18 COVERSTORY COVERSTORY Op haar zestiende het ouderlijk huis uit en twee jaar later 19 Ik zag die depressie ook het vaderland was voor de Turkse Muteber niet eenvoudig. als een vorm van groot Ze kwam in de psychiatrie terecht, zag haar huwelijk stranden verdriet. Ik miste mijn en voerde een moeilijke strijd om er weer bovenop te komen. ouders en mijn land. Inmiddels is ze bijna van haar medicijnen af. tekst Anlu Kingma Illustratie Loek Weijts Nederland. Haar man was al op jonge leeftijd met zijn ouders naar Nederland gegaan en inmiddels behoorlijk verwesterd. MiGRANTEN In DE ZORG Verhuizing met grote gevolgen Ziek, taboe of aanpassingsprobleem? M uteber (1972) groeide op in Iskenderun, een havenstad met zo’n 150.000 inwoners in Oost-Turkije, vlakbij de Syrische grens en de plaats Aleppo, die de laatste tijd veelvuldig in het nieuws is. Ze wilde een opleiding verpleegkunde volgen, die in Turkije aan de universiteit gegeven wordt. Zo verhuisde ze op 16-jarige leeftijd naar het op 600 kilometer gelegen Ankara. Twee jaar later ontmoette ze een ook uit Iskenderun afkomstige jongeman, die in Nederland op de Politieacademie zat en in Turkije op vakantie was. Muteber gaf een half jaar later haar opleiding op om te trouwen en ging haar man, die al zicht had op een baan, achterna naar Nederland. Muteber is de jongste van acht kinderen: zes zijn in hun geboortestreek gebleven. Behalve zijzelf vertrok ook een broer naar www.ypsilon.org van depressies. Die werden steeds ernstiger. In 2004 ging het helemaal mis. Ik liep verward over straat. De buren hebben toen de politie gebeld.’ Het vertrek uit Turkije en het afscheid van de familie vielen zwaar. Dat een neef je in een zelfgemaakt lied de regel ‘Tante, tante, vertrek alsjeblieft niet’ steeds liet terugkomen, maakte het er niet makkelijker op. ‘Onze familieband is sterk. Iedereen wil zo dicht mogelijk bij elkaar wonen. Wanneer ik me in Nederland alleen voel, is Turkije erg ver weg.’ Hier kwam ze in contact met andere Turkse vrouwen die veelal vasthielden aan oude tradities. Afkomstig uit en gestudeerd hebbend in de grote stad en met een voor vrouwen meer dan gemiddelde opleiding had Muteber moeite met de nogal eens gestelde vraag of ze uitgehuwelijkt was en tot aan haar trouwen maagd was gebleven. ‘Sommige vrouwen dachten en deden zoals hun overgrootmoeders honderd jaar geleden.’ Maar ze trof ook vrouwen aan wie ze steun had. ‘Die vertelden me hoe het in Nederland geregeld was. Van hen heb ik veel geleerd.’ De eerste jaren deed ze vrijwilligerswerk, kreeg een baan bij de gemeente Hengelo en pakte aan een HBO-instelling haar opleiding verpleegkunde weer op. In 1997 kwam een eerste kind, twee jaar later een tweede. ‘De jaren daarna waren mijn gelukkigste tijd. Maar hoewel ik dolgelukkig was met mijn kinderen, kreeg ik last Muteber werd opgenomen in de GGZinstelling Mediant, wat botste met de opvattingen van de familie in Turkije. ‘Mijn ouders belden mijn man omdat ze vonden dat ik niet in een psychiatrisch ziekenhuis thuishoorde. Volgens hen was dat voor ‘gekken’. Na een week mocht ik naar huis, met medicatie tegen depressie. Ik heb die depressie altijd gezien als een vorm van groot verdriet. Ik miste mijn ouders en mijn land.’ Een psychiater in Turkije vond het etiket ‘depressie’ onterecht, vertelt Muteber, hij zag in haar toestand eerder een aanpassingsprobleem, waarmee meer migranten kampen. Maar de situatie verergerde. ‘Ik kreeg last van stemmen in mijn hoofd’. Haar man kon het niet aan en drukte in 2006 een scheiding door. Zelfstandig Het was een periode met veel ruzie. De eigen en schoonfamilie kon niet met de situatie overweg. Niet alleen geestelijke problemen, ook echtscheidingen zijn in Turkije taboe. ‘Mijn broer heeft me onderdak geboden, totdat ook dat fout liep. Het ging steeds slechter, de depressie en psychoses werden erger en hij kon daar niet mee omgaan. Ik hoorde de stemmen van mijn kinderen in mijn hoofd. Ze riepen ‘mama’. Als ik dan naar de woonkamer ging, bleken ze er niet te zijn. Of ik hoorde dat mijn zus Ypsilon Nieuws 1 | 2015 20 COVERSTORY → vervolg me riep, maar die zat in Turkije. Of een stem zei steeds dat ik doodgemaakt zou worden. Mijn broer heeft Mediant ingeschakeld, waar ik weer werd opgenomen.’ Deze opname was niet de laatste. Steeds ging het een tijdje wat beter, dan verslechterde de situatie en volgde een korte opname. Tot ze in 2011 terechtkwam bij de stichting WOPiT, waar mensen met een psychiatrische beperking begeleid, maar met maximale zelfstandigheid kunnen wonen. Mijn hart is geamputeerd Groot verdriet heeft Muteber over haar kinderen. Ze werden bij de scheiding aan de vader toegewezen, maar een bezoekregeling is nooit gelukt. ‘Of mijn ex-man hield zich er niet aan, of de kinderen zelf wilden niet komen. Het voelt alsof mijn hart geamputeerd is. Ik krijg alleen af en toe een brief met foto’s.’ Toch, sinds ze bij WOPiT woont vindt Muteber dat het goed met haar gaat. ‘Bewoners en hulpverlening geven me veel steun. Ik ben de medicijnen tegen psychose voorzichtig aan het verminderen. Op een dag zal ik mijn kinderen weer zien. Tenslotte heb ik ze de belangrijkste jaren van hun leven opgevoed. Ik moet afwachten en geduld hebben.’ Komt een Marokkaan bij de dokter Voor Ypsilonkaderlid en thuiscoach Tom Rusting was 2014 een druk jaar. Met zijn team voerde hij 654 gesprekken met families van schizofreniepatiënten. Van die gezinnen was de helft afkomstig uit niet-westerse landen. Daarvan was tweederde van Marokkaanse afkomst. Psychose komt onder migranten veel voor, volgens internationale onderzoeken. Meer dan bij autochtonen. De behandeling van migranten kan beter, erkent de psychiatrie zelf. Murat Can is psychotherapeut en werkt bij Esens, een GGZ-instelling die zich specialiseert in de behandeling van Turkse en Marokkaanse patiënten. Op psychische ziekten rust een taboe, evenals bij Nederlanders vijftig jaar geleden. Niet alleen bij eerstegeneratie Turken en Marokkanen, ook onder jongeren. Een complicerende factor in die zorgmijding is de religieuze verklaring voor psychische ziektes. In de islam spelen djinns, kwade geesten, vaak een rol. Bij Creolen is er winti. Bij psychische klachten zoekt de familie vaak eerst genezing via religieuze methoden. Een imam kan proberen een djinn te verdrijven door Koranverzen te reciteren. Of er wordt afgereisd naar een alternatieve genezer in het land van herkomst. Pas bij een eerste crisis komt de patiënt in aanraking met een Nederlandse instelling. Dan is het vaak te laat. Medische aanpak boven religieuze Goede voorlichting aan families is essentieel. Tom Rusting en zijn team organiseren sinds dit jaar voorlichtingsbijeenkomsten voor Turken en Marokkanen. In de hal van de Omar Al Farouk moskee in Utrecht Overvecht flyert hij met folders over de ziekte in het Berbers en Arabisch. Na het vrijdaggebed betreedt hij het podium om presentaties te geven. Hij wil vooral de families bereiken van eventuele patiënten. Die moet er meestal voor zorgen - net als bij autochtonen - dat iemand behandeld gaat worden. Muteber www.ypsilon.org Hoe kwam dit contact tot stand? Rusting: ‘In het kader van thuiscoaching sprak ik met de vader van een Marokkaanse patiënt over de vele onbehandelde patiënten in zijn omgeving. Toen heeft hij mij geïntroduceerd bij moskeevoorzitter Abdelmajid Khairoun. ‘We wisten dat het een zeer gevoelig onderwerp is in onze gemeenschap’, zegt die. ‘Niemand komt naar de moskee en zegt: mijn zoon is gek geworden. Mensen schamen zich. Vooral moeders zijn er kapot van als het gebeurt.