Lessenpakket “Tulpen uit …?”: Ottomanen en Europa 1400-1800 Dit lessenpakket, bestaande uit twee uitgewerkte lessen, behandelt de Ottomaanse maatschappij van ca. 1500 tot 1800. Niet alleen de politieke, culturele en economische aspecten van het rijk in haar vroegmoderne periode, maar ook haar relaties met Europa worden van naderbij bekeken. Daarnaast gaat er ook speciale aandacht naar de wisselwerking tussen het Ottomaanse rijk en Europa. In de eerste les ontdekken de leerlingen in groepjes de verschillende facetten van het Ottomaanse rijk, haar cultuur in het bijzonder en haar bezoekers. Dit gebeurt aan de hand van een hoekenwerk met experts. In vier verschillende hoeken maken de leerlingen kennis met de schilderkunst, de hofcultuur, de handel en reizigers in het rijk. Vervolgens presenteren de leerlingen hun hoek aan de rest van de klas. De tweede les, die hierop volgt, geeft de leerlingen de nodige omkadering van het hoekenwerk en een verdere verdieping van het Ottomaanse rijk in de vroegmoderne periode aan de hand van verschillende werkvormen. Het Ottomaanse rijk lijkt vreemd en onbekend, maar als we het van naderbij gaan bekijken, zijn er bekende elementen in terug te vinden. In deze lessen gaan de leerlingen op zoek naar de vreemde en bekende facetten in het rijk en proberen ze de traditionele beeldvorming van de Ottomaanse cultuur en handel te doorprikken. Er was wel degelijk een levendige uitwisseling van kunst, cultuur, producten en personen tussen Europa en het Ottomaanse Rijk. Voorkennis leerlingen: De leerlingen hebben kennis van de hofcultuur in Versailles en zijn op de hoogte van de Barokcultuur in Europa. Algemene lesdoelen voor het lessenpakket In dit lessenpakket maken leerlingen kennis met het Ottomaanse rijk in zijn culturele en economische facetten. In de eerste les ontdekken de leerlingen in verschillende hoeken de levendige, inspirerende en boeiende wisselwerking tussen Europa en het Ottomaanse rijk. In de schilderijenhoek gaan de leerlingen op zoek naar de Westerse beeldvorming over het Ottomaanse rijk en hoe deze verschilt van de werkelijke Ottomaanse wereld, die terug te vinden is op schilderijen met een meer realistische interpretatie. Leerlingen moeten dit zelf ontdekken aan de hand van bestaande schilderijen en extra uitleg over de kunst en cultuur van dit rijk. In de reizigershoek worden leerlingen geconfronteerd met bronnen en andere informatie over het leven van enkele reizigers, die rondtrokken tussen West-Europa en het Ottomaanse rijk. Het is de bedoeling dat de leerlingen het leven van deze reizigers reconstrueren aan de hand van deze informatie en zo kennis maken met de mobiliteit die er heerste tussen de twee regio's. Aan de hand van deze oefening leren ze ook de verschillende soorten reizigers in het rijk kennen. In de computerhoek worden de zoekvaardigheden van de leerlingen getest. Naast enkele specifieke opzoekvragen in verband met de belangrijkste personen uit de Tulpenperiode, die een bijzondere plaats inneemt in de vroegmoderne periode, worden de leerlingen ook aangezet om even na te denken over de gevolgen van deze periode, om zo een beter inzicht te krijgen. Deze periode was namelijk bij uitstek een periode van Europese invloed op de Ottomanen. De productenhoek is eerder een economische hoek, die de handel van producten tussen West-Europa en het Ottomaanse rijk in kaart brengt. Leerlingen maken kennis met verschillende producten op een manier waarbij ze hun verschillende zintuigen moeten betrekken. Ze moeten achterhalen over welke producten het gaat, waar ze vandaan komen en welke handelsroute het meest geschikt was voor elk bepaald product. Aan de hand van de reconstructie van de handelsroutes brengen ze de levendige handel tussen de twee regio's in kaart en ontdekken ze de uitwisseling van producten en culturen. Met het hoekenwerk in het achterhoofd, starten de leerlingen de tweede les met het beschrijven van de hofcultuur in Istanbul, waarbij de verschillen en gelijkenissen met Europa worden aangehaald in een onderwijsleergesprek. De contacten tussen Europa en het Ottomaanse rijk worden in de verf gezet en verduidelijkt, wanneer er vervolgens dieper wordt ingegaan op de rol van de reizigers die zich tussen de rijken verplaatsten. Dit gebeurt aan de hand van twee bronfragmenten waarin reizigers aan het woord zijn. Leerlingen maakten reeds kennis met reizigers in les één, maar de rol van de reizigers wordt pas echt duidelijk bij het oplossen van de vragen bij de bronfragmenten. In een onderwijsleergesprek wordt er verder ingegaan op de wederzijdse beïnvloeding tussen Europa en Ottomaanse rijk op het gebied van kunst en producten. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van de kennis en inzichten die de leerlingen verworven hebben tijdens het hoekenwerk. In het laatste onderdeel van dit lessenpakket gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag met teksten, bronfragmenten en tekeningen. Hierbij onderzoeken ze het verhaal van de tulp en waarom deze niet alleen uit Amsterdam, maar ook uit Istanbul kwam. De geschiedenis kan soms ironisch verlopen. Concrete lesdoelen voor het lessenpakket * Kennis & inzicht: De leerlingen kennen de verschillende types van reizigers naar het Ottomaanse rijk. De leerlingen kennen het begrip ‘tulpenperiode’ en de drijvende personen hierachter. De leerlingen begrijpen dat er een uitgebreide handel in de meest uiteenlopende voorwerpen bestond tussen het Ottomaanse rijk en de rest van de wereld. * Vaardigheden: De leerlingen kunnen een onderscheid maken tussen realistische en stereotiepe schilderijen over het Ottomaanse rijk en dit beargumenteren. De leerlingen kunnen samenwerken en tot een verantwoorde conclusie komen. De leerlingen kunnen verscheidene producten herkennen en de herkomst ervan achterhalen. De leerlingen kunnen zelfstandig opzoeken op het internet en hierover schematisch rapporteren. De leerlingen kunnen informatie ordenen op basis van bepaalde criteria. De leerlingen kunnen onderzoeksresultaten presenteren op een overzichtelijke manier. De leerlingen kunnen constructieve feedback geven op elkaar. * Attitudes: De leerlingen zijn bereid zich in te leven in andere samenlevingsvormen dan onze moderne westerse. De leerlingen zijn bereid om de hun toegewezen rol in een groepswerk op te nemen. De leerlingen zijn bereid om naar elkaar te luisteren. De leerlingen kunnen systematisch verbanden leggen tussen de dimensies tijd, ruimte en socialiteit, tussen de verschillende domeinen binnen de socialiteit, tussen de geschiedenis van onze gewesten en de algemene Europese geschiedenis, de westerse cultuur en de niet-westerse culturen, de eigentijdse levensproblemen en deze van vroeger (E2, 5, 8, 9, 13) Ze zijn bereid zich in te leven in andere samenlevingsvormen dan westerse, zowel in heden als verleden. Bibliografie BUSBEQUIUS. Vier brieven over het gezantschap naar Turkije, 1994. SCHILTBERGER, J., The bondage and travels of Johann Schiltberger, a native of Bavaria, in Europe, Asia, and Africa, 1396-1427. DURSTELER, E., Venetians in Constantinople : Nation, identity and coexistence in the early modern Mediterranean, Baltimore, 2006. BAGHDIANTZ, I., Orientalism in early modern France : Eurasian trade, exoticism, and the Ancien Régime, Oxford, 2008. FREELY, J., Jem Sultan – The Adventures of a Captive Turkish Prince in Renaissance Europe, 2004. PEKER, A. U., “Western influences on the ottoman empire and occidentalism in the architecture of Istanbul” . In Eighteenth-Century Life, 2011, Vol.26(3), 139. SINT NICOLAAS, E., BULL, D. en RENDA, G., De ambassadeur, de sultan en de kunstenaar. Op audiëntie in Istanbul, Rijksmuseum Amsterdam, 2003. Les 1: “Tulpen uit…”: Ottomanen en Europa 1400-1800 Uitleg voor de leerkracht i.v.m. het lesopzet Na een korte situering van het Ottomaanse rijk in tijd en ruimte en een vergelijking met Europese grootmachten moeten de leerlingen zelf de culturele en economische aspecten van het rijk ontdekken. Dit gebeurt aan de hand van een hoekenwerk met experts. Dit betekent dat de klas opgesplitst wordt in vier groepen a.d.h.v. indelingskaarten, die elk een hoek krijgen toegewezen. Gedurende een kwartier werken de leerlingen in hun hoek aan opdrachten, waardoor ze experts van de hoek worden. De taakverdeling binnen de hoeken wordt vastgelegd in de uitlegfiches, die de leerlingen terugvinden in elke hoek. Zo weet elke leerling wat er van hem/haar wordt verwacht. In plaats van door te schuiven, zoals in een gewoon hoekenwerk, moeten de leerlingen hun hoek voorstellen aan de andere groepen die de hoek niet bezocht hebben. Les 2: “Tulpen uit…”: Ottomanen en Europa 1400-1800: vervolg Uitleg voor de leerkracht i.v.m. het lesopzet Deze tweede les is eerder een gewone les, waarbij gebruik gemaakt wordt van de kennis en inzichten die het hoekenwerk de leerlingen bijbracht. Via verschillende werkvormen wordt de leerstof over het Ottomaanse rijk in deze les op punt gesteld. Na een korte herhaling van de belangrijkste bevinden van de eerste les en het hoekenwerk, ontdekken de leerlingen de verbanden tussen de hoeken. Door gebruik te maken van de opgedane kennis via een onderwijsleergesprek beantwoorden de leerlingen de vragen in hun werkbladen over de hofcultuur in het Ottomaanse rijk. Vervolgens krijgen de leerlingen bronfragmenten voorgeschoteld die hen doen nadenken over de rol van reizigers in het Ottomaanse rijk en Europa. Ook hier hebben ze al een basis geleerd in het hoekenwerk, maar de vragen bij de bronfragmenten verduidelijken de rol van de reizigers. Naast de reizigers en hofcultuur komen ook de producten en kunst uit het hoekenwerk terug, met als doel de wederzijdse beïnvloeding van Europese rijken en het Ottomaanse rijk te benadrukken. Ook hierbij wordt teruggegrepen naar een onderwijsleergesprek, waarbij de leerlingen aangespoord worden om inzicht te verwerven via informatie die ze reeds kennen. Als laatste wordt de tulpenperiode centraal gesteld bij begeleid zelfstandig leren. Welke weg legde de tulp af en waarom gaf een bloem haar naam aan een periode in de geschiedenis van het Ottomaanse rijk?