Arabieren in Turkije willen vrede met Syrië MEDIAWERKGROEP SYRIE – 9 maart 2012 – In de zuidelijke Turkse provincie Hatay aan de Middellandse Zee vlakbij Syrië leeft een belangrijke Arabische minderheid (alawieten, Syrisch- en Grieks orthodoxen, Syrische soennieten…). Dit gebied hoorde historisch gezien bij Syrië. Als gevolg van het uiteenvallen van het Ottomaanse rijk na de Eerste Wereldoorlog behoorde Hatay eveneens tot het Franse mandaatgebied Syrië-Libanon. In 1939 werd het door de Fransen uiteindelijk toch aan Turkije toegewezen. Dit gebeurde naar verluidt om te verhinderen dat de republiek van Ataturk aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog zou meeheulen met Hitler. Diezelfde Ataturk startte reeds in 1938 een campagne tot gedwongen Turkse emigratie naar Hatay. Dit diende om de streek te ‘verturksen’. In deze regio - met Atakya als hoofdstad, het vroegere Antiochië - bevindt zich trouwens ook het enige waarlijk Armeens dorp van Turkije: Vakifli. Tot de oprichting van de staat Israël in 1948 leefde er hier in Antiochië ook een belangrijke joodse bevolkingsgroep. Al deze groepen en religies leven hier in harmonie met mekaar en willen dit ook zo houden. Het stadje Samandag is het meest ‘multi-etnische’ van deze regio. Vele inwoners van Hatay zijn nu in toenemende mate verontrust door de toestand in Syrië en mogelijk nog meer door de reactie van Turkije op deze crisis. Milities van het zgn. ‘Vrije Syrische Leger’ zijn hier samen met allerlei huurlingen (o.a. uit Libië) neergestreken. Dit gebeurde zogezegd om het Syrische volk te steunen in hun opstand tegen president Assad. De milities worden openlijk gesteund door de Turkse AKP, de islamistische partij van premier Erdogan. Deze partij predikt in Turkije zelf in toenemende mate onverdraagzaamheid tegen religieuze en etnische minderheden. Pestgedrag zeg maar. Het is eveneens heel bizar te moeten vaststellen dat dezelfde AKP een sterke voorvechter is van het idee van een ‘Groot Midden-Oosten’. Dit zou dan uiteraard geschieden onder Turkse voogdij. Hierbij zien ze zich blijkbaar gesteund door ‘grote broer’ USA. De ‘destabilisatiecampagnes’ van Turkije in de buurlanden, o.a. Syrië, zijn in dit licht te begrijpen. Ook het toekomstige zgn. ‘anti-rakettenschild’ van de Navo in Malatya kan men in deze optiek interpreteren. Maar ook economisch heeft deze politiek zijn repercussies. Door de sancties van Turkije tegen Syrië is de totale handel in het grensgebied zo goed als stilgevallen. Als represaille heeft Syrië besloten om een extra taks te heffen op alle Turkse producten. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de ‘gewone’ mensen aan weerszijden van de grens. Op 8 december voorspelde de president van de Kamer van Koophandel van Antakya een verlies op jaarbasis van ongeveer 300 miljoen dollar. Door dit alles beginnen de mensen in het multi-etnische Haray zich te roeren. Zo werd er in het stadje Samandag op 22 december een betoging voor de vrede gehouden. Een paar honderd betogers namen deel, geruggesteund door een diverse gamma aan organisaties, gaande van onderwijsvakbonden tot plaatselijke culturele centra. ‘Leve de broederlijkheid tussen de volkeren’ en ‘USA en hun collaborateurs weg uit het Midden-Oosten’, waren enkele van de meest gehoorde slogans. De politiek van de AKP aangaande een ‘Groot Midden-Oosten’ werd eveneens op de korrel genomen. Het was opmerkelijk dat alle bevolkingsgroepen en religies aan deze betoging deelnamen. Op 29 december hielden een 50-tal personen van de ‘Halk Cephesi’, een linkse buitenparlementaire groep, in hetzelfde Samandag een protestmeeting. Dit gebeurde om uitdrukkelijk te protesteren tegen de AKP-politiek tegenover Syrië. Toen werden zelfs slogans pro Assad geroepen. Artikel van Bahar Kimyongür (Rabi Kemouné in het Arabisch). Vertaald en samengevat uit het Frans.