De vergeten genocide De volkerenmoord op de Armeniërs 100 jaar geleden Naar aanleiding van het ortodox Paasfeest herinnerde Paus Franciscus de wereld nog eens aan een vergeten hoofdstuk van de Eerste Wereldoorlog, de volkerenmoord op de Armeniërs in 1915. Toen stierven 1 tot 1,5 miljoen Armeniërs de hongerdood. Prompt reageerde Turkije met diplomatieke stappen. Hoe kon het zover komen? Een kort overzicht van de bewogen geschiedenis van Turkije en zijn buurlanden. Slapende reus Het Ottomaanse rijk dat na de val van Constantinopel1 vier eeuwen heerste over Klein-Azië, het MiddenOosten, het Arabisch schiereiland, Noord-Afrika en de Balkan, was bij het begin van vorige eeuw een 'slapende reus' geworden. Het was een multiculturele staat, waar ook christenen en joden hun geloof vrij konden belijden. In de lange 19de eeuw echter werden bijna alle Europese gebieden ofwel onafhankelijk ofwel conflictgebied met de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie – zoals getekend op de bovenstaande karikatuur uit 18702. Daarenboven was de sultan als absolute monarch niet geneigd tot enige modernisering en liet hij zich de les lezen door de Europese grootmachten die veel belang hechtten aan de strategische ligging van Istanboel op de grens tussen Europa en Azië. Groeiend nationalisme Na de de oorlog met Rusland in 1878 ontstond er een nationalistische beweging die zich afzette tegen de “macht van Istanboel” en terugplooide op het uitgestrekte Anatolische hoogvlakte als centrum van een nieuw Turks rijk. In 1908 pleegden een aantal jonge legerofficieren (de zgn. “Jonge Turken”) een staatsgreep tegen de sultan3 Abdulhamid II. Zij pleitten voor de modernisering van de staat, voor parlementaire democratie en de afschaffing van de voorrechten van buitenlanders. In 1912 en 1913 waren er constant oorlogen in de Balkan waarbij het Ottomaanse rijk bijna alle gebieden in Europa, behalve de omgeving van Istanboel, kwijt speelde aan Servië, Albanië, Griekenland, Montenegro en Bulgarije. Daarop volgende in 1913 was er een nieuwe staatsgreep van de 'Jonge Turken', onder leiding van een driemanschap: Enver Pasja, de vroegere militair attaché in Duitsland - die erg Duitsgezind en tegen de Engelsen was – en tijdens WO I minister van Oorlog werd; Djemal Pasja en Talaat Pasja, die minister van Buitenlandse zaken werd. 1 Constantinopel was de naam van het oude Byzantium, een van de oudste steden van de geschiedenis. Het werd de hoofdstad van het Romeinse Rijk toen keizer Constantijn zich daar vestigde en bleef dat na de val van Rome (330) tot 1453. De Ottomaanse dynastie behield deze wereldstad, op het kruispunt tussen (kristelijk) Europa en (islamitisch) Azië en tussen de Middellandse en de Zwarte Zee. De Ottomanen gaven de stad de naam Istanboel. Hoewel niet meer de hoofdstad sinds 1922, blijft deze miljoenenstad nog steeds de grootste stad van Turkije. 2 Op de karikatuur uit 1870 zijn vooral Frankrijk en Duitsland (Pruisen) in oorlog. (Aziatisch) Turkije wordt afgebeeld als 'slapende' schone, Europees Turkije en Oostenrijk liggen er allebei verslagen bij na tal van interne oorlogen in de Balkan. 3 De laatste Ottomaanse sultans waren weinig geliefd. Het betreft Abdulhamid II (1842-1918) sultan tot 1909, zijn broer Mehmed V (1844-1918), tot 1918, Mehmed VI (1861-1926), afgezet in 1922. Wereldoorlog I Toen de Oostenrijkse kroonprins op 28 juni 1914 in Sarajevo doodgeschoten werd, vreesde het driemanschap opnieuw meegesleurd te worden in een Derde Balkanoorlog. Maar het werd een heuse wereldoorlog, dus probeerde Turkije een alliantie te vormen met een of meer grote mogendheden. Zowel de Britse als Franse regering reageerden terughoudend. Rusland – waarmee de Ottomanen nog in 1878 een bloedige oorlog uitvochten – was voor hen een belangrijker bondgenoot. De Duitsers waren echter gewiekster: ingeval van een Duits-Russische oorlog verzekerde men zich ervan dat het Ottomaanse rijk met de Centralen zou meedoen en daarmee alle Russische havens in het Zuiden hermetisch afgesloten werden. Verder eisten de Duitsers niet veel: Istanboel moest het Suezkanaal aanvallen en ook de Russische uitbreiding in Transkaukasië voorkomen. Maar dat lukte helemaal niet meer 4: tweemaal werd een poging gedaan om het Suezkanaal te veroveren, tweemaal mislukte de aanval. En ook tegen Rusland kon Turkije zich amper verdedigen. De Armeense volkerenmoord Armenië is momenteel een onafhankelijk land in de Kaukasus, maar vormde de hele geschiedenis lang een grensgebied waarover het Russische en het Ottomaanse rijk ruzieden. Begin 1915 startte het Russische leger een opmars richting centraal Anatolië en een aantal Armeense leiders zagen hun kans schoon om een onafhankelijke staat op te richten voor de in hoofdzaak christelijk-ortodoxe bevolking. De oorlogsregering van Istanboel reageerde furieus en startte een ongeziene deportatie van de hele Armeense gemeenschap naar het Oosten van Anatolië en de Syrische woestijn. De barre tocht, duizenden kilometers in overvolle treinen of te voet, en het overleven in een bar en onvruchtbaar woestijngebied, kostte het leven aan meer dan 1 miljoen Armeense (maar ook Assyrische) mannen, vrouwen en kinderen. De Armeense genocide werd nooit door de Ottomaanse, noch door de Turkse regering erkend. Volgens het 'officiële' Turkse standpunt vormde dit zgn.' collatoral damage' bij de oorlogshandelingen. Nochtans gaf het triumviraat onrechtstreeks hun betrokkenheid toe, toen zij in 1918 schielijk Istanboel en Turkije ontvluchtten... Maar nog was de ellende niet voorbij: tussen 1918 en 1920 werd Armenië een onafhankelijk land, maar het werd in 1921 opnieuw belaagd door Turkije. In 1922 werd het één van de Sovjetrepublieken en werd pas in 1990 opnieuw onafhankelijk. Midden-Oosten als conflictgebied Maar ook voor de rest van het Midden-Oosten had de Eerste wereldoorlog grote gevolgen. Het Ottomaanse rijk werd bij het vredesverdrag van Sèvres (1920) geheel ontmanteld: het gebied van het huidige Syrië en Libanon werden een Frans, Irak en Palestina een Brits mandaatgebied, waarbij dit laatste door Lord Balfour gereserveerd werd als 'Joods tehuis'. De controle over het Arabisch Schiereiland verloor het Ottomaanse Rijk al tijdens de Eerste Wereldoorlog aan de verschillende naar onafhankelijkheid strevende volksstammen. Al moet gezegd worden dat de 4 Hun leger was totaal niet meer aangepast aan de militaire evolutie. De enige Ottomaanse overwinning tijdens WO I was de bloedige Slag van Gallipolli tussen april 1915 en januari 1916, waar zij er onder leiding van Mustapha Kemal in slaagden om de Engelsen van het schiereiland te verjagen. Tienduizenden Australiërs en NieuwZeelanders sneuvelden bij de deze slag. Britse Secret Service ook daar een flink aandeel in had – in de persoon van 'Lawrence of Arabia' – of T.E.Lawrence5. Een aantal Engelse bedrijven had immers toen al aardolie ontdekt onder het woestijnzand. Turkije zou een 'rompstaat' worden in het noordelijk en centrale deel van Anatolië. Grote delen van het land kwamen onder controle van de Grieken, de Engelsen, Fransen en Italianen. De sultan tekende het Verdrag van Sèvres met hangende pootjes, maar een groep officieren o.l.v. Mustapha Kemal6, pleegde een staatsgreep en riep de Turkse nationale assemblée samen. Dit betekende de start van de Turkse onafhankelijkheidsoorlog. Griekse genocide Die was de facto vooral gericht op de integriteit van het Turkse grondgebied maar wilde ook de Grieken verdrijven, die al eeuwenlang leefden in de streek rond Smyrna (nu Izmir) en een aantal eilandjes. Aanvankelijk werden de Grieken gesteund door de geallieerde grootmachten, maar al gauw bleek dat deze helemaal niet geïnteresseerd waren. Op 9 september 1921 werd Smyrna in brand gestoken door de Turkse troepen. Er vielen tienduizenden doden en meer dan 250.000 Grieken namen de vlucht. Dit drama leeft nu nog altijd voort als de 'Griekse of Pontische genocide'. Bij het verdrag van Lausanne (1923) werd een algehele bevolkingsruil afgesproken: 1,3 miljoen Grieken verlieten het Klein-Aziatisch schiereiland en 700.000 Turken verhuisden uit Griekenland naar Klein-Azië. Er bleven nog enkele kleine minderheidsgroepen achter, o.a. in Thracië. Deze gruwelijke gebeurtenissen uiten zich nog steeds in de moeizame relatie tussen beide volkeren. Naar het moderne Turkije De Turkse onafhankelijkheidsoorlog betekende de doorbraak van Mustapha Kemal Atatürk. Hij steunde sterk op nationalistische emoties en consolideerde de huidige grenzen van het moderne Turkije, op het kruispunt van Europa en Azië. Hij schafte het sultanaat af en maakte van Turkije een republiek, met niet langer Istanboel als hoofdstad, maar Ankara, centraal op de Anatolische hoogvlakte. Het nieuwe land werd een parlementaire democratie, er kwam een strikte scheiding van Kerk en Staat, de vrouwen kregen stemrecht en het Latijnse alfabet werd ingesteld. Het nieuwe Turkije was geboren. Maar over de Armeense of Griekse genocide mag nog steeds niet gesproken worden... Meer lezen? – Erdal Balci, De kinderen van Attila: een geschiedenis van het huidige Turkije, uitg. Meulenhoff-Manteau 2009, 219 blz. – Caroline Finkel, De droom van Osman: geschiedenis van het Ottomaanse rijk, uitg. Roularta 2008, 756 blz. Tekst: Liebrecht Salen 5 T.E. Lawrence (1888-1935) was een Brits schrijver, archeoloog en militair spion. Hij slaagde er in om een Arabische guerrilla tegen de Ottomanen te organiseren, in 1917 de belangrijke haven van Aqaba te veroveren en in 1918 Damascus. Zijn droom van een pan-arabische staat werd doorkruist door het vroeger afgesproken SykesPicotverdrag. David Lean regisseerde in 1962 de met 7 oscars bekroonde film 'Lawrence of Arabia' over hem. 6 Mustapha Kemal werd in 1881 geboren in Thessaloniki (in het huidige Griekenland). Hij maakte carrière in het Ottomaanse leger en sympathiseerde met de 'jonge Turken'. Als overwinnaar van Gallipolli werd hij bevelhebber van het leger en premier van 1921 tot 1922. Hij stond zowel politiek als militair aan het hoofd van het Turkse leger bij de Onafhankelijksoorlog. Hij reorganiseerde in 1923 het Turkse staatsbestel en bleef president tot zijn dood in 1938. Als Atatürk (letterlijk: vader van alle Turken) kreeg hij een bijna mythische status.