.
Voor het gebruikte onderwijsleerpakket: zie overzicht pag. 22 e.v. Voor de afspraken over het zwemonderwijs: zie 5.4
Tekenen en handvaardigheid
Doelstelling: Het onderwijs in tekenen en handvaardigheid is erop gericht, dat de leerlingen:
Kennis, inzicht en vaardigheden verwerven waarmee ze hun gedachten, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op persoonlijke wijze kunnen vormgeven in beeldende werkstukken;
Leren reflecteren op beeldende producten en inzicht verwerven in de wereld om ons heen: de
gebouwde omgeving, interieurs, mode en kleding, alledaagse gebruiksvoorwerpen en
beeldende kunst;
- 21 -
Kennis en inzicht verwerven dat uitbeelden en vormgeven gebonden zijn aan tijd en aan cultuurgebied.
Voor het gebruikte onderwijsleerpakket: zie overzicht pag. 22 e.v.
Godsdienstonderwijs
Doelstelling: Het godsdienstonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen:
Aandacht opwekken voor normen en waarden en respect voor ieders culturele en levensbeschouwelijke achtergrond.
Ze ontwikkelen concrete handelingsperspectieven in situaties, waarin sprake is van
onrechtvaardigheid, oneerlijkheid, onvrijheid en intolerantie.
Er wordt ook recht gedaan aan het gegeven dat Nederland een multiculturele samenleving is.
Voor het gebruikte onderwijsleerpakket: zie overzicht pag. 22 e.v.
Informatie- en communicatietechnologie
Doelstelling: het onderwijs is er op gericht dat de leerlingen:
Leren omgaan met computers, randapparatuur en de meest gebruikte softwarepakketten
zoals tekstverwerkers;
Op een juiste en snelle wijze gebruik kunnen maken van kennisnet en internet als bron van
informatie en van e-mail als communicatie
Voor het gebruikte onderwijsleerpakket: zie overzicht pag. 22 e.v.
- 22 -
5.3 Overzicht
Arbeid met ontwikkelingsmateriaal
Doelen van de school
Over een grote mate
van kennis van de
begrippen en
ruimtelijk inzicht
beschikken en dit
laatste ook in het
platte vlak kunnen
gebruiken.
Inzicht hebben in de
verhoudingen in het
platte vlak.
Visueel en auditief
kunnen
discrimineren.
Zelfstandig
opdrachten kunnen
uitvoeren.
Kunnen
samenwerken.
Geconcentreerd
kunnen luisteren.
Een goede
motorische
vaardigheid
ontwikkelen.
Kunnen ordenen:
Kleuren en vormen
kunnen benoemen,
classificeren.
Inzicht hebben in
rangorde, kunnen
seriëren, vergelijken
en tellen.
Abstract kunnen
denken.
Belangstelling
hebben voor boekjes,
letters en cijfers.
Methoden
materialen
/ Relatie met de Uitvoering in de Beleidsvoornekerndoelen
praktijk
mens
Constructiemateriaal.
Bouwmateriaal.
Wereldspelmateriaal.
Poppenhoekmateriaal.
Ongevormd
materiaal.
Boekenhoekmateriaal.
Comp.progr.:
Multi-mediale
basisschool.
‘Clowns’ en
‘Bas gaat
digitaal’.
Materiaal voor
de
verstandelijke
ontwikkeling.
Specifiek
materiaal m.b.t.
voorbereidend
lezen, rekenen
en schrijven.
Diverse van de
door ons
nagestreefde
doelen zijn terug
te vinden in
diverse
beschrijvingen
van kerndoelen
van de
verschillende
vak/vormingsgebieden.
Werkwijze:
werken in groepen
arbeid naar keuze
klein groepswerk
klassikaal
Bewaking : zie
groepsmap
Cito-Ordenen en
Cito-Begrippen en
Toetsmateriaal
van het Gouds
Ontwikkelingspakket.
Het blijvend
actualiseren en
vernieuwen van
het materiaal. Zie
ook de
verantwoording
van de
meerjareninveste
ringsbegroting
Rekenen / Wiskunde
Doelen van de school
Methoden
materialen
/ Relatie met
kerndoelen
- 23 -
de Uitvoering in de Beleidsvoorpraktijk
nemens
“Wereld in
Getallen 3,
uitg.
Malmberg,
Den Bosch.
Voor de
groepen 3 t/m
8.
Voor groep
4/5. De
plusboeken,
Voor groep
4–8
Comp.progr.:
Hoofdwerk,
klokkijken en
tafels, M.A.B.materiaal,
kralenkettingen,
getallenlijnen
e. a.
hulpmateriaal
Het reken- en
wiskundeonderwijs richt
zich op:
Een behoorlijke
rekenvaardigheid,
waarbij het van
belang is dat de
leerlingen inzicht
hebben in de
getalstructuur.
De leerlingen moeten
in staat zijn kennis en
vaardigheden zinvol
toe te passen in
gevarieerde
contexten.
De methode
voldoet aan de
kerndoelen 1 t/m
23 van het vakgebied Rekenen/
Wiskunde.
Werkwijze:
zie handleiding
methode.
Bewaking:
1. Methode
gebonden toetsen
zie groepsmap
2. L.V.S.
Cito RekenenWiskunde
Voor groep 7/8
onderzoeken in
hoeverre de
computer ingeschakeld kan
worden om
zelfstandig en op
eigen niveau
oefenstof te
verwerken.
Nederlands: Taalbeschouwing
Doelen van de school
Het onderwijs in de
Nederlandse taal is erop
gericht dat:
de leerlingen inzicht
krijgen in de
structuur van de
taal,
hun woordenschat
vergroten
nieuwe begrippen
leren
de onderlinge
relaties leren kennen
invloeden en
kenmerken kunnen
herkennen, die in
een communicatieve situatie een rol
spelen.
Het correct kunnen
schrijven van de verschillende
Methoden
materialen
Methode:
Taaltijd; uitg.
WoltersNoordhoff, voor
de groepen 3 t/m
8 en aanvullend:
Spelling voor
deze groepen.
Taalsignaal;
Niveaucursus
zinsontleding
van Kok
Educatief
Varia;
Loco;
woordenboeken;
spreekwoorden
boeken etc.
/ Relatie met de Uitvoering in de Beleidsvoornekerndoelen
praktijk
mens
De methode
voldoet aan de
kerndoelen 1
t/m 12 van het
onderdeel
Nederlandse
taal en 12 en 13
van Spel en
Bevordering
van het
taalgebruik.
Computerprogramma’s van
- 24 -
Het volgen van de
handleiding van
de methode.
Vorderingen en
beoordelingen
worden bijgehouden in de
groepsmap.
Deelvaardigheden
worden getoetst
d.m.v. methode
gebonden toetsen
en Cito:
Woordenschat
(groep 3/4);
Leeswoordenschat
(groep 5 t/m 8);
Spelling
(groepen 3 t/m 8);
Taalschaal
(groepen 5 t/m 8)
Spelling en
ontleden meer
nog inpassen in
ICT.
In het schooljaar
’07 / ’08 zijn we
voornemens om
een nieuwe
taalmethode aan
te schaffen.
werkwoordsvormen
en de meest
voorkomende
onveranderlijke
woorden.
OWG: Spelen
met woorden.
Ambrasoft
Spelen met
werkwoorden,
ontleden, oefenen
met leestekens
Nederlands; Schrijven
Doelen van de school
Methoden
materialen
We streven ernaar, dat
de leerlingen zich een
goed en duidelijk handschrift eigen maken.
Methode:
Novoskript. Voor
de groepen
2 t/m 8.
/ Relatie met
kerndoelen
de Uitvoering in de Beleidsvoornem
praktijk
ens / plannen
Kerndoel 9, van
het onderdeel
Nederlandse Taal
wordt gehaald.
Het volgen van de
handleiding.
Evalueren,
borgen en
bijstellen van de
afspraken
Nederlands: Lezen (technisch)
Doelen van de school
Aanvankelijk lezen:
De leerlingen maken
zich de leerstof eigen
van de methode
Voortgezet lezen:
De leerlingen
moeten zich een
goede tech-nische
leesvaardigheid
eigen maken en
hieruit
voortvloeiend een
versterking van het
leesplezier.
Methoden
materialen
/ Relatie met de Uitvoering in de Beleidsvoornekerndoelen
praktijk
mens
Methode:
“Leeshuis”;
WoltersNoordhoff
De methoden
voldoen aan de
kerndoelen, als
genoemd in
Domein B ,
nummers 4 en 5
van kerndoel
Nederlandse taal.
Leestheater
voor de groepen
4,5,6 Dijkstra
b.v.
Het volgen van de
handleiding van
de methode.
Vorderingen en
beoordelingen
worden bijgehouden in de groepsmap.
In het lokaal van
gr.3,4 en 5 bevindt
zich een bibliotheek t.b.v. de
leesbeleving.
Ook Tutor-lezen
groep 8 / groep3
en niveau lezen
dragen ertoe bij
dat het beoogde
niveau wordt
gehaald.
Het leesniveau
wordt getoetst
d.m.v. Cito-DMT
en AVI (zie
Aanvullend
materiaal: Map
individuele
leesbegeleiding
De leessleutel
(Malmberg);
Speciale
Leesbegeleiding
(Luc Koning)
Up-to-date
- 25 -
Het hoger
stellen van
eisen bij de
tussentijdse
toetsing en
bespreken
met de
schoolbegeleiding
Voortdurende
opschoning
van het
boekenbestand.
Het
aanschaffen
van enkele
series t.b.v.
het technisch lezen
met de hele
schoolbibliotheek
ingedeeld in
niveaus
groepsmappen)
en in het LVS opgenomen.
groep.
inzetten
schoolbegeleiding
in groep 4
t.b.v. het
technisch
lezen
Nederlands: Begrijpend lezen
Doelen van de school
Methoden
materialen
De leerlingen moeten
worden uitgerust met
inzichten en vaardigheden op het gebied van
communicatie en denken: vaardigheden die
noodzakelijk zijn om
informatie uit teksten te
halen, verwerken en
toepassen.
/ Relatie met
kerndoelen
Methode:
Tekst
verwerken,
uitg. WoltersNoordhoffEPN Voor de
groepen 5 t/m
8.
“Actualiteitenlessen”;
de Uitvoering in de Beleidsvoornepraktijk
mens
Volgens het onder- Het volgen van de
zoek van de SLO
handleiding van
voldoet deze medeze methode.
thode aan de kerndoelen 4, 5 en 6
van Domein B
van de Nederlandse taal.
Actualiteit
betrekken bij het
onderdeel
begrijpend lezen
Nederlands: Lezen (leesbeleving)
Doelen van de school
Boekpromotie is gericht
op de versterking van
het leesplezier. De
leerlingen moeten op de
hoogte zijn van de
verschillende jeugdboeken en verschillende
genres.
Methoden
materialen
/ Relatie met
kerndoelen
De school
Onbekend
heeft een eigen
biblio-theek
die regelmatig
geactualiseerd
wordt.
Daarnaast
diverse
projecten, als
de
kinderboeken
week etc.
- 26 -
de Uitvoering in de Beleidsvoornepraktijk
mens
Elke dag wordt er
in de klassen gelegenheid gegeven
om te lezen. De
kinderen leren verslagen te maken
en houden boekbesprekingen. in
groep 5 t/m 8.
Vanaf AVI 5 gaan
de kinderen zelfstandig naar de
schoolbibliotheek.
Het doorlopend
opschonen van
het boekenbestand en het
bijhouden van de
boekenvoorraad
database waar
t.z.t. ook de
leerlingen gebruik van
kunnen maken..
Engels
Doelen van de school
Methoden
materialen
De lln vertrouwd maken
met een vreemde taal en
hiermee de basis leggen
voor het spreken en
lezen.
De lln moeten daartoe
een begin maken met de
verwerving van een
Engelse woordenschat,
inzicht krijgen in
zinsbouw en de
betekenis van woorden
kunnen achterhalen.
Methode:
“Playway to
English”;
Helbling,
Cambridge
University press
/ Relatie met
kerndoelen
de Uitvoering in de Beleidsvoornepraktijk
mens
De methode
voldoet aan de
kerndoelen 1 t/m
5 van het
vakgebied Engels.
Bijbehorende video
en c.d.’s
Engels Comp.
Progr. Reader
Rabbit
Are You listening?
Leesboekjes: grade
1, 2, 3; Uitg.:
Oxford University
Press.
De methode bevat
elementen van
Meervoudige
Intelligentie die
door de leerkracht
gericht worden
ingezet op de
Engelse
taalontwikkeling.
Engels is
inmiddels
schoolbreed in
groep 1 t/m 8
ingevoerd. Nu
zijn we
voornemens om
Engels in andere
vakgebieden te
integreren.
Verkeer
Doelen van de school
De leerlingen leren zich
in het verkeer op de
juiste wijze als verkeersdeelnemers te gedragen
en hebben kennis van de
belangrijkste verkeersregels en verkeersborden.
Methoden
materialen
/ Relatie met
kerndoelen
Jeugdverkeerskrant (JVK) en
Op voeten en
Fietsen voor
midden-en
bovenbouw.
Verkeersexam
en opgaven.
de Uitvoering in de Beleidsvoornem
praktijk
ens / plannen
Komt overeen
met kerndoelen
27-28. Gezond en
redzaam gedrag.
Het bespreken van
de opgaven van
het materiaal.
Bewaking:
Groep 7/8 theoretische en praktische verkeersproef.
In samenwerking
met de gemeente
en overleg via
het ouderpanel
wordt de verkeersveiligheid
rondom de
school bewaakt.
Ook wordt er
gekeken naar de
verkeerssituatie
rond de
nieuwbouw.
Godsdienst
Doelen van de school
Methoden
materialen
De leerlingen krijgen
enige kennis van het
Katechese:
Hellig Hart voor
/ Relatie met
kerndoelen
De methode
voldoet aan de
- 27 -
de Uitvoering in de Beleidsvoornepraktijk
mens
Uitvoering
volgens de
De methode
wordt niet alleen
katholieke geloof en
leren respect en
waardering op te
brengen voor de
medemens en zijn
geloofsovertuiging.
De kinderen laten
ervaren, dat samen
vieren geplaatst in een
traditie een bepaalde
waarde heeft.
de groepen 1 t/m
doelstelling en
8.
kerndoel 17
Bijbehorende c.d’s
en videobanden en
de website maken
deze methode
compleet
methode.
Aangevuld met
voorlichting n.a.v.
de sacramenten,
m.n. Vormsel en
Eerste H.
Communie.
gebruikt vanuit
godsdienstig
oogpunt, maar
ook vanuit de
visie op actief
burgerschap en
sociale integratie.
.
Beeldende vorming: Tekenen en handvaardigheid
Doelen van de school
materialen
Methoden /
Relatie met
kerndoelen
de Uitvoering in de Beleidsvoornem
praktijk
ens / plannen
De lln. leren hun ideeën,
gevoelens, waarnemingen en ervaringen op
persoonlijke wijze vormgeven in beeldende
werkstukken. Ze leren
gericht waar te nemen en
respect te hebben voor
de verschillende wijzen,
waarop mensen zich in
beelden uitdrukken.
Methode:
Tekenvaardig en
handvaardig
(groepen 1 - 8).
uitg: Bekadidact
Cantecleer.
O. i. voldoet de
methode aan de
kerndoelen 1-6 van
het leergebied
Kunstzinnige
oriëntatie.
Naast deze metho- n.v.t.
de worden er projecten gevolgd van
Kunst Centraal en
komen er thema’s
aan bod in het
kunstmenu van
deze organisatie
i.s.m. de gemeente.
Beeldende vorming: Muziek en dans
Doelen van de school
Methoden
materialen
/ Relatie met
kerndoelen
De leerlingen ontdekken
hun aanwezige muzikale
mogelijkheden en verwerven kennis, inzicht
en vaardigheden om met
plezier muziek te beluisteren en te beoefenen.
Methode:
Muziek-Moet je
doen.
Diverse c.d.-‘s,
T.v.-uitzending:
Liedmachien.
Liedjes uit
methode:Echoput (1en 2)
Methode:
Zingend door het
jaar.
Muziekinstrumenten behorend bij
de methode.
de Uitvoering in de Beleidsvoornem
praktijk
ens / plannen
De nieuwe methode voldoet aan de
kerndoelen 7-11
van het leergebied
Kunstzinnige
Oriëntatie en 14 en
15 van het gebied
Beweging.
- 28 -
Gevolgd wordt de
methode en onderdelen van de diverse projecten
van Kunst Centraal.
Daarnaast zijn er
de schoolvieringen
(afscheidsavond,
toneelavond etc.)
Overwogen zal
worden of
andere delen van
de
methode:”Moet
je doen”: worden
ingevoerd.
Aardrijkskunde
Doelen van de school
Methoden
materialen
/ Relatie met
kerndoelen
De kinderen dienen
kennis en vaardigheden
te verwerven en inzicht
te krijgen in de wijze
waarop de ruimte
geordend is; dat de
ruimtelijke
verschijnselen te
verklaren zijn vanuit
wetmatigheden en
menselijke activiteiten.
Methode:”De
Grote Reis”groep
1 t/m 8. met c.d.’s
en videobanden.
Aanvullend
materiaal als:
Wandkaarten/atlassen/dia’s/t.v.series/computerprogramma:
Euphoria,
KlasseTV, Teleblik
en Toporama.
de Uitvoering in de Beleidsvoornepraktijk
mens
De methode voldoet aan de kerndoelen 1 t/m 10
van het vakgebied
Aardrijkskunde,
5 en 18 van het
vakgebied Samenleving en 21 van
het vakgebied
Milieu.
Het volgen van de
handleiding van
de methode.
De school wil
zich gaan
oriënteren op de
methode ‘Top
ondernemers’
Geschiedenis
Doelen van de school
Methoden
materialen
/ Relatie met
kerndoelen
De kinderen dienen kennis van en inzicht te
verwerven over verschijnselen, ontwikkelingen en personen, die alle
drie in de tijd geordend
zijn.
Methode:”De
Grote Reis”
Diverse materialen
ter ondersteuning
van de beeldvorming:
Tijdbalken op de
muren van de
lokalen van de
groepen 6 t/m 8.
Series Not,
wandplaten,
kranten, Teleblik
en KlasseTV.
de Uitvoering in de Beleidsvoornepraktijk
mens
De methode voldoet aan de kerndoelen 11 t/m 14
van Geschiedenis
en 18 van het
kerndoel Samenleving.
Het volgen van de
handleiding van
de methode.
n.v.t.
Natuurkunde / Biologie / Techniek
Doelen van de school
Methoden
materialen
Het bevorderen van een
positieve en onderzoekende houding en het
organiseren van ontdekkende activiteiten als
Methode:
“De Grote Reis”.
T.V.-uitzendingen,
Natuurexcursies
/ Relatie met
kerndoelen
de Uitvoering in de Beleidsvoornepraktijk
mens
O. i. voldoet de
methode aangevuld met de activiteiten aan de kerndoelen Natuuron-
- 29 -
Het volgen van de
methode en t.v.series, aangevuld
met het deelnemen aan excursies
Momenteel
wordt gekeken of
de technieklessen
vorm gegeven
kunnen worden
basis voor het opdoen
van kennis en het besef
van zorg en verantwoordelijkheid voor jezelf, je
medemens en je
omgeving.
(georganiseerd
door de Werkgroep Behoud
Lopikerwaard), en
de Watersnip.
derwijs: 29-35,
Milieu: 21 en 22 en
van Gezond en
redzaam gedrag
kerndoel 23.
De schooltuin,
waarin de groepen
2, 3, 7 en 8 werken
o.l.v. een
deskundige.
van genoemde
werkgroepen en
het eventueel
verwerken van
werkbladen c.q
opdrachten hieruit
voortvloeiend.
in een
expressieve
werkvorm. Dit
willen we in de
nieuwe school
gerealiseerd
hebben.
Bewegingsonderwijs
Doelen van de school
Methoden
materialen
Het bevorderen van een
veelzijdige motorische
vaardigheid en het bevorderen en behouden
van een positieve instelling t.o.v. het bewegen.
Methode:
Basislessen
Bewegingsonderwijs, uitg.
Acco, Amersfoort.
/ Relatie met
kerndoelen
de Uitvoering in de Beleidsvoornepraktijk
mens
De methode voldoet aan de kerndoelen 1 t/m 7 van
lichamelijke opvoeding.
Het volgen van de
de methode.
De school is
voornemens om
een
vakleerkracht
gym aan te
stellen.
5.4. Verantwoordelijkheden bij schoolzwemmen in de gemeente Lopik
De kinderen van de groepen 3 t/m 6 gaan in de zomerperiode een maal per week naar zwembad
Lobeke te Lopikdorp. Ook onze leerkrachten (formeel: het bestuur van de stichting) hebben een
algemene zorgplicht en verantwoordelijkheid om voldoende maatregelen te nemen om de veiligheid
van de aan hen toevertrouwde leerlingen zoveel mogelijk te waarborgen. Dat geldt ook bij het schoolzwemmen. Daarnaast heeft de zwembadexploitant een specifieke verantwoordelijkheid voor de
veilig-heid in het zwembad. Daarnaast wordt de inhoud van de zwemlessen jaarlijks besproken met
het badpersoneel en eventueel bijgesteld. Belangrijkste doelstelling is uiteraard dat alle kinderen met
voldoende zwemdiploma’s behalen. Dit doel wordt ruimschoots gehaald omdat alle ouders naast de
zwemlessen in schoolverband ook lessen buiten schooltijd laten volgen tot de kinderen minimaal A of
B hebben behaald.
Overleg
De directeur van de Gerardus-Majella heeft namens het bestuur en collega’s meegewerkt aan het
opstellen van een protocol voor het schoolzwemmen. Tijdens de eerste teamvergaderingen
voorafgaande aan de periode van schoolzwemmen (in het voorjaar en na de zomervakantie) worden
de leerkrachten gevraagd kennis te nemen van dit protocol.
Jaarlijks worden alle opgenomen afspraken in januari met de medewerkers van het zwembad en een
vertegenwoordiging van de gemeente tijdens een directeurenoverleg geëvalueerd. Gezamenlijk draagt
men de verantwoordelijkheid voor het opnemen van alle afspraken die de wet voorschrijft. Ik verwijs
hierbij naar het overzicht van activiteiten van het zwembad waarbij het protocol is opgenomen.
- 30 -
Dit overleg heeft ook geleid tot een protocol voor het gebruik van de sportzaal. Voor dit protocol
verwijs ik naar de firstday-map die in alle lokalen te vinden is en waarvan de inhoud jaarlijks wordt
bijgesteld en wordt besproken tijdens de eerste teamvergadering van het schooljaar in de laatste
vakantieweek.
- 31 -
Hoofdstuk 6: Personeelsbeleid
Het personeelsbeleidsplan is geen statisch geheel, maar zal met de ontwikkelingen mee in beweging
moeten blijven. Bestuur, bovenschools management en directies zullen de landelijke ontwikkelingen
op het gebied van personeelsbeleid blijven volgen en het beleid zal op grond hiervan worden geëvalueerd en bijgesteld.
6.1 Doelstelling personeelsbeleid
De stichting Katholiek Onderwijs Lek en IJssel wil met het personeelsbeleid de doelen van de school
zo optimaal mogelijk verwezenlijken en daartoe het functioneren van het personeel en het zich welbevinden van het personeel in hun arbeidssituatie bevorderen. Er zijn natuurlijk afspraken tussen
werkgevers, werknemers en ministerie (CAO-PO) waar regelmatig naar verwezen wordt.
Er is gekozen voor een stapsgewijze ontwikkeling en implementatie wat moet leiden tot een samenhangend personeelsbeleid voor alle onder dit bestuur staande scholen.
In de school ligt het complete personeelsbeleidsplan ter inzage. Verschillende onderdelen zijn in de
afgelopen 4 jaar al weer bijgesteld. Graag verwijst het team naar dit plan op de volgende wijze met
daarbij de opmerking dat het personeelsbeleidsplan in 2008 aangepast gaat worden op het gebied van
WTF en compensatieverlof.
- 32 -
7. Zorg voor kwaliteit
7.1 De doelen van onze kwaliteitszorg
Zicht krijgen en houden op de kwaliteit van alles wat er gebeurt, waarmee en hoe.
Goede kwaliteit behouden.
Kwaliteit die niet goed genoeg is te verbeteren.
Cyclisch de kwaliteit evalueren, borgen en bijstellen
7.2. De inrichting van onze kwaliteitszorg
Om de kwaliteit te bewaken en zonodig te verbeteren is het noodzakelijk te weten wat de huidige
situatie is. Deze informatie wordt op verschillende manieren aangeleverd en kan verdeeld worden
over verschillende aandachtsgebieden. Als we denken aan het verbeteren van de veiligheid, de
accommodatie en de arbeidsomstandigheden zijn er een aantal omschrijvingen van de situatie en de
wensen, veelal eisen die we terugvinden in verschillende rapporten:
de rapportage i.v.m. de aanvraag van een gebruikersvergunning
de rapportage over de toegankelijkheid van het gebouw
het overzicht van de staat van het onderhoud van bureau van der Vlist
de algemene schoolverkenning: een rapportage i.v.m. de arbo
het verslag van de GGD medewerkster
de rapporten i.v.m. maatregelen tegen legionella, de beveiliging van het gebouw, de controle
van blusapparaten etc.
Voor de bewaking van de kwaliteit van het onderwijs zijn er de toetsen, het rapport regulier
schooltoezicht van de inspecteur, gesprekken met leerkrachten, gegevens uit de vragenlijst die we aan
de ouders voorleggen, gesprekken met de ouderraad en de informatie van ouderpanels. Dit alles is
uitvoerig beschreven in de sterkte en zwakte analyse. De resultaten worden regelmatig besproken met
het team en opgenomen in de beleidsvoornemens. In het schooljaar ’08 / ’09 wordt schoolbreed het
kwaliteitsinstrument KIK ingevoerd. Dit heeft tot doel om de professionele leergemeenschap die wij
willen zijn continu evalueren, borgen en bijstellen.
7.3 Zorg voor de leerling
Wij volgen de vorderingen van leerlingen op drie manieren namelijk:
Met methode gebonden toetsen
Met methode onafhankelijke toetsen met behulp van het CITO-leerlingvolgsysteem
Via observaties.
Wij vinden het belangrijk dat alle kinderen hun eigen speciale zorg krijgen die zij nodig hebben.
Daarvoor volgt de leerkracht de ontwikkeling van het kind op de voet, met name de
basisvaardigheden. De eerste fase van zorgverbreding is het signaleren van een leerprobleem. Dit kan
spontaan gebeuren (kind valt op bij het maken van werkbladen, beurten etc.) en dit kan systematisch
gebeuren door het afnemen en analyseren van de toetsen die bij het onderwijsleerpakket horen.
Tijdstip van signalering is dan afhankelijk van het moment waarop ontwikkelingen of
leerstofonderdelen bij de leerlingen als bereikt of beheerst worden verondersteld.
Daarnaast zijn er de toetsen onafhankelijk van een methode. Met de uitslag van deze toetsen kan er
o.a. vergeleken worden met het landelijk gemiddelde. Deze toetsen, die uitgegeven zijn door CITO
worden in alle groepen afgenomen, vaak tweemaal per schooljaar. De momenten van afname zijn
vastgelegd in een toetskalender die iedereen in zijn lokaal heeft. Het vastleggen van de data, het
bewaken en er voor zorgen dat de toetsen op de afgesproken momenten worden afgenomen wordt
- 33 -
gedaan door de Interne Begeleider. Deze begeleider houdt met de verschillende leerkrachten
gesprekken over de uitslagen en de handelingen n.a.v. de toetsafname.
Naast de CITO-toetsen maken we nog gebruik van:
AVI-toetsen voor technisch lezen, ook opgenomen in het computerprogramma voor het LVS
Screening van de kinderen in groep 2 op spraak- en taalstoornissen door een logopediste
Het Gouds Ontwikkelingspakket
Handelingsplannen
N.a.v. observaties en toetsen kan, als de uitslagen en het daaropvolgend overleg er aanleiding toe
geven, een handelingsplan worden opgesteld door de groepsleerkracht. De RT wordt door de
leerkracht in de klas verzorgd tijdens het zelfstandig werken. Het aantal individuele
handelingsplannen in de groep kent echter een verzadigingspunt. Uit ervaring is gebleken dat veel
individuele handelingsplannen overeenkomsten vertonen. We starten dan ook met het schrijven van
een groepsplan. Het is een overzicht waarop een handeling staat omschreven gericht op meerdere
leerlingen. Individuele handelingsplannen maken we alleen voor kinderen met een geheel eigen
problematiek. Handelingsplannen zijn dus meer gericht op het wegwerken van een kleine achterstand
en het hulp bieden bij een probleem binnen een bepaald vakgebied. Bij de kinderen die over meerdere
vakgebieden een achterstand vertonen in de toetsresultaten, wordt met een ingebouwde periode van
gewenning aan gekozen voor een individuele leergang. Dit gebeurt pas nadat er alle mogelijke
middelen ingezet zijn om het kind de achterstand in te laten halen. Uiteindelijk wordt dan ook de
toetsing aangepast, zoals voorgeschreven door het CITO (zie de handleidingen bij de toetsen)
Registreren van de vorderingen
De leerkrachten noteren de resultaten van de methodegebonden toetsen in de groepsmappen. De
overzichten hiervan kunnen aanleiding zijn tot het herzien of herhalen van leerstofinstructie bij de
volgende aansluitende les of tijdens het zelfstandig werken. Daarnaast worden de groepsoverzichten
van de Cito-toetsen in de groepsmappen opgenomen met daarbij eventueel een analyse van de fouten
in de vorm van een categorieënoverzicht.
In de leerlingenmappen worden niet alleen de schaduwrapporten bewaard, maar ook de grafieken die
ons tonen hoe het kind in de loop van de jaren heeft gescoord bij de verschillende toetsen van spelling,
begrijpend lezen, rekenen, woordenschat enz. Ook is er per kind een notitievel waarop alle
bijzonderheden zijn opgenomen inclusief de afspraken met de ouders en een apart vel met de
handelingsplannen.
Zelfstandig werken
De uitvoering van de zorgverbreding moet zoveel mogelijk binnen de klas plaats vinden. De
leerkracht moet dus ongestoord met een kind of een groepje kinderen kunnen werken. Een
voorwaarde is dan dat de rest van de groep in ieder geval op dat moment zelfstandig aan het werk
blijft.
Verder onderzoek
Wanneer een kind ernstige en of langdurige problemen heeft met de leerstof, wordt er een diagnostisch onderzoek door de interne begeleider of een gediplomeerde leerkracht uitgevoerd. Het betreft
bijv. een onderzoek naar dyslexie of de toetsen van Struiksma. Deze onderzoeken worden uiteraard
ook altijd met de groepsleerkracht en met de ouders vooraf en na afname besproken. Indien blijkt dat
er onvoldoende informatie of kennis aanwezig is om het kind verder te helpen in zijn ontwikkeling
wordt ook de hulp van de schoolbegeleidingsdienst gevraagd. Er kan ook collegiale consultatie
plaatsvinden bij de school voor speciaal basisonderwijs, de Wenteltrap. Zij hebben in september 2007
ook een orthopedagogisch centrum opgericht. Dit laatste kan ook leiden tot vaste afspraken over de
begeleiding door een leerkracht van de Wenteltrap.
- 34 -
Kindbesprekingen
Er worden elk schooljaar twee tot drie kindbesprekingen per bouw gehouden. Tijdens deze
besprekingen legt een leerkracht een hulpvraag voor aan zijn of haar collega’s waarna gekozen wordt
bepaalde adviezen voor een periode uit te voeren. Tijdens een teamvergadering, 6 à 8 weken later,
brengt de betreffende leerkracht verslag uit van zijn bevindingen. Daarnaast worden tijdens deze
besprekingen beslissingen genomen die een groot gedeelte van het team aangaat. Het betreft het
overgaan tot het aanbieden van een individuele leergang en het al dan niet doorstromen naar de
volgende groep. Ook tijdens de laatste week is er een bespreking waarbij alle kinderen genoemd
worden met hun eventuele specifieke vraag naar begeleiding van de leerkrachten. De zogenaamde
overdracht.
Begaafd
Naast de begeleiding van leerlingen die zich minder snel ontwikkelingen, heeft onze school ook een
programma voor leerlingen die “wat sneller zijn” . Wanneer een groepsleerkracht constateert dat een
leerling meer dan gemiddeld in staat is de leerstof te verwerken, of wanneer uit de toetsen blijkt dat
het kind meer dan gemiddeld begaafd is, wordt door de groepsleerkracht en de intern begeleider de
specifieke aanpak besproken. Natuurlijk is er tijdens veel lessen een verlengde instructie die voor deze
leerlingen komt te vervallen. Er is eerder sprake van het tegenovergestelde. Daarnaast wordt meer
leerstof en verdiepingsstof aangeboden, afhankelijk van het vakgebied. Soms ook wordt door het team
beslist dat een leerling eerder al halverwege het schooljaar kan doorstromen naar de volgende groep.
Natuurlijk wordt dan uitvoerig besproken of de leerling dit sociaal en emotioneel wel aankan. Ouders
hebben ook hier een belangrijke maar geen beslissende stem.
7.4 Kinderen met een onderwijsbeperking (rugzakleerling)
Basisscholen worden in toenemende mate geconfronteerd met de vraag van ouders van gehandicapte
leerlingen om hun kind op een school voor regulier basisonderwijs te plaatsen.
In het kader van hun recht op keuze vrijheid en de toenemende vraag naar integratie van
gehandicapte kinderen in de samenleving kunnen ouders voor het regulier basisonderwijs kiezen in
plaats van het speciaal onderwijs. Op grond van de integratiegedachte van kinderen met
onderwijsbeperkingen hebben wij gekozen om gedifferentieerd onderwijs de geven en om in te spelen
op de onderwijsbehoeften van zorgleerlingen.
Dit betekent echter niet dat kinderen met een handicap automatisch op onze school geplaatst kunnen
worden. De aard en de zwaarte van de onderwijsbeperking en de feitelijke onmogelijkheden van onze
school kunnen ertoe leiden dat niet aan een plaatsingsverzoek van ouders kan worden voldaan.
Voor elke leerling die aangemeld wordt op onze school en waar bij aanmelding duidelijk is dat er van
de school een extra zorginvestering wordt gevraagd, wordt een individueel besluit genomen.Hiertoe
wordt een vastgestelde procedure gehanteerd, die in hoofdlijnen bestaat uit:
Een oriënterend gesprek met ouders.
Een gesprek met een vertegenwoordiger van het regionaal expertise centrum, waarvan de
commissie voor indicatie de ouders een ‘rugzakje’ heeft afgegeven.
Een gesprek tussen ouders, directie en intern begeleider, waarin de ontwikkelingsmogelijkheden, de verwachting ten aanzien van het onderwijsaanbod en de mogelijkheden en
onmogelijkheden van de school aan bod komen.
Een teamvergadering waarin het team gehoord wordt.
Het nemen van een besluit door de directie voor een proefplaatsing.
Het schriftelijk melden van het besluit aan de ouders.
- 35 -
De evaluatie van de proefplaatsing.
Het nemen van een besluit door de directie voor het al dan niet definitief plaatsen.
Voor een overzicht van zaken die voor ons een rol spelen bij het nemen van een plaatsingsbesluit,
uitgangspunten etc. verwijs ik naar bijlage 3. Voor andere procedures en de samenwerking met de
Wenteltrap binnen het regionale samenwerkingsverband verwijs ik naar het Zorgplan.
- 36 -
8. Andere zaken
Voor een duidelijke overzichtelijke aanvulling voor ouders verwijs ik voor wat betreft:de inzet van het
personeel, de leefregels, de schooltijden, omgaan met elkaar en vele andere zaken naar de schoolgids.
Daarnaast is er de ordner met alle verschenen Nieuwsbrieven. In bijlage 6 ook een overzicht van
andere beleidsterreinen van het schoolbestuur.
- 37 -
Bijlage 1 Formulier ínstemming met schoolplan
FORMULIER "Instemming met schoolplan"
School:
basisschool Gerardus-Majella
Adres:
Kolfbaan 1
Postcode/plaats:
3411 ES Cabauw
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -------
VERKLARING
Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen
met het
van schooljaar 2007 / 2008 tot schooljaar 2011 / 2012
geldende schoolplan van deze school.
Namens de MR,
________________________
plaats
________________________
datum
________________________
handtekening
________________________
naam
________________________
functie
- 38 -
Bijlage 2 Formulier vaststelling van schoolplan
FORMULIER "Vaststelling van schoolplan"
School:
basisschool Gerardus-Majella
Adres:
Kolfbaan 1
Postcode/plaats:
3411 ES Cabauw
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -------
Het bevoegd gezag, Stichting Katholiek Onderwijs “Lek en IJssel” van o.a. de
Gerardus-Majella heeft het
van 2007 / 2008 tot 2011 / 2012
geldende schoolplan van deze school vastgesteld.
Namens het bevoegd gezag,
________________________
plaats
________________________
datum
________________________
handtekening
________________________
naam
________________________
functie
*) maximaal vier jaar
- 39 -
Bijlage 3 Kinderen met een onderwijsbeperking/handicap
Bij een positief besluit stelt de school een handelingsplan op en geeft in een tijdpad het verloop van
het verdere traject aan. Inzet van de extra middelen komen ten goede aan de leerling en/of de groep
waarin de leerling zit (zie inzet extra faciliteiten).
Bij een negatief besluit staat in de brief tevens aangegeven welke mogelijkheden er zijn voor bezwaar
en beroep.
Uitgangspunten
Het aannemen van een kind met een onderwijsbeperking/handicap is verantwoord, als de vorming
van het kind hier positief door wordt beïnvloed. De mate van positieve beïnvloeding moet daarbij
worden afgezet tegenover de mogelijkheden, die er voor deze kinderen zijn. Hierbij moet gedacht
worden aan het plaatsen op een kinderdagverblijf of een school voor speciaal onderwijs.
Het aannemen van een kind met een onderwijsbeperking/handicap is verantwoord, als het kind in
staat is deel te nemen aan de sociale processen die in een groep plaatsvinden.
Het aannemen van een kind met een onderwijsbeperking/handicap doet in algemene zin een beroep
op de verantwoordelijkheid van de school en in specifieke zin een beroep op de verantwoordelijkheid
van de direct betrokken teamleden. De duur van de plaatsing is daarbij ook van grote invloed. (Enkele
ochtenden of de hele week maakt een erg groot verschil.)
Het aannemen van een kind met een onderwijsbeperking/handicap moet organisatorisch en
onderwijskundig verantwoord zijn.
De voorwaarden kunnen verdeeld worden overal een viertal terreinen, te weten:
De medische gegevens
De sociale redzaamheid
De schoolorganisatie
De ruimtelijke organisatie
De medische gegevens
De medische gegevens moeten van dien aard zijn, dat een positieve ontwikkeling van het kind
voldoende gewaarborgd wordt. Dit moet vorm krijgen in een positief advies van de betrokken
deskundigen. Van dit advies dient een schriftelijke neerslag beschikbaar te zijn, dat door de ouders
aan de school beschikbaar wordt gesteld.
De sociale redzaamheid
Het kind moet bij toelating voldoen aan de basisvoorwaarden op het gebied van sociale redzaamheid.
Deze basisvoorwaarden worden individueel vastgesteld in overeenstemming met de leeftijd van het
kind.
Onder basisvoorwaarden op het gebied van de sociale redzaamheid worden o.a. verstaan:
De mate van zindelijkheid van het kind.
Het uitvoeren van eenvoudige opdrachten door het kind.
Het vermogen van het kind eenvoudige initiatieven te nemen.
Het opbouwen van een spanningsboog door het kind.
Het vermogen van het kind enige tijd stil te zijn.
Het vermogen van het kind zich in een groep op een positieve wijze te manifesteren.
De Schoolorganisatie
Het kind moet in staat zijn zich in onze schoolorganisatie te handhaven.
Het moet kunnen deelnemen aan een kringgesprek en enige tijd kunnen luisteren.
Het kind moet in staat zijn zich de basisregels eigen te maken.
- 40 -
Het kind moet korte opdrachten kunnen uitvoeren.
Het kind moet rekening kunnen houden met andere kinderen uit de groep.
Enkele vragen die daarnaast van belang zijn, zijn:
Speelt het kind graag met andere kinderen of is het vooral alleen bezig?
Accepteert het kind hulp?
De ruimtelijke organisatie
Het kind moet in staat zijn zich in onze ruimtelijke organisatie te handhaven. Zijn er i.v.m. de
veiligheid van het kind aanpassingen gewenst in het groepslokaal of in het schoolgebouw?
Is het kind in staat binnen het groepslokaal te blijven of loopt het vaak weg?
In welke mate leert het kind zich thuis te voelen in onze ruimtelijke organisatie door het zien van de
voorbeelden van andere kinderen.
Proefplaatsing
Op basis van de in A, B, C en D beschreven voorwaarden wordt in overleg met de ouders en het
kinderdagverblijf of peuterspeelzaal bekeken of het kind voor een proefplaatsing in aanmerking komt.
De omvang van de proefplaatsing heeft een duur van maximaal drie maanden.
Tijdens de proefplaatsing wordt met name gekeken naar:
De mate waarin de veiligheid van het kind gewaarborgd is.
De mate waarin de veiligheid van de andere kinderen gewaarborgd is.
De invloed van de plaatsing van het kind op de basisschool op het functioneren thuis.
De mate van leerbaarheid van het kind.
De belasting die het voor de leerkracht oplevert.
Na de proefplaatsing zal deze periode door school en ouders worden geëvalueerd. Dan kan worden
besloten om:
Aan de proefplaatsing géén vervolg te koppelen, als de school van mening is dat het
individueel belang en/of het groeps- of schoolbelang bij voortzetting hiervan te veel onder
druk zal komen te staan. De ouders dienen dan zelf contact op te nemen met een andere
school of instelling, waar hun kind geplaatst kan worden.
De proefplaatsing kan verlengd worden voor nogmaals een periode van 3 maanden. (Dit kan
maar éénmalig.)
Er wordt overgegaan tot plaatsing.
Zowel bij proefplaatsing als bij een eventuele reguliere plaatsing gelden daarnaast de volgende
afspraken:
De ouders worden geacht, indien dat i.v.m. de verzorging van het kind noodzakelijk is, tijd of
middelen beschikbaar te stellen om extra hulp mogelijk te maken.
Het aannemen van het kind met een onderwijsbeperking/handicap zal altijd mede afhangen
van de grootte van de betrokken groep. Het toenemen van het aantal leerlingen in een eigen
groep kan van invloed zijn op het aantal dagdelen, dat het kind met een
onderwijsbeperking/handicap aanwezig is.
Tot een groep kan nooit meer dan één leerling met een zgn. indicatiestelling behoren. De
school behoudt zich het recht voor op grond van deze bepaling leerlingen te weigeren.
- 41 -
Bijlage 4 Visie op de brede school in Cabauw
Brede School Cabauw
Onder de brede school verstaan wij een samenhangend geheel van voorzieningen en
activiteiten in en rondom één gebouw, waarbij de participerende organisaties
professioneel met elkaar en de vrijwilligers samenwerken op inhoud, vormgeving,
organisatie en exploitatie. De doelgroep betreft kinderen in de leeftijd van 0 – 12 jaar.
De brede school3 die wij voor ogen hebben, heeft in beginsel twee functies: een educatieve functie en
de functie van opvang. Zij wil deze functies invullen door de volgende activiteiten fysiek onder te
brengen in één gebouw:
+
+
+
+
primair onderwijs
peuterspeelzaalwerk
kinderdagopvang
buitenschoolse opvang
De brede school te Cabauw wil daarnaast een zorgfunctie vervullen en de functie van ontwikkeling en
ontspanning. Deze functies kunnen ten dele fysiek worden opgenomen in de brede school maar
kunnen ook voor een ander deel door middel van nauwe samenwerking (thuiszorg en
jeugdhulpverlening) aan de brede school worden gekoppeld:
+ zorg op maat (Saltro, logopedie, consultatiebureau, spreekuur maatschappelijk werk,
kinderspeltherapie, psychologenpraktijk)
+ ontwikkeling voor jong en oud (Denk aan de 60+club voor cursussen: bijv. internetbankieren,
schaken)
+ cultuur en muziek (muziekopleidingen, beeldende kunst, bibliotheek in de school, Abrona,
Gemiva, Philadelphia)
+ Aanbieden van activiteiten in het kader van de verlengde schooldag
De brede school beperkt zich niet tot een gebouw met een
speelplein. Er is ook een ruime groenvoorziening in de vorm van
een grote tuin voor de natuur- en onderzoeksprojecten en een
bouwplaats voor 3 t/m 7 jaar waar peuters en kleuters hun huis
bouwen.
Niet alleen de kinderen maar ook de inwoners van Cabauw
kunnen gebruikmaken van de brede school, zoals bij de functies
omschreven. En zij kunnen hun diensten aanbieden als extra
begeleiding bij het onderwijs aan peuters, kleuters en kinderen, bij
buitenschoolse opvang, huiswerkbegeleiding, ondersteuning van natuurprojecten, sport en spel,
muzieklessen, koorrepetities, biblio- en mediatheek, ict-cursussen, eerste hulppost, bevoorrading,
schoonmaak, onderhoud, conciërgewerkzaamheden enz. Om de samenwerking te bevorderen,
hetzelfde doel en dezelfde aanpak te realiseren door de programma's nauwkeurig op elkaar af te
stemmen, wordt door de schoolleider ook leiding gegeven aan de coördinatie.
3
Voor informatie over subsidie: Peter Jan Bakker 06-22267891
- 42 -
De basisschool Gerardus-Majella is het hart van de brede school. De primaire taak is samen met de
peuterspeelzaal het verzorgen van het onderwijs en educatie en ontwikkelingsstimulering door spelen
en verkennen.
Visie
Onze school is een plek waar kinderen ontmoeten, ontwikkelen en ondernemen. Er wordt door
professionals en vrijwilligers gewerkt aan een basis van waaruit het kind zelfstandiger, zelfverzekerd
en met de nodige kennis en vaardigheden vertrekt van een plaats waar het plezierig, veilig en
vertrouwd was. Dat is ook wat het logo ons laat zien.
Pedagogisch
Elk kind is uniek, een 'vat' van talenten, mogelijkheden en kwaliteiten en van nature leergierig.
Tegelijkertijd wil het kind het gevoel hebben iemand te zijn die iets kan. Elk kind heeft behoefte aan
een goede relatie met anderen, zowel kinderen als volwassenen, en een veilige en vertrouwde
omgeving. Dat kunnen wij, de begeleiders in de groei en ontwikkeling, het kind bieden als we het
pedagogisch klimaat afstemmen op de drie menselijke basisbehoeften4:
Relatie = ik hoor er bij en voel me verbonden.
Competentie = ik word uitgedaagd en voel dat ik het zelf kan.
Autonomie
= ik kan en mag mezelf zijn.
Het pedagogisch klimaat proberen we dusdanig te
optimaliseren dat aan deze drie behoeften tegemoet
wordt gekomen. Dat houdt in dat het kind
voortdurend de gelegenheid krijgt om te kunnen laten
zien wat het kan op zo’n wijze dat het altijd trots kan
zijn op de prestaties en het vertrouwen in begeleiders
verder versterkt.
Wij zien de ouders als partners in de uitvoering van
onze opdracht.
Maatschappelijk
De Gerardus Majellaschool is een kleine basisschool die 104 leerlingen telt en gelegen is in het kleine
dorpje Cabauw. De school is een belangrijke ontmoetingsplek en het voortbestaan wordt gezien als
een voorwaarde voor de leefbaarheid van het dorp. Dat vraagt ook een grote mate van betrokkenheid
bij alle plaatselijke activiteiten of soms de aansturing ervan. In het kader van actief en democratisch
burgerschap willen we ook op een aantal maatschappelijke ontwikkelingen anticiperen:
4
prof. Luc Stevens “Zin in leren” afscheidsrede in 2002
- 43 -
Het leven lijkt in de huidige maatschappij een grote competitie te worden, waarin
voortdurend prestaties gevraagd en vergeleken worden. Wij willen voor onze kinderen graag
ook een omgang met elkaar schetsen, waarin presteren niet zaligmakend is en waar het proces
belangrijk is.
We vinden dat we als school, als reactie op de steeds maar
toenemende individualisering, veel aandacht moeten besteden
aan het samen werken en spelen en het zorgen voor elkaar in
woord en daad.
We moeten als school de mogelijkheden die de informatie- en
communicatietechnologie ons biedt, optimaal benutten, maar
ons ook realiseren dat tegenover de groeiende beeldcultuur veel
aandacht moet blijven voor het bewegen en het boek.
We moeten inspelen op de ontwikkelingen binnen de Europese gemeenschap door aandacht
voor projecten over Europa, de engelse taal vanaf groep 1 en contacten met het primair
onderwijs in het buitenland te onderhouden.
Onze kinderen willen we helpen vormen tot mensen die een positieve kijk op de samenleving en de
toekomst hebben, die bereid zijn verder te willen werken aan hun ontwikkeling. Ook hierin geven wij
als begeleiders het voorbeeld. We zien het als een maatschappelijke verantwoordelijkheid onze
deskundigheid voortdurend te verbeteren m.n. in het belang van kinderen die extra zorg nodig
hebben, zodat de mogelijkheid blijft voor alle kinderen uit de omgeving zich binnen onze school te
ontwikkelen.
Onderwijskundig
Kinderen leren vooral, als de te verwerven kennis of ervaring voor hen ergens voor nodig is of omdat
zij simpelweg (van nature) iets willen weten. Het is daarom belangrijk een zodanige leeromgeving te
verzorgen dat de kinderen uitgenodigd worden zelf vragen te stellen en er naar antwoorden op zoek
kunnen gaan. Uit onderzoek5 blijkt verder dat het meest geleerd wordt van wat kinderen persoonlijk
ervaren (80%), waar ze over gesproken hebben met anderen (70%), wat ze zowel gehoord als gezien
hebben (50%) en vooral wat ze aan anderen uitleggen (95%) en veel minder van lezen (10%) of horen
(20%). Om in het eerder omschreven pedagogisch klimaat te kunnen leren en het leren effectief te
laten zijn is nodig dat:
Kinderen leren van elkaar en overleggen met elkaar
Kinderen leren door doen en ervaren
Kinderen veel gelegenheid krijgen zichzelf en hun werk te presenteren
Kinderen met alle zintuigen verkennen
Kinderen uitgedaagd worden tot het stellen van vragen
Kinderen begeleid worden in het zoeken naar antwoorden
Kinderen betrokken worden bij hun eigen leerproces
Dit alles vindt plaats in een rijke leeromgeving. Dat houdt in dat de
kinderen in allerlei werkvormen kennismaken met de leerstof, maar
ook erop uit gaan bijv. de natuur in of een interview afnemen. In een
rijke leeromgeving met een goed pedagogisch klimaat wordt het
onderwijs ook adaptief6 aangeboden. Voor de begeleider die adaptief
werkt, betekent dit dat de onderwijsleersituatie doelbewust wordt
afgestemd op de verschillen tussen de leerlingen in dezelfde groep.
5
6
David Sousa: “How the brains learn” 1998
Blok en Breetveld: akkoorddefinitie 2002
- 44 -
Dat kan natuurlijk alleen als de begeleider een goed inzicht heeft in het verloop van het leerproces bij
alle kinderen.
Levensbeschouwelijk
Onze school is een katholieke basisschool. Herkenbaar aan
naam, jaarlijkse vieringen, de omgang met elkaar en de
samenwerking met de katholieke gemeenschap. We willen
onze identiteit ook dagelijks een gezicht geven door
tijdens
de
dagopening
gedichten,
bijbelen
spiegelverhalen aan te bieden of te bidden. Dit kan ook het
stilstaan zijn bij actuele gebeurtenissen dichtbij en ver weg.
Onze omgang met elkaar op school is gebaseerd op
waarden en normen die geworteld zijn in de christelijke
traditie, dat willen we onze kinderen ook laten ervaren en
meegeven. Onze identiteit staat ons echter niet in de weg
om invulling te geven aan het pluriforme karakter van onze school. We bieden ruimte aan kinderen
met uiteenlopende levensbeschouwelijke en culturele achtergronden. Op deze manier werken we als
school aan een menswaardige samenleving waarin respect en verantwoordelijkheid voor elkaar
belangrijk zijn.
Waarden en normen vragen ook afspraken en regels. Daarom zijn er leefregels
opgesteld, in overleg met de kinderen. Uiteraard is het voorbeeld van de
begeleiders in de ontwikkeling van grote invloed op de kinderen.
Organisatie van het onderwijs
In dit deel wordt aangegeven hoe de consequenties van de visie zijn doorgevoerd in de organisatie
van ons onderwijs, de indeling van het gebouw, de samenwerking met de pz en de ouders, de
leerinhouden, de zorg en de taken van het personeel.
Schooltijden
Er wordt gewerkt met een continurooster. De schooltijden zijn van 8.30 uur tot 14.30 uur. Er is
voorschoolse opvang vanaf 7 uur en naschoolse opvang tot 18.30 uur verzorgd door B.S.O. Tover. Op
woensdag eindigen de lessen om 12.15 uur en start de B.S.O. eerder met haar activiteiten. Alle
kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar worden per schooljaar 930 uren les aangeboden. Hiervan
uitgezonderd zijn de leerlingen (4 jaar) die niet onder de leerplichtwet vallen.
De peuters kunnen deelnemen aan het programma op vier ochtenden van 8.30 uur tot 12.00 uur en
kunnen op de andere tijden eventueel terecht in de ruimte van het kinderdagverblijf.
Indeling gebouw en terrein7
7
In de bijlage is een gedetailleerder overzicht van wensen en eisen
- 45 -
Er zijn voor het onderwijs drie bouwen. De 1 e betreft 3 t/m 5 jaar (peuters en kleuters) De 2e is in de
leeftijd van 6 t/m 8 en in de 3e verblijven de kinderen in de leeftijd van 9 t/m 12. Elke bouw heeft per
+/- 20 kinderen een klein verblijf voor ontmoetings-activiteiten en er zijn ruimtes die door iedereen
gebruikt worden. Dat is het stilteplekje, de dans-, muziek- en dramaruimte, de schoolbibliotheek, het
kinderkookcafé (waarvan een deel tevens voor personeel), de toiletten, een speelzaal en de
buitenruimte.
In het bijzonder het deel van het gebouw bestemd voor het
kinderdagverblijf, de peuters en kleuters is ingedeeld naar de
pedagogische visie van Loris Malaguzzi (Reggio Emiliabenadering) met een centrale ruimte ingericht voor kinderen: waar
kinderen van verschillende leeftijden elkaar ontmoeten en samen
spelen. De ruimtes er omheen zijn onderverdeeld in groepsruimtes
waarbinnen weer meer activiteitenplekken (werkhoeken) en
ateliers zijn gecreëerd. We zien ramen op kindhoogte,
schilderplekken met uitzicht naar de tuin, grote spiegels op kindhoogte, een hoek met
overheadprojector, grotere door ouders vervaardigde speelobjecten (zowel binnen als buiten) inclusief
de kleding en het materiaal.
De B.S.O. sluit aan bij het kinderdagverblijf en het kinderkookcafé, maar heeft haar eigen ruimte in de
vorm van een grote huiskamer. Kinderen kunnen onder begeleiding gebruik maken van de aanwezige
voorzieningen zowel binnen als buiten. Met het gebruik van kleuren is door het gehele drempelvrije
gebouw aangegeven waar stilte gewenst is, waar werk en overlegplekken zijn en waar lawaai
gemaakt kan worden. Uiteraard is er veel aandacht geweest voor het beperken van geluidsoverlast
vanuit deze ruimtes.
In alle ruimtes is het mogelijk voor personeel en kinderen om draadloos
verbinding te hebben met het netwerk en met Internet door accespoints.
In de ruimtes waar groepen te samen komen o.a. voor de presentaties, zijn
schermen geplaatst waarop op verschillende wijze beelden vertoond
kunnen worden. In alle ruimtes zijn veel flexibele werkplekken en
materialen van kinderen zijn in ladenkasten opgeborgen.
De entree is ook een ontmoetingsplek voor ouders en personeel en een
informatiecentrum voor ouders met infoborden t.b.v. de school maar ook
van plaatselijke organisaties.
Buiten is een tuin waar de kinderen vanaf groep 2 onder begeleiding samen een klein deel verzorgen.
Er worden allerlei groenten verbouwd en er staan bomen geplant met daarbij de informatie (foto’s)
over de vruchten.
- 46 -
Groeperingsvormen
De kinderen worden ingedeeld bij een homogene groep gebaseerd op leeftijd, waarmee ze de
schooldag openen en afsluiten. Het aantal groepen is afhankelijk van de beschikbare formatie en het
aantal leerlingen. De lessen die vallen onder de noemer “omgang” waarbij de gebruikte werkvormen
meestal om een groep vragen, worden met deze vaste groep gevolgd evenals de te houden
presentaties of het bijwonen van presentaties en de kringgesprekken.
Bij alle andere activiteiten is er geen vaste groep. De kinderen werken, oefenen, ontdekken en
onderzoeken en ondernemen op het voor hen meest passende niveau.
De gebruikte werkvormen bij het aanbod in het oefenen van de instrumentele vaardigheden zijn
divers. De kinderen werken en verwerken veel zelfstandig, krijgen in kleine groepjes instructies en
daar waar nodig een verlengde instructie. De instructiegroep is afhankelijk van het niveau.
Ieder kind heeft (in de bovenbouw) een weektaak op niveau en is op vaste tijden voor een instructie
bij een leerkracht. Het verwerken en zelfstandig werken wordt begeleid door de assistente. Er is ook
sprake van instructie door kinderen.
In de derde unit wordt na de lunch veel tijd besteed aan de creatieve
vakken die voor een belangrijk deel door leerkrachten met een
specialisatie verzorgd worden. Daar-naast wordt gewerkt met een
methode (Topondernemers) die een leeromgeving ontwikkeld waar
kinderen de architect van hun eigen leerproces zijn. Er is ruimte en
tijd voor e-learning, voor toegang tot beelden op het internet (bijv.
Teleblik), voor het zelf vragen stellen en onderzoek doen. Zij krijgen
hiermee de kans om te leren op een manier die bij hen past. Terwijl
de kinderen zich bezig houden met verschillende vakinhouden en
dat op uiteenlopende manieren verwerken, zijn de leraren aan het coachen en begeleiden. Hiervoor
voeren zij persoonlijke gesprekken met de leerlingen en wordt hun ontwikkeling vastgelegd in het
leerlingvolgsysteem voor ondernemend gedrag m.b.v. de reflectiewaaier. Het ondernemend werken
speelt zich af in de hele school. Reflectiegesprekken met kinderen nemen een belangrijke plek in.
Omschrijving en indeling van activiteiten
In ons onderwijs gaan we uit van Ontmoeten, Ontwikkelen en Ondernemen. We willen ook een
evenwichtige verdeling van activiteiten hebben met de instrumentele vaardigheden in de morgen.
Door het gelijktijdig aanbieden van deze vaardigheden kan het jaarklassensysteem vervallen. Er is een
indeling gemaakt met daarin opgenomen de momenten dat de kinderen gezamenlijk werken aan de
instrumentele vaardigheden en het samen tijdig pauzeren en, indien mogelijk, buiten spelen. De
opening en de afsluiting van de dag vindt plaats in de vaste groepen die zoals eerder omschreven,
vooral een pedagogische functie hebben. De activiteiten kort omschreven met vermelding van de 58
kerndoelen8:
8
de kerndoelen staan volledig uitgewerkt in bijlage 2
- 47 -
Ontmoeten
Ontwikkelen
Ondernemen
cluster en
kerndoel
nadere omschrijving van de activiteit
Opening
1,2
Hieronder verstaan we het welkom heten, het informeren naar het welzijn, het
stilstaan bij een gebeurtenis (of/en gebed) of het aanbieden van een spiegelverhaal,
een gedicht enz.
Kringgesprek
1,2,3, 12, 14
Op woensdag wordt ook gezamenlijk de dag geopend. daarbij gaat dit over in het
gesprek dat gehouden wordt n.a.v. actuele zaken (mening vormen, informatie
uitwisselen) en is o.a. ook gericht op leren van spreken in de groep, overleggen,
kritiek geven enz.
Bavi
6,7,9
Bov
Hier staat het plezier in het lezen centraal en het regelmatig
bezoeken van de schoolbibliotheek. De kinderen lezen in een
(soms onder begeleiding) zelfgekozen boek in een passend
niveau.
Ook
projecten
leesstimulering
en
extra
oefenmomenten kunnen in deze tijd plaatsvinden.
Het Beginnend lezen en Omgaan met Verschillen houdt in dat er meer instructie
en begeleiding wordt ingezet om het technisch leesniveau te verhogen.
Instrumentele
Vaardigheden
1 t/m 16 en 23
t/m 33
Dit zijn alle activiteiten op het gebied van onderzoekend en wiskundig rekenen,
engels, leren stellen in gebruikssituaties, spelling en grammatica, schrijven en het
lezen (zowel begrijpend als studerend) De vaardigheden komen ook aan bod als
de kinderen onderzoek doen of op andere wijze ondernemend aan de slag gaan.
Omgang
34 t/m 39
Tijdens deze lessen is er aandacht voor de sociale en emotionele ontwikkeling,
leefregels, coöperatief spel, levensbeschouwelijk onderwijs (m.b.v. Hellig Hart)
burgerschapsvorming en sociale redzaamheid waarbij het voorbereiden op de
gezamenlijke lunch ook hoort.
Presentatie,
gast en cultuur
54 t/m 56
Kinderen presenteren hier hun werk (bijv. wat heb ik gemaakt en hoe) houden
boekaanbevelingen en spreekbeurten, tonen een collage enz. Daarnaast worden
gastlessen verzorgd door vrijwilligers vaak ook in het verlengde van het
cultuurbeleidsplan. Natuurlijk kan een presentatie ook buiten of in de vorm van
een excursie plaatsvinden.
Ondernemen
creatief en
doen
40 t/m 58
Hieronder vallen sport, dans, muziek, tekenen e.a. creatieve activiteiten. ’s
Middags is ook het moment waarop de kinderen ondernemen en antwoorden
gaan zoeken op zelf gestelde vragen, waarbij m.n. het proces meer aandacht gaat
krijgen. Gewerkt wordt met het pakket Topondernemers en de verzamelde
techniekdozen.
Afsluiting
De dag wordt afgesloten met het opruimen van de materialen, waarna in de eigen
groep wordt afgesloten door terug te kijken op de dag, complimenten worden
uitgedeeld, brieven of producten worden uitgedeeld en afspraken met ouders of
buitenschoolse opvang worden geregeld.
- 48 -
Overzicht dagindeling leeftijd 9 – 12 jaar
min
maandag
dinsdag
10
20
opening
bavi
instrumentele
vaardigheden
pauze
instrumentele
vaardigheden
omgang
lunch
pauze
creatief
ondernemen
onderzoek
afsluiten
opening
bavi
instrumentele
vaardigheden
pauze
instrumentele
vaardigheden
omgang
lunch
pauze
creatief
ondernemen
onderzoek
afsluiten
60
20
60
35
15
20
110
10
woensdag
min
kringgesprek
30
instrumentele
vaardigheden
pauze
60
20
presentatie,
gast en cultuur
105
afsluiten
10
donderdag
vrijdag
opening
bavi
instrumentele
vaardigheden
pauze
instrumentele
vaardigheden
omgang
lunch
pauze
creatief
ondernemen
onderzoek
afsluiten
opening
bavi
instrumentele
vaardigheden
pauze
instrumentele
vaardigheden
omgang
lunch
pauze
creatief
ondernemen
onderzoek
afsluiten
Overzicht dagindeling leeftijd 6 - 8 jaar
min
30
60
20
60
50
20
110
10
maandag
dinsdag
woensdag
openen
gesprek
bov/bavi
instrumentele
vaardigheden
pauze
doen, creatief
en onderzoek
omgang
lunch
pauze
doen, creatief
en onderzoek
afsluiten
openen
gesprek
bov/bavi
instrumentele
vaardigheden
pauze
instrumentele
vaardigheden
omgang
lunch
pauze
doen, creatief
en onderzoek
afsluiten
openen
gesprek
bov/bavi
instrumentele
vaardigheden
pauze
min
presentatie, gast
en cultuur
105
afsluiten
10
- 49 -
donderdag
vrijdag
openen
gesprek
bov/bavi
instrumentele
vaardigheden
pauze
instrumentele
vaardigheden
omgang
lunch
pauze
doen, creatief
en onderzoek
afsluiten
openen
gesprek
bov/bavi
instrumentele
vaardigheden
pauze
doen, creatief
en onderzoek
omgang
lunch
pauze
doen, creatief
en onderzoek
afsluiten
Leerlingen volgen in hun ontwikkeling
Er is voor het volgen van de ontwikkeling in de instrumentele vaardigheden (lezen, rekenen, schrijven
en talen) een systeem van leerstoftoetsen. Na het doorwerken van een aantal taken wordt digitaal en
individueel een toets afgenomen. De uitslag wordt opgeslagen en is ook richtinggevend voor het
vervolg.
Het Leerling Volgsysteem van CITO wordt tweemaal per jaar afgenomen bij een leeftijdsgroep om een
vergelijk te kunnen maken met de resultaten van voorgaande groepen en het landelijke gemiddelde.
Hiermee wordt de toets meer als een onderdeel van een kwaliteitsinstrument.
Voor het volgen van de ontwikkeling in de sociale vorming is er Memelink, Viseon of SCOL in
gebruik genomen; een volgsysteem voor 3 t/m 12 jarigen.
Het BAVI-lezen wordt gevolgd met de leeslijsten waarop de
kinderen aangeven wat zij gelezen hebben binnen de 12
niveaus en voor de bovenbouw ter aanvulling wat hun
mening is over het boek.
Het onderzoek, de creaties en de deelname aan creatieve
activiteiten in de middagen worden, aangevuld met de
presentaties, bewaard in een portfolio. Het portfolio is
digitaal. Er worden alleen foto’s genomen van wat het kind
als zijn belangrijkste werk van de week wordt gezien. Voor
elk kind is er dus een dvd (rw). Vanaf negen jaar worden
door de kinderen zelf foto’s gemaakt voorzien van een naam bij het product. Bij de jongere kinderen
worden de foto’s verzorgd door een klassenassistente die ook regelmatig foto’s maakt van de
activiteiten zoals dans, sport, drama en de vieringen. Ouders kunnen thuis via internet het digitale
portfolio inzien.
Tijdens de kringgesprekken en de presentaties maken de begeleiders regelmatig aantekeningen op het
overzichtsformulier “spreken en presenteren” . Tijdens de (minimaal) drie vooraf geplande
leerlinggesprekken geeft de begeleider positieve feedback over de ontwikkeling en informeert hij
diepgaander dan tijdens de dagopeningen naar het welzijn van het kind.
Zorg
Bij het reken- lees- en taalonderwijs worden regelmatig toetsen afgenomen n.a.v. het aanbod aan
leerstof. Deze toetsen, behorende bij het gebruikte onderwijsleerpakket, bepalen het niveau waarin
gewerkt wordt en voor een belangrijk deel de inhoud van de weektaak en de mate waarin instructie of
andere hulp nodig is. De leerkracht handelt in zijn zorg dus voortdurend naar alle kinderen op niveau
(zowel minder als meer begaafd) en heeft geen handelingsplan nodig. Er is ook geen remedial teacher
aangesteld.
Het volgsysteem van de sociaal emotionele ontwikkeling kan leiden tot een groepshan-delingsplan
waarbij bijv. een sociale vaardigheidstraining verzorgd wordt door één van de vier leerkrachten die
hiervoor gekwalificeerd zijn.
Soms is het nodig expertise van elders in te roepen, bijv. : maatschappelijk werk, logopedie, onderzoek
door een orthopedagoog, ambulante begeleiding en schaduw-training. Dit kan voor al deze terreinen
via één zorgloket. Voor het optimaliseren van deze zorgverlening werken wij nauw samen met andere
scholen in een samenwerkings-verband. Heel soms is het noodzakelijk een kind te plaatsen in het
speciaal onderwijs als het kind een vorm van zorg en onderwijs vraagt die wij niet kunnen bieden. Dit
betreft echter nog geen 0,5% per jaar.
- 50 -
Er is beleid opgesteld om te reguleren hoeveel kinderen met een indicatie van
rec. 1 t/m 4 verantwoord geplaatst kunnen worden binnen onze school.
Personeel
Het fulltime personeel geeft 930 uren les, zodat het maximale aantal uren per jaar niet overschreden
wordt. Er is geen compensatieverlof. Alle werk vindt op school plaats. Ook alle gesprekken met
ouders, kinderen en externe organisaties vinden plaats binnen werktijd op school. Alleen de
uitzonderingen daarop worden genoteerd en in overleg met de directie gecompenseerd door
inlevering van reguliere werktijd.
Regelmatig zijn er teamvergaderingen, per bouw en met het totale team. Het personeel heeft een
eerste verantwoording voor de kinderen van één bepaalde unit en is daarnaast leidinggevend aan een
leeftijdsgroep als het gaat om de lessen die onder “Ontmoeten” vallen.
De grote bijeenkomsten van het personeel zijn gericht op teamteaching,
de visie van de organisatie en de kwaliteit. Kwaliteitsbesprekingen
worden gehouden n.a.v. de afname van een kwaliteitsinstrument, de
vergelijking van meerdere jaren toetsing, inspectiebezoek, enquête enz.
Er is sprake van een open en collegiale cultuur waarin het personeel
omgaat met elkaar op basis van gelijkheid, elkaar helpt, ideeën
uitwisselt. Men is gewend te werken aan een persoonlijk
ontwikkelingsplan en het bijhouden van een bekwaamheidsdossier.
Intervisie en collegiale consultatie zijn structureel opgenomen in de
planning van het overleg. De primaire taak van de leerkracht in de ochtenden is en blijft het verzorgen
van de (verlengde) instructie en het opstellen van een passende weektaak voor de instrumentale
vaardigheden.
Studenten die in het kader van een beroepsverkenning of een opleiding stage willen lopen zijn van
harte welkom om deel uit te maken van het team en op de werkplek te leren.
Ouders: partners in de opvoeding
Ieder heeft natuurlijk in de opvoeding een eigen verantwoording en de ouders houden, naast dat zij
eindverantwoordelijk zijn, ook bij voorkeur de regie. We streven naar betrokkenheid van de ouders en
beschouwen hen als partners in de opvoeding. Naast dat de ouders eenmaal per 4 jaar via het invullen
van een enquête aan geven hoe zij de kwaliteit van de organisatie en het verzorgde onderwijs
beoordelen, wordt elke twee jaar een ouderpanelavond georganiseerd. Een twintigtal ouders wordt
gevraagd mee te denken over mogelijke verbeteringen,
aanpassingen e.d. van de schoolorganisatie. Voor de ouders wordt
jaarlijks een avond georganiseerd met als onderwerp het
bevorderen van een uitwisseling van opvoedingservaringen en het
toelichten van ons pedagogisch profiel. Jaarlijks is er ook in de
eerste maand van het schooljaar een “info-avond” waarop de
ouders kennismaken met het leerstofaanbod en uiteraard is er een
intake- en kennismakingsgesprek bij de inschrijving van het kind.
Ouders hebben toegang tot
het digitale leerlingvolgsysteem.
Gastlessen en presentaties.
- 51 -
Hoewel hier in het overzicht staat aangegeven dat deze plaatsvinden op de woensdag, zal in de
praktijk meer dan eens sprake zijn van een wisseling met een andere activiteit. Op jaarbasis er dus wel
sprake van ongeveer 40 maal 100 min. tijd gereserveerd voor:
Gastlessen: dat kan in school, maar ook daarbuiten (excursies) Voorbeeld: tijdens een project over
bouwen, wordt een architect (een van de ouders?) uitgenodigd om met de kinderen te
brainstormen over het ideale huis en er wordt iemand uitgenodigd die met de kinderen een
muurtje metselt. Een bezoek aan een plaatselijke verbouwing is ook mogelijk.
Presentaties: die vinden meestal plaats voor de vaste groep in de presentatieruimte en die kunnen
verzorgd worden door de kinderen in de vorm van spreekbeurten, ver-tellingen, toelichtingen bij
wat gemaakt is, voorlezen van wat geschreven is etc. Uiteraard kunnen ook de begeleiders of
gasten een presentatie houden.
Samenwerking met kinderdagverblijf en peuterspeelzaal.
Voor de kinderen van 0 tot 4 jaar van het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal gelden dezelfde
opvoedingsdoelen en omgangsregels, uiteraard aangepast aan het ontwikkelingsniveau. Er is
regelmatig overleg en de activiteiten worden in het kader van vieringen op elkaar afgestemd.
Peuters spelen in de ochtenden regelmatig samen met kleuters in de centrale ontmoetingsplek en de
enige aanpassing voor hen is dat zij op 4 jarige leeftijd meer tijd in de eerste unit doorbrengen,
waardoor er geen sprake meer is van “een overgang”.
Ook het (observatie) leerlingvolgsysteem sluit aan en er is regelmatig overleg over de leerlingen. De
opvang van 0 – 2 jaar is apart gesitueerd omdat deze kinderen een andere begeleiding vragen en bijv.
meer nog gebruik maken van bedden, boxen e.d.
Directeur Gerardus Majella
- 52 -
bijlage 1 van de visie op de brede school
Aandachtspunten voor de brede school en het buitenterrein
Vanuit de peuterspeelzaal zijn eerder al een aantal aandachtspunten genoemd. Veel hiervan hebben
betrekking op de inrichting. Hier zijn echter alleen aandachtspunten vermeld, waarmee tijdens de
definitieve opzet van de brede school rekening moet worden gehouden buiten wat in het geschreven
concept al vermeld is.
Boven de brede school, die in zijn geheel gelijkvloers is, zijn seniorenwoningen gesitueerd. De
bewoners houden enig toezicht op de omgeving en worden gevraagd deel te nemen aan de
organisatie door tijdens schooluren gastlessen te verzorgen (ervaringen passen in de
geschiedenisonderwerpen, kennis van tuinieren enz.) en workshops na schooltijd te geven.
De (presentatie)ruimtes, waar met multi-media wordt gewerkt, moeten wel enigszins te
verduisteren zijn.
In de grote open ruimte moeten cursussen gegeven kunnen worden waaraan bewoners van de
gemeenschap deel kunnen nemen (voldoende accespoints, materiaalkasten etc.) en waar wat
grotere bijeenkomsten gehouden kunnen worden
Geen drempels en trappen.
Brede doorgangen.
Aparte ruimte voor netwerkserver, meters e.d.
Het aantal draagmuren beperken i.v.m. mogelijkheden van een andere verdeling van ruimtes en
de mogelijkheid tot het creëren van een gemeenschappelijke ruimte die gebruikt kan worden bij
vieringen en schoolbrede bijeenkomsten.
Een energiezuinig en licht gebouw
Goede hitteregulering en zonwering
Goede luchtkwaliteit
Voldoet aan alle ARBO-eisen
Een beveiligde opbergruimte voor apparatuur en laptops (soort kluis)
Voldoende berging voor materialen per unit maar ook voor tijdelijk niet gebruikt meubilair
Goed en duurzaam verstelbaar meubilair
Opbergruimte voor schoonmaakspullen
Goede bereikbaarheid voor een bus (i.v.m. wekelijks vervoer naar sportzaal)
Unit 1 heeft ook de beschikking over een wasmachine, droger, verschoondeel, slaap- of
snoezelplek, aparte aangepaste toiletten, voldoende kranen met temperatuurbe-grenzer en
handdouche
Aanpassingsmogelijkheden aan de verlichting (dimmers etc.)
Buitenterrein
Verschillende ingangen voor externe diensten
Direct bereikbaar vanuit unit 1
verzonken zandbak te bereiken met klein vervoer (zand vernieuwen)
voldoende berging, bouwplaatsdeel met kunstgras, tuin
van binnenuit bedienbare buitenkraan
speelplein ook voorzien van een aantal schaduwplekken
Uitdagend ingericht buitenterrein met als basisgedachte: spelen, ontwikkelen en ontmoeten.
Volgens het speelconcept van Hand Made Places.
Overkapping bij openslaande deuren van bouw 1
Aantal ruimtes
- 53 -
Aparte spreekruimte voor leerkrachten en ouders
Aparte ruimte voor interne begeleiding
Koffiekamer voor het team
Kantoor voor de directie
Er moeten simpel en snel 5 startruimtes te creëren zijn om met de vaste groepen een dag te starten
Er moeten veel mogelijkheden gecreëerd worden voor het opbergen van spullen, eventueel
opbergwanden. Deze opbergplekken mogen geen belemmering opleveren voor het onderwijs en
moeten ruimtebesparend zijn.
In het gebouw moet simpel en snel een centrale ontmoetingsplek te creëren zijn. Hier moeten alle
middelen aanwezig zijn om presentaties en voorstellingen te geven. Deze centrale ruimte mag
geen grote hal zijn, die de helft van de week leeg staat. De ruimte moet dus binnen ons
onderwijscurriculum ingezet worden.
De wanden die gebruikt worden moeten simpel en snel weggeklapt kunnen worden en moeten
zo veel mogelijk geluidsdicht zijn.
- 54 -
Bijlage 2 van de visie op de brede school
KERNDOELEN PRIMAIR ONDERWIJS
NEDERLANDS > Mondeling taalonderwijs >1 De leerlingen leren informatie te verwerven uit
gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
2 De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie,
het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. 3 De leerlingen
leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van
karakter is en leren met argumenten te reageren. Schriftelijk taalonderwijs > 4 De leerlingen leren
informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en
digitale bronnen. 5 De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende
functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. 6 De leerlingen leren
informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve
teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen. 7 De leerlingen leren
informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. 8 De leerlingen leren
informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een
werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift,
bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. 9 De leerlingen krijgen plezier in het lezen en
schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.Taalbeschouwing,
waaronder strategieën. Taalbeschouwing, waaronder strategieën > 10 De leerlingen leren bij de
doelen onder ‘mondeling taalonderwijs’ en ‘schriftelijk taalonderwijs’ strategieën te herkennen, te
verwoorden, te gebruiken en te beoordelen. 11 De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en
regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde
onderscheiden. De leerlingen kennen: • regels voor het spellen van werkwoorden; • regels voor het
spellen van andere woorden dan werkwoorden; • regels voor het gebruik van leestekens. 12 De
leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen
onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken
over taal te denken en te spreken. ENGELS >13 De leerlingen leren informatie te verwerven uit
eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten. 14 De leerlingen leren in het Engels informatie
te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich
durven uit te drukken in die taal. 15 De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige
woorden over alledaagse onderwerpen. 16 De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen
van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek. FRIES > Mondeling
taalonderwijs > 17 De leerlingen ontwikkelen een positieve attitude ten opzichte van het gebruik van
Fries door henzelf en anderen. 18 De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken Fries. Het
gaat om teksten die informatie geven, plezier verschaffen, meningen of aanwijzingen bevatten over
voor hen bekende onderwerpen. 19 De leerlingen leren zich naar inhoud en vorm in het Fries uit te
drukken in situaties uit hun dagelijks leven waarin zij informatie vragen of geven over een onderwerp
waarmee zij vertrouwd zijn. Schriftelijk taalonderwijs > 20 De leerlingen leren informatie te
verwerven uit teksten in het Fries in frequent voorkomende teksttypen (zoals artikelen in
jeugdrubrieken, liedjes, verhalen). 21 De leerlingen leren eenvoudige teksten in het Fries te schrijven
over alledaagse onderwerpen met het doel met anderen over die onderwerpen te
communiceren.Taalbeschouwing, waaronder strategieën > 22 De leerlingen verwerven een
woordenschat van frequent gebruikte Friese woorden en strategieën voor het begrijpen van voor hen
onbekende woorden. REKENEN/WISKUNDE > Wiskundig inzicht en handelen > 23 De leerlingen
leren wiskundetaal gebruiken. 24 De leerlingen leren praktische en formele rekenwiskundige
problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven. 25 De leerlingen leren aanpakken bij
het oplossen van rekenwiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen.
Getallen en bewerkingen > 26 De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele
getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in
praktische situaties mee te rekenen. 27 De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in
- 55 -
elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van
buiten gekend zijn. 28 De leerlingen leren schattend tellen en rekenen. 29 De leerlingen leren handig
optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 30 De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken,
vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures. 31 De leerlingen
leren de rekenmachine met inzicht te gebruiken. Meten en meetkunde > 32 De leerlingen leren
eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. 33 De leerlingen leren meten en leren te rekenen
met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en
temperatuur. ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD > Mens en samenleving > 34 De leerlingen
leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. 35 De
leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.
36 De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de
burger. 37 De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en
normen. 38 De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse
multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met
verschillen in opvattingen van mensen. 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.
Natuur en techniek > 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en
dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41 De
leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun
onderdelen. 42 De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen,
zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. 43 De leerlingen leren hoe je weer
en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. 44 De leerlingen leren bij
producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het
materiaalgebruik. 45 De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze
uit te voeren en te evalueren. 46 De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de
zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt. Ruimte > 47 De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting
van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit
de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en
levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de
Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika
en Zuid-Amerika. 48 Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden
om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken. 49 De leerlingen leren over de
mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten,
energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden,
hooggebergten en rivieren. 50 De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de
basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds
geografisch wereldbeeld. Tijd >51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische
bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. 52 De leerlingen leren over
kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen;
monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en
revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer.
KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE > 53 De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en
gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de
wereldgeschiedenis. 54 De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om
er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 55 De leerlingen leren
op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. BEWEGINGSONDERWIJS > 56 De leerlingen
verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. 57 De
leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en
leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren. 58 De
leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen,
afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en
daarmee bij activiteiten rekening houden.
- 56 -
Bijlage 5
Meerjareninvesteringsbegroting
Behorend bij het schoolplan voor de periode 2007-2011
Gerardus Majella
Ambities van de school in een schema
Ambities
Onderwijs
De school geeft onderwijs dat
recht doet aan de verschillen
tussen leerlingen.
Speerpunten
 Digitaal
rekenonderwijs

Coöperatief leren

Meervoudige
Intelligentie

Taalonderwijs
Doelen inclusief
beoogd resultaat
Benodigde acties
Verantwoordelijk
Gereed
Middelen (tijd, geld
en mensen)
Digitale versie
rekenmethode
invoeren
Teamscholing en
implementatie
Aanschaf van de
licenties
Werkgroep rekenen
2010
Studiedagen en
implementatietraject
opstellen
Directie en IB-er
Teamscholing en
concretiseren richting
nieuwbouw
Invoering nieuwe
taalmethode
Studiedagen en
voorlichting
Directie en stuurgroep
MI
Start studiedagen sept
‘07. Start
Implementatietraject
sept. ‘08
Sept. ‘07
Geld: Zie begroting
Werkgroep: 2
teamleden
Geld: Zie begroting
Oriëntatie op
moderne methodes.
Vergelijking van de
methodes. Opvragen
van offertes. Keuze
bepalen en invoeren
Werkgroep taal
Oriëntatiecyclus
dec.‘07
Keuze jan.’07
Implementatie mei ‘07
Monitoren
ontwikkeling
taalzwakke regio gem.
Lopik
Signaleren en
informeren directie en
IB richting gem. Lopik
Directie en IB-er
Jan. ‘08
-2-
Geld: Zie begroting
Geld: Zie begroting
Werkgroep: 3
teamleden
waaronder de IB-er (
Madelinde, Ali en
Desirée) 5
vergaderingen à 1 ½
uur = 7 ½ uur
Overleg met
gemeente, directie
en IB-er

Bovenpresteerders

Engels integreren in
andere lessen
Er is een
schoolbibliotheek met
boeken op diverse
niveaus (o.a. voor
bovenpresteerders en
kinderen met dyslexie)
en boeken over sociaalemotionele
onderwerpen
Bovenpresteerders
uitdagen en stimuleren
Engelse
taalontwikkeling
stimuleren

ICT

Techniek
Continueren breed
aanbod mbv laptops
Werken met laptops
gebeurd horizontaal en
verticaal in alle
groepen. Het werken
met laptops heeft een
vaste plek binnen het
zelfstandig werken en
alle andere vakken
Techniek heeft een
vaste plek gekregen
binnen het onderwijs
Boekenbestand
controleren en
aanvullen
Leescoördinator in
overleg met leesouders
Doorlopend
Ontwikkelen van
uitdagend extra werk
mappen voor
bovenpresteerders
Engelse middagen
organiseren.
Aanschaf extra
materialen
Zaakvakken in het
Engels aanbieden
Aantal laptops
uitbreiden en huidig
laptopbestand up to
date houden.
Aanschaffen en
installeren
smartboards en
andere
randapparatuur t.b.v.
het onderwijs
Groepsleerkrachten en
IB-er
Okt. ‘08
Coördinator Engels en
groepsleerkrachten
Nov. ‘08
Zie begroting: 3x per
jaar aamvullingen
bestellen
Leesouders
controleren
boekenbestand
Zie begroting
Directie en ICT-adviseur
Sept. ‘10
Techniekcoördinator
Sept. ‘10
Oriëntatie
Contacten met PABO
Opstellen
-3-
Zie begroting
Tijd:
Kennismobiliteit
binnen de Stichting
en school.
Vervanging middels
PaPabo-er
Zie begroting

Kunst en Cultuur
De school heeft haar
activiteiten m.b.t. kunst
en cultuur beschreven
in een cultuurplan
techniekplan
Integreren techniek in
MI-cyclus
Aanschaffen van
benodigde materialen
Kunst Centraal
programma volgen
Kunst &
Cultuurcoördinator
Jaarlijks
Subsidie techniek
aanvragen. 5x per
jaar op agenda
vergadering
Zie begroting
Onderbouw
Er is structureel
aandacht voor
voorbereidend taal en
rekenen in groep 1 en
2. Het
ontwikkelingsmateriaal
in de groepen 1 en 2
sluit aan bij de
kwaliteitskaarten van
KIK
Oriëntatie op
methodes en
materialen. Zie de
onderbouwscan
Onderbouwleerkrachten
Aanschaf materialen
verspreid over 4 jaar
Zie begroting en
onderbouwscan
Er is structureel extra
aandacht voor taal en
rekenen in groep 3 t/m
8. Het
ontwikkelingsmateriaal
in de groep 3 t/m 8 sluit
aan bij de
Ontwikkelen van
extra werk mappen,
eventueel een
kiestkast, webquests
enz.
Groepsleerkrachten en
IB-er
Feb. ‘08
Zie begroting
Bovenbouw
-4-
kwaliteitskaarten van
KIK
Zorg
Orthotheek
SOEM-traject
Er is een orthotheek
waar leerkrachten
informatie kunnen
vinden over de aanpk
van allerlei leer- en
gedragsproblemen
(extra aandacht voor
dyslexie, boven- en
onderpresteerders en
omgaan met
verschillende
gedragsproblemen)
Sociaal-emotioneel
traject opstarten o.a.
trainen van sociale
vaardigheden en
sociale weerbaarheid
vergroten
Orthotheek bijhouden
en actualiseren.
Aanschaffen van
nieuwe materialen.
Introduceren nieuw
materiaal bij team
IB-er
Doorlopend
Zie begroting
5x per jaar
agendapunt
3x per jaar overleg
IB-er en directie
2 Teamleden gaan de
‘Sociale Vaardigheden
cursus’ van het SWV
WSNS volgen
Aanschaf materiaal
Ali en Madelinde
Cursus nov. ‘07
Start SOEM-traject jan.
‘08
Er is voldoende ‘veilig’
buitenspeelmateriaal
voor de groepen 1 en 2
Controle en
onderhoud aanwezig
materiaal. Aanschaf
materiaal dat aan
vervanging toe is
Onderbouw
Doorlopend
Zie onderbouwscan
en begroting
Leerlingen en
leerkrachten hebben
een bij hen passende
werkplek
Offertes opvragen en
bestellen
Jaarlijks
inventariseren van
materiaal dat
Directie
Sept. 2011
Zie begroting
Zie begroting
Veiligheid
Meubilair
Alle leerlingen zitten op
‘passend’ materiaal. Ook als er
sprake is van een handicap.
Alle leerkrachten hebben
meubilair dat volgens de arbo-
-5-
richtlijnen bijdraagt aan een
gezonde werkomgeving
ICT
De school zet moderne
communicatiemiddelen in
t.b.v. het onderwijs
vervangen dient te
worden
Leerlingen krijgen
onderwijs m.b.v. ICTtoepassingen waarbij
zelfstandig leren
voorop staat
Leerkrachten houden
hun
groepsadministratie
(LVS, rapporten) bij en
maken gebruik van
internet bij de
voorbereiding van
lessen
De school heeft een
informatieve en actuele
website
Personeel
De school zet in op deskundig
personeel d.m.v. scholing
(cursussen, studiedagen)
Scholing:
Meervoudige
Intelligentie
Coöperatief leren
KIK
Kwaliteit evalueren,
borgen en bijstellen
Geld reserveren op de
begroting voor de
aanschaf van digitale
schoolborden bij het
betrekken van het
nieuwe
schoolgebouw.
Onderhouden van
kennis en
vaardigheden
Directie in overleg met
een adviseur m.b.t.
aanschaf en installatie
September 2010
Leerkrachten m.b.t.
onderwijs
Doorlopend.
Zie begroting
Vervanging van
verouderde of defecte
apparatuur is
doorlopend.
Leerkrachten
worden per jaar 2
dagen gefacaliteerd
om aan de
leerlingenzorg en
LVS te werken.
Doorlopend
Studiedagen en
cursussen
Leerkrachten naar eigen
inzicht en onder
begeleiding van de
directie
-6-
’07 / ’08 / ‘09
Eduniek,
Hogeschool
Domstad en andere
aanbieders.
-7-
Download